Kunstzinnige voorouders: Jacob Dircks de Valck (No 8.436)
Dit artikel is het eerste uit een serie over mijn voorouders die als ambachtsman of kunstenaar actief zijn geweest en verbonden zijn met de stad Leeuwarden. Want naast militairen en leraren waren er ook veel ambachtslieden en kunstenaars in de familie.
Dit eerste artikel gaat over Jacob Dircks de Valck, geboren in 1547. Hij is de zoon van Dirk Jacobs. Hij werd in 1572 burger van Leeuwarden. In 1581 wordt hij lidmaat van de Hervormde kerk. Hij woonde toen in de Grote Hoogstraat, naast het raadhuis. Het pand had als toepasselijke naam de Vergulde Valck (1) gekregen en werd in 1673 nog steeds bewoond door erfgenamen van Jacob. Hij was getrouwd met Tiethe Pietersdr. Hij had twee zoons, Pieter Jacobsz de Valck, kunstschilder en Dirck Jacobs de Valck, ook goudsmid. In 1590 wordt hij tot voogd over wezen benoemd. Hij is in 1622 overleden.
Jacob had de wens om zilversmid te worden, maar hij had niet het geld om het benodigde zilver en andere materialen te bekostigen die nodig waren voor de meesterproef. Daarom leende hij op 2 oktober 1610 200 Carolusgulden van Cornelis Cornelis Roos "omme ende te verhouden ende vervangen den oncosten vande proeve ende den nering van het goldsmidts ambacht”.
In 1599 wordt zijn zoon Dirck Jacobs de Valck, zijn eerste leerling. Andere leerlingen van hem zijn, Jan van Loo, Meinert Caspers en vanaf 1609 Hessel Buwes Bouma. Op 14 april 1619 verklaart Jacob, die zich bij die gelegenheid Jacques de Valck noemde, dat Jan van Loo vier jaren bij hem als leerkracht in de winkel heeft gestaan en zich "eerlijk, vroom een neerstich" heeft gedragen.
Afbeelding 1 Gewestelijke insculpatieplaat II (1558-1584) Gildeplaat met meestertekens van Friese zilversmeden, Jacob de Valck 1572. Zijn vader Dirck Jacops staat ook op de plaat.
Jacob Dircks de Valck was schepen van 1583-1620 en lid van de vroedschap van 1582 tot 1621. In 1587 werd hij burgermeester. In 1621 was hij gemeensman (2). Hij was welgesteld en invloedrijk. In 1606 bezat hij een huis aan de Minnema espel, nummer 75 met 5 schoorstenen.
Hij was echter geen gemakkelijke man. Zo had hij in 1607 een hevige ruzie met zijn gildebroeders en liet hij in 1608 beslag leggen op enige goederen die van de secretaris van de stad, Laurens de Veno, behoorden. Een ander voorbeeld vormt het conflict dat hij in 1611 had met Jetse Payes. Jacob voelde zich in zijn goede naam aangetast toen Payes hem van bedrog betichtte. Hij eiste 150 goudgulden schadevergoeding van Payes. Payes had echter alleen maar gezegd dat Dirck, de zoon van Jacob, een ander meesterteken gebruikte dan zijn vader Jacob. De eis werd niet ontvankelijk verklaard. Hieruit blijkt wel dat het eergevoel hem hoog zat.
Afbeelding 2 Meesterteken, Voet 359
Dit meesterteken moet waarschijnlijk een Valk uitbeelden. In elk geval lijkt het erg op een vogel. Het is vrij lastig om werk van Jacob Dircks de Valck te vinden, maar een voorbeeld is een avondmaalbeker die in 1599 is gemaakt. Hij wordt in het boek 'Dutch Silver' als volgt beschreven: "a beautiful object, sparsely decorated with fine taste, and admirably finished". De beker is 16,5 cm hoog en heeft als inscriptie: "POCVLVM EVCHARISTIAE IN VSVM ECCLESIAE HIELSEMANAE 1599". Hij staat in de hervormde kerk (Sint Genovevakerk) van Jelsum.
Afbeelding 3 Avondmaalbeker uit 1599, Hervormde kerk te JelsumDirck was inmiddels na een leertijd bij zijn vader ook goudsmid geworden en was net zo'n driftkikker als zijn vader in de zin dat hij zich snel in zijn eer aangetast voelde. Ook hij maakte regelmatig de gang naar de rechter. Dirck was door de Friese Staten tot adjunct keurmeester benoemd en uit hoofd van die functie had hij geconstateerd dat een collega zilversmid, Alger Hotses, zich niet gehouden had aan het juiste gehalte zilver. Hotses vroeg wie dat dan wel gecontroleerd had en dat bleek zijn vader, Jacob Dircks de Valck geweest te zijn. Hotses uitte zijn twijfel aan de deskundigheid van Jacob Dircks de Valck waarop deze Hotses voor de rechter daagde wegens belediging en aantasting van zijn beroepseer. Op 24 december 1614 deed de rechter uitspraak en achtte de klacht ongegrond. Overigens kwam het vrij vaak voor dat de verschillende gildenmeesters elkaar in de haren vlogen over vermeend gebrek aan kwaliteit van elkaars werk.
In 1621 stond Dirck voor de rechter omdat hij zich in zijn eer voelde aangetast en was mishandeld door een klant die hem nog geld schuldig was voor een vergulde zilveren ketting. Dirck was door de man uitgescholden en door een vuistslag was zijn hoed gevallen. Hiervoor wenste Dirck genoegdoening in de vorm van 30 Carolusguldens. De rechter ging hierin mee door de man te veroordelen tot 12 Carolusgulden boete.
Dirck trouwt op 20 januari 1608 met Jantyn Taco dr (weduwe van Minne Mellema). Haar broer is Laurentius Taconis, predikant in Akkrum. Van 1610 tot 1611 was Dirck keurmeester van het gilde. In 1619 was hij "isersnijder van de muntes landschaps van Frieslandt" (3) en in 1622 volgde hij zijn vader op als gemeensman.
Dat onze familie sterk aan Leeuwarden gebonden was al duidelijk, maar dit blijkt verder ook wel uit de straat waarin de zoon van Jacob woonde. De Bleeckma's verkochten op 17 mei 1622 hun huis aan goudsmid Dirck Jacobs de Valck en echtgenote "op de Weert alwaer den dragenden Credens uthangt"(4), schuin tegenover de plek waar nu de familie Gerbenzon haar winkel heeft.
Afbeelding 4 De Weerd in 1622
Zijn andere zoon Pieter Jacobsz de Valck werd kunstschilder. Zijn broer Dirck de Valck heeft borg voor hem gestaan toen hij in 1617 naar Tiel ging. Dirck was waarschijnlijk niet onbemiddeld, want hij trad in 1621 op als geldgever ten bedrage van 300 gulden (een hypotheek) voor een echtpaar dat een tweetal huizen op de Eewal bezat. Tevens traden hij en zijn vrouw als op geldgever ten bedrage van 1.300 gulden voor Hans Falck van Neurenberg, de klokgieter en zijn vrouw Lijsbet Sanders van Os. Hun huis aan de Eewal was het onderpand. In 1625 stelde hij zich borg voor Laurentius de Veno voor een bedrag van 2.800 gulden en in 1609 had hij zich al eens 200 gulden uitgeleend aan een echtpaar uit Dokkum. En in 1619 leende hij 500 gulden uit aan een echtpaar uit Leeuwarden. Kennelijk fungeerde hij als een soort van bank. Verder trad hij op als curator.
Geraadpleegde literatuur en bronnen:
(1) Nu Grote Hoogstraat 34 in Leeuwarden
(2) Gemeensman is een gekozen vertegenwoordiger in het stadsbestuur uit de rijkste inwoners van een stad die onder andere een voordracht mochten doen aan het gewestelijk bestuur voor hun burgermeester en schepenen. De selectie was een gesloten aangelegenheid.
(3) Graveur van ijzeren munt- en penningstempels
(4) Waarschijnlijk Weerd 16, in elk geval de oostzijde. "De dragende Credens". Het pand werd door Jantyn op 20 maart 1630 weer verkocht voor 2200 goudguldens en 21 stuivers. Dirck de Valck was toen al overleden.
- Goudsmeden en hunne leerlingen te Leeuwarden in de 17e eeuw, R.Visscher
- De Vrije Fries 22 (1914), blz. 65-91
- Citroen, Karel, Dutch goldsmiths' and silversmiths' marks and names prior to 1812: a descriptive and critical repertory, Leiden: Primavera Pers (1993)
- Schoen, Peter, Tussen hamer en aambeeld. Edelsmeden in Friesland tijdens de Gouden Eeuw, Hilversum: Verloren (2016), 451
- Certificaatboek 7 sept 1617
- Groot consentboek 1583 f. 80 1589 f. 119 en 1591 f. 186
- Executieboek f8
- Merken van Friesche goud- en zilversmeden. De Leeuwarder goud- en zilversmeden uit de XVIe, XVIIe en XVIIIe eeuw
- Ottema, Nanne, Geschiedenis van het goud-en zilversmidsbedrijf in Friesland
- https://www.fryske-akademy.nl/fileadmin/inhoud/beelden/homepage/Kennis/Gen_Jierboek/GJ_2016.pdf
- Leggers van de schoorstenen in Leeuwarden opgemaakt per espel, archiefnummer 5, Gewestelijke bestuursinstellingen van Friesland 1580-1795 - Tresoar, inventarisnummer 6470, aktenummer 2912
- Leeuwarden in de Gouden eeuw
- http://www.mpaginae.nl/At/huisnamen.htm
- Frederiks, J.W., Dutch Silver, wrought plate of the central, northern and southern provinces form the renaissance until the end of the eighteenth century, Den Haag, 1960, p. 86
- https://collectie.friesmuseum.nl/?diw-id=tresoar_friesmuseum_M1946-438B
- HCL Hypotheekboeken gg013-208a en gg016-245
Geen opmerkingen:
Een reactie posten