Afbeelding 1 Piet (links) in uniform van het leger, naast zijn zus Jitske, broer Dirk en broer Andries
Afbeelding 3 Huwelijksakte van Piet Gerbenzon
Hij was hoofd van de afdeling werktuigkunde en warmtetechniek van het Eerstaanwezendschap der Genie te Groningen.
Piet heeft een tijdje in Amsterdam gewoond en werkte toen bij een vliegtuigfabriek.
Afbeelding 4 Kaart van het bevolkingsregister van de Gemeente Amsterdam
De Genie
De Genie is het onderdeel van de landmacht dat militaire werken ontwerpt, bouwt en onderhoudt en dat methoden ontwikkelt en zo nodig toepast om vijandige verdedigingswerken te slechten. Bij militaire werken moet men niet alleen aan vestingwerken en fortificaties denken. Ook de inundatie van laag gelegen gebieden behoort tot de taken der Genie. De dienst der Genie is ontstaan uit de dienst der Fortificatiën die in 1688 werd opgericht en onder de leiding werd geplaatst van een ingenieur-generaal der fortificatiën (later directeur-generaal). Als zodanig voerde hij eind zeventiende eeuw het bevel over zo'n zestig ingenieurs. Vanaf 1713 werden in alle vestingen ingenieurs benoemd. Zij werden belast met het onderhoud, de aanleg en de inspectie van de vestingwerken. In grote vestingen, waar meerdere ingenieurs werden gelegerd, werd de oudste in rang 'eerstaanwezend' ingenieur. Een jaar later werden deze eerstaanwezendschappen samengevoegd tot departementen, waarover directeuren het bevel voerden. In 1740 werd de Dienst der fortificatiën omgedoopt tot Korps ingenieurs, in 1806 tot Korps der genie. Na de Franse inlijving in 1810 werd het Korps opgeheven maar in 1814 volgde onder Willem I de heroprichting van het Korps Ingenieurs der Genie.
Eerstaanwezend ingenieur
In 1849 werden de bestaande directies van fortificatiën in het kader van bezuinigingen opgeheven. Daarvoor in de plaats kwamen twee Inspecties van fortificatiën.
Binnen elke directie werden de diverse vestigingen geplaatst onder toezicht van een officier uit het Korps der genie: de eerstaanwezend ingenieur. In tijden van vrede was deze belast met het toezicht op alle werkzaamheden met betrekking tot de fortificatiën en militaire gebouwen van zijn vesting. Daartoe werd ook gerekend het toezicht op de bijbehorende inundatiewerken (sluizen, kokers, heulen en waterkeringen).
Elke officier die met de zorg van een vesting werd belast, moest binnen drie maanden na zijn aankomst een plan van aanval en verdediging te ontwerpen. Voorts had hij het toezicht op alle bouw-, meet- en karteringsactiviteiten in de zogenaamde verboden kringen: die delen van het terrein waar dergelijke activiteiten het zicht en het schootsveld nadelig konden beïnvloedden of spionage konden vereenvoudigen. Ook moest hij de onder zijn gezag staande rijks eigendommen behoeden voor plundering en andere ongeregeldheden.
In tijden van oorlog had de EAI zitting in de Raad van defensie van zijn vesting. Alleen met zijn instemming mocht tot overgave van de vesting worden besloten. Ingeval van orders tot inundatie, was de EAI met de uitvoering belast. Al het daartoe benodigde materieel, zoals sluizen en kokers, viel direct onder zijn verantwoordelijkheid. Ten tijde van een belegering diende hij een gedetailleerd journaal bij te houden waarin hij aantekening hield van de ontvangen orders, de door hem aangewende middelen tot defensie en de voorvallen die bij de belegering plaatsvonden.
Afbeelding 5 Overlijdensadvertentie van Piet Gerbenzon
Geraadpleegde literatuur en bronnen:
- www.archieven.nl (Regionaal Historisch Centrum Eindhoven)
- https://www.meertens.knaw.nl/nfb/vt47.php?naam=Toxopeus%20(%C3%A9)%20(%C3%BC)
- De libelle; geïllustreerd weekblad voor de vrouw, jrg 22, 1955, no. 30, 23-07-1955
Geen opmerkingen:
Een reactie posten