Posts tonen met het label Wiegersma. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Wiegersma. Alle posts tonen

zondag 29 januari 2023

Geleerde voorouders: Annius Theodorus Wiegersma

 

Geleerde voorouders: Annius Theodorus Wiegersma (No 1.050)

Dit artikel is het achtste uit een serie over mijn voorouders die als geleerde, bijvoorbeeld dominee of leraar actief zijn geweest en verbonden zijn met Friesland.

Dit achtste artikel gaat over Annius Theodorus Wiegersma (Wygersma) is geboren in 1610 en overleden na 1690, maar voor 1705. Hij is de zoon van Dirck Wiegersma. Hij was predikant.

Hij is op 29 mei 1639 getrouwd met Mayke Uylkes uit Leeuwarden en op 25 juni 1648 is hij nogmaals in het huwelijk getreden, nu in Harlingen met Tryntje Jans (Trynke) Silvus uit Harlingen. Hij was toen conrector. In die periode waren er veel conflicten op de school, die waarschijnlijk te maken hadden met het eigenzinnige karakter van de rector, Olpherd Hernici Belida. Annius Theodori uit lichte kritiek als de rector met een boekje komt: ‘is het niet wat onder het niveau van een rector om zo’n simpel boekje voor de laagste klassen samen te stellen/te stelen uit andermans werk?’ Maar in andere gevallen steunt hij hem juist, bijvoorbeeld toen ze van ondermeester Drost af wilden en maakte hij zelfs een lofdicht op zijn rector.


Afbeelding 1 Lofdicht in het boek Melanchthon graecissans, sive Syntaxis latino-graeca van Olpherd Hendrik Belida, ondertekend door Annius Theodori, leraar derde klas van de school in Leeuwarden

Op 1 februari 1639 doet hij belijdenis bij Nederlandse Hervormde Gemeente in Leeuwarden.

Op 19 april 1640 wordt zoon Dirck gedoopt in Harlingen. Op 11 juni 1643 wordt Ulcke gedoopt in Harlingen. En op 16 juli 1747 wordt Syuke gedoopt.

Na het overlijden van de ouders van twee kinderen kwam in 1660 de oudste bij de conrector in de kost en de jongste, Sybrand, van elf jaar, bij Annius Theodori. Hij kreeg daar 200 gulden voor. De jongen kon echter niet wennen en wilde naar zijn grootouders, wat ook gebeurde.

Op 26 januari 1651 woonde hij aan de Sint Odolphissteeg OZ 1 in Harlingen en was hij conrector. Dat is hij geweest van 1638 tot 1650. 


Afbeelding 2 Omgeving van de Oldophiussteeg in Harlingen waar Annius Theodorus Wiegersma woonde


Afbeelding 3 De Latijnse school aan de wortelhaven in Harlingen (nu de Simon Stijlstraat)

Op 16 oktober 1662 wordt er melding gemaakt van een incident op zijn school: Outger Jans, 17 jaar heeft per ongeluk bij het stoeien een andere leerling, Esaias Lijklama verwond.

Op 3 februari 1664 was hij curator over de boedel van een aantal minderjarige kinderen en was hij praeceptor van de Latijnse school. In 1665 was hij derde meester in Leeuwarden. Op 25 maart 1682 is hij weer curator, als oud-oom van twee minderjarige kinderen. Zijn naam heeft hij nu volledig gelatiniseerd in: Dr. Annius Theodori Witiae.

Op 16 april 1668 treedt Annius Theodori, toen bestuurder (Tertia Classis Praeceptor) van de Latijnse school nogmaals in het huwelijk, nu met Ibeltje Jans Nauta. 

Hij had een zoon, Theodorus Wigersma, die op 14 mei 1661 een bedrag van 49 gulden kreeg uit het fonds O.L. Vrouwe ter Nood Leen. Deze zoon studeerde in Franeker, trouwde met Maria van Amama en kreeg er twee kinderen mee, Meinu en Maria.

In 1675 was hij correspondent voor de Synode in Leerdam en kreeg daar een vergoeding voor.



Afbeelding 4 Het museumwinkeltje in de Nieuwe Steeg 5 welk pand Annius Theodori huurde

In 1669 en 1674 blijkt de Nieuwesteeg 5 in Leeuwarden verhuurd te zijn aan Annius Theodori, praeceptor van de Latijnse School. 

In 1675 is hij correspondent voor de Synode in Leerdam. 

In 1679 heeft hij 1.000 gulden uitgeleend aan een weduwe. Hij was dus redelijk bemiddeld. In 1683 koopt hij een pand in de Bollemanssteeg in Leeuwarden.

Op 17 september 1690 is hij getuige van een mishandeling van een jongen, Pijter Lourens, door zijn vader. Hij wordt dan nog praeceptor genoemd, dus het lijkt er op dat hij op zijn tachtigste nog les gaf.

Geraadpleegde literatuur en bronnen:

Er is een testament van hem: 109/28 Wigersma, ds. Annius Theodori to Ljouwert, test. 13/7/1701.

- https://historischcentrumleeuwarden.nl/images/pdf/uit-eersugt-20170412-05.pdf

- Trouwregister Hervormde gemeente Harlingen 1613-1656 Inventarisnr.: 331

- Trouwregister Hervormde gemeente Leeuwarden 1636-1641 Inventarisnr.: 975

https://www.mpaginae.nl/PvT/LatSchFrl.htm

- Telting, mr. A, Register van het archief van Franeker, Franeker, 1867, p, 325

w004-103 1664-02-03; Autorisatieboeken

- De Vrije Fries, deel 88,  2008, p. 93-107

- Olpherd, Hendirk Belida, Melanchthon graecissans, sive Syntaxis latino-graeca 

- Leeuwarder Nieuwsblad, 13-12-1938

https://www.mpaginae.nl/At/NeuhusiusR1680.htm

c005-35 1690-09-17; Informatieboeken

- c001-242 1662-10-16; Informatieboeken

- gg072-163a 1679-012-0; Hypotheekboeken

- Lidmatenregister Herv. Gemeente Leeuwarden, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 1008

- Groot-Consentboek, archiefnummer 1001, Archief van de stad Leeuwarden - Historisch Centrum Leeuwarden, inventarisnummer 3641, blad 105

- Register betalingsordonnanties ontvanger generaal consumptiën, archiefnummer 5, Gewestelijke bestuursinstellingen van Friesland 1580-1795 - Tresoar, inventarisnummer 2680, blad 461

- https://www.kleinekerkstraat.nl/frames.php?p=pro2&s=w&l=A

zaterdag 28 januari 2023

Geleerde voorouders: Epo (Ipe) Sydses van Schellinga

Geleerde voorouders: Epo (Ipe) Sydses van Schellinga (no 524)

Dit artikel is het zevende uit een serie over mijn voorouders die als geleerde, bijvoorbeeld dominee of leraar actief zijn geweest en verbonden zijn met Friesland.

Dit zevende artikel gaat over Epo (Ipe) Sydses (van) Schellinga. Hij is geboren in 1650, gedoopt op 31 maart 1650 in Leeuwarden. 


Afbeelding 1 Vermelding in het doopboek van de Nederlands Hervormde Kerk, Ippe Syts Oenes op 31 maart 1650

Hij is op 11 februari 1677 getrouwd met Maycke Annius Wiegersma. Daarnaast is hij getrouwd geweest met Trijntje Hendriks, namelijk op 22 januari 1671. Hij was ijzerkramer (had een winkel in ijzerwaren) en in 1677 was hij meester koekbakker. In 1693 was hij ontvanger van boelgoederen (soort veilingmeester). Op zijn kantoor werkte de Hendrik de Valck als klerk. Hoewel ook schilder in Leeuwarden was hij waarschijnlijk geen familie van Pieter de Valck. In 1701 woonde Epo van Schellinga in het Zuid Oldehoofsterespel. In 1698 werd hij voor 6 schoorstenen aangeslagen, wat een indicatie is dat hij welgesteld was. Hij is overleden voor 1727. Op 16 november 1670 is hij lidmaat geworden van de Hervormde Gemeente Leeuwarden

Buitenvoogd Landschaps Tucht- en Werkhuis

Hij was van 24 december 1686 tot 4 januari 1690 buitenvoogd van het Landschaps Tucht- en Werkhuis. Zie daarvoor het vierde artikel in deze serie over Freerck Jansz Hayema, de kunstschilder. Ook Hayema was buitenvoogd, maar dan een paar jaar later. 


Afbeelding 1 Timpaan met daarop twee gestraften aan het raspen. Let op de ketting aan de voet en het afgetrainde lichaam van de gestrafte op de afbeelding rechts. Hier werd hout geraspt ten behoeve van de verfindustrie.

Lid van de Vroedschap en Schepen

Van 1683 tot en met 1686 was Epo Schellinga schepen, van 1679 tot 1689 was hij lid van de vroedschap van Leeuwarden. Van 1714 tot 1718 was hij weer schepen. Een andere voorouder, Jan Hubertus van Emmenes, was schepen van 1689 tot 1992 en van 1696 tot 1698. Nog een andere voorouder, Jacob Dircks de Valck was schepen, maar dan veel eerder, van 1583-1620 en lid van de vroedschap van 1582 tot 1621. In 1587 werd hij zelfs burgermeester. Een schepen is een openbaar bestuurder op plaatselijk niveau, vergelijkbaar met een wethouder. De vroedschap probeerde zijn invloed te vergroten. Zo probeerde het gilde van zilversmeden nieuwkomers buiten de deur te houden door vast te houden aan de traditie van een proefmaaltijd. Deze feestelijke maaltijd was een van de gebruiken waarmee de leden van het Gilde de onderlinge band konden verstevigen en vond plaats als de kandidaat voor zijn proef geslaagd was. Zo'n proefmaaltijd kon flink duur worden en werd aldus misbruikt om adspirant leden te weren. De vroedschap bepaalde nu in 1601 dat nier meer het hele gilde mocht worden uitgenodigd, maar slechts de politiemeesters, de keurmeesters en de twee oudsten en hun echtgenotes. In 1682 mochten ook de echtgenotes niet meer aanschuiven. Tijdens een proefmaaltijd in 1684, waarbij de politiemeesters, in die geval ook schepen Schellinga wel waren uitgenodigd, liep het uit de hand toen marktmeester Wyntje Berends van Asten hem beledigde.

Tevens was hij ontvanger van boelgoederen, een soort veilingmeester. 

Op 3 maart 1690 was hij getuige van de diefstal van een aantal zilveren lepels en deed daarom aangifte. De verdachte, een dame uit Oost-Friesland, werd in hechtenis genomen op het Raadhuis.

Hij woonde in 1691 aan de Nieuwe Pijp in Leeuwarden. De Nieuwe Pijp, over het water van de  Nieuwestad gelegen, verbindt de Nieuwesteeg met de Oude Doelesteeg.

Op 5 maart 1704 was hij getuige van de doop van Anna Maria Stokman in Amsterdam. Op 27 juli 1712 was hij ook al getuige geweest van de doop van Ipeus Stockman in de Westerkerk in Amsterdam. Kennelijk is het kind naar hem vernoemd. 

Politiemeester van het Nieuwe Stadsweeshuis

In de jaren 1714 en 1715 was hij politiemeester van het Nieuwe Stads Weeshuis in Leeuwarden.



Afbeelding 2 De vroegere hoofdingang van het Het Nieuwe Stads Weeshuis in Leeuwarden met spelende kinderen die dwars over de op de bleek gelegde kleden heen rennen, Carel Frederik Bendorp (I), naar Jan Bulthuis, 1786 - 1792, Rijksmuseum

Het aantal wezen was vooral door de oorlogshandelingen van 1672 fors toegenomen. Op 10 maart 1674 besloten Magistraat en Vroedschap daarom tot het oprichten van een eigen Stads Weeshuis, waar de ongeveer 200 stadswezen "bequemer in de ware gereformeerde religie christelijck moghen worden opgevoedet". In het bestuur van het Weeshuis had de stedelijke overheid grote invloed: drie van de voogden waren politiemeesters, behorend tot de Magistraat, twee werden gekozen uit de burgerij. Politiemeesters waren lid van de vroedschap en behandelden uit die functie kleine zaken zoals belediging en burenruzies. Ook een andere voorvader, Joannes Huiberts van Emmenes was politiemeerster. Zie het artikel over hem.

Epo Sydses van Schellinga heeft in 1657 als zevenjarige zelf ook als wees, samen met twee andere kinderen uit het gezin, Sycke, gedoopt op 19 maart 1654 en Feicke, gedoopt op 13 februari 1648, in het weeshuis gezeten. Het zal geen leuke tijd geweest zijn, maar ze kregen in elk geval jaarlijks: "hoosen, schoenen, hoed, bovenpak en een schootsvel".


Afbeelding 3 Pagina met vermelding van de kinderen, Sijke, Fijke en Ype Sydses in het autorisatieboek

Zijn vader Syds Oenes was al overleden, zijn moeder Maike Ypes kon waarschijnlijk niet voor de kinderen zorgen. Syds Oenes kwam uit Franeker, moeder Maike Epes (Ypes) kwam uit Beetgum. Syds Oenes en Maike Epes zijn op 25 april 1646 getrouwd.

Op 26 maart 1715 had hij een bedrag van 600 gulden uitgeleend aan Aaltie Brouwer en Hein Wassenaer, Camerbode van haer Ed. mogende Staeten van Frieslandt, een echtpaar uit Leeuwarden.

Op 25 juli 1721 werd hij curator van de zoon van Catharina van Schellinga.

Hij was de vader van Mayke Schellinga, gedoopt op 25 juni 1686 te Leeuwarden; Lysbeth, gedoopt op 25 november 1687; Theodorus, gedoopt op 4 januari 1693; Theodory, gedoopt op 23 september 1691 te Leeuwarden; Annius, gedoopt op 16 november 1681; Sixtus Ypes, gedoopt op 9 januari 1678; Catharina Ypes, gedoopt op 2 februari 1679; Syds Ypes, gedoopt op 4 juli 1684. Met Trijntje Hendriks had hij ook een kind: Aeltie Ypes, gedoopt op 15 oktober 1673 te Leeuwarden. Zijn tweede vrouw Mayke Annius Wiegersma is ook eerder getrouwd geweest met Mathijs Siderius en tijdens dat huwelijk was ook een kind geboren, Meinardus Siderius, geboren op 15 juni 1671 (2)

De vader van Mayke Annius Wiegersma heette Annius Theodorus Wiegersma. Ook hij was predikant. Hij woonde in 1705 in de Sint Odolphissteeg 1 in Harlingen.

Er is een familiewapen bekend van Schellinga.


Afbeelding 5 Familie wapen van Schellinga (1)


(1) Bron: CBG, GHS 50A12, B.F.W. von Brucken Fock, Friese Familiewapens. Wapens van oud- adellijke & geadelde, eigenerfde, & enkele patricische familiën van frieschen oorsprong in Friesland tusschen Fly en Eems, waarbij gevoegd zijn wapens van enkele niet-friesche familiën, die aldaar goederen bezaten en ampten bekleedden, blz. 157. Er is ook een rouwbord bekend, van Schellinga, onduidelijk is of dit familie is, daar dit in de kerk van Waspik, Noord-Brabant hangt.https://www.hervormdegemeentewaspik.nl/historie/rouwborden.


(2) Meindardus is schepen en later ook burgermeester van Leeuwarden geworden. Verder was hij rentmeester en voogd van het Poptaslot.   

- https://www.mpaginae.nl/TW/Tuchthuis.htm

- https://historischcentrumleeuwarden.nl/images/pdf/Het_Leeuwarder_stadsbestuur_van_1586_tot_1795.pdf

- https://www.mpaginae.nl/Magistra/magisreg.htm

- c004-518 1690-03-03; Informatieboeken

w013-91a 1721-07-25; Autorisatieboeken

1185 Nieuwe Stads Weeshuis te Leeuwarden, 1675-1967 ( Historisch Centrum Leeuwarden/ Histoarysk Sintrum Ljouwert Leeuwarden )

- Autorisatieboek 1648-1657, archiefnummer 1001, Archief van de stad Leeuwarden - Historisch Centrum Leeuwarden, inventarisnummer 3320, blad 178r, aktedatum 19 maart 1657

- Lidmatenregister Herv. Gemeente Leeuwarden, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 1008

- https://www.mpaginae.nl/At/1701hoogstOH.htm

- https://www.mpaginae.nl/Schoorsteengeld/1698ME.htm

- Schoen, P., Tussen hamer en aambeeld. Edelsmeden in Friesland tijdens de Gouden Eeuw, 2016, p. 214

- https://www.kleinekerkstraat.nl/frames.php?p=pro2&s=w&l=A

- Genealogysk Jierboek 2016, p.15


Kunstzinnige voorouders: Dirk Gerbenzon

Dirk Gerbenzon Dit artikel is  er een uit een serie over mijn voorouders die als ambachtsman, handelaar of kunstenaar actief zijn geweest en...