dinsdag 7 februari 2023

In dienst van Stad en Staat: Harmanus Lodema

In dienst van Stad en Staat: Harmanus Johannes Lodema (No 132)

Dit artikel is het twintigste uit een serie over burgers die zich inzetten voor militaire taken en gaat over de dienstplicht, schutterijen en het reguliere leger. De discussie over de dienstplicht is nu weliswaar minder, maar nooit helemaal weg geweest en gezien het personeelstekort in het leger ook nu actueel. Het is nuttig om dit fenomeen in historisch perspectief te plaatsen. Sommigen hebben de dienstplicht ondergaan maar er zijn ook mensen vrijwillig het leger ingegaan, waarbij "het leger" een rekbaar begrip is. Ook milities, schutterijen en andere paramilitaire organisaties komen aan de orde. Met de beschrijving van de lotgevallen van deze mannen zie je tegelijkertijd een verschuiving van de loyaliteit jegens de stad naar loyaliteit jegens de staat.

Dit twintigste artikel gaat over Harmanus Johannes Lodema. Hij woonde in de "Grauwe Hengst" (Graauwe Hinxt), aan de Lange Pijp, tegenover de Waag, tegenwoordig Nieuwestad Zuidzijde 140. (1) Hij heeft het pand in 1790 gekocht van R. Tania. Hij verkocht er Rappe. Rappe is een soort snuiftabak, gemaakt van fijngemalen tabaksblad. 




Afbeelding 1 Gezicht op de Nieuwestad en de waag in 1854, Elias Pieter van Bommel, Fries Museum. Het pand van Harmanus Lodema is aan de linkerkant ter hoogte waar vroeger V&D zat.



Afbeelding 2 Advertentie in de Leeuwarder Courant van 14 mei 1796 waarin gesteld wordt dat Harmanus Lodema nu woont in het huis van koopman Falger en dat hij net als zijn zoon Johannes Lodema in het pand genaamd "Rood Laken", tegenwoordig Nieuwestad Noordzijde 29, snuiftabak, thee en andere winkelwaren verkoopt.

Op 12 maart 1766 heeft hij een huis aan de Grote Kerkstraat gekocht. Het huis wordt als volgt omschreven: “bestaande in een voorhuis, een voircamer voorsien met een
schoorsteen, bedsteed en een kast; een gang; een kelder; een agterkamer voorsien met een
schoorsteen twee bedsteden en een kast; een keuken voorsien met een schoorsteen, boven de
keuken een solder; een plaats daarop een potbank, regenwatersbak en secreet. Een tuintie.
Hebbende dese een vrije opslag van turf over de grond van de huizinge ten oosten. Wijders in de
gang een trap na boven gaande, aldaar een portaal voorsien met een kasje en een turfhok. Een
bovenvoorcamer, voorsien met een schoorsteen, bedsteed en kast. Een bovenagtercamer voorsien
met een schoorsteen en een kasje, wijders een kleerzouder waarop een bedsteed en een
turffzouder.” De koopsom bedroeg 987 gulden.

Op 25 februari 1769 had hij een tweernmolen met acht kroonen en standers en 2 dubbelwielen te koop. Een tweernmolen gebruik je bij het vlechten van draden. Hij woonde toen al bij de waag en was metselaar. In 1771 had hij een pand in de Torenstraat o.z. gekocht. Op 17 april 1773 bood koopman H.J. Lodema een huis te huur aan op de turfmarkt en verwees toen naar de Burmaniastraat voor informatie. Het is onduidelijk of hij daar toen nog woonde of dat hij wellicht het pand bij de Waag als winkel gebruikte. Op 24 april vroeg hij in een advertentie om knechten die konden timmeren of metselen om te werken aan de Landsgebouwen te Leeuwarden.
In 1785 bood hij 300 blauwe vloerstenen te koop aan, hij woonde toen nog steeds bij de Waag en was mr. metselaar. 

Hij had mensen in dienst, zoals Jan de Boer, 57 jaar, een gewezen soldaat uit Brabant en nu enige tijd in Blokhuijstersteeg woonde. Hij was als opperman werkzaam bij metselaar Harmanus Lodema en werd op 18 april 1780 beschuldigd van het zich verdacht ophouden in het huis achter de Ossekop van Vroedsman Y. Ruijtinga. Ruijtinga had het pand gekocht van Fr. Bavius. De goede man was gewoon aan het werk en had geen enkel kwaad in de zin. 

Hij is op 17 juni 1798 getrouwd met Sebilla van der Meer. Hij was toen al 61 jaar. Het was ook niet zijn eerste huwelijk. Ze zijn getrouwd voor de Rooms Katholieke statie Grote Kerkstraat in Leeuwarden. Kennelijk is Harmanus overgegaan naar het Roomse geloof.


Afbeelding 3 Advertentie met de aankondiging van ondertrouw van H. Loodema en Sebilla van der Meer

In mei 1798 stond het huis aan de lange pijp te huur. Daarna werden ook gemeublieerde kamers verhuurd. In 1802 is het pand verkocht, maar toen was Harmanus al overleden. Hij is op 20 november 1801 begraven op het Oldehoofsterkerkhof in Leeuwarden.

Zoals in onderstaand artikel staat is hij overleden op dezelfde dag als dat zijn kind geboren werd. Het kind heette Dominicus Henricus en is gedoopt op 16 november 1801.


Afbeelding 4 Bericht waarin het overlijden van Harmanus Lodema bekend wordt gemaakt

Kennelijk was Sebilla van der Meer gedwongen om het grote pand te verkopen. Ze heeft eerst geprobeerd het te verhuren, blijkens een advertentie in de Leeuwarder Courant van 6 en 27 februari 1802.


Afbeelding 5 Advertentie in de Leeuwarder Courant van 6 februari 1802



  Afbeelding 6 Aankondiging van de veiling van het pand en van de inboedel.

Op het pand aan de Lange Pyp was een bod gedaan van 3.057 Car. Guldens. Op het pand erachter, in gedeelten verhuurd was 2.250 Car. Guldens geboden. Ook het pand dat hij had in de Ype Brouwersteeg (ook wel Atsmasteeg genoemd, tussen de Nieuwestad en het Ruiterskwartier) werd in 1802 verkocht. Op dat pand, dat in twee gedeelten was verhuurd, was een bod gedaan van 353 Car. Guldens. En ook de inboedel werd geveild. Gezien de beschrijving was Harmanus niet onbemiddeld. Het geeft een goed beeld van de leefstijl van Harmanus Lodema. Waarom dan het pand en inboedel verkocht werden is niet duidelijk. Sebilla is in Leeuwarden blijven wonen, in wijk letter K, nummer 100, waar ze op 72-jarige leeftijd op 24 februari 1837 overleed. Ze wordt ook als Sebilla Douwes aangeduid. Zijn zoon, Hermanus Franciscus Xaverius was geboren op 14 december 1799 (3) en dus halfbroer van Johannes Elzertus Lodema werd op 16 april 1825 turfdrager. Hij noemde zichzelf ook Hermanus. Hij werd op 29 oktober 1831 tevens noodhulp ratelaar. Als nachtwacht was hij misschien minder geschikt, want hij werd betrapt op het slapen op zijn post, wat hem een straf van twee nachten inhouding van het tractement opleverde. Toch mocht hij zijn functie houden en in 1839 was hij nog steeds nachtwacht op het Vliet en de Grachtswal. Eigenaardig is dat hij het Rooms-katholieke geloof had.



Afbeelding 7 Beschrijving van de inboedel in advertentie van 6 maart 1802 in de Bataafsche Leeuwarder Courant

De jongen die gedoopt werd op Hermanus' sterfdag, Dominicus Henricus Lodema, is waarschijnlijk op 5 jarige leeftijd overleden.


Afbeelding 8 Vermelding in het register van overledenen van de Gemeente Leeuwarden Dominicus Loodema, 5 jaar oud, zoontje van Hermanus Loodema

De Hermanus Lodema (2) die hier bedoeld  wordt komt van Deventer en was daar al getrouwd met Johanna Haytink, waarmee hij een zoon kreeg, Johannes Elzert, geboren op 1 februari 1761. De doop vond plaats in de Jacobijner kerk in Leeuwarden. Zie het artikel over hem. De link met Deventer is onduidelijk, al heeft daar wel in juni 1755 een monsr. Lodema aan een school binnen de stad Deventer les gegeven.

Johanna Haitink is overleden op 17 november 1788 en is begraven op het Oldehoofster kerkhof. Het eigenaardige hierbij is dat zij bij dat bericht weduwe van Harmanus Johannes Lodema genoemd wordt. Het adres, bij de Burmaniastraat, is het pand van waaruit Johannes Elzertus Lodema onder andere snuittabak verkoopt. 


Afbeelding 9 Vermelding van begrafenis van Johanna Haitink weduwe van Harmanus Joh. Lodema op 17 november 1788

Hij was verder Oud Ouderman bij de derde verdeling, dat bestond uit de gilden van de timmerlieden, de metselaars, de steenhouwers en groot schippers. Een Ouderman is een bestuurder van een gilde. Wordt soms ook deken genoemd en was binnen het gilde de hoogste gezagsdrager.

Geraadpleegde literatuur en bronnen:

(1) De Graauwe Hingst was waarschijnlijk hetzelfde pand wat vroeger het Grauwe Paard heette. Het was een smal huis aan de breedzijde der Nieuwestad, tegenover de Waag, dat later plaats moest maken voor perceel no. 140. Oorspronkelijk deed het als herberg dienst, waarmede het uithangteeken, de voorstelling van een grijs geschilderd paard vertoonend, in overeenstemming was. Lodema woonde op de tweede verdieping. Daarboven verhuurde hij een gemeubileerde kamer. Beneden was er nog een pakkelder. 

(2) Er is nog een Harmanus Lodema in deze tijd, getrouwd met Maria Josina van der Geest. Echter dit is een rooms katholieke huwelijk, terwijl "onze" Harmanus Nederlands Hervormd was, getuige de inschrijving in het lidmatenregister van 1752. Dus dit zal een andere Hermanus Lodema zijn. Er is een Hermanus Lodema overleden op 15 maart 1783 (maar kan ook een kind van hem geweest zijn) Er er is er ook een overleden op 22 november 1776. Deze Harmanus Lodema was ook eerder getrouwd met Catharina (Trientje) Tielenburg. Na een ziekte van ongeveer 18 weken bezweken is zij op 68-jarige leeftijd na een huwelijk van 33 jaar. Het eigenaardige is dat deze Harmanus Lodema kennelijk ook meester metselaar was. Hij is in de Westerkerk in Leeuwarden getrouwd met Catharina Tijlenburg op 28 april 1765. Ze hadden een huis gelegen in 't Korfmakersteegje op de Breedzijde van de Nieuwestad binnen Leeuwarden. Met haar had hij zoons, genaamd Hermanus Franciscus. gedoopt op 26 mei 1767, Henricus Antonius, gedoopt op 6 augustus 1773 en een dochter Maria Agatha. gedoopt op 19 september 1769, Catharina is op 29 mei 1797 begraven op het Olderhoofsterkerkhof in Leeuwarden. 

(3) Elders staat 15 oktober 1798,

- w019-71 1801-12-01; Autorisatieboeken

- gg139-112 1768-01-05; Hypotheekboeken

- Stads- en dorpskroniek van Friesland 1930-1934 p. 239

- Leeuwarder Courant 27 mei 1797; 17 april 1773; 12 oktober 1785

- Leeuwarder Courant 17 februari 1798; 25 februari 1769

- Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, Deel: 1018-I, Periode: 1..., Leeuwarden, archief 28, inventaris­num­mer 1018-I, 16 november 1801, Doopboek R.K. par. Grote Kerkstraat Leeuwarden

- Naam-wyser Leeuwarden 1794

- https://www.mpaginae.nl/At/huisnamen.htm

- Friesche Courant 24 februari 1798; 3 maart 1798

- Binnenlandsche Bataafsche courant 5 juni 1800

- Bataafsche Leeuwarder Courant 6 maart 1802 en 9 januari 1802

- 2013-Henk-Oly-Huisonderzoek-Grote-Kerkstraat-47-59.pdf/HCL ORA 3658 (ee-44); 164

- Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | 1 januari 1811 | pagina 74

- Doopboek R.K. par. Grote Kerkstraat Leeuwarden, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 1018-I

-  DTB Begraven Collectie Doop-, Trouw-, Begraaf- en Lidmaatboeken (DTBL) - Tresoar, Deel: 0924, Per..., Leeuwarden, archief 28, inventaris­num­mer 0924, 5 augustus 1807, register van begravenen of overledenen Gemeente Leeuwarden

- Memories van successie Gequalificeerden / regulateurs belast met de invordering van het recht op successie ..., Onbekend, archief 41, inventaris­num­mer 045, Bijlagen bij Staat van verantwoording Leeuwarden, Leeuwarderadeel 1807-11: - Memories - Register ..., aktenummer 5

-  Leeuwarden Koopakten Archief van de stad Leeuwarden - Historisch Centrum Leeuwarden, Deel: 3667, Periode:..., Leeuwarden, archief 1001, inventaris­num­mer 3667, 1790, Groot-Consentboek, folio 75

- Bevolkingsregister 1859 - 1876, archiefnummer 1002, Bevolkingsregister 1859 - 1876, inventarisnummer 4626, blad 0010

- HCL c026-266 1780-04-18; Informatieboeken




zaterdag 4 februari 2023

Kunstzinnige voorouders: Benne (Bernard) Simonsz Accema

Kunstzinnige voorouders: Benne (Bernard) Simonsz Accema 

Dit artikel is het vijfde artikel uit een serie over mijn voorouders die als ambachtsman of kunstenaar actief zijn geweest en verbonden zijn met de stad Leeuwarden. Want naast militairen en leraren waren er ook veel ambachtslieden en kunstenaars in de familie.

Dit vijfde artikel gaat over Benne Simonsz Accema. Hij is in Burum op 12 juli 1696 geboren en op 12 juli 1696 gedoopt. Hij is de zoon van Simon Accama, predikant en van Aeltje Boetes Nievelt. Simon heeft een zus, Rinske, en die is getrouwd met Johannes Huijberts van Emmenes. Zie het artikel over hem. Benne Simonsz Accema is dus geen voorvader, maar wel familie.


Afbeelding 1 Zelfportret van Bernardus Simonsz Accama

Op 30 september 1726 was hij getuige van een belediging, in die tijd een zwaar vergrijp. Hij woonde toen aan de Grachtswal in Leeuwarden. In 1719 had hij daar een huis gekocht.

Hij woonde een groot deel van zijn leven in Leeuwarden. Hij werkte onder andere voor Stadhouder Willem IV. Hij gaf les aan zijn broer Mathijs. Hij had de gewoonte om de achterzijde van zijn werk te nummeren. Op een portret van Anna Maria van Burmania staat het nummer 1189, wat zou betekenen dat hij enorm veel geschilderd heeft.


Afbeelding 2 Anna Maria van Burmania, Bernhard Accama, 1754 met nummer 1189 in Dekemastate


Afbeelding 3 Hanna van Hanover, prinses van Oranje-Nassau, geschilderd door Benne Accama in 1736

In 1749 woonde hij aan het Zuidvliet. Zijn vijf jaar jongere broer Matthijs was ook schilder en woonde vlakbij hem. 

Hij is overleden in Leeuwarden op vier april 1756 in Leeuwarden. 

Geraadpleegde literatuur en bronnen:

- https://rkd.nl/nl/explore/artists/259

- https://www.dekemastate.nl/over-dekema-state/historie/portretten/anna-maria-en-johanna-agatha-van-burmania

- Leeuwarden, archiefnummer 5, Gewestelijke bestuursinstellingen van Friesland 1580-1795 - Tresoar, inventarisnummer 6480, blad 621

- Groot-Consentboek, archiefnummer 1001, Archief van de stad Leeuwarden - Historisch Centrum Leeuwarden, inventarisnummer 3647, blad 172

Het zesde strand

Het vergeten zesde strand Een paar jaar geleden ben ik met het gezin naar Bretagne geweest, op vakantie. Omdat we er toch dichtbij waren zij...