Kunstzinnige voorouders: Pieter Jacobsz de Valck (Falck) (No 4.218)
Dit artikel is het tweede uit een serie over mijn voorouders die als ambachtsman of kunstenaar actief zijn geweest en verbonden zijn met de stad Leeuwarden. Want naast militairen en leraren waren er ook veel ambachtslieden en kunstenaars in de familie.
Dit tweede artikel gaat over Pieter de Valck, zoon van goudsmid Jacob Dircks de Valck, geboren in Leeuwarden in 1584 en daar overleden in elk geval voor 1629. Op 15 augustus 1606 trouwde Pieter met Annichien Sanders van Os uit Den Bosch. Zij heeft nog enige tijd in Nijmegen gewoond.
Afbeelding 1 Pagina uit trouwboek van Pieter de Valck, schilder en Anna Jacobs van Os op 15 augustus 1606
Op 11 september 1607 heeft hij belijdenis gedaan voor de Hervormde Kerk in Leeuwarden.
Afbeelding 2 Pagina uit het lidmatenregister van de Hervormde kerk in Leeuwarden, belijdenis van Pieter de Valck op 11 september 1607
Pieter heeft enige tijd in Tiel gewerkt, namelijk in 1617, wat zou kunnen duiden op een leertijd bij Adriaen van der Linde, die voor hij naar Leeuwarden kwam, ook enige tijd in Tiel woonde. We weten dit omdat zijn broer, Dirck de Valck en net als hun vader goudsmid, voor een bedrag van 100 daalders borg stond: "Ter meerdere securiteit van bovenstaand persoon heeft Dirck Jacobsz de Falck, burger en goldtmidt binnen Leuwarden, zich borg gesteld voor Pieter Jacobsz de Falck te Tijll in Gelderlandt, tersaecke vordering ad 100,-- daelers, die bovenstaand persoon te vorderen heeft van laatstgenoemd persoon."
Na zijn opleiding heeft hij Italië (Venetië) bezocht. Hij zou gewerkt hebben in de trant van Abraham Bloemaert, zonder zijn leerling te zijn geweest. Een schilderij van hem bevond zich begin achttiende eeuw bij zijn achterkleindochter Antje Ypes in Sneek. Het zelfportret dat tot voorbeeld diende voor de gravure hing ook bij haar.
Afbeelding 3 Gravure naar een zelfportret van Pieter de Valck uit 1605, op 21-jarige leeftijd
Hij was schilder van portretten, landschappen en historiestukken. Uit het eerste kwart van de zeventiende eeuw dateert een aansprekend strandgezicht met vissers van hem. Hij zou ook voor het Stadhouderlijk hof onder Ernst Casimir (stadhouder van 1620 tot 1632) in opdracht hebben geschilderd. Er zouden schilderijen van hem in het Prinsenhof hebben gehangen. Dit zou zo maar kunnen omdat in 1633 er welgeteld 288 schilderijen in het Prinsenhof (het stadhouderlijk hof) hingen. Van een groot aantal is niet bekend wie de schilder is. Dit komt ook overeen met de inventarislijst (zie verderop, waarop een aantal schilderijen met portretten van prinsen en Ernst Casimir vermeld staan. In 1795 met de komst van de Franse troepen kreeg het stadhouderlijk hof een andere bestemming. Onder andere de stadswezen werden er in ondergebracht. De schilderijen bleven echter behouden doordat een schilder genaamd W.B. van der Kooi die een deel ervan in zijn eigen en een deel in de het his van zijn ouders in Augustinusga verstopte. Nu zijn de schilderijen verdeeld onder andere over meerdere musea.
In 1623 kocht hij een huis aan de Breedstraat o.z. (bij de Put) in Leeuwarden van weduwe G. Luties. In 1627 woonde hij daar zelf echter niet, maar een Pieter Lambertsz.
Uit een geschil in 1623 tussen Pieter de Valck en een schipper genaamd Tiaerd Allonts, die een schilderij getiteld 'Graflegging van Christus' van hem zwaar beschadigd bij een klant in Utrecht had afgeleverd, blijkt dat hij voor een werk zestig gulden kon vragen. Als dit bedrag een indicatie is voor het prijsniveau van zijn werk, dan werkte Pieter de Valck beslist aan de bovenkant van de markt. Pieter wilde compensatie van de schipper, maar hij verloor de rechtszaak.
Een jaar later stond hij opnieuw voor de rechter. Dit keer in een zaak tegen Laurens de Veno, stadssecretaris en familielid, met wie hij een geschil had over de erfenis van zijn ouders. Uiteindelijk kreeg hij 558 goudguldens, 3 stuivers en 8 penningen uit de nalatenschap.
Op 12 april 1624 had Pieter de Valck 100 daalders geleend van Cornelis Cornelisz. de Roos, meester Goudsmid.
Kennelijk kon Pieter de Valck maar lastig met geld omgaan want op 24 november 1624 kreeg de zilversmid Cornelis Cornelisz. de Roos de Jonge de opdracht om uit het bedrag van 150 gulden dat hij van Pieter geleend had fl. 112,50 te betalen aan Abbe Abbisz. de Jonge, bakker, voor brood en overige kosten. In 1627 was diezelfde Cornelis Roos geldgever ten bedrage van 230 gulden met het huis aan de Breedstraat als onderpand.
Op 1 februari 1625 sloot hij een eigenaardig contract met Joachum Pietersz. uit Leeuwarden. Pieter de Valck zou hem zijn schuld kwijtschelden en zelfs drievoudig betalen (een bedrag van 171 gulden) als hij, Joachum Pietersz. zou kunnen aantonen dat hij op bedevaart naar Jeruzalem was geweest. Het toont aan dat Pieter redelijk gelovig was en ook niet onbemiddeld.
Hij moet voor 12 maart 1629 zijn overleden. Die dag verkocht zijn weduwe, Anna Jacobs, het huis in de Breedstraat. Elders is in de archieven is te lezen dat Anneke de Valck op 10 juli 1628 al weduwe was.
De exacte datum van overlijden is niet bekend, maar wel interessant. Er is namelijk een inventarislijst van een Leeuwarder schilder welke tussen 10 juni 1628 en 23 juli 1628 is gemaakt. Behalve meubelen en huishoudelijke goederen wordt een hele lijst met schilderijen vermeld. In die zin is het vreemd dat er zo weinig schilderijen van Pieter de Valck (2) bekend zijn. In 1997 is een schilderij van hem in Duitsland geveild met de titel "Bildnis eines bärtigen Mannes".
Twe paar ronde papagaien.
Een salvator met een maria in ronde listen.
Een Adam in een ebben list.
Een bancket in een binnen list.
Een boer sonder list.
Een cruusefix in een buijten list.l
Een tronie van Wirgilius met een buyten list.
Twe monicken met een buijten list.
Een paar ronde historikes.
Een vrouve tronie.
Een salomon met een arodus in ebben liste.3
Noch een bancket in een buijten list.
Een historie van Jacob ende Raguel met een buijten list.
Een sittende Maria met een buijten list.
Noch een cruijs met een buijten list.
Graff Legger met een buijten list.
Een bancket met een buijten list
Een bloempot met een buijten list.
Speulende Engelkes met een buiten list.
Noch een cruijs met een buyten list.
Noch een graff legger met een buijten list.
Een Justitie met een voorsichticheyd met buyten listen.
Noch een cruijs met een buyten list.
Noch een Judit met een buyten list.
Noch een Prins met een buyten list.
De vijff sinnen met een buijten list.
Een bloempot met een buijten list.
Een landschap met een buijten list.
Een historie van soldaten.
Drie Princen met binnen list.
Een bloempot met een buyten list.
De Coninginne Hester met een binnen list.
Een musicq singer met een binnen list.
Een olde keucken.
Paper Jan de Neij met een binnen list.
Een fruijt schaal met een buijten list.
Twe gecken in een buijten list.
Een Fenus in een buijten list.
Een bordeeltie met een buijten list, noch een.
De historie van Coninge ninis met een buijten list.
Incompste van David met een buijten list.
St. Lucas met een buijten list.
Historie van Tobias met een buijten list.
Noch een Landschap met een buijten list.
Hoop, gelooff en Lieffde met een buijten list.
Een Salvator met een L. vrou met buijten listen.
Twe Princen met buijten listen.
Jacob ende Raachel met buijten listen.
Noch een bordeel met een buijten list.
Noch een fruijtschaal met een binnen list.
Een Cars = nacht.
De drie Connigen met een buijten list.
De Coninginne Hester met een buijten list.
Noch een keucken met een buijten list.
Op 15 juni 1624 had Pieter een schuld van 55 Carolusguldens aan Douwe Douwiszn, herbergier te Leeuwarden, welke op 4 mei 1630 ingeloste werd. Waarschijnlijk heeft zijn weduwe dat betaald na de verkoop van het huis.
Afbeelding 5 Christelijke gevangenen worden op een plein in Algiers als slaaf verkocht
Voorbeelden van het werk van Pieter zijn een portret van een jonge man, uit 1615, waarschijnlijk een lid van de familie Huyssen, olieverf op paneel.
Afbeelding 9 Gildebord met de geloofsartikelen in de Sint Walburgiskerk te Zutphen, gemaakt door Pieter de Valck, 1610
Geraadpleegde literatuur en bronnen:
- A. Houbraken I, De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen) (1976) 1713-1715, pp. 120-121
- Weyerman I, De levens-beschryvingen der Nederlandsche konstschilders en konstschilderessen, 1729, p. 371
- Kramm VI 1863
- Eekhoff , de Stedelijke Kunstverzameling van Leeuwarden1875, pp. 59, 281,282
- Ottema 1927, p. 239; ThB XXXIV 1940
- Wassenbergh 1967, pp. 27-28
- Karstkarel 1980, p. 113
- HCL, (Onder) tr.b. 87/136, 24 jul./ 15 aug. 1606
- HCL, Def. sent.b., o 25, 20 sep. 1623
- HCL, Def. sent.b., o 25, fol. 232, 20 mrt. 1634
- HCL, Hyp.b., gg 24, fol. 39; gg 18-106a
- www.rkd.nl
- https://historischcentrumleeuwarden.nl/onderzoek/beeldbank
- Groenendijk, Pieter, Beknopt biografisch lexicon van Zuid- en Noord-Nederlandse schilders, graveurs, glasschilders, tapijtwevers et cetera van ca. 1350 tot ca. 1720, Leiden: Primavera (2008)
- Bakker, Piet, De Friese schilderkunst in de Gouden Eeuw, Zwolle: Waanders Uitgevers; Leeuwarden: Fries Museum (2008), 221
- Bakker, Piet, Gezicht op Leeuwarden. Schilders in Friesland en de markt voor schilderijen in de Gouden Eeuw, s.l.: s.n. (2008), (Proefschrift, Universiteit van Amsterdam)
- https://www.britishmuseum.org/collection/term/BIOG49280 (NB: is andere Pieter de Valck dan hier bedoeld)
- https://www.historischnieuwsblad.nl/omvang-christenslavernij-onderschat