Posts tonen met het label Leeuwarden. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Leeuwarden. Alle posts tonen

zondag 6 juli 2025

In dienst van Stad en Staat: Cornelis Gerrits Radijs no. 7.888

In dienst van Stad en Staat: Cornelis Gerrits Radijs (No. 7.888)

Dit artikel is het negenendertigste. uit een serie over burgers die zich inzetten voor militaire taken en gaat over de dienstplicht, schutterijen en het reguliere leger. De discussie over de dienstplicht is nu weliswaar minder, maar nooit helemaal weg geweest en gezien het personeelstekort in het leger ook nu actueel. Het is nuttig om dit fenomeen in historisch perspectief te plaatsen. Sommigen hebben de dienstplicht ondergaan maar er zijn ook mensen vrijwillig het leger ingegaan, waarbij "het leger" een rekbaar begrip is. Ook milities, schutterijen en andere paramilitaire organisaties komen aan de orde. Met de beschrijving van de lotgevallen van deze mannen zie je tegelijkertijd een verschuiving van de loyaliteit jegens de stad naar loyaliteit jegens de staat. 

De achternaam Radijs is opvallend en blijkt een familie vol met predikanten, deurwaarders, procureurs, advocaten, chirurgijns en burgemeesters te zijn. De herkomst van de naam Radijs is niet duidelijk. Aan de universiteit van Franeker werd hun naam gelatiniseerd tot Raphanus (de groente radijs).  De groente radijs komt later ook in een familiewapen terug. Maar waarschijnlijk heeft de naam oorspronkelijk niets met de groente te maken. Varianten zijn Radius, Rodius. Wat onderzoek bemoeilijkt is dat dezelfde namen steeds in andere generaties terugkomen.

Op 14 juli 1604 diende voor het Hof van Friesland te Leeuwarden een zaak, aangespannen door Cornelis Gerrits Radijs. Er wordt vermeld dat hij chirurgijn was en gelegerd was in Bellingwolde. Hij schijnt verliefd te zijn geworden op Ansck Claes, die "huiselijk verkeer" had met zijn broers Gerrit (zie hieronder) en Willem Radijs in Leeuwarden. Zijn liefde werd beantwoord en hij had haar ten huwelijk gevraagd en Ansck had daarin toegestemd. Maar nu het erop aankwam, wilden de curatoren (voogden) geen toestemming tot het huwelijk geven. Het Hof oordeelde dat het meisje te jong was en dat Cornelis haar heimelijk buiten weten van de curatoren met mooie woorden aangezocht had. Het verzoek werd niet ontvankelijk verklaard en het huwelijk ging niet door.

Toch trouwt hij met haar: in juni 1618 wordt Cornelis Radijs (Rhodijsz) met zijn huisvrouw Anna ingeschreven als lidmaat in Groningen. In 1628 wordt hij samen met Ansck genoteerd als lidmaat in Oudeschans, waarbij vermeld wordt dat hij sergeant is onder hopman Cornelis Schaij. Hij was sergeant in Bellingwolde en Bourtange. De compagnie van hopman Schaij was actief in Langakkerschans (Oude schans) en Bellingwolderschans (Nieuwe schans).


Afbeelding 1 Uitsnede uit het doop- en trouwboek kerkelijke gemeente Oudeschans


Afbeelding 2 Links op de tekening de Bellingwolderschans in de zeventiende eeuw (bron: Groninger Archieven)

Cornelis had zijn handen vol aan het in het gareel houden van zijn mannen. Zo wordt op 16 september 
1624 gesteld dat "De sergeant Cornelis Radijs gelast om de vier nog voortvluchtige soldaten die, mede door zijn toedoen, straatschenderij pleegden in het Stift Osenbrugge, in handen van de justitie te bezorgen, omdat anders tegen hem zal worden geprocedeerd". Dat lukt hem kennelijk niet en op 1 oktober wordt Cornelis in bewaring gesteld. Op 7 december van dat jaar wordt door Gedeputeerde Staten bepaald  dat "de sententie van de Krijgsraad, uitgesproken tegen Sergeant Cornelis Radijs, gemodereerd en de straf nader bepaald op 50 daalders boete, ten profijt van de armen van het Regiment, en verder bepaald dat hij bij wanbetaling "ses weken sal moeten schilderen". 

Wat de mannen in stift Ossenbrugge (Osnabrück) precies hebben uitgespookt is niet duidelijk. Straatschenderij kan baldadigheid of vandalisme zijn en dat lijkt me niet ernstig, maar de discipline was kennelijk een probleem. En Osnabrück ligt 150 km van Bellingwolde. En hoe kwamen ze daar? 

Verder lag Cornelis voortdurend overhoop met aannemers over de prijs van geleverd werk en materiaal voor de bouw van de bonenschans en de redouten bij Ter Apel .De bonenschans lag aan de Dollard vlak bij de grens van Duitsland. 


Afbeelding 3 Kaart uit 1627 met daarop de Bonerschans

Een van de verantwoordelijken voor de werkzaamheden in Oudeschans was de Friese gedeputeerde Albert Everts Boner uit Leeuwarden. Op grond daarvan wordt vermoed dat de schans naar hem is vernoemd, De naam komt sinds 1627 voor: Bone schans, zie bovenaan op de kaart. een andere bron geeft aan dat de schans is aangelegd in 1589 en genoemd is naar het (nu Duitse) dorp Boene en dat lijkt me aannemelijker.. De Booneschans was een zogenaamde dijkschans, gelegen aan de Hamdijk, de eerste dijk die omstreeks 1544 werd aangelegd langs de Dollardboezem en die in Duitsland Altendeich (Oudedijk) wordt genoemd. De schans lag bij de plek waar de Moersloot of Lethe via een sluis) in de Dollard stroomde. Hoe de schans er precies uitgezien heeft is niet zeker. Maar  wellicht was het een onregelmatig aangelegd schansje met vier halfbastions, direct ten westen van de Dünebroekerzijl. Het wordt ook wel een hoornwerk genoemd. Nadat de Dollarddijk door de indijking van Bunderneuland in 1605 naar het noorden opschoof, nam de strategische betekenis van de schans af. Zijn taken werden gedeeltelijk overgenomen door de aanleg van de Langakker- of Nieuweschans in 1628.



Afbeelding 4 Plattegrond van de Boonerschans in 1675

Toch deed Cornelis kennelijk ook wel iets goeds want op 25 september 1627 kreeg hij 14 dagen verlof.

Cornelis overlijdt vóór 1645. Van het echtpaar Cornelis en Anna zijn twee zoons bekend: Christoffer Radijs (no. 3.944) en Nicolaes Radijs. 

Predikant Gerardus Raphanus

Cornelis' vader heette Gerrit (Gerardus) Robberts Radijs (no 31.552) en was predikant in Marssum. Gerrit senior woonde tot 1581 in Norden, Emderland, Oost-Friesland. Hij had daar wegens de Spaanse tirannie in ballingschap gezeten.  Hij is predikant in Marssum geweest van 1581 tot 11 juni 1602. Men vond hem al eerder te oud als predikant, maar wellicht kon men geen goede opvolger vinden. De Synode oordeelde al in 1592, dat hij "wegens zware passien" (vrij vertaald: zwakzinnig) de kerk niet langer kon bedienen en men bij Gedeputeerde Staten om een jaarlijks pensioen aanvraag zou doen, iets dat niet snel geaccordeerd werd, want op 20 Augustus 1601 werd door Gedeputeerde Staten gevraagd of gezien de ouderdom van de predikant te Marssum en het vermogen van het dorp hij als emeritus aangenomen kon worden. Dat gebeurde dus pas op 11 juni 1602. Het pensioen bedroeg 150 pond. De letterlijke tekst van het verslag van de Synode van 6 juni 1592 is erg duidelijk:



 Hij heeft verder het boek "Der gevangenen Wechwijser ten Hemel" geschreven.
  

Afbeelding 5 Grafsteen in de Jacobijnerkerk (Grote kerk) in Leeuwarden van Gerrit Radijs (senior)

In de Grote of Jacobijner kerk in Leeuwarden ligt een grafsteen met uitgesleten letters waarop  te lezen staat: 

Ao ...d...emb. sterf d eerbare Be...
M. ... … … … de huysfro...
mr G… Radys predicant tot Marsum
Ao ... february sterf d eersame
m Gerrit Radijs en legge hier b...

De rest van de letters zijn uitgesleten. Onderaan is het alliantiewapen van hun huwelijk afgebeeld, met de twee familiewapens, helaas onherkenbaar, via een zogenaamd liefdeslint aan een ring met elkaar verbonden. Van zijn eerste vrouw weten we dus vrijwel niets. Zijn tweede vrouw heette Rinske Harmens. Hij trouwde op 28 februari 1601 met haar. Gerrit overleed in februari 1607. In een andere bron wordt gesteld dat hij in 1605 overleed.


Afbeelding 6 Inschrijving van Gerrit Radijs in het burgerboek van Leeuwarden in 1601

Terug naar Cornelis Radijs. Hij is geboren rond 1590. Cornelis had een vooraanstaande positie binnen het Groninger chirurgijnsgilde, opgericht in 1601. Zijn zoons, drie kleinzoons en twee achterkleinzoons worden ook allemaal chirurgijn. In het lidmatenregister van Oude Schans van 9 maart 1628 staat: "ende sijn meede voor dat mael aengegaen deese volgende persoonen als Cornelis Radijs sergiant onder den hopman Cornelis Schaij etc ende Anneken Holste sijn huijsvrouwe".

Zijn vrouw Ansck (Anneken) is de dochter van kapitein Claes Holst (ook wel Claes Holste of Holstein genoemd) en Armgardt.  Ansck erft vastgoed in de stad Groningen van haar vader, te zien aan transacties tussen 1629 en 1632: "Cornelis Radijs, sergiant derato caverende voor Anneke Holsten de somma van 400 gulden van Alexander Eelts en Wenneltijen Metelen, onderpand haar huis staande in de westzijde op ’t Schoolhollum. En: … huijsinge aan de westzijde op ’t Schoolhollum met hovinge geboomten en plantagien ende stal daarachter geërfd van haar vader capitain Claes Holsten".



Afbeelding 7 Omgeving ‘der A kerck’ te Groningen op een 16de-eeuwse kaart, bron: Staatsarchief Marburg Duitsland.

Claes Holst (no. 15.788), kapitein in regiment van Graaf Willem Lodewijk

Claes Holst (no 15.778) was in 1599 luitenant onder kapitein Gerrit Cornelissen Schay (Gerrit de Jonge genoemd). In 1604 wordt hij kapitein. Hij was kapitein over 180 soldaten in het regiment van Graaf Willem Lodewijk van Nassau. Omstreeks 1600 waren er in de A-Kerk in Groningen gebrandschilderde ramen met namen en wapens van Groninger kapiteins. "Overste luitenant, ritmr. ende hopmans des Nassouischen stats Groeningen ende Omlandes regiment" waaronder dus ook die van kapitein Claes Holst, hopman. Helaas zijn die ramen verloren gegaan, maar er is nog wel een tekening van bewaard:


Afbeelding 8 Familiewapen Claes Holst, hopman Wapen: In blauw een gouden leeuw, houdend boven de kop een zilveren zwaard schuinlinks. (tekening uit ong. 1600 van ramen met wapens in A-Kerk te Groningen)

In een brief van de gedeputeerde Staten van Vrieslandt van oktober 1604  staat: "Is insgelijcx goetgevonden dat den Raedt van State de compaignie van Claes Holst sullen doen lichten uuyt Doesburch ende schicken naer Lochom." Hij is in elk geval tot 1624 kapitein gebleven van het Groninger regiment. In 1621 was hij waarschijnlijk in Bourtange gelegerd.

Claes Holst Radijs (no 1.927)

Een vermeldingswaardig feit is dat een eeuw later, een achterkleinzoon van hem met de naam Claes Holst Radijs (no 1.972) meester chirurgijn en met de rang van vaandrig, in 1703 per ongeluk door een neef werd beschoten wat een schot hagel in zijn bovenbeen opleverde. Hij overleed aan de complicaties van de wond. Gelukkig had hij al voor nageslacht gezorgd anders had ik dit niet op kunnen schrijven. De neef, genaamd doctor Cornelis Yben, en ook medicus, kwam eraf met een forse boete van 500 gulden en moest de proceskosten betalen. Later kreeg hij ook nog een straatverbod (niks nieuws onder de zon) omdat hij de weduwe van Claes niet met rust liet.

Interessant is ook de inventarislijst van goederen die na de dood van Claes Holst Radijs werd opgemaakt: 





Afbeelding 9 Boedelinventaris van Anne Arents (Annegien Arnoldi) en Claes Holst Radijs in 1707 bij de weeskamer overgegeven. Hieruit is op te maken dat Anne voor 1707 moet zijn overleden.

Uit de boedelinventaris blijkt dat Claes en Anne redelijk bemiddeld waren, zo waren er dertig schilderijen en kaarten. Iets wat ook wel logisch is gezien de status van Claes. Hij was in 1693 aangesteld als chirurgus academiae, de assistent van de hoogleraar anatomie Henricus
Eyssonius. Hij werkt in het ‘anatomisch theater’ en geeft onderwijs. Na de dood van Claes neemt Anne zijn werk als chirurgus academiae over, wat kennelijk niet ongewoon was. Zij doet dat tot 1705.

Anna en Claes hebben samen 4 kinderen waarvan er twee vrij snel overlijden: Rudolfus geboren in 1702 en Anna geboren in 1694. De overgebleven zonen zijn: Arnold Radijs, gedoopt op 8 september 1695  (no 986) en ook chirurgijn geworden en Christoffer Radijs, geboren op 9 februari 1701 in de Zwanestraat in Groningen. Hij werd zilversmid in Den Haag. Hij legt als zilversmid de eed af 1 juni 1725.137 Er staat werk van hem in het Haags Gemeentemuseum en in het Metropolitan Museum.



Afbeelding 10 zilveren kan gemaakt door Christoffel Radijs in 1734 (Bron: Metropolitan)

Hij maakte vooral zilver in Lodewijk XIV stijl, zoals onderstaande kandelaars.
Afbeelding 11 kandelaars in Lodewijk XIV stijl, gemaakt door Christoffel Radijs in 1731

Arnold trouwt op 7 januari 1725 met zijn nicht in de tweede graad  Ursalina Radijs. Ze kregen twee kinderen samen, Maria Radijs (no 493), geboren in 1728 en Klaas, geboren in 1726.

Gerrit Robberts Radijs (Gerardus Raphanus) 

Gerrit Robberts Radijs is een broer van Cornelis en had dus dezelfde naam als hun vader. Gerrit is geboren rond het jaar 1570 en trouwt op 20 mei 1598 met Auck Ritskes Amingha. Acuk is de dochter van Ritske Sickes en Auck Claasdr. Ammingha. Gerrit studeert in Franeker en is vanaf 1596 notaris in Idaarderadeel. Hij wordt benoemd tot eerste deurwaarder van het Hof van Friesland op 13 januari 1601. "Gerrit Radijs*, notaris publyk, i.p.v. van den overleden T. Tys, ingevolge deszelfs commissie van den 16. Maart; zijn vrouw Auckjen Ritske dochter; zijn zoon Richaeus Radijs werd 24 febr. 1624 aangest. om voor zijn vader de exploicten buiten de stad waar te nemen."

Op de lijkstatie van Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg, stadhouder van Friesland  (Us Heit) staat hij afgebeeld en wordt hij vermeld. Of de man er inderdaad zo uitzag is niet zeker, waarschijnlijk heeft de tekenaar zich gebaseerd op een lijst met namen en daar later een tekening bij gemaakt. De volgorde van de lijkstatie zal wel kloppen, want waar men in de rij liep was van belang. Hij heeft iets in zijn hand wat waarschijnlijk te maken heeft met zijn functie.


Afbeelding 12 Gerrit Radijs, eerste deurwaarder van het Hof van Friesland (bron: Rijksmuseum)



Afbeelding 13 Deurwaardersstaf 

Op 10 mei 1628 wordt hij benoemd tot substituut Procureur-generaal en blijft dat tot 1637, volgens een bron, maar volgens onderstaande tekst was hij nog substituut Procureur-generaal in 1657. De bedoelde tekst gaat over een affaire waaruit de sfeer en omgangsvormen van het milieu waarin Gerrit verkeerde blijkt. Ook in die tijd waren er smeuïge schandalen:

De Procureur-Generaal, eiser
tegen
Dr. Henricus Neuhusius, gevangene en verweerder

Gezien bij het Hof van Friesland de procedure lopende tussen de heer Procureur-Generaal, eiser aan de ene kant, en Dr. Henricus Neuhusius, gevangene en verweerder, aan de andere kant. De eisende partij legt de volgende punten in zijn dagvaarding over:

  • De eiser stelt dat de verweerder de auteur is van de Latijnse verzen hier aangeduid met A. De heer Commissaris wordt verzocht de gevangene deze verzen te laten voorlezen en erkennen.

  • Ook beweert men dat de uitgever Frans Hardomans opdracht heeft gekregen om deze verzen te drukken, waardoor ze in druk verschijnen, openbaar en algemeen verspreid zijn.

  • Uit de inhoud blijkt dat de verzen bedoeld zijn als laster en smaad jegens wijlen Heer Henning Georg van Andréé, voormalig mederaadslid van dit Hof.

De heer Commissaris wordt verzocht aan de verweerder te vragen wat zijn motief was om de eer en reputatie van wijlen de heer Andréé te schaden. Men zegt dat de gevangene een of twee dagen na diens overlijden samen met Wybe Gerkes Hoptilla bij Dr. Jacobus Nicolai, advocaat aan dit Hof, was. Daar zou hij de verzen uit zijn zak hebben gehaald—nog nat van de pers—en voorgedragen, in aanwezigheid van Hoptilla en Dr. Nicolai.

Toen advocaat Nicolai vroeg om een van de twee exemplaren, weigerde de gevangene met de woorden: “Het is nog te vroeg.” Bij die weigering sprak advocaat Nicolai harde woorden over de gruwelijkheid van de verzen. De gevangene antwoordde: “Dat kan ik best maken.” Hoptilla zei toen: “Dr., je bent er alweer mee bezig.” De gevangene reageerde niet verder, stak de exemplaren terug in zijn zak en vertrok.

Enkele dagen later, 's avonds na de dood van wijlen Andréé, gingen Nicolai, de plaatsvervangend Procureur-Generaal Gerardus Radijs en de militaire provoost Everts Horn bij het ‘tontje’ wandelen. De gevangene voegde zich bij hen. Tijdens dat groepsgesprek kwam het overlijden van Andréé en Dr. Ockema ter sprake, alsmede de Latijnse verzen. De gevangene antwoordde nauwelijks, maar viel daarna met grove en gruwelijke woorden Andreé aan, noemde hem een schurk, zei dat de duivel hem naar de hel had gehaald, en sprak verder vol wrok:

“God heeft in deze maand september mijn gebed verhoord en twee van mijn grootste vijanden, twee goddeloze schurken — wijlen de heer Andréé en Dr. Ockema — van mijn weg gerukt.”

Hij voegde eraan toe: “Ik zou willen dat ik Pluto’s of een van de duivels zou zijn, om hen in de hel te martelen, ik zou hen zeker aansteken.” Hij lachte spottend en schaterde daarbij. De advocaat Nicolai, Radijs en provoost Horn berispten de gevangene scherp. Substituut Radijs zei: “Dokter, het lijkt wel dat God u in een verkeerde stemming heeft gebracht.” Men wees de gevangene erop dat hij veel vriendschap en gunsten had genoten van wijlen de heer Andréé, en dat hij daar niet zo over had moeten spreken. Maar hij hield vol en bleef gruwelijke uitspraken doen. Hij zei zelfs: “Die man was al veroordeeld toen hij nog leefde.” 

De eiser baseert zijn dagvaarding op deze punten en vraagt dat de gevangene gestraft wordt, zoals het Hof rechtvaardig acht, plus kosten en boetes. De verweerder zegt echter dat de dagvaarding twee losstaande aanklachten bevat:

  1. De eerste zeventien punten bevatten aantijgingen dat de verzen een lasterlijk pasquil of roddelbrief zouden zijn. Hij ontkent dat ten stelligste en stelt dat de verzen eerder een hommage zijn, gewijd aan wijlen heer Andréé. Volgens hem blijkt dat uit de titel, waarin eerbiedige kwalificaties worden gegeven, passend bij zijn verdiensten.

    Een onpartijdige lezer zou geen kwaadwilligheid in de verzen herkennen. Sterker nog, tussen de algemene overwegingen over goed en kwaad en de specifieke lof voor Andréé zit een duidelijke afscheiding – er staat zelfs een blanco regel ertussen, zodat de lofteksten niet vermengd zijn met negatieve opmerkingen.

    Hij gaf een gecorrigeerd exemplaar aan een vriend, die vond dat sommige passages verkeerd geïnterpreteerd konden worden. Daarom liet hij via de drukker alle exemplaren intrekken, met de belofte om de drukker schadeloos te stellen. Hiermee is hij juridisch gevrijwaard: een verdediging tegen laster, aangezien hij het pasquil vrijwillig heeft ingetrokken vóór publieke verspreiding.

  2. De tweede aanklacht heeft betrekking op zogenaamde dronkemanspraatjes die hij gezegd zou hebben bij het tontje. Hij zegt zich die niet te herinneren. Wel geeft hij toe dat hij die avond wat wijn dronk met Radijs, Nicolai en Hansma, en dat hij misschien poëtisch wat vurige woorden uitgesproken heeft, zonder de intentie om Andréé’s reputatie te schaden. Hij erkent dat hij dronken was, buiten zijn gewoonte, maar vindt dat daar juridisch geen straf aan verbonden kan worden – dronkenschap maakt woorden minder toerekeningsvatbaar (cfr. Anton Faber).

    Verder stelt hij dat, zelfs al zou de Procureur-Generaal strafrechtelijk willen optreden tegen zulke uitlatingen, de actie persoonlijk is, en niet de provincie of het Provinciaal Hof belast. Hij eist daarom dat de dagvaarding niet-ontvankelijk wordt verklaard en hij ontslagen wordt van alle kosten.

Na zorgvuldige overweging oordeelt het Hof dat, hoewel de verweerder niet veroordeeld wordt voor zijn woorden over Andréé, zijn gedrag toch ernstig genoeg is. Daarom wordt hij voor de duur van één jaar geschorst als advocaat en veroordeeld tot betaling van de kosten van de rechtbank.

Gegeven te Leeuwarden op 14 maart 1657.

Daarna pakt hij zijn oude functie van notaris weer op. Gerrit en zijn oudste zoon Richaeus staan ook afgebeeld op de lijkstatie van Ernst Casimir in 1633. Gerrit als Procureur-generaal en zijn zoon als deurwaarder.


Afbeelding 14 Gerrit en zijn oudste zoon Richaeus afgebeeld in de lijkstatie van Ernst Casimir in 1633 (bron: Rijksmuseum)

Hij krijgt met zijn vrouw Auck het respectabele aantal van 16 (!) kinderen waarvan een vijftal jong sterven.

Bronnen en Literatuur:

https://www.rijksmuseum.nl/nl/collectie/object/RP-P-1882-A-6075A--73b2151567d5d15f1510134351b61efb

- https://www.rijksmuseum.nl/nl/collectie/object/RP-P-OB-76.694--4f3e6e0b3bfbb05010e434e0147265f2

- https://www.mpaginae.nl/RdshCrtr/RenC.htm#R

- https://archieven.tresoar.nl/maisinternet.phpivast=36&mizig=210&miadt=36&miaet=1&micode=14&minr=899191&miview=inv2

- Doop- en trouwboek 1627-1640, archiefnummer 124, Doop-, trouw- en begraafboeken enz. in de provincie Groningen, inventarisnummer 385, blad 100v

- https://www.groningerarchieven.nl/archieven/?mizig=210&miadt=5&miaet=1&micode=1534&minr=5427247&miview=inv2

- https://www.mpaginae.nl/Parenteel/Radijs.htm

- https://www.fryske-akademy.nl/fileadmin/inhoud/img/kennis/genjierboek/GJ_2021.pdf

- https://www.genealogieonline.nl/stamboom-oving/I47167.php

- http://www.lidmatengroningen.nl/Oudeschans.htm

- De Heerenveensche koerier, 7 augustus 1946

- https://www.mpaginae.nl/BurgerboekenLwd/achternamen.htm

- https://www.frieseregimenten.nl/officier/claes-holst/

- http://kerkrecht.nl/sites/default/files/12PS%20Leeuwarden,%206-9%20Juni%201592.pdf

- Hss_Van_Buchel_Monumenta De Monumenta handschriften van Aernout van Buchel ( Het Utrechts Archief )

- https://www.redmeralma.nl/groningen_AK.htm

- https://www.fryske-akademy.nl/fileadmin/inhoud/img/kennis/genjierboek/GJ_1987.pdf, p. 148

- IX1462-0043 Inventarissen van boedels bij de Weeskamer overgegeven 1706 - 1707 (Toegangnr 1462 inv.nr. 43) Groninger Archieven

- https://www.metmuseum.org/art/collection/search/191821

Algemeen doopboek 1676-1705, archiefnummer 124, Doop-, trouw- en begraafboeken enz. in de provincie Groningen, inventarisnummer 148 Gemeente: Kerkelijke gemeente Groningen Periode: 1676-1705

- https://historischcentrumleeuwarden.nl/images/Onderzoek/PDF-bronnen/zerken_grotekerk.pdf

- https://www.mpaginae.nl/Deurwaarders/eerste.htm

- https://www.mpaginae.nl/At/bodenHofvFrl.htm

- https://www.mpaginae.nl/Samme/tabelStudentenvoor1650.htm

Trouwregister Gerecht Leeuwarden, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0894 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1594-1812

- Trouwregister Gerecht Leeuwarden, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0894 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1594-1812

Verzameling Hessel de Wallearchiefnummer 0001, Inscripties en grafschriften - Hessel de Walleaktenummer 3537 Periode: 1341-1901

Burgerboek Leeuwarden, archiefnummer 1001, Archief van de stad Leeuwarden - Historisch Centrum Leeuwarden, inventarisnummer 1756 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1559-1651

- Lidmatenregister Herv. Gemeente Leeuwarden, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 1008 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1581-1805

- https://www.mpaginae.nl/GroteKerk/grafregister.htm

- https://historischcentrumleeuwarden.nl/images/pdf/Crimineele-sententin.pdf

- https://www.genealogieonline.nl/stamboom-oving/I47167.php

Naamlijst der predikanten, sedert de Hervorming tot nu toe, in de Hervormde
Gemeenten van Friesland, ds. T.A. Romeijn. 

- https://www.theologieportaal.nl/levensbeschrijvingen

- Groninger archieven IX0001-0122 resoluties van gedeputeerde staten (Toegangnr 1 inv.nr. 122), 1627 feb 1 - 1628 apr 19

- Groninger archieven IX0001-0119 resoluties van gedeputeerde staten (Toegangnr 1 inv.nr. 119), 1624 jan 3 - 1625 feb. 21

- https://www.beeldbankgroningen.nl/beelden/detail/2af3bfb9-fb98-130e-5a9b-0cfe7f11a930

woensdag 20 november 2024

Kunstzinnige voorouders: Benne Simons Accema (No 2.082)

Benne Simons Ackema (No 2.082)

Dit artikel is het zevende artikel uit een serie over mijn voorouders die als ambachtsman of kunstenaar actief zijn geweest en verbonden zijn met de stad Leeuwarden. Want naast militairen en leraren waren er ook veel ambachtslieden en kunstenaars in de familie.

Benne Simons (Sijmcks) Accema was afkomstig uit Emden. Hij is waarschijnlijk in 1590 geboren. Hij is de zoon van Symon Accama. In het bakkersboek staat hij als Benno Sijmcks uit Emden vermeld, sinds 10 november 1625. Hij is de grootvader van de bekende portretschilder Bernardus Accama. Zie het artikel over hem. Benne is niet de enige voorouder die uit Emden komt, ook de vrouw van Petrus Overney, Elske Volrader. Zie het artikel over Petrus Overney.

Emden

Tijdens de godsdienstoorlogen waren veel Nederlanders naar Emden gevlucht. Emden heeft nu nog steeds veel Hollandse trekken. In de zomer van 1595 arriveerden op verzoek van het nieuwe bestuur van Emden Nederlandse soldaten in de stad om de resultaten van de revolutie te beschermen. In juni 1595 bemiddelden de Staten-Generaal der Nederlanden in het Verdrag van Delfzyler tussen de Oost-Friese graven en de stad Emden, waardoor de status quo werd gegarandeerd. Emden bleef echter onder de soevereiniteit van het Gravenhuis en werd geen "Vrije Keizerlijke Stad".

Met de Delfzyler-schikking kreeg Nederland de status van een beschermende macht uit Emden en was het betrokken bij het Oost-Friese nationale geschil. Onder het bewind van graaf Enno III. (1599 - 1625), tussen 1600 en 1602 was er een oorlog tussen de inwoners van Emden en hun bondgenoten tegen de graaf. Enno III. leed een zware nederlaag tegen Emder en de Nederlandse troepen onder bevel van generaal Werner van den Houte (du Bois). Enno III moest wel accepteren dat er een Nederlands garnizoen in Emden kwam. Dit staatsgarnizoen bestond tot 1744.

De band tussen Nederland en Emden is de verklaring voor het feit dat er veel Leeuwarders naar Emden gingen en veel mensen uit Emden naar Leeuwarden.



Afbeelding 1 De stad Emden omstreeks 1615

Hij staat vermeld in het Burgerboek van Leeuwarden.


Afbeelding 2 Vermelding van Benne Simons in het burgerboek van Leeuwarden, afkomstig uit Emden, 1625

Op 7 maart 1624 heeft Benno Sijmens belijdenis gedaan.


Afbeelding 3 Vermelding van Benne Sijmens in het lidmaatregister van de Hervormde Kerk Leeuwarden

Hij is op 8 oktober 1625 in ondertrouw gegaan en op 26 oktober 1625 in de kerk en Leeuwarder getrouwd me Siucke Hessels. Hij was toen bakkersgezel. Siucke Hessels was eerder getrouwd geweest met Gerrit Sybrands. 


Afbeelding 4 Vermelding in het huwelijksregister van Leeuwarden, 8 oktober 1625

Op 20 januari 1629 kocht hij samen met Sijucke Hessels een huis op de hoek van de nieuwe Oosterstraat in Leeuwarden, plus een kamer daar achter staande, van de echtelieden Pieter Claaszn, meester steenhouwer en Machtel Ariens Hoen voor 1550 goudguldens. Voor de kamer moesten ze tevens 20 stuivers grondpacht per jaar betalen.

In 1634 verkoopt Benne de kamer weer aan Lijsbeth Michielsdr en Bouwe Philipsz, mr wever, echtelieden binnen Leeuwarden.

Ze hadden twee kinderen, Rinske Bennes Accama, geboren op 15 mei 1629 en overleden in 1692 en op 20 januari 1692 begraven bij de Jacobijnerkerk) en Simon Bennes Ackema, geboren in 1637, gedoopt op 3 september 1637. 

Ds Simon (Bennonis) Accama

Simon was predikant, eerst in Sint Augustinusga/Surhuizum (vanaf  april 1668) en vanaf mei 1680 in Burum tot hij met emiraat ging op 8 mei 1712. Simon is op 8 april 1666 getrouwd met Aeltje Boetes (Bates) Neuholt (Nievelt). haar naam wordt ook wel geschreven als: Aeltie Baettesdr. Nijholdt.


Afbeelding 5 Trouwregister met de vermelding van Simon Ackema en Aeltie Boetes van Nijholt, 29 maart 1666. In het rode kader staat Simon Accama dominee.

Hij is de vader van de schilders Matthijs en Bernardus Accama. In 1695 is hij hertrouwd met Margriettie Matthussen. Hij woonde in 1698 in de pastorie van Burum. In 1713 ging hij naar Leeuwarden omdat hij door ziekte en een val niet meer dominee kon zijn. Hij is in december 1722 in Leeuwarden begraven.


Afbeelding 6 De pastorie in Burum waar Simon Accama woonde. Het pad is volgens de muurankers van 1678 maar later verbouwd.

Op 6 mei 1630 zijn Benno Simonsz en Siucke Hesseldr een schuld van 200 goudguldens aangegaan. Ze leenden dit voor een periode van 5 jaar van Baerte Sibrandtsz, bode der heren gedeputeerde staten van Frieslandt, en Froucke Thijssedr, echtelieden, burgers binnen Leeuwarden.

Op 8 juni 1638 loopt Benne Simons een boete op van drie keer 25 golden friesche rijders. Tevens wordt bevestigd dat hij "backer" is. De reden waarom hij deze aanzienlijke boete kreeg is niet bekend.

Op 19 december 1639 hebben Benne en Siucke een vordering ter grootte van F 33-17-8 ter zake van verkochte en geleverde broden en andere koopmanswaren op Bauckien Sioerdts Wiaerda, weduwe van wijlen Joannes Martini Sibada te Leeuwarden.

Benne zelf is begraven in de Galileeërkerk in Leeuwarden. Helaas is de kerk in 1940 gesloopt. Enkele grafzerken zijn overigens overgebracht naar de Meinardskerk in Minnertsga. 



Afbeelding 7 Gallileërkerk in Leeuwarden aan de Tweebaksmarkt te Leeuwarden


Afbeelding 8 Plattegrond van de in 1940 gesloopte Gallileërkerk (westzijde) in Leeuwarden. Niet zeker is onder welke zerk hij lag.

Literatuur en bronnen:

- https://www.mpaginae.nl/Galilea/Mensonides.htm#register

- https://www.mpaginae.nl/At/bakkersboektabel.htm

Trouwregister Hervormde gemeente Leeuwarden, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0972 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1623-1627

Doopboek Herv. gem. Leeuwarden, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0929 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1636-1642

Trouwregister Gerecht Leeuwarden, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0898 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1623-1630

- Burgerboek Leeuwarden, archiefnummer 1001, Archief van de stad Leeuwarden - Historisch Centrum Leeuwarden, inventarisnummer 1756 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1559-1651

Lidmatenregister Herv. Gemeente Leeuwarden, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 1008 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1581-1805

- https://www.dominees.nl/search.php?srt=g&id=10592 en https://www.dominees.nl/search.php?srt=g&id=10261

- https://augustinusga.protestantsekerk.net/voormalige_predikanten

- https://www.theologieportaal.nl/predikantenlijst

- https://pknsurhuizum.nl/over-de-kerk/historie

- Lidmatenreg.Herv.Gem.Leeuwarden 1581-1805

Naamlijst der Predikanten in de Hervormde Gemeenten van Friesland (2e deel),   door Ds.T.A.Romein, uitgegeven in 1888

DTB Lidmaten Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, Deel: 1008, Periode: 158..., Leeuwarden, archief 28, inventaris­num­mer 1008, 6 september 1713, Lidmatenregister Herv. Gemeente Leeuwarden

- https://www.mpaginae.nl/Testamenten/DDD2enEEE2tm7.htm

Trouwregister Hervormde gemeente Leeuwarden, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0979 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1664-167

Res-1638/06/08 1638-06-08; Resoluties, HCL

313 1629-01-20; Certificaatboeken, HCL

251 1639-12-19; Hypotheekboeken, HCL

- 211 1633-03-11; Hypotheekboeken, HCL

238 1634-08-01; Hypotheekboeken, HCL

zondag 24 maart 2024

Kunstzinnige voorouders: Dirk Gerbenzon

Dirk Gerbenzon

Dit artikel is het zesde uit een serie over mijn voorouders die als ambachtsman, handelaar of kunstenaar actief zijn geweest en verbonden zijn met de stad Leeuwarden. Want naast militairen en leraren waren er ook veel ambachtslieden en kunstenaars in de familie. Dit artikel gaat over mijn vader.

Dirk Gerbenzon is geboren op 6 maart 1930 en hij is overleden op 3 juni 1989. Hij was de jongste zoon van Johannes Elzertus Gerbenzon. Hij was net als zijn vader antiquair en taxateur. 


Afbeelding 1 Vermelding in de Leeuwarder Courant van 8 maart 1930




Afbeelding 2 Dirk Gerbenzon in zijn eerste levensjaar



Afbeelding 3 Dirk op de arm bij zijn moeder Eeke Gerbenzon - Visser. op de binnenplaats achter de ouderlijke woning 

Hij zat op school vlak bij zijn ouderlijk huis aan het Hofplein. Onderstaande foto is naar alle waarschijnlijkheid gemaakt voor het Oranje Bierhuis.


Afbeelding 4 De schoolklas van de lagere school, de Hofschool genoemd, daarvoor gemeenteschool no. 3.Dirk zit op de voorste rij tweede van rechts.




Afbeelding 5 Dirk Gerbenzon op jonge leeftijd


Afbeelding 6 De hofschool aan het Hofplein in Leeuwarden, ontworpen door Thomas Romein

Dirk vertelde graag het verhaal dat zijn juf een beetje hardhorend was en als er in de Tweede Wereldoorlog geschoten werd en de de sirenes hadden het signaal veilig weer gegeven wist hij en zijn medeleerlingen deze "pauze" in het lesgeven te verlengen door met hun vingers in de metalen vakken van hun schoolbank te roffelen en hun juf wijs te maken dat er nog geschoten werd.

De oorlog was nooit ver want broer Andries moest onderduiken om te voorkomen dat hij opgepakt werd voor de Arbeidsinsatz. Wat het ook niet makkelijker maakte was dat een paar huizen verderop, in het huis genummerd Weerd 11, een N.S.B.-er zat, tandarts J.J. Timminga. Zijn zoon Koos Timminga sneuvelde in november 1942 aan het Oostfront als oberscharführer. Verder ging het gerucht dat Anton Mussert in het huis aan de Weerd 11 logeerde als hij in Leeuwarden was. Geen prettig gevoel.

In juni 1949 slaagde hij voor de Lagere Avond Handelsschool in Leeuwarden.


Afbeelding 7 Vermelding in de Leeuwarder Courant van 1 juni 1949



Afbeelding 8 Dirk Gerbenzon als jonge man

Dirk was afgekeurd voor militaire dienstplicht. 

Op 25 juli 1950 slaagde hij voor het middenstandsdiploma Algemene Handelskennis. 

Afbeelding 9 Dirk Gerbenzon met zijn klas van de ULO aan de Wissedwinger in Leeuwarden. Dirk zit helemaal links.

Daarna kwam hij in de zaak van zijn vader te werken, samen met zijn broer Andries. In de jaren vijftig en zestig werkten er nog meerde personeelsleden bij de Firma P. Gerbenzon & Zonen. Ik ben de volgende namen tegengekomen:

Kielder (Johan Hendrik ?)

Van de Bijl

Lenos

Huisman (Willem Johannes ?of Reinder ?)

Van Dijk

Zij werkten in elk geval in de jaren 1959 - 1960 bij Gerbenzon. ¹ Als iemand nog nadere informatie heeft over ex-werknemers dan hoor ik dat graag. Ik weet dat een heer genaamd Engelbertus Beckers in de jaren dertig van de twintigste eeuw ook bij de Firma P. Gerbenzon & zonen gewerkt heeft, net als Tjibbe van der Meulen, de vader van Jan van der Meulen, de bekende meubelmaker aan het Vliet.

Tevens zijn we de naam A. Schouten tegen gekomen met de datum 10 januari 1947.

Zo werd er ook regelmatig nieuw personeel opgeleid.


Afbeelding 10 Advertentie in de Leeuwarder Courant van 22 oktober 1954 waarin gevraagd wordt naar een leerling meubelmaker.


Afbeelding 11 Advertentie in de Leeuwarder Courant van 30 maart 1960 waarin om een aankomend meubelmaker wordt gevraagd.

Dit opleiden was niet altijd een succes. Soms was er een leerling die de verkeerde kant van de beitel sleep omdat dat "zulke mooie vonkjes" opleverde.

Later werd er om meer ervaren krachten gevraagd:


Afbeelding 12 Advertentie in de Leeuwarder Courant van 1 december 1964

Dirk was getrouwd met Elizabeth van der Steeg. In januari 1959 waren ze in ondertrouw gegaan.


Afbeelding 13 Dirk Gerbenzon en Elizabeth van der Steeg

Hij werd in 1973 lid van het Fries Genootschap.   



Afbeelding 14 Dirk Gerbenzon met zijn zoon bij het water van de Nylansdijk in Leeuwarden

Dirk en Elizabeth hadden een dochter, Carmen, geboren op 27 september 1962, en een zoon, Johannes Elzertus, geboren op 23 juli 1965. Ze woonden aanvankelijk aan de Nylansdijk in Leeuwarden, daarna in de Nicolaas Maesstraat en later in de Weerd. Het pand in de Weerd is er een met een geschiedenis. Niet alleen zit de familie Gerbenzon daar al sinds 1910, maar ook zijn er tal van verhalen te vertellen over het pand, zoals te lezen valt in het Friesch Dagblad van 26 november 2014.

"Op de hoek Weerd/Bagijnestraat verhaalt Van der Ende over de tragische geschiedenis van de familie
Arentsma. Op het pand staat met grote letters te lezen: P. Gerbenzon & zonen. De arme Jasper Meinders Arentsma overleed in 1751 aan bittere hartzeer, zo schrijven de kronieken. Dat geloven we graag als we het verhaal hebben gehoord. Zijn eerste vrouw stierf in het kraambed. Vier van de acht kinderen stierven op jonge leeftijd. Zoon Rein door een val door een luik op zolder. De gevolgen van de
beenamputatie waren desastreus. Zoon Jan door een kuip kokend bier die hij brouwde voor het oudejaarsfeest in Leeuwarden. De brandwonden werden hem fataal. Ronduit stil zijn we als we het verhaal horen van die lieve kleine Titia. Als ze op straat speelt en op haar pruimesteen fluit (een fluitje gemaakt van een pruimepit, red.), schiet het speeltje, ongelukkigerwijs door een duw van een vriendinnetje, in haar keel. Door de gaatjes in de pit kan ze ademhalen, maar alleen heel moeizaam. Niemand kan haar helpen, een operatie is te riskant. Uiteindelijk sterft ze een langzame dood door uithongering."


Afbeelding 15 Dirk Gerbenzon met zijn dochter Carmen



Afbeelding 16 Dirk Gerbenzon voor het door hem voor zijn dochter gemaakte poppenhuis

Dirk dreef de antiekzaak in de Weerd samen met zijn broer Andries. Helaas overleed Andries op 54-jarige leeftijd. Dirk zet samen met zijn vrouw Elizabeth de antiekhandel voort.


Afbeelding 17 Advertentie in de Leeuwarder Courant van 13 juni 1974


Afbeelding 18 Artikel in de Leeuwarder Courant van 30 september 1976

De zilveren brandewijn kom werd later teruggevonden en de dief is gepakt. 



Afbeelding 19 Artikel in de Leeuwarder Courant van 31 mei 1978.

De antiekzaak was meerdere keren het doelwit van inbrekers en vandalen. De mooie grote etalageramen hadden een nadeel. Op 2 mei 1977 en op 19 december van dat jaar werd een etalageruit ingegooid, maar beide keren werd er niets gestolen en was er alleen schade. Op 20 januari 1979 had een winkeldief wel succes en wist een Koreaans theepotje ter waarde van 525 gulden te stelen.

Helemaal bont maakte een inbreker het die in het grote pand verdwaalde en dus vrij eenvoudig kon worden ingerekend. Dat hij zich van te voren moed had ingedronken had ook niet geholpen.


Afbeelding 20 Artikel in de Leeuwarder Courant van 24 juli 1978

Aan het einde van het jaar moest de man voor de rechter uitleg geven en hing hij een leuk verhaal op dat van geen kant klopte, maar waar de rechter wel in trapte.

"Een even geheimzinnige opwelling bevloog in de nachtelijke uren van 21 juli j.l. de 30-jarige chauffeur Goosling H. W. uit Beetgum toen hij een Leeuwarder centrumcafé verliet alwaar hij menig glas gedronken had en toen in de St. Anthonystraat een onbeheerde ladder ontwaarde. Hoewel er nog menige passant op straat liep, wandelde hij met dat ding weg en zette hem in de Weert tegen een muur, klom een dak op, trok de ladder mee en vervolgde zijn alpinistische reis over enkele daken tot hij tree voor tree afdaalde op een binnenplaatsje.

Na enig morrelen vond hij een hierop uitkomende open deur en betrad een woning waar hij op een trap stuitte welke nij besteeg. Op de eerste verdieping gekomen van wat later de woning zou blijken van de antiekhandelaar Gerbenzon opende hij een deur, die toegang verschafte tot de slaapkamer van het echtpaar, dat wakker was geworden en opeens een man bij de echtelijk sponde zag verschijnen, die vriendelijk zei: „Welterusten samen!" en toen maakte dat hij ijlings weg kwam. De gealarmeerde politie trol Goosling even later in de winkel aan waar hij zich achter een kast verborgen had.

De officier had in eerste aanleg poging tot diefstal ten laste gelegd en ten tweede huisvredebreuk. De chauffeur ontkende evenwel, dat hij bezig was geweest aan illegale bezitsspreiding en weet zijn stunt aan door drank gevoede overmoed. Hij had eens even willen laten zien wat hij wel durfde en aangezien uit niets bleek, dat hij geldzorgen had en dus enige drijfveer bezat om uit stelen te gaan vond ook de politierechter het allemaal hoogst merkwaardig. Bovendien is het lopen met een ladder ten aanschouwe van andere wandelaars nu ook niet zon treffend begin van een inbraak „Misschien kan de officier er iets van maken", zei de rechter.

Mr. Bueno kon er niet zoveel van maken, dat het eerste punt van de dagvaarding in stand bleef al noemde hij Gooslings affaire wel heel opmerkelijk. „Hij zegt, dat hij dronken was maar hij was wel zo ad rem om het echtpaar direct goedenavond te wensen. Dat verwacht je niet van een dronken tor. En ook' was hij zo kien om achter een kast weg te duiken..." Voor de huisvredebreuk vorderde officier een boete van ƒ5OO.

De verdachte zei in het laatste woord, dat hij dit jaar wegens verkeerszaken al enkele malen gepeperde boetes opgelegd had gekregen en bepleitte hem dit keer wat schappelijk te behandelen. De politierechter ging inderdaad lager dan het openbaar ministerie en zond de huizenklimmer heen met een boete van ƒ250." (Leeuwarder Courant 19 december 1978).








Afbeelding 21 Artikel in de Leeuwarder Courant van 7 december 1981

Op 8 maart 1982 werd het raam van de voordeur van de antiekzaak ingetrapt. Zinloos, want er zaten tralies aan de binnenkant. De schade viel dit keer mee, maar het was de zoveelste keer dat de zaak slachtoffer was van vandalisme of poging tot inbraak. En soms lukte het wel.


Afbeelding 22 Artikel in Leeuwarder Courant van 3 januari 1980



Afbeelding 23 Artikel in de Leeuwarder Courant van 7 september 1981



Afbeelding 24 Artikel in de Leeuwarder Courant van 7 januari 1983


In de meeste gevallen werden de dieven gepakt. 




Afbeelding 25 artikel in de Leeuwarder Courant van 19 april 1986



Afbeelding 26 Artikel in de Leeuwarder Courant van 21 april 1986

In de nieuwjaarsnacht van 1 januari 1986 ging er een fles rum door de etalageruit. De verzekering dekte weliswaar de schade aan het raam, maar het is een slecht beging van het nieuwe jaar. Nog afgezien van de rommel. Op 18 oktober 1986 deed Dirk Gerbenzon nog aangifte van de diefstal van een Perzisch kleedje ter waarde van 650 gulden. De lol van het handelen in antiek was er voor Dirk wel vanaf na deze zoveelste diefstal. Ondanks waakhond, camera's en alarmsystemen en andere zichtbare en onzichtbare beveiligingsmaatregelen. Dit was niet de manier hoe hij in het leven stond. Hij wilde mensen kunnen vertrouwen en het zal hem de nodige stress hebben opgeleverd. Zijn gezondheid leed er onder. Op 3 juni 1989 overleed hij als gevolg van een hartstilstand.


Afbeelding 27 Advertentie in de Leeuwarder Courant  van 5 juni 1989.



Afbeelding 28 Advertentie in de Leeuwarder Courant van 30 juni 1989


Afbeelding 29 Ontwerp van een voetenbankje met snijwerk gemaakt door Dirk Gerbenzon



Afbeelding 30 Boekenkastje met Fries kerfsnijwerk gemaakt door Dirk Gerbenzon


Geraadpleegde literatuur en bronnen:

1) In de jaren dertig van de twintigste eeuw werkte de heer Beckers als meubelrestaurateur bij de Firma P. Gerbenzon

- Het kleine krantsje 13 mei 1972; 1 oktober 1991

- Leeuwarder Courant 30 juni 1989;'5 juni 1989; 27 juli 1950. 31 mei 1978; 19 april 1986; 7 januari 1983; 7 september 1981;      21 april 1986; 18 oktober 1986; 3 januari 1986; 8 maart 1930; 19 december 1977; 2 mei 1977; 20 januari 1979;              19 december  1978; 22 oktober 1954; 1 december 1964; 8 juni 1955

- De Heerenveensche koerier, 1 augustus 1950

- Friesch Dagblad van 26 november 2014, p. 36

- Archief Firma P. Gerbenzon & Zonen




Geleerde voorouders: Cornelis van Hille (No.8.164)

Geleerde voorouders: Cornelis van Hille (Hillenius) (no.8.164) predikant Bij familieonderzoek blijkt dat er nogal wat predikanten in de fami...