Posts tonen met het label VOC. Alle posts tonen
Posts tonen met het label VOC. Alle posts tonen

zondag 22 januari 2023

In dienst van Stad en Staat: Izaak Haijema

In dienst van Stad en Staat: Izaak Haijema

Dit artikel is het negentiende uit een serie over burgers die zich inzetten voor militaire taken en gaat over de dienstplicht, schutterijen en het reguliere leger. De discussie over de dienstplicht is nu weliswaar minder, maar nooit helemaal weg geweest en gezien het personeelstekort in het leger ook nu actueel. Het is nuttig om dit fenomeen in historisch perspectief te plaatsen. Sommigen hebben de dienstplicht ondergaan maar er zijn ook mensen vrijwillig het leger ingegaan, waarbij "het leger" een rekbaar begrip is. Ook milities, schutterijen en andere paramilitaire organisaties komen aan de orde. Met de beschrijving van de lotgevallen van deze mannen zie je tegelijkertijd een verschuiving van de loyaliteit jegens de stad naar loyaliteit jegens de staat.

Dit negentiende artikel gaat over Izaak Haijema, de zoon van Frederik Haijema. Hij is op 31 augustus 1704 geboren en op 8 mei 1729 in dienst getreden als sergeant bij de kamer Amsterdam van de VOC. Als onderofficier had hij waarschijnlijk het commando over een aantal soldaten. In die tijd was het een vrij hoge militaire functie. De sergeant werd meestal bijgestaan door vier korporaals. Hij vertrekt met het schip Johanna naar vanaf Texel naar Batavia. De kapitein heet Hendrik van Beek.

De Johanna was een fluitschip, gebouwd in 1714 voor de kamer van Amsterdam op de VOC werf in Amsterdam. Ze is in 1730 vergaan bij de Ganges. De lengte was 130 voet en het had 550 ton laadvermogen. De bemanning bestond uit 80 tot 180 man. Lang en bol, met vlakke bodem en smalle dekken was het zeer geschikt voor het vervoeren van grote hoeveelheden lading. Het kon ook in ondiep water goed terecht en het kon met weinig manschappen gezeild worden.


Afbeelding 1 Model van een fluitschip

Op 5 oktober 1729 komt het schip aan op de Kaap de Goede Hoop. Op zondag 30 oktober 1729 vertrekt het schip weer en het komt op 14 februari 1730 aan in Batavia. 

Op 17 oktober 1730 vertrekt hij op het schip Westerdijkshorn om terug te keren naar Nederland. De Westerdijkshorn was een spiegelretourschip, gebouwd in 1713 voor de kamer van Amsterdam op de VOC werf in Amsterdam en afgelegd op 7 juli 1741 in Batavia. De lengte was 160 voet en het had 1150 ton laadvermogen. De bemanning was tussen de 200 en 300 man. De kapitein was Mijndert Schut (1)



Afbeelding 2 Model van een spiegelretourschip

Op 18 januari 1731 komt hij aan op de Kaap de Goede Hoop. Onderweg waren twee zeevarenden overleden. Na 34 dagen vertrekt hij tenslotte naar Nederland waar hij op vrijdag 13 juli 1731 aankomt en uit dienst gaat. 


Afbeelding 3 pagina uit het Soldijboek van de Johanna waaruit blijkt dat zijn vader gemachtigd was om zijn zaken te regelen


Afbeelding 4 pagina uit het Soldijboek van de Johanna waaruit blijkt dat hij teruggereisd is met de Westerdijkshoorn


Afbeelding 5 De route van de reis naar Batavia via Kaap de Goede Hoop.

Op 26 juli 1731 machtigt hij zijn vader Frederik Haijema om zijn zaken te regelen bij de bewindvoerders van de VOC kamer Amsterdam en ook om zijn koopmanschappen (koopwaar) te verkopen.


Afbeelding 6 Machtiging van Izaak Haijema voor zijn vader om zijn belangen bij de bewindvoerders van de kamer Amsterdam van de VOC te behartigen.



Afbeelding 7 Handtekening van Izaak Haijema onder de machtiging

Hij had op de Johanna nummer 96.

Op 22 juli 1736 trouwt hij in Leeuwarden met Henrica Postumus. Hij is dan juridisch doctor en advocaat. Dit wordt bevestigd in het huwelijksregister van de hervormde kerk.


Afbeelding 8 Pagina uit het trouwregister van de Nederlands Hervormde kerk en waaruit blijkt dat Izaak Haijema advocaat is bij het Hof van Friesland.

Op 26 januari 1734 was hij advocaat bij het provinciaal gerechtshof van Friesland geworden. Op 31 januari 1743 is hij geroyeerd; volgens deze staat is hij overleden op 8 februari 1743.

Elders is te vinden dat hij op 9 februari 1743 overlijdt en hij wordt begraven op 18 februari van dat jaar. Hij is dus al op 38-jarige leeftijd overleden. Hij woonde toen bij de Dubbele Pijp in Leeuwarden (Voorstreek).

Geraadpleegde literatuur en bronnen:

(1) Een andere bron heeft het over Adriaan de Raad

- https://www.openarch.nl/ghn:f883d39c-3ec4-479a-b07e-d798304b65df

- https://www.mpaginae.nl/Advocaten/advostrt.htm

- https://archief.amsterdam/archief/5075/10022

- https://www.vocsite.nl/schepen/detail.php?id=10515

- https://resources.huygens.knaw.nl/das/detailVoyage/97632

- Huwelijksregister Nederlands Hervormde kerk; Trouwen bk. 12-13, 1732-1753

zaterdag 6 november 2021

In dienst van Stad en Staat: Jan (Johannes) Tobias van Emmenes

In dienst van Stad en Staat: Jan (Johannes) Tobias van Emmenes

Dit artikel is het negentiende uit een serie over burgers die zich inzetten voor militaire taken en gaat over de dienstplicht, schutterijen en het reguliere leger. De discussie over de dienstplicht is nu weliswaar minder, maar nooit helemaal weg geweest en gezien het personeelstekort in het leger ook nu actueel. Het is nuttig om dit fenomeen in historisch perspectief te plaatsen. Sommigen hebben de dienstplicht ondergaan maar er zijn ook mensen vrijwillig het leger ingegaan, waarbij "het leger" een rekbaar begrip is. Ook milities, schutterijen en andere paramilitaire organisaties komen aan de orde. Met de beschrijving van de lotgevallen van deze mannen zie je tegelijkertijd een verschuiving van de loyaliteit jegens de stad naar loyaliteit jegens de staat.

Dit negentiende artikel gaat over Jan (Johannes) van Emmenes. Hij is gedoopt op 5 februari 1730 en is het kind van Tobias van Emmenes, bode van het Glazenmakersgilde. Tobias was getrouwd met Lucia Jans Poelstra en woonde in de Keimpema espel en is de broer van Renicus van Emmenes, een voorvader. Jan van Emmenes is dus een oomzegger van Renicus en geen voorvader, maar wel familie. 

Jan van Emmenes is op 18 december 1764 als jongmatroos in dienst getreden van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) bij het schip met de naam Landskroon. Het schip vertrok vanaf Texel met bestemming Batavia waar het op 13 augustus 1765 aankwam. Ze hadden een tussenstop bij Kaap de Goede Hoop van 5 mei 1765 tot 17 mei 1765. De schipper van de Landskroon heette Volkert Groeneweg van Oudshoorn. De Landskroon was gebouwd in opdracht van de kamer van Amsterdam. Het was een fluitschip, een lang type zeilschip met drie masten, een platte bodem, een brede buik, een ronde achtersteven en een smal dek. Het had een lengte van 150 voet en een laadvermogen van 1150 ton. Het was bewapend met 52 kanonnen. Dit type schepen werd voornamelijk gebruikt om vracht te vervoeren. Het was in 1757 gebouwd op de VOC werf van Amsterdam en voer voornamelijk op Batavia en Ceylon. Op 31 december 1780 werd het schip afgelegd in Indië.


Afbeelding 1 Pagina waarop de boekhouding van Jan Emmenes uit Leeuwarden staat op het schip de Landskroon

Op deze reis naar Batavia was ook een onderkoopman, J.W. van de Velden aan boord. De bemanning bestond verder uit 220 zeevarenden, 103 militairen en 17 ambachtslieden.

Afbeelding 2 De route van de Landskroon van de rede van Texel naar Batavia via Kaap de Goede Hoop

Op 26 oktober 1766 vertrok hij weer naar huis met het schip met de naam Enkhuizen. Daarmee kwam hij op 14 december 1766 aan bij Kaap de Goede Hoop en vertrok daar weer op 7 januari 1767 om op 8 mei 1767 in Nederland te arriveren. Het schip was beladen met thee.

Het verlangen naar de zee was dusdanig dat hij op 24 november 1767 zich weer aanmeldde. Hij was nu provoost, een scheepsofficier, op het schip met de naam Kronenburg. Een provoost zorgt voor orde en tucht aan boord van het schip. De provoost was de politieagent aan boord. Hij controleerde de bemanning en zag erop toe dat iedereen zich netjes gedroeg. Ook zorgde hij ervoor dat verdachte zaken voor de scheepsleiding kwamen, zodat de verdachte kon worden berecht. Geen bureaucratie, maar ‘Lik op stuk beleid’.

De provoost was dus vooral bevoegd te handelen bij de actieve rechtshandhaving. De administratie van de rechtspraak aan boord werd door een lid van de scheepsraad bijgehouden in een sententieboek. Een provoost verdiende in die tijd ongeveer 12 gulden per maand. Verder had hij een insigne, een provooststok. Op 14 juni 1768 kwam het in Batavia aan, via Kaap de Goede Hoop waar het van 23 februari 1768 tot 29 maart 1768 een tussenstop maakte. Daarna ging de reis naar Ceylon.


Afbeelding 3 Pagina waarop de boekhouding van Jan Emmenes uit Leeuwarden staat op het schip de Kronenburg

De terugreis vanaf Ceylon begon op 16 november 1768 waarbij Kaap de Goede Hoop weer werd aangedaan, Ze kwamen daar aan op 2 februari 1769 en vertrokken weer op 1 maart 1769. Op 2 juni 1769 kwam het schip op Texel aan. De kapitein was Pieter Andriesz.

Op 2 oktober 1769 nam hij weer dienst, ook nu als provoost, maar nu op het schip Alkemade. Dit zou zijn laatste reis worden. Hij is overleden op 28 juni 1770 ergens in Azië. De Alkemade was in 1768 voor de kamer van Amsterdam op een VOC werf in Amsterdam gebouwd, was 150 voet lang en een laadvermogen van 1150 ton. De bemanning bestond uit 208 tot 356 koppen. Het schip was vanaf Texel vertrokken en had op 15 februari tot 5 maart 1770 een tussenstop gemaakt op Kaap de Goede Hoop. De kapitein heette Jan van Eysden. Op 27 mei 1770 waren ze in Batavia aangekomen.


Afbeelding 4 Pagina waaruit blijkt dat Jan Emmenes uit Leeuwarden provoost is op het schip de Alkemade

Ook zijn broer, Huibert van Emmenes, voer. Hij was op 29 oktober 1759 als scheepskorporaal, belast met toezicht en onderhoud aan wapens en wapensmid, uitgevaren vanaf Texel met het schip Vrouwe Petronella. Een scheepskorporaal werd ook wel 'kapitein des armes', wapensmid of zwaardveger genoemd. Dus ondanks wat de naam doet vermoeden was het geen militair, maar een ambachtsman. Een scheepkorporaal verdiende ongeveer 14 gulden per maand. Ter vergelijking: een soldaat verdiende 9 gulden en de kapitein 80 gulden per maand.


Afbeelding 5 Pagina waaruit blijkt dat Huybert Emmenes van Leeuwarden scheepskorporaal was in 1759 op de Vrouwe Petronella

Hij is een paar keer van Texel naar Batavia heen en weer gegaan op de Vrouwe Petronella onder verschillende kapiteins. Hij is uiteindelijk op 1 mei 1767 uit dienst gegaan in Azië. Wat er daarna met hem is gebeurd is niet duidelijk. De Vrouwe Petronella is in 1755 gebouwd voor de kamer van Enkhuizen op de VOC werf in Enkhuizen. Het had een lengte van 140 voet en een laadvermogen van 880 ton en een bemanning van 232 tot 250 koppen. Het schip is op 11 januari 1768 vergaan tussen twee eilanden aan de westzijde van de Ganges, toen het onderweg was naar Bengalen. De bemanning en de goederen zijn overigens geborgen. Uit een bericht van 4 juli 1766 bleek overigens de gebrekkige gesteldheid van het schip al. De meeste schepen van de VOC uit die tijd gingen ongeveer 15 jaar mee.

In de archieven is ook een Huybert Temmenes van Leeuwarden te vinden, welke als jongmatroos op 19 december 1757 in dienst treedt van de VOC op het schip Vlietlust, dat vanaf Texel via de Kaap de Goede Hoop naar Ceylon vertrekt.  De Vlietlust is op 7 mei 1758 aangekomen in Kaap de Goede Hoop en op 17 mei 1758 verder gereisd naar Ceylon. Het is naar alle waarschijnlijkheid een schrijffout en wordt ook hier Huybert Emmenes bedoeld. Huybert gaat op 23 juli 1758 uit dienst in Azië. De kapitein van de Vlietlust heette Jacob Zwart. Het schip had een tonnage van 1150, en was in Amsterdam gebouwd in 1752. Het had een lengte van 150 voet en is op 21 oktober 1774 uit de vaart genomen. Van de bemanning van 376 man overleden er tijdens de reis 89. 



Afbeelding 6 Pagina uit soldijboek van het schip Vlietlust, waaruit blijkt dat Huybert Temmenes uit Leeuwarden via Kaap de Goede Hoop naar Ceylon voer


Afbeelding 7 Het dek van een achttiende eeuws VOC-schip

Afbeelding 8 Voorbeeld van een fluitschip, zoals de Landskroon

Een halve eeuw eerder waren drie broers, Isack, Abraham en Simon Overneij, de zonen van dominee Johannes Overneij, hun voorgegaan als soldaat respectievelijk assistent van de (onder)koopman bij de VOC. Ook zij waren, zijdelings, familie van een voorvader, namelijk de kinderen van een oomzegger van Isaac Overneij. Zie daarvoor een eerder artikel.

Geraadpleegde literatuur en bronnen:

- http://www.mpaginae.nl/At/Naamwyser1762.htm

- http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/DAS/voyages?field_voynumber=7716

- https://www.pangaea.de

- http://resources.huygens.knaw.nl/das/detailVoyage/98620

- http://resources.huygens.knaw.nl/das/detailVoyage/95107

- https://www.vocsite.nl/schepen/detail.html?id=10568

- https://sejarah-nusantara.anri.go.id/marginalia_ships- 

- https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/1.04.02/invnr/3159/file/NL-HaNA_1.04.02_3159_0003


Kunstzinnige voorouders: Dirk Gerbenzon

Dirk Gerbenzon Dit artikel is  er een uit een serie over mijn voorouders die als ambachtsman, handelaar of kunstenaar actief zijn geweest en...