In dienst van Stad en Staat: Meindert Gerbenzon
Dit artikel is het vijftiende uit een serie over burgers die zich inzetten voor militaire taken en gaat over de dienstplicht, schutterijen en het reguliere leger. De discussie over de dienstplicht is nu weliswaar minder, maar nooit helemaal weg geweest en gezien het personeelstekort in het leger ook nu actueel. Het is nuttig om dit fenomeen in historisch perspectief te plaatsen. Sommigen hebben de dienstplicht ondergaan maar er zijn ook mensen vrijwillig het leger ingegaan, waarbij "het leger" een rekbaar begrip is. Ook milities, schutterijen en andere paramilitaire organisaties komen aan de orde. Met de beschrijving van de lotgevallen van deze mannen zie je tegelijkertijd een verschuiving van de loyaliteit jegens de stad naar loyaliteit jegens de staat.
Dit vijftiende artikel gaat over Meindert Gerbenzon. Hij is de zoon van Meine Gerbenzon, geboren op 15 maart 1926, overleden op 6 oktober 1991. Hij was als dienstplichtige richting Indië vertrokken.
Hij was in 1946 eerste voorzitter bij de Leeuwarder Technische Vereeniging (L.T.V.). In september 1948 was hij al dienstplichtig militair, zo blijkt uit een advertentie in de Leeuwarder Courant: hij was zijn koppel kennelijk verloren.
Afbeelding 1 Advertentie in Leeuwarder Courant van 14 september 1946 waarin hij vraagt om terug bezorging van een koppelriem
Meindert zat als dienstplichtig militair bij het 426e bataljon infanterie. Op 27 januari 1949 verscheen er een advertentie in de Drentsche en Asser Courant waarin hij vroeg om sportmateriaal. Hij was inmiddels vaandrig.
Afbeelding 2 Oproep in de Drentsche en Asser Courant
Hij vertrok op 17 maart 1949 met de Zuiderkruis naar Indonesië. Vlak daarvoor was hij getrouws met Mieke de Vries.
Afbeelding 3 Dankbetuiging in de Leeuwarder Courant van 24 maart 1949
Afbeelding 4 De Zuiderkruis
Volgens de site www.troepentransportschip.nl zou hij samen met het 4e regiment infanterie, 6e bataljon zijn meegereisd, zijn eigen eenheid was de 42e Zelfstandige Infanterie Brigade. Op de Zuiderkruis zaten 812 manschappen van de Koninklijke Landmacht en 90 van het KNIL. Het was een omgebouwd vrachtschip. Het sloependek was voor de officieren, het achterdek voor de sergeants en het voordek voor de korporaals en soldaten. Er waren standees (stapelbedden) van wel vijf hoog en sommige sliepen op losse matrassen op de grond. er werd in ploegen gegeten, waarbij je maximaal twintig minuten had om de maaltijd weg te werken.
De reis zal waarschijnlijk in Assen begonnen zijn en dan naar Rotterdam, de Merwehaven. Het afscheid zal emotioneel geweest zijn. Veel familieleden stonden aan de kade om hun man, zoon of broer uit te zwaaien. Het muzikaal afscheid werd verzorgd door de Stafmuziek uit Assen.
De reis ging via Vigo, Port Said, Aden, Sabang en de haven van Batavia.
Afbeelding 5 De route van de Zuiderkruis
Er was vertier aan boord, maar er werd ook les gegeven in Maleis, godsdienst en er was zelfs boksles. Er werd natuurlijk veel gekaart. Het was immers een lange reis.
Het 426e B.I. (6-4 R.I.) werd na aankomst in Indië op 17 april 1949 naar Djocjakarta en omgeving verplaatst, ter aflossing van het OVW-Bataljon 1-15 R.I. Het bataljon was gevormd uit dienstplichtigen van de lichting '48-2. Tijdens de reis naar Indië veranderde de bestemming van het bataljon van Sumatra in Midden-Java. Na aankomst te Semarang werd het bataljon ondergebracht op Djatingaleh.
Het Bataljon koos als teken voor het verblijf te Djocja een mouwembleem met de boeroeng marak (of ook wel Garoeda), een dubbelkoppige pauw, een van de symbolen van de sultan van Djokja. De ster symboliseert het bataljon, de kometenstaarten de beschermende paraplu boven de stad. De vorm en hoofdkleur (zwart) zijn gekozen omdat dit schild op afstand overeenkomst zou hebben met dat van 1-15 RI. Men had namelijk in het desbetreffende gebied een heilig respect voor laatstgenoemd wapenschild.
Meindert zat bij de afdeling Welfare. Al lange tijd werd het belang onderkend om militairen in “conditie” te houden, niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk. Alleen zo kon hij optimaal functioneren in een situatie van langdurig gevaar en spanning. Sport, spel, muziek, ontspanning en de mogelijkheid tot het volgen van een opleiding maakten daarom een belangrijk deel uit van het dagelijkse leven van de soldaat in Indië.
Na de oorlog werd binnen de Koninklijke Landmacht de “R.A.O” (Recreatie en Algemene Ontwikkeling) opgericht. Dit was de opvolger van het vooroorlogse “O. en O.” (Ontwikkeling en Ontspanning). In Indië werd de R.A.O. samengevoegd met de Welfare, dat eigenlijk een dienst was van het Knil. Op 20 april 1948 werd bij order van de Legercommandant de naam gewijzigd in “Dienst Welzijnsverzorging”. Hieronder vielen de R.A.O, Cadi (Cantinedienst) en de Welfare. Echter de naam Welfare bleef bij de soldaten als standaard in gebruik, met als belangrijkste herkenning het embleem van “Wimpie Welfare”.
Afbeelding 6 Mouwembleem ontworpen door 2e Luitenant Meindert Gerbenzon
Meindert heeft het embleem ontworpen. Hij was inmiddels 2e Luitenant. Het embleem is ingevoerd in 1950. In de Leeuwarder Courant van 21 april 1969 werd aan dat feit aandacht besteed. Het is nu onderdeel van de regimentsverzameling van Brigade en Garde Prinses Irene.
Afbeelding 7 Artikel in de Leeuwarder Courant van 21 april 1969
In Indië heeft hij zich kennelijk niet verveeld, blijkens een artikel in “De locomotief”, van 21-02-1950 gaf hij een demonstratie in jiu-jitsu.
Ondanks de inspanningen van het Nederlandse leger ging de dekolonisatie voort en ook Meindert kwam met het troepentransportschip General M.L. Hersy vanuit Tandjok Priok weer aan in Rotterdam, vermoedelijk op 6 juni 1950. Het schip had toen 1588 mannen van de Koninklijke Landmacht, 15 van het KNIL, 1 marinier en 3 burgers aan boord.
Afbeelding 8 Artikel in Leeuwarder Courant van 22 mei 1950
Afbeelding 9 Het troepentransportschip General M.L. Hersey
Meindert woonde toen in de Tramstraat 3 in Leeuwarden. Hij is in 1953 bevorderd tot reserve eerste luitenant bij het regiment infanterie Johan Willem Friso te Assen.
Afbeelding 10 Bevordering tot reserve eerste luitenant bij regiment infanterie Johan Willem Friso
Meindert is later architect geworden en was lid van de odd fellows. Net als andere familieleden kon hij goed tekenen. Zie onderstaande tekening van de toren van Nes op Ameland.
Afbeelding 11 Tekening van de toren van Nes, Leeuwarder Courant 21 oktober 1988
Verder was hij voorzitter van de Leeuwarder zwemclub en van de Karting Club Leeuwarden.
Afbeelding 12 Links op de foto M. Gerbenzon
Hij is op 8 oktober 1991 overleden. Hij ligt begraven op de Noorderbegraafplaats.
Afbeelding 13 Artikel in de Leeuwarder Courant van 8 oktober 1991
Geraadpleegde literatuur en bronnen:
- Nieuwsblad van het Noorden 28 maart 1966. en A Collectie Troepenverschepingen van en naar Nederlands-Indië, 1945-1952, (1955), archiefnummer 280.
- www.troepentransportschip.nl
- http://www.indie-1945-1950.nl/web/Diversen/welfare.htm
- https://www.tijgerbrigade.com
- http://www.fuseliers.nl/regimentsverzameling/beleidsplan-en-verslagen
- www.hetdepot.com
- “De locomotief”, Semarangsch Handels- en advertentie-blad
- Leeuwarder Courant 22-05-1950, p. 2
- De Heerenveensche koerier 23-05-1950
- Leovardia 21, 2006
- Leeuwarder Koerier 13 februari 1946
- Leeuwarder Courant 14 september 1946
- Leeuwarder Courant 21 oktober 1988
- Leeuwarder Courant 8 oktober 1991
- Leeuwarder Courant 21 april 1969
- www.sepatoeroesak.nl
- Provinciale Drentsche en Asser Courant 23 oktober 1953; 27 januari 1947
- Naar Indonesië en weer terug. Transport van een expeditieleger (1945-1951), Aart Ruijter