Posts tonen met het label schilder. Alle posts tonen
Posts tonen met het label schilder. Alle posts tonen

zaterdag 4 februari 2023

Kunstzinnige voorouders: Benne (Bernard) Simonsz Accema

Kunstzinnige voorouders: Benne (Bernard) Simonsz Accema 

Dit artikel is het vijfde artikel uit een serie over mijn voorouders die als ambachtsman of kunstenaar actief zijn geweest en verbonden zijn met de stad Leeuwarden. Want naast militairen en leraren waren er ook veel ambachtslieden en kunstenaars in de familie.

Dit vijfde artikel gaat over Benne Simonsz Accema. Hij is in Burum op 12 juli 1696 geboren en op 12 juli 1696 gedoopt. Hij is de zoon van Simon Accama, predikant en van Aeltje Boetes Nievelt. Simon heeft een zus, Rinske, en die is getrouwd met Johannes Huijberts van Emmenes. Zie het artikel over hem. Benne Simonsz Accema is dus geen voorvader, maar wel familie.


Afbeelding 1 Zelfportret van Bernardus Simonsz Accama

Op 30 september 1726 was hij getuige van een belediging, in die tijd een zwaar vergrijp. Hij woonde toen aan de Grachtswal in Leeuwarden. In 1719 had hij daar een huis gekocht.

Hij woonde een groot deel van zijn leven in Leeuwarden. Hij werkte onder andere voor Stadhouder Willem IV. Hij gaf les aan zijn broer Mathijs. Hij had de gewoonte om de achterzijde van zijn werk te nummeren. Op een portret van Anna Maria van Burmania staat het nummer 1189, wat zou betekenen dat hij enorm veel geschilderd heeft.


Afbeelding 2 Anna Maria van Burmania, Bernhard Accama, 1754 met nummer 1189 in Dekemastate


Afbeelding 3 Hanna van Hanover, prinses van Oranje-Nassau, geschilderd door Benne Accama in 1736

In 1749 woonde hij aan het Zuidvliet. Zijn vijf jaar jongere broer Matthijs was ook schilder en woonde vlakbij hem. 

Hij is overleden in Leeuwarden op vier april 1756 in Leeuwarden. 

Geraadpleegde literatuur en bronnen:

- https://rkd.nl/nl/explore/artists/259

- https://www.dekemastate.nl/over-dekema-state/historie/portretten/anna-maria-en-johanna-agatha-van-burmania

- Leeuwarden, archiefnummer 5, Gewestelijke bestuursinstellingen van Friesland 1580-1795 - Tresoar, inventarisnummer 6480, blad 621

- Groot-Consentboek, archiefnummer 1001, Archief van de stad Leeuwarden - Historisch Centrum Leeuwarden, inventarisnummer 3647, blad 172

dinsdag 19 oktober 2021

Kunstzinnige voorouders: Frederick Jansz Hayema

Kunstzinnige voorouders: Frederick Jansz Hayema (no 526)

Dit artikel is het vierde artikel uit een serie over mijn voorouders die als ambachtsman of kunstenaar actief zijn geweest en verbonden zijn met de stad Leeuwarden. Want naast militairen en leraren waren er ook veel ambachtslieden en kunstenaars in de familie.

Dit vierde artikel gaat over Fredrick Jansz Hayema. Aangegeven wordt dat hij tussen 1669 en 1674 geboren is en waarschijnlijk in 1746 overleden. In 1714 wordt hij aangeduid als zijnde 40 jaar, dus terugrekenend moet hij in 1674 zijn geboren. Hij wordt ook wel met Freer(c)k Jans H(e)ayma aangeduid.

Op 4 januari 1696 is hij in de Jacobijner kerk in Leeuwarden getrouwd met Aeltje Overney, de dochter van Petrus Izaaks Overney, zie daarvoor het derde artikel uit deze reeks. Freerk Jans heeft samen met Aeltje Overney op 21 mei 1698 een stuk land in Kollum gekocht, bekend onder de naam Hayema Zathe. " 3/4 van de zathe ende landen, genaemt Hayema-zate met de huijsinge, schuire ende hovinge, sampt bomen ende plantagie cum annexis, staande ende gelegen in den dorpe Collum in Turpmaclucht ... (1)  

Ter illustratie van de onderlinge familierelaties is onderstaand schema.



Afbeelding 1 Schematisch overzicht van de familierelaties

In 1704 is zijn zoon Izaak geboren en op 31 augustus 1704 in Leeuwarden gedoopt en op 26 december 1701 zijn dochter Hilegonda. Hilegonda trouwt later met Annius Schellinga. Izaak is later als sergeant naar Oost Indië gegaan en in 1731 met het VOC schip Westerdijkshorn naar Amsterdam teruggekomen. 

Op 14 juli 1709 trouwde Freerck in de Jacobijner kerk met Trijntje Abis uit Hardegarijp en twee jaar later trouwde hij nogmaals, te weten op 20 december 1711, nu met Franske Clamerus Scheltinga.


Afbeelding 2 Vermelding van huwelijk tussen Freerck Haijema en Franske Clamerus, trouwregister

Franske komt uit Franeker. Ze heeft in 2 juli 1687 daar belijdenis gedaan. Op 27 oktober 1702 komt ze over naar de hervormde kerk van Leeuwarden. In 1711 zijn Freerk Hayema en Franske Clamerus eigenaar van de Schilcampen 1 (beneden voor) in Franeker. (2) Het is niet waarschijnlijk dat ze daar ook gewoond hebben. Later, op 20 januari 1769 wordt het pand door de erven van Franske verkocht voor de somma van 350 gg te betalen in baar geld en klinkende munten in drie termijnen op 1 mei 1769, 1 november 1769 en 1 mei 1770. 


Afbeelding 3 Schilcampen 1, Franeker. Het pand is van later datum, maar dit is wel de plek waar Freerck Hayema een pand in bezit had

In 1729 is hij naar Amsterdam verhuisd. Hij betaalde het poortersgeld op 17 januari 1729. 

Hij was decoratieschilder van beroep. Zo schilderde hij een vuurwerk te Leeuwarden naar aanleiding van de Vrede van Utrecht in 1713, naar een ontwerp van de architect Marot. Blijkens het Registratieboek van de Gedeputeerde Staten ontving hij daarvoor 715 gulden en 9 stuivers. Het schilderij is onvindbaar, maar er is wel een gravure door P. van Call van.


Afbeelding 4 Vuurwerk bij de viering van de Vrede van Utrecht te Leeuwarden, op het marktveld op 14 juni 1713. Frieslands Vrede Vuurwerk, ontworpen door architect Daniël Marot (1661-1752)

Op 26 april 1707 was hij mede curator van Rintie Hessels Tambuse en  op 27 oktober 1713 daagt hij ene Pier Dircks voor het gerecht. 

In januari 1714 kreeg Freerk Jansz Hayema, als vader en voogd van zijn kinderen bij wijlen Aeltie Overney, erfgenamen van hun grootvader Petrus Overney, aanzegging om 't Stadts klockhuys voor mei te ontruimen. Dit was zoals in het artikel over Petrus Overney te lezen valt de oude Sint Marie kerk in Nijehove. Het gebouw kreeg een andere bestemming, onder meer als turfschuur, armenschool en schoolmeesters woning. Dit was ook de afspraak, want de oude kerk werd nog onderhouden door de stad en het overlijden van Petrus Overney in 1712 had hiertoe geleid. Of Freerk Jansz Hayema zelf ooit in het klokhuijs heeft gewoond is onbekend.

Voogd van het Tucht- en werkhuis 

Freerk Hayema was voogd van het landschaps Tucht- en werkhuis in Leeuwarden en uit hoofde van die functie deed hij op 7 februari 1714 aangifte van belediging van hemzelf en van de andere voogden van het Hoekster espel. Hij had die functie vanaf 27 oktober 1707 tot 26 april 1730. Het bestuur van het gesticht werd gevormd door vier voogden of curatoren, een tuchtmeester of binnenvoogd en twee "tuchthuismoeren" of voogdessen. De binnenvoogd en binnenmoeders woonden in het complex. Freerk Haeyma was buitenvoogd. Het gebouw was in 1661 voor het bedrag van 64.500 gebouwd vlak bij het blokhuis. Het is overigens in de nacht van 12 op 13 november1754 afgebrand, waarbij de brand waarschijnlijk veroorzaakt is door de gedetineerden zelf. Een vrouw en vijf mannen kwamen om het leven en een boel gevangenen ontsnapten. Het is ook niet verwonderlijk dat het afbrandde, daar het toezicht op de gevangenen destijds minimaal was, er met allerlei brandbaar materiaal gewerkt werd en het gebouw toen deels van hout was. Het is in 1755 en 1756 herbouwd. 



Afbeelding 5 De toegangspoort van het provinciale tucht en werkhuis, afgebrand in 1754 en een jaar later herbouwd. Toen Freerck Hayema er voogd was zal het er dus iets anders hebben uitgezien.


Afbeelding 6 Boven de poort zijn twee gedetineerden afgebeeld die aan het raspen zijn.

Tussen 1715 en 1724 werd het interieur van het stadhuis van Leeuwarden voltooid en gelukkig zijn verschillende delen ervan behouden gebleven, zoals een pilasterpoortje met grisaille en een eveneens door Freerk Hayema beschilderde zoldering in de Burgemeesterskamer. Bij rekeningen met betrekking tot de bouw van het stadhuis uit 1717 of 1718 staat: "Betaalt aan Monsr. Hayema ter sake schilderwerk in de Raadkamer en 't verven van de Poort in 't voorhuys een somme van vijff hondert Car. gls." Het betreft een schoorsteenstuk, een symbolische voorstelling. In de hoeken zijn allegorische in grisaille geschilderde vrouwenfiguren geplaatst en de kanten worden ingenomen door balustrades, waarop engeltjes spelen. 

Boven de poort in het voorhuis is een grisaille voorstellende de Vrede met aan haar linkerzijde de Onrust, ook door Frederick Hayema geschilderd.


Afbeelding 7 Allegorie op de Vrede en de Onrust door Frederick Hayema in het Stadhuis in Leeuwarden, afm. 102 x 164,5 cm 

Hij was tevens betrokken bij de bouw van het Coulonhuis.  Dit blijkt uit een schuldbekentenis van Antoine Coulon van 29 januari 1721, waarin staat dat Coulon, bouwmeester van "Haer Hoogheid De Furstinne Douariere van Oranje en Nassau" 850 gulden aan de mr. schilder Freerck Hayema schuldig was "ter saecke geleverde verwen, arbeydsloonen van verwen, schilderen aen ons Debiteuren huys gedaan mitsgaders wegens geleend en verschoten geld als ook van verschenen interessen." Op 6 november van dat jaar volgt er nog een schuldbekentenis van Coulon van 50 gulden. Volgens Nanne Ottema, conservator van het musuem "Het Princessehof" heeft Freerck Hayema de sopra porte (deurstuk) in het Coulon huis geschilderd.

Verder zou er nog een fraai tuingezicht door hem gemaakt zijn met een rivier en bergen in 't verschiet. Dit bevond zich in het bezit van J. Draisma van Valkenburg, die het gevonden had in het door hem gekochte huis in de Doelestraat. Hij is ook schilder van familiewapens, zoals blijkt uit een post van een rekening van Mevrouw Johanna van Vierssen, te weten op 18 Febr. 1723: "aan Freerk Hajema betaalt negentien Car. gis. achttien strs. voor 't schilderen van het wapen volgens quitantie no 26". 

Hij heeft ook een wapen geschilderd voor Isabella Susanna barones thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg ter gelegenheid van haar begrafenis in 1723. Hij kreeg daar ruim 44 gulden voor. De begrafenis was indrukwekkend: Met veel pracht en praal werd Isabella Susanna in 1723 begraven. Isabella werd naar de kerk van Beetgum gebracht in een koets met zes paarden, 's avonds laat, want een begrafenis bij donker gold in die tijd als deftig. De bediende Sipke Jacobs - sinds 1710 bij haar in dienst - droeg het wapen. Vóór het wapen liepen vier livrei-dragende knechten met fakkels, terwijl de rouwkoets met aan beide zijden drie fakkels begeleid werd. De eerstvolgende koets kreeg vier en de overige twee fakkels toegewezen. Alleen in Beetgum zou de klok geluid worden en dat gedurende één dag.

In 1711 heeft hij een bedrag van 500 gulden uitgeleend aan Bernardus Bennema om winkelwaren en winkelgereedschappen te kunnen komen. In datzelfde jaar heeft hij 300 gulden uitgeleend aan Pijtter Harteweert. Kennelijk was hij dus niet onbemiddeld. 

In 1716 koopt hij een huis in de Oude Doelesteeg op de hoek met de Nieuwestad. In 1720 koopt hij een huis in de Grote Kerkstraat dat hij in 1721 weer verkoopt. In 1725 koopt hij een huis in de Molensteeg. 

In de periode 1715 tot 1721 treedt Freerk Jansz Hayema op als curator optreden over de kinderen van wijlen Gerlof Feickes, vaandrig en meester koekenbakker in Leeuwarden en in 1721 als administrateur. Ook in 1722 was hij curator in een ander geval en toeziend voogd.

Op 21 Februari 1720 en 16 december 1724 koopt hij samen met zijn derde vrouw Franske Clamerus een groot huis in de Grote Kerkstraat respectievelijk een huis in de Molensteeg.



Afbeelding 8 Het schoorsteenstuk in de burgermeesterskamer verwijst naar de Unie van Utrecht, de grondslag van de Republiek,  geschilderd door Frederick Hayema, het symboliseert Concordia, eenheid



Afbeelding 9 Het plafond in de Burgermeesterskamer in het Stadhuis van Leeuwarden, geschilderd door Frederick Jansz Hayema.

In de raadzaal het stadhuis van Workum hangt een schilderij genaamd Ananias. Dit wordt ook toegeschreven aan Freerck  Hayema, alhoewel hier discussie over is. Op het schilderij zou volgens eerdere restaurateurs staan: ‘Gij hebt niet menschen, maar Goode geloogen’. Deze nauwelijks leesbare tekst is een overschildering van een oudere onleesbare tekst. Onder de tekst staat een restant
van een signatuur, waarvan na wijzigingen en overschilderingen een letter J of F te lezen valt. Daarvóór staat de f voor fecit (’gemaakt’), maar een restant van het woord fecit staat ook achter de signatuur. Het wachten is nu op ondersteunend bewijs in de vorm van bijvoorbeeld een betaling dat hij het schilderij in opdracht heeft vervaardigd. Het restaureren in vroeger tijden kwam meer neer op overschilderen in de trant van dan het echt werd gerestaureerd, dus in hoeverre dit nog een orgineel werk is, is ook twijfelachtig.


Afbeelding 10 Schoorsteenstuk getiteld de dood van Ananias, toegeschreven aan Freerck Hayema, stadhuis van Workum


Afbeelding 11 Het schoorsteenstuk in de raadzaal van het stadhuis in Workum


Afbeelding 12 Allegorische voorstelling van de deugd Zwijgzaamheid, Freerck Hayema, HCL


Afbeelding 13 Afbeelding van Minerva, Freerck Hayema, HCL

Amsterdam 

In het boek van Pieter Scheltema getiteld Aemstel's oudheid of gedenkwaardigheden van Amsterdam wordt hij als een van Amsterdams schilders genoemd en als poorter vanaf 15 juli 1729 beschouwd. Het kan zijn dat Freerk na 1729 in Amsterdam is gebleven, maar in 1731 had hij nog 100 gulden uitgeleend aan Pijtter Clasen en in 1734 was hij nog eiser in een geding tegen Dr. Samuel Aestwarda, oud-schepen voor het Hof van Friesland. Uit een akte uit het hypotheekboek blijkt dat hij op vijf mei 1731 in elk geval nog in Amsterdam als kunstschilder bezig was. Op 26 juli 1731 wordt hij door zijn zoon Izaak, inmiddels teruggekeerd uit Oost Indië, gemachtigd om zijn zaken te regelen bij de bewindhebbers van de VOC kamer Amsterdam en om zijn koopmanschappen te verkopen.


Afbeelding 14 Voorpagina betreffende notariële machtiging gedateerd 26 juli 1731 van Fredrik Haijema 



Afbeelding 15 Tweede pagina betreffende notariële machtiging Fredrik Haijema 


Afbeelding 16 Slotpagina betreffende notariële machtiging Fredrik Haijema met handtekening van Izaak Haijema


Afbeelding 17 Afrekening van Izaak Haijema op het VOC schip Johanna




Afbeelding 18 Uitvergroting van de handtekening van Frederik Haijema 

In 1737 koopt hij een huis aan het Hoeksterkerkhof in Leeuwarden. Zijn vrouw Franske Clemmerus is op 6 juli 1745 overleden. 

Hijzelf is vóór 10 juni 1750 overleden, want toen waren er twee administrateurs voor zijn nalatenschap. Op 19 juli 1747 was hij nog in leven want dat is de dagtekening van een ondertekend codicil. Waarschijnlijk is hij op 7 april 1750 in Amsterdam overleden, omdat de dag er na, op 8 april 1750 twee van zijn vrienden, Nicolaas Simons van Winter en Jacob Muhl, bij de notaris Jan Ardinois verklaarden dat zij zijn begrafenis zouden regelen, maar dat ze onkundig waren van de staat van de nalatenschap en daar zich niet mee bezig wilden houden. Op 11 april 1750 is hij begraven volgens onderstaande pagina uit een begrafenisboek uit Amsterdam. Daar valt ook te lezen dat hij woonachtig was op de Reguliersgracht bij de Kerkstraat en dat de kist betaald was.


Afbeelding 19 Pagina uit het begrafenisboek van Amsterdam. Hij is begraven in de Zuiderkerk



Afbeelding 20 Reguliersgracht hoek Kerkstraat te Amsterdam, 1783

Zoals hierboven te lezen valt is Freerck Haijema begraven in de Zuiderkerk te Amsterdam. De vloer bestaat uit 552 hardstenen zerken. De zerken zijn onzichtbaar omdat ze onder een betonvloer liggen. De Zuiderkerk, is gebouwd tussen 1603 en 1611 door Amsterdamse stadsbouwmeester Hendrick de Keyser, die er ook begraven ligt. Ook het eerste kind van Rembrandt ligt er begraven. Het was de eerste kerk die echt voor de protestantse eredienst werd gebouwd. De kerk verloor in 1929 zijn functie. Het getuigt van weinig respect voor de doden dat de graven niet zijn geruimd of herbegraven. Sterker nog, er wordt op hun stoffelijke resten gedanst. Als er maar genoeg tijd over heen gaat dan kan dat kennelijk. Overigens is de kans dat er nog iets leesbaars terug te vinden is van het graf van Freerck Haijema bijzonder klein. De stenen zijn te ver afgesleten. Hij ligt er echter in goed gezelschap. Ook Ferdinand Bol is er begraven.



Afbeelding 21 Zuiderkerk in Amsterdam

Op 3 november 1750 is zijn boedel, bestaande uit schilderijen, geveild, zoals staat aangekondigd in onder andere de Amsterdamse Courant van 5 oktober 1750 en de Oprechte Haerlemse Courant van 1 oktober 1750.


Afbeelding 22 Advertentie inde Oprechte Haerlemse Courant van 1 oktober 1750

Geraadpleegde literatuur en bronnen:

(1)  De Haayema State en zathe behoorde in de eerste helft van de 16e eeuw aan de familie Eysma (...). De Haayema State stond op haar eigen saete ende landen. Het was een zeer fraai woonhuis met drie opgaande gevels, het had een zijkamer met een opgaande gevel en het dak was geheel met pannen gedekt. Er waren twee gewelfde kelders waarin zich een regenwaterbak bevond. De fraaie schuur met veel uitgangen was met rode pannen bedekt. Daarbij stond een put en een koelbak. Er omheen was een hof met bomen en planten, hekken, stekken, dammen en dampalen. Ongeveer 80 ponden land behoorden bij de state. Minne Wijbets en Grietke Taeckedr., wonende op Torp onder die clockslach Collum, kochten rond 1672 van Idse Wijbets (zijn broer) een saete landt, door henzelf bewoond en gebruikt, voor 1245 goudguldens en een rosenobel voor de huysfrou van de verkoper en een zilveren penninck voor het kind van de verkoper.

(2) In 1762 zijn de dochters van Franske Scheltinga bezitters van het pand Schilcampen 1 in Franeker. Alida Scheltinga, Maria Scheltinga, Franske Scheltinga en Catharina Scheltinga. Franske Scheltinga is gehuwd met Jan Hendrik van Emmenes, Zie het artikel over hem, Catharina Scheltinga is gehuwd met Bernardus van Emmenes (zie artikel over Bernardus) , de broer van Jan Hendrik van Emmenes, Dus twee zussen die gehuwd zijn met twee broers. Deze Bernardus is de vader van Dieuwke van Emmenes waar Obbe Gerbenzon mee getrouwd is. Het toeval (?) wil dat de vader van Obbe, Gerben Gerbenzon van 1772 tot 1773 aan de Schilcampen 1 woonde. Toen was het huis dus al verkocht aan een andere eigenaar.

- Avis, J.G. Daniel Marot en Freerck Hayema. - Oud-Holland 52 (1947), p. 208-209

- https://www.oks.nl/storage/app/media/fulltext/041_OttemaN_KunstambachtVolkskunstFriesland1942.pdf

- A. Wassenbergh, 'De decoratieschilders der achttiende eeuw en het stadhuis te Leeuwarden', Gedenkboek Leeuwarden 1435-1935, Leeuwarden 1935, p. 142-144

- H.M. van den Berg, 'Osinga State te Langweer en de Leeuwarder decorateurs van het eerste kwart van de 18de eeuw', Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 31 (1980), p. 328-340 (vermelding en afbeelding van een plafond van zijn hand)

- P. Bakker, Lexicon van schilders in Friesland (1590-1700), in: Gezicht op Leeuwarden. Schilders in Friesland en de markt voor schilderijen in de Gouden Eeuw, Amsterdam 2008 (proefschrift Universiteit van Amsterdam), p. 177-248; p. 202

- S. ten Hoeve, 'Jan Buiteveld (1747-1812), een Sneker decoratieschilder', De Vrije Fries 89 (2009), p. 117-164; p. 119

- Leeuwarden 1435- 1935 Gedenkboek, Leeuwarden 1935

- Idema, Greidanus, Het geslacht Greydanus, Greijdanus, Greidanus, Pluym Greidanus, Idema Greidanus, Van Wimersma, 1933-1936

- www.RKD.nl

- https://koninklijkfriesgenootschap.nl/wp-content/uploads/2021/01/DVF_2004_84.pdf

- https://www.mpaginae.nl/TW/Tuchthuis.htm

- https://www.blokhuispoort.nl/online-museum/huis-van-opsluiting/tuchthuisbrand-1754

- HCL w012-10 1707-04-26; w015-40 1750-06-10, Autorisatieboeken

- HCL gg102-86a 1711-11-23; gg102-24b 1711-02-25; gg119-33 1731-04-21; Hypotheekboeken

- HCL gg109-148a 1721-11-06; Informatieboeken

- HCL Beeldbank nr. THAC043b en GKL001000188

- Scheltema, Pieter, Aemstel's oudheid of gedenkwaardigheden van Amsterdam, 1863, p. 73

- https://archief.amsterdam/archief/5075/10022

- https://archief.amsterdam/archief/5075/9209

- https://archief.amsterdam/archief/5001/1096

- Bijtelaar, Bep, Het graf van Hendrik de Keyser, Maandblad Amstelodamum, 1951; p. 27

- Ottema, Nanne, Het Kunstambacht en de volkskunst in Friesland (Amsterdam, 1942), p. 109

- Amsterdamse Courant 15-10-1750

Oprechte Haerlemsche courant 1-10-1750

https://historischcentrumfraneker.nl/panden/schilcampen-1-boven-tussenwoning/

- https://www.mpaginae.nl/At/Carlsonbibliotheek.htm

- Jan Buiteveld, een Sneker decoratieschilder, De Vrije Fries, 89e deel, 2009, p. 151


Kunstzinnige voorouders: Dirk Gerbenzon

Dirk Gerbenzon Dit artikel is  er een uit een serie over mijn voorouders die als ambachtsman, handelaar of kunstenaar actief zijn geweest en...