In dienst van Stad en Staat: Pieter Gerbenzon (No 8)
Afbeelding 1 Gegevens van Pieter Gerbenzon in het militieregister
Pieter werd vrijgesteld omdat hij enige wettige zoon was van Johannes Elsertus Gerbenzon en Elisabeth Amiabel.
Afbeelding 2 Bewijs van vrijstelling van de Nationale Militie wegens enige wettige zoon
De keuringsdatum was 11 maart 1884. Toch is hij in schutterlijke dienst geweest, dit blijkt uit de brief van de gemeente Leeuwarden van 19 augustus 1898, “op grond van 34jarigen ouderdom en 5jarige dienst bij de reserve”. Op 31 juli 1907 werd de schutterij overigens afgeschaft en werd het, door Koning Willem III bij zijn bezoek in 1852 geschonken vaandel, door de toenmalige kommandant kolonel G.J. Sas overgedragen aan het Stadsbestuur, teneinde te worden geplaatst in het Stadhuis.
Afbeelding 3 Ontslag uit schutterlijke dienst
In juli 1896 was Pieter al meubelmaker in de Weerklank. Hij maakte toen beschilderde panelen voor kleinmeubelen. Op 15 juni 1897 was hij ondertekenaar tot steun van graanhandelaar C.V. Gerritsen van de Radicale Bond (Liberalen). Gerrritsen was de man van Aletta Jacobs. De aanhang van de Bond bestond uit intellectuelen, middenstanders en geschoolde arbeiders. De Radicale Bond ging later op in de Vrijzinnig-Democratische Bond. Of hij zich verder nog met politiek heeft ingelaten is onbekend. Hij was wel steeds bestuurlijk actief. Op 24 oktober 1907 werd hij bijvoorbeeld tot commissaris van het onderlinge zieken- en begrafenisfonds "Regt door Zee" gekozen, in 1918 was hij betrokken bij de oprichting van een afdeling van de Nederlandsche Bond van Meubelmakers en Behangers-patroonvereenigingen en op 1 januari 1923 werd hij benoemd door de Gedeputeerde Staten van Friesland tot plaatsvervangend lid namens de werkgevers in de raad van beroep voor de ongevallenwet. Verder was hij was bestuurslid van de zangvereniging "Tavenu".
Afbeelding 4 Het bestuur van "Tavenu" Pieter Gerbenzon zit op de voorste rij in het midden
Afbeelding 5 Zangvereniging Tavenu, met meerdere leden van de familie Gerbenzon, achterste rij zesde van links dhr. Gerbenzon. In 1939 zaten drie leden van de familie Gerbenzon bij de zangvereniging
Op 10 maart 1900 was hij voor de gezellenproef voor meubelmaker geslaagd.
Afbeelding 6 Mededeling in het Maandblad gewijd aan de belangen van het teekenonderwijs en de kunst 1900-4
In 1901 vestigde hij zich als meubelmaker in de Gloppe no 6 en later in het pand Weerd 17 in Leeuwarden. Hij had de zaak van zijn baas overgenomen van A. Brantsma.
Afbeelding 7 Mededeling overname van de meubelzaak van A. Brantsma in januari 1901
Het pand in de Gloppe had Pieter tot 1 november 1906 in gebruik.
Afbeelding 8 Eerste pagina Koopakte Gloppe in 1904
Afbeelding 10 Mededeling in de Leeuwarder courant in 1906
In maart 1907 kreeg Pieter de opdracht van architect Frowein voor de betimmering van de lambrisering van de voogdenkamers in Heringastate te Marsum, beter bekend als het Poptaslot.
Afbeelding 11 Foto van de betimmering in het Poptaslot
Tevens exposeerde hij in november 1907 koperwerk van J. Sluyter uit Haarlem in zijn winkel.
Afbeelding 12 Advertentie voor koperwerk expositie "Frisia"
In 1908 adverteerde hij met meubels die waren voorzien van snijwerk van Neeltje Lettinga, waar hij regelmatig mee samenwerkte.
Afbeelding 13 Advertentie in Leeuwarder Courant van 18 maart 1908
Op 8 juni 1908 kreeg hij een tweede prijs voor beeldhouwkunst en snijwerk.
Afbeelding 14 Vermelding in de Leeuwarder Coourant van 8 juni 1908
Op 22 augustus 1908 deed hij mee met de tentoonstelling "Voorheen en Thans" met geschilderd gebeitst paneelwerk. Op 15 februari 1909 deed Pieter mee met een wedstrijd die georganiseerd was door de vereniging "Nijverheid". Verder deed hij mee met een internationale tentoonstelling van volkskunst in Berlijn op 20 januari 1909 in het grote warenhuis van Wertheim in de Leipziger Strasse.
Op de wereldtentoonstelling van 1910 te Brussel won hij een gouden medaille voor zijn vakmanschap als meubelmaker met Hindelooper meubelen en gebruiksvoorwerpen in miniatuur. Dit was best een prestatie, want ook de Nationale pers besteedde er aandacht aan: de Telegraaf van 22 oktober 1910, de Nieuwe Courant, de Maasbode, het Algemeen Handelsblad, de NRC en het Nieuws van de dag en de Tijd hebben er aandacht aan besteed. Zelfs de Nederlandsche Staatscourant vermelde het in een bijlage op 12 juni 1911. Beetje jammer dat ze zijn naam fout hadden gespeld daar in Brussel. Maar kennelijk zat Pieter daar niet zo mee, want ook in het telefoonboek stond het gedurende de periode 1922 tot 1950 fout: Fa. P. Gerberzon & Zn. In 1933 werd het telefoonnummer overigens gewijzigd van 1465 in 5553.
Afbeelding 15 Vermelding in de Telegraaf van 22 oktober 1910
Afbeelding 16 De gouden Medaille van de Wereldtentoonstelling en enige andere medailles
Afbeelding 19 Koopakte Weerd 15 van 27 december 1911
In 1911 kocht hij Weerd 15, een winkelpand voor het bedrag van 5.111 gulden. Hij financierde dit door middel van een lening ter grootte van 1.500 gulden te sluiten bij de later bekende verzamelaar Notaris Nanne Ottema. Het eerder aangekochte pand Weerd 17 diende als onderpand. Het vormde de basis voor een lange vriendschap met Ottema.
Afbeelding 20 Weerd 17 in Leeuwarden, begin twintigste eeuwAfbeelding 21 Pagina 1 van een notariële akte waarin Nanne Ottema op het pand Weerd 17 een recht van hypotheek krijgt
Afbeelding 22 Pagina 2 van de akte waarin P. Gerbenzon geld leent van Nanne Ottema
Afbeelding 23 Weerd 15 aangekocht in eind 1911
In de naastgelegen Bagijnestraat wordt een magazijn gebouwd. Zie de advertentie voor de aanbesteding.
Afbeelding 24 Advertentie voor de aanbesteding voor het bouwen van een magazijn en werkplaats
De architect was de heer Goud.
Afbeelding 25 Uitslag van de aanbesteding
De bouwtekeningen zijn bewaard gebleven. De uiteindelijke uitvoering is toch iets anders geworden. Duidelijk komt bij de deur een accent van Jugendstill in de bouwtekening naar voren.
Afbeelding 26 Bouwtekening magazijn Bagijnestraat
Afbeelding 27 Situatieschets uit 1910
Over de architect, de heer Goud, is helaas weinig bekend. Er is wel een aannemer C. Goud in Leeuwarden bekend, maar het is onwaarschijnlijk dat hij de architect was. De eerste steen werd gelegd door zijn jongste zoon, Meine Gerbenzon. Meine was de helft van een tweeling die geboren werd op 30 juli 1894. De andere helft was een meisje, Elizabeth. Daarnaast was er nog een tweede zoon, Johannes Elzertus geheten, geboren op 27 februari 1892. Beide zonen werden meubelmaker en gingen in de zaak werken. Daarnaast werden er werknemers in dienst genomen en werd een andere organisatiestructuur noodzakelijk. Een van de werknemers was Tjibbe Van der Meulen. Hij heeft zes jaar bij de Firma P. Gerbenzon & Zonen gewerkt. Op 8 mei 1919 koopt Pieter het pand Bagijnestraat 67. De prijs was 3.569 gulden. Dit pand werd later te huur aangeboden.
Afbeelding 28 Aankoop Bagijnestraat 67
Op 20 januari 1920 wordt de eenmanszaak omgezet in een vennootschap onder firmanaam.
Afbeelding 30 Laatste pagina van de oprichtingsakte met de handtekeningen van P. Gerbenzon, J.E. Gerbenzon en M. Gerbenzon gedateerd 20 januari 1920
In 1912 was er een tekening voor de verbouwing van de gevel gemaakt, de uiteindelijke gevel kwam er echter anders uit te zien.
Afbeelding 32 Ontwerptekening van verbouwing van de gevel
Op 7 november 1912 nam Pieter een complete inboedel over voor een bedrag van 128 gulden. Op 10 november 1914 kocht hij nogmaals een complete inboedel, nu voor een bedrag van 430 gulden.
Vereeniging voor Friesche Kunstnijverheid en Volkskunst
Pieter bleef actief zijn ambacht promoten. Hij was lid van de Vereeniging tot bevordering van Friesche Kunstnijverheid en Volkskunst. Vanuit die vereniging deed hij mee aan de tentoonstellingen in Brussel en Berlijn zo staat in het Sneeker Nieuwsblad van 21 mei 1910.
Afbeelding 33 Artikel in het Sneeker Nieuwsblad van 21 mei 1910
Op 4 augustus 1910 stond met Hindeloper kunst in het museum van Zutphen, op 19 mei 1911 deed hij mee met een tentoonstelling van Huisvlijt met Hindelooper meubelen, mangelplanken en ander houtsnijwerk. Ook in mei 1911 deed hij mee met een tentoonstelling van Huisvlijt in de Harmonie in Leeuwarden. Op 25 april 1912 verzorgde hij als depothouder van de vereeniging voor Friesche Kunstnijverheid en Volkskunst de verpakking en de verzending voor een tentoonstelling getiteld "Ideal House" in de hoofdzaal van Olympia in Londen, Engeland. Hij was net als onder andere Neeltje Lettinga en A. Roosje uit Hindelopen lid van deze oranisatie, afkort tot L.V.B.F.K. In de maand augustus van het jaar 1913 deed hij mee met een tentoonstelling van Friese kunstnijverheid in de Harmonie in Leeuwarden. Op 18 maart van dat jaar had hij al meegedaan met een tentoonstelling getiteld "De Vrouw 1813-1913". Ook op 15 juni 1918 deed hij met Hindelooper meubelen mee met een driedaagse tentoonstelling dit keer georganiseerd door het vrouwenblad "Voorwaarts" in het beursgebouw in Leeuwarden.
Op 12 mei 1917 stond hij borg voor een lening die Hendrik Leonard Stegeman en Anna Margaretha de Haan aangingen.
Op 19 september 1918 richtte hij met enkele anderen een afdeling van de "Nederlandsche Bond van Meubelmakers en Behangerspatroonvereenigingen" op. Hij was penningmeester.
Afbeelding 34 Oprichting van afdeling van den Nederlandschen Bond van Meubelmakers en Behangersvereenigingen
In 1919 werd hij tot lid van de kascommissie van de afdeling Leeuwarden van de vereniging “Nederlandsch Fabrikaat” gekozen. De afdeling had destijds 216 leden. Hij verkocht toen ook al antiek. In 1919 is onder zijn leiding een tegelkamer uit een huis in Workum uitgebroken en overgebracht naar het Fries museum, zodat het voor het nageslacht behouden bleef. Tevens schonk hij regelmatig stukken aan datzelfde Fries museum. De bekende notaris Nanne Ottema was zoals hierboven al aangegeven een goede vriend. Die vriendschap wordt enigszins in twijfel getrokken in het boek Verzameldrift, Biografie van Nanne Ottema (1874-1955). van Antoon Ott. Pieter Gerbenzon verzorgde de verzending van vazen die Ottema bij het museum van Anne Tjibbes van der Meulen in Burgum kocht en bemiddelde bij de aankoop van de Aziatische kunstnijverheid. Daar aasde Pieter zelf eigenlijk ook op, maar in dit geval was de notaris hem te snel af en wist de collectie over te nemen. Pieter Gerbenzon voelde zich gepasseerd, althans volgens Ott, maar aangezien Ottema een goede klant van hem was bleef de relatie verder goed. Ottema was nu eenmaal een fanatieke verzamelaar en was bereid om daar veel voor te doen. Soms op het randje. Op een ander moment deden Gerbenzon en Ottema weer samen zaken, zo kochten ze samen bij de Hoornse antiquair H. de Vos in een keer 5.000 tegels. Dat de ouders van Ottema vlak bij Pieter Gerbenzon in de Weerd, namelijk op nummer 7, woonden zal ook een rol hebben gespeeld.
Afbeelding 35 Advertentie in de Leeuwarder Courant van 26 februari 1921
Op 27 december 1921 schreef Pieter in voor een aanbesteding van de eikenhouten binnenbetimmering in de hervormde kerk te Oudega. Hij dacht het voor 14.695 gulden te kunnen doen, maar de heer Praamsma uit Joure was met 8.642 gulden veel goedkoper. Toch was Pieter niet eens het duurst, hoe er zoveel verschil kon zijn is niet duidelijk, het materiaal was eikenhout, maar wellicht dat het te maken had met het arbeidsloon dat bij een meubelfabriek wellicht hoger was dan bij een timmerman.
Afbeelding 36 Advertentie in de Leeuwarder Courant van 18 maart 1924
Afbeelding 37 Vermelding beeidiging als taxateur roerende goederen, Leeuwarder Courant 7 augustus 1923
Op 7 augustus 1923 werd Pieter beëdigd als makelaar en taxateur roerende goederen. In datzelfde jaar werd hij benoemd als plaatsvervangend lid-werkgever in de raad van beroep van de ongevallen-verzekering.
Afbeelding 38 Artikel in het Bolswarder Nieuwsblad van 10 januari 1923
In juli 1924 had hij een huis aan de Spanjaardslaan gekocht, nummer 82. Dit pand bleef in het bezit van de familie Gerbenzon tot 1965.
Afbeelding 39 P. Gerbenzon en zijn vrouw Jitske Schriemer en hun dochter Elisabeth voor het huis aan de Spanjaardslaan nummer 82 in Leeuwarden, rond 1930
Afbeelding 40 Pieter Gerbenzon als jonge man
De Firma P. Gerbenzon & zonen adverteerde vrij veel en had bijvoorbeeld het alleenrecht op de verkoop van Hindelooper kunst van A. Roosje.
Afbeelding 41 Advertentie in de Leeuwader Courant van 10 december 1920
Dat de macht van reclame groot is bleek wel uit een passage in het tijdschrift "Ons Nederland; officieel orgaan en uitgave van de Algemeene Nederlandsche Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer" uit 1925 waar in te lezen valt dat een advertentie in "De Prins" had geleid tot een verzoek voor een prijsopgave van Hindelooper meubelen vanuit Chicago.
Afbeelding 42 Advertentie in de Leeuwarder Courant van 16 februari 1926
Afbeelding 43 Advertentie in de Standaard van 8 april 1926
Ze verkochten op gegeven moment ook gordijnstoffen.
Afbeelding 44 Advertentie in de Leeuwarder Courant van 24 augustus 1928
Afbeelding 45 Advertentie in de Leeuwarder Courant van 25 maart 1930
Afbeelding 46 Advertentie in Mooi Friesland, 1930En regelmatig werd om personeel gevraagd dat meestal zelf werd opgeleid. Niet altijd was dat een succes. Zo gaat er het verhaal dat een leerjongen de beitels aan de verkeerde kant sleep omdat het zo mooie vonkjes gaf.
Afbeelding 46 Advertentie in Leeuwarder Courant van 12 maart 1927
De winkel in de Weerd met zijn grote etalageramen was een echte blikvanger. Pieter won regelmatig prijzen met tentoonstellingen en ook met etalage wedstrijden. Zo won hij in 1917 een gouden medaille voor de beste etalage van Friesche kunst tijdens de winkelweek. Beetje jammer dat ze zijn naam weer eens fout schreven: P. Gerbenson, Weerd.
Afbeelding 47 Artikel in het Leeuwarder Nieuwsblad 1 mei 1926
Met die enorme ramen ging het ook wel eens mis, getuige onderstaand artikel in het Leeuwarder Nieuwsblad van 6 februari 1930, waarin staat dat een theekist door het winkelraam tuimelde.
Afbeelding 48 Artikel in het Leeuwarder Nieuwsblad van 6 februari 1930
Afbeelding 49 Foto van de etalage in 1926
Pieter kon goed tekenen en redelijk schilderen. Een aantal schilderijen van hem zijn in omloop. Een klein aantal zijn nog in het bezit van de familie.
Afbeelding 50 Schilderij op paneel voorstellende Spanjaardslaan te Leeuwarden, geschilderd door P. Gerbenzon
Afbeelding 51 Schilderij voorstellende bloemen in een Keulse pot uit 1927, in particulier bezit
Hij signeerde met een P die in de G van Gerbenzon verwerkt was.
Afbeelding 53 Schilderij voorstellende de Leusdense Heide, gesigneerd PG 1926, in particulier bezit
Afbeelding 54 Schilderij voorstellende de Oldehove in Leeuwarden, gedateerd 1898, gesigneerd P. Gerbenzon, in particulier bezit
Maar eigenlijk was hij meubelmaker en kwam zijn schilderstalent daarin ook van pas.
Afbeelding 55 Jugendstill stoel met rieten mat en beschilderde rugleuning, gemaakt door P. Gerbenzon
Afbeelding 56 Het door P. Gerbenzon getekende ontwerp van de Jugendstill stoel
Afbeelding 57 Schilderij op paneel voorstellende een besneeuwd dorpje, niet gesigneerd, maar geschilderd door P. Gerbenzon, in bezit van J.E. Gerbenzon
Afbeelding 58 Schilderij op paneel voorstellende een molen, gesigneerd rechtsonder P. Gerbenzon, in bezit familie Gerbenzon
Afbeelding 59 Aquarel voorstellende een kudde schapen, van P. Gerbenzon naar Mauve
Op 5 september 1927 deed Pieter mee met een tuinbouw tentoonstelling waarbij hij de meubilering leverde voor een bruidskamer versierd met bloemen en op 12 februari 1929 deed hij mee met "De tentoonstelling van Moderne Woninginrichting" in het beursgebouw in Leeuwarden.
In 1930 was hij lid van het bestuur van de Middelbaar Technisch en Ambachtsonderwijs en natuurlijk als oprichter nog actief bij de meubelfabriek P. Gerbenzon & Zonen, gevestigd in de Weerd in Leeuwarden. In 1931 werd hij herkozen als bestuurslid. In 1914 was hij al als deskundige voor de ambachtsschool voor het meubel maken benoemd.
Afbeelding 60 Het bestuur van de ambachtsschool op 7 juni 1930 Pieter Gerbenzon staat rechts achteraan
De Firma P. Gerbenzon & Zonen leverde bijvoorbeeld het meubilair voor het gebouw van de wijkvereniging de Zaaier begin oktober 1932, Noordersingel 66 in Leeuwarden.
Dat hij zijn mannetje stond mag blijken uit het feit dat hij op 9 juli 1906 de dienstbode bij een brand uit de woning boven een kledingwinkel op de hoek van de Nieuwestad haalde. Dit pand heette toen de “Toren van Babel”.
Afbeelding 61 Nieuwsbericht in de Leeuwarder Courant van 10 juli 1906
Afbeelding 62 Nieuwsbericht in Nieuwsblad van Friesland: Hepkema's Courant
- Architectura; orgaan van het Genootschap Architectura et Amicitia, jrg 8, 1900, no. 30, 28-07-1900
Geen opmerkingen:
Een reactie posten