Posts tonen met het label Antiek. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Antiek. Alle posts tonen

zondag 16 maart 2025

Echt of namaak? Delfts aardewerk van de Porceleyne Klaauw

Echt of namaak? Delfts aardewerk van de Porceleyne Klaauw

Echt of namaak? Bijna alles wat van waarde is wordt geïmiteerd of zelfs vervalst. Waar moet je op letten als je iets aan wilt schaffen? Enkele tips. 

In de 19de eeuw ontstaat een financiële prikkel om recenter gemaakt aardewerk te verkopen als antiek. In die zin is er niets nieuws onder de zon. Het schijnt zo te zijn dat meer dan 10% van alle kunst  en antiek die in musea staat of hangt vals is. Dus als experts er al in trappen is de doorsnee consument dan niet kansloos? Ja, maar ik heb er een certificaat bij gekregen! Van wie? Van de verkoper? Dus wij van WC-eend ... Wie kunst vervalst draait zijn hand ook niet om voor een "certificaat van echtheid".

Delfts aardewerk, soms zelfs voorzien van valse Delftse fabrieksmerken werd ook buiten Nederland geproduceerd. Een voorbeeld is de Noord-Franse fabrikant Geo Martel. Een ander voorbeeld is voorbeeld is Edmé Samson  uit Parijs. Maar ook in Engeland, Portugal en Duitsland werd Delfts aardewerk nagemaakt. "Delfts aardewerk" of "delftware" is ook geen beschermde naam en iedereen mag het produceren.

Echtheidskenmerken: 

Dus, een merk, in dit geval een klauw aan de onderzijde van een aardewerk bord, zegt nog niet zo veel. Ook niet als er eventueel nog een jaarcode of de voorletters van de schilder bij zouden staan. Je zult ook moeten kijken naar het materiaal en de gebruikte technieken en de decoraties. Wat ook helpt is een soort van C.V. van het bord. Soms weet de verkoper te vertellen waar het bord vandaan komt en wie de vorige eigenaren zijn geweest.

Het bord moet stevig en zwaar aanvoelen en het moet een heldere klank geven als je er tegen aan tikt. Het aardewerk vertoont een gele of rode scherf, al naar gelang de klei kalk- of ijzerhoudend was. Het bord moet glanzen vanwege het gebruikte loodglazuur. Het is handbeschilderd en de decoraties zijn meestal floraal van aard geïnspireerd op Chinese motieven. De gebruikte blauwe kleur is aan de donkere kant.

Koop het liefst bij een bekend en al langer bestaand adres. Als de prijs te mooi is om waar te zijn, dan is het ook inderdaad te mooi om waar te kunnen zijn. Een koopje is meestal een indicatie dat het niet echt is. Zeker als er dan ook nog een vorm van tijdsdruk op zit: er zijn meer kapers op de kust, dus u moet snel zijn...

Ga naar musea en kijk en vergelijk. Helaas zijn er ook musea die soms ergens zijn ingetrapt, maar de betere keramiekmusea hebben genoeg kennis om echt van vals te onderscheiden.

De Porceleyne Claeuw produceerde van 1661 tot 1840 en zat aan de Koornmarkt (oostzijde) in Delft. Het waas een plateelbakkerij in Delft en tot 1705 eigendom van de gezusters Cornelia, Maria en Elisabeth van Schoonhoven. In 1740 wordt de plateelbakkerij door Dirk van Dijk gekocht en omstreeks  1759 is Cornelis van Dijk eigenaar. In 1763 gaat het bedrijf over aan Lambertus Sanderus, die in 1806 75 procent van zijn aandelen verkoopt, waarna zijn erfgenamen in 1882 de resterende aandelen van de hand doen. In 1840 wordt De Porceleyne Claeuw opgeheven. Als plateelschilder zijn werkzaam geweest Cornelis van Schagen en Hendrik Knijff. De grote bloeitijd van de plateelbakkerij valt is in de achttiende eeuw. Bekend zijn vooral de zogenaamde pauwenborden van Sanderus, die. hoewel vrij grof geschilderd, smaakvol en decoratief zijn. 

Merken: tot l764 diverse uitvoeringen van een klauw, soms met de letters cvs (kunnen zowel initialen zijn van de eigenares Cornelia van Schoonhoven als die van de plateelschilder Cornelis van Schagen ). In 1764 deponeert Lambertus Sanderus een fabrieksmerk: een gestileerde klauw, soms met toevoeging van de initialen L.S.


Afbeelding 1 Een mooie grote schotel met floraal decor van de Delftse Plateelbakkerij 'De Klaauw' waarschijnlijk gemaakt rond 1780-1800, wat te zien is aan de donkerblauwe kleuren en de vlot geschilderde uitwerking met een wat grover penseel. Er is gebruik gemaakt van een bekend "chinoiseriethema", dat wil zeggen dat er een afbeelding is van verschillende bloemen en insecten. Op de rand zit een herhalend floraal motief. De schotel heeft een diameter van 34,5 cm. en is aan de achterzijde gemerkt met het figuratieve klauwtje. Aan de rand zijn rondom wat glazuurchips zichtbaar, wat normaal en gebruikelijk is voor een aardewerken schotel van deze leeftijd. Verder is de schotel in prima staat (zie www.gerbenzon.com)



Afbeelding 2 Merkteken De Klauw

Verder lezen:

- Delfts Aardewerk, Jonkvrouwe Dr C. H. de Jonge (Rotterdam, Den Haag 1965)

zondag 24 maart 2024

Kunstzinnige voorouders: Dirk Gerbenzon

Dirk Gerbenzon

Dit artikel is het zesde uit een serie over mijn voorouders die als ambachtsman, handelaar of kunstenaar actief zijn geweest en verbonden zijn met de stad Leeuwarden. Want naast militairen en leraren waren er ook veel ambachtslieden en kunstenaars in de familie. Dit artikel gaat over mijn vader.

Dirk Gerbenzon is geboren op 6 maart 1930 en hij is overleden op 3 juni 1989. Hij was de jongste zoon van Johannes Elzertus Gerbenzon. Hij was net als zijn vader antiquair en taxateur. 


Afbeelding 1 Vermelding in de Leeuwarder Courant van 8 maart 1930




Afbeelding 2 Dirk Gerbenzon in zijn eerste levensjaar



Afbeelding 3 Dirk op de arm bij zijn moeder Eeke Gerbenzon - Visser. op de binnenplaats achter de ouderlijke woning 

Hij zat op school vlak bij zijn ouderlijk huis aan het Hofplein. Onderstaande foto is naar alle waarschijnlijkheid gemaakt voor het Oranje Bierhuis.


Afbeelding 4 De schoolklas van de lagere school, de Hofschool genoemd, daarvoor gemeenteschool no. 3.Dirk zit op de voorste rij tweede van rechts.




Afbeelding 5 Dirk Gerbenzon op jonge leeftijd


Afbeelding 6 De hofschool aan het Hofplein in Leeuwarden, ontworpen door Thomas Romein

Dirk vertelde graag het verhaal dat zijn juf een beetje hardhorend was en als er in de Tweede Wereldoorlog geschoten werd en de de sirenes hadden het signaal veilig weer gegeven wist hij en zijn medeleerlingen deze "pauze" in het lesgeven te verlengen door met hun vingers in de metalen vakken van hun schoolbank te roffelen en hun juf wijs te maken dat er nog geschoten werd.

De oorlog was nooit ver want broer Andries moest onderduiken om te voorkomen dat hij opgepakt werd voor de Arbeidsinsatz. Wat het ook niet makkelijker maakte was dat een paar huizen verderop, in het huis genummerd Weerd 11, een N.S.B.-er zat, tandarts J.J. Timminga. Zijn zoon Koos Timminga sneuvelde in november 1942 aan het Oostfront als oberscharführer. Verder ging het gerucht dat Anton Mussert in het huis aan de Weerd 11 logeerde als hij in Leeuwarden was. Geen prettig gevoel.

In juni 1949 slaagde hij voor de Lagere Avond Handelsschool in Leeuwarden.


Afbeelding 7 Vermelding in de Leeuwarder Courant van 1 juni 1949



Afbeelding 8 Dirk Gerbenzon als jonge man

Dirk was afgekeurd voor militaire dienstplicht. 

Op 25 juli 1950 slaagde hij voor het middenstandsdiploma Algemene Handelskennis. 

Afbeelding 9 Dirk Gerbenzon met zijn klas van de ULO aan de Wissedwinger in Leeuwarden. Dirk zit helemaal links.

Daarna kwam hij in de zaak van zijn vader te werken, samen met zijn broer Andries. In de jaren vijftig en zestig werkten er nog meerde personeelsleden bij de Firma P. Gerbenzon & Zonen. Ik ben de volgende namen tegengekomen:

Kielder (Johan Hendrik ?)

Van de Bijl

Lenos

Huisman (Willem Johannes ?of Reinder ?)

Van Dijk

Zij werkten in elk geval in de jaren 1959 - 1960 bij Gerbenzon. ¹ Als iemand nog nadere informatie heeft over ex-werknemers dan hoor ik dat graag. Ik weet dat een heer genaamd Engelbertus Beckers in de jaren dertig van de twintigste eeuw ook bij de Firma P. Gerbenzon & zonen gewerkt heeft, net als Tjibbe van der Meulen, de vader van Jan van der Meulen, de bekende meubelmaker aan het Vliet.

Tevens zijn we de naam A. Schouten tegen gekomen met de datum 10 januari 1947.

Zo werd er ook regelmatig nieuw personeel opgeleid.


Afbeelding 10 Advertentie in de Leeuwarder Courant van 22 oktober 1954 waarin gevraagd wordt naar een leerling meubelmaker.


Afbeelding 11 Advertentie in de Leeuwarder Courant van 30 maart 1960 waarin om een aankomend meubelmaker wordt gevraagd.

Dit opleiden was niet altijd een succes. Soms was er een leerling die de verkeerde kant van de beitel sleep omdat dat "zulke mooie vonkjes" opleverde.

Later werd er om meer ervaren krachten gevraagd:


Afbeelding 12 Advertentie in de Leeuwarder Courant van 1 december 1964

Dirk was getrouwd met Elizabeth van der Steeg. In januari 1959 waren ze in ondertrouw gegaan.


Afbeelding 13 Dirk Gerbenzon en Elizabeth van der Steeg

Hij werd in 1973 lid van het Fries Genootschap.   



Afbeelding 14 Dirk Gerbenzon met zijn zoon bij het water van de Nylansdijk in Leeuwarden

Dirk en Elizabeth hadden een dochter, Carmen, geboren op 27 september 1962, en een zoon, Johannes Elzertus, geboren op 23 juli 1965. Ze woonden aanvankelijk aan de Nylansdijk in Leeuwarden, daarna in de Nicolaas Maesstraat en later in de Weerd. Het pand in de Weerd is er een met een geschiedenis. Niet alleen zit de familie Gerbenzon daar al sinds 1910, maar ook zijn er tal van verhalen te vertellen over het pand, zoals te lezen valt in het Friesch Dagblad van 26 november 2014.

"Op de hoek Weerd/Bagijnestraat verhaalt Van der Ende over de tragische geschiedenis van de familie
Arentsma. Op het pand staat met grote letters te lezen: P. Gerbenzon & zonen. De arme Jasper Meinders Arentsma overleed in 1751 aan bittere hartzeer, zo schrijven de kronieken. Dat geloven we graag als we het verhaal hebben gehoord. Zijn eerste vrouw stierf in het kraambed. Vier van de acht kinderen stierven op jonge leeftijd. Zoon Rein door een val door een luik op zolder. De gevolgen van de
beenamputatie waren desastreus. Zoon Jan door een kuip kokend bier die hij brouwde voor het oudejaarsfeest in Leeuwarden. De brandwonden werden hem fataal. Ronduit stil zijn we als we het verhaal horen van die lieve kleine Titia. Als ze op straat speelt en op haar pruimesteen fluit (een fluitje gemaakt van een pruimepit, red.), schiet het speeltje, ongelukkigerwijs door een duw van een vriendinnetje, in haar keel. Door de gaatjes in de pit kan ze ademhalen, maar alleen heel moeizaam. Niemand kan haar helpen, een operatie is te riskant. Uiteindelijk sterft ze een langzame dood door uithongering."


Afbeelding 15 Dirk Gerbenzon met zijn dochter Carmen



Afbeelding 16 Dirk Gerbenzon voor het door hem voor zijn dochter gemaakte poppenhuis

Dirk dreef de antiekzaak in de Weerd samen met zijn broer Andries. Helaas overleed Andries op 54-jarige leeftijd. Dirk zet samen met zijn vrouw Elizabeth de antiekhandel voort.


Afbeelding 17 Advertentie in de Leeuwarder Courant van 13 juni 1974


Afbeelding 18 Artikel in de Leeuwarder Courant van 30 september 1976

De zilveren brandewijn kom werd later teruggevonden en de dief is gepakt. 



Afbeelding 19 Artikel in de Leeuwarder Courant van 31 mei 1978.

De antiekzaak was meerdere keren het doelwit van inbrekers en vandalen. De mooie grote etalageramen hadden een nadeel. Op 2 mei 1977 en op 19 december van dat jaar werd een etalageruit ingegooid, maar beide keren werd er niets gestolen en was er alleen schade. Op 20 januari 1979 had een winkeldief wel succes en wist een Koreaans theepotje ter waarde van 525 gulden te stelen.

Helemaal bont maakte een inbreker het die in het grote pand verdwaalde en dus vrij eenvoudig kon worden ingerekend. Dat hij zich van te voren moed had ingedronken had ook niet geholpen.


Afbeelding 20 Artikel in de Leeuwarder Courant van 24 juli 1978

Aan het einde van het jaar moest de man voor de rechter uitleg geven en hing hij een leuk verhaal op dat van geen kant klopte, maar waar de rechter wel in trapte.

"Een even geheimzinnige opwelling bevloog in de nachtelijke uren van 21 juli j.l. de 30-jarige chauffeur Goosling H. W. uit Beetgum toen hij een Leeuwarder centrumcafé verliet alwaar hij menig glas gedronken had en toen in de St. Anthonystraat een onbeheerde ladder ontwaarde. Hoewel er nog menige passant op straat liep, wandelde hij met dat ding weg en zette hem in de Weert tegen een muur, klom een dak op, trok de ladder mee en vervolgde zijn alpinistische reis over enkele daken tot hij tree voor tree afdaalde op een binnenplaatsje.

Na enig morrelen vond hij een hierop uitkomende open deur en betrad een woning waar hij op een trap stuitte welke nij besteeg. Op de eerste verdieping gekomen van wat later de woning zou blijken van de antiekhandelaar Gerbenzon opende hij een deur, die toegang verschafte tot de slaapkamer van het echtpaar, dat wakker was geworden en opeens een man bij de echtelijk sponde zag verschijnen, die vriendelijk zei: „Welterusten samen!" en toen maakte dat hij ijlings weg kwam. De gealarmeerde politie trol Goosling even later in de winkel aan waar hij zich achter een kast verborgen had.

De officier had in eerste aanleg poging tot diefstal ten laste gelegd en ten tweede huisvredebreuk. De chauffeur ontkende evenwel, dat hij bezig was geweest aan illegale bezitsspreiding en weet zijn stunt aan door drank gevoede overmoed. Hij had eens even willen laten zien wat hij wel durfde en aangezien uit niets bleek, dat hij geldzorgen had en dus enige drijfveer bezat om uit stelen te gaan vond ook de politierechter het allemaal hoogst merkwaardig. Bovendien is het lopen met een ladder ten aanschouwe van andere wandelaars nu ook niet zon treffend begin van een inbraak „Misschien kan de officier er iets van maken", zei de rechter.

Mr. Bueno kon er niet zoveel van maken, dat het eerste punt van de dagvaarding in stand bleef al noemde hij Gooslings affaire wel heel opmerkelijk. „Hij zegt, dat hij dronken was maar hij was wel zo ad rem om het echtpaar direct goedenavond te wensen. Dat verwacht je niet van een dronken tor. En ook' was hij zo kien om achter een kast weg te duiken..." Voor de huisvredebreuk vorderde officier een boete van ƒ5OO.

De verdachte zei in het laatste woord, dat hij dit jaar wegens verkeerszaken al enkele malen gepeperde boetes opgelegd had gekregen en bepleitte hem dit keer wat schappelijk te behandelen. De politierechter ging inderdaad lager dan het openbaar ministerie en zond de huizenklimmer heen met een boete van ƒ250." (Leeuwarder Courant 19 december 1978).








Afbeelding 21 Artikel in de Leeuwarder Courant van 7 december 1981

Op 8 maart 1982 werd het raam van de voordeur van de antiekzaak ingetrapt. Zinloos, want er zaten tralies aan de binnenkant. De schade viel dit keer mee, maar het was de zoveelste keer dat de zaak slachtoffer was van vandalisme of poging tot inbraak. En soms lukte het wel.


Afbeelding 22 Artikel in Leeuwarder Courant van 3 januari 1980



Afbeelding 23 Artikel in de Leeuwarder Courant van 7 september 1981



Afbeelding 24 Artikel in de Leeuwarder Courant van 7 januari 1983


In de meeste gevallen werden de dieven gepakt. 




Afbeelding 25 artikel in de Leeuwarder Courant van 19 april 1986



Afbeelding 26 Artikel in de Leeuwarder Courant van 21 april 1986

In de nieuwjaarsnacht van 1 januari 1986 ging er een fles rum door de etalageruit. De verzekering dekte weliswaar de schade aan het raam, maar het is een slecht beging van het nieuwe jaar. Nog afgezien van de rommel. Op 18 oktober 1986 deed Dirk Gerbenzon nog aangifte van de diefstal van een Perzisch kleedje ter waarde van 650 gulden. De lol van het handelen in antiek was er voor Dirk wel vanaf na deze zoveelste diefstal. Ondanks waakhond, camera's en alarmsystemen en andere zichtbare en onzichtbare beveiligingsmaatregelen. Dit was niet de manier hoe hij in het leven stond. Hij wilde mensen kunnen vertrouwen en het zal hem de nodige stress hebben opgeleverd. Zijn gezondheid leed er onder. Op 3 juni 1989 overleed hij als gevolg van een hartstilstand.


Afbeelding 27 Advertentie in de Leeuwarder Courant  van 5 juni 1989.



Afbeelding 28 Advertentie in de Leeuwarder Courant van 30 juni 1989


Afbeelding 29 Ontwerp van een voetenbankje met snijwerk gemaakt door Dirk Gerbenzon



Afbeelding 30 Boekenkastje met Fries kerfsnijwerk gemaakt door Dirk Gerbenzon


Geraadpleegde literatuur en bronnen:

1) In de jaren dertig van de twintigste eeuw werkte de heer Beckers als meubelrestaurateur bij de Firma P. Gerbenzon

- Het kleine krantsje 13 mei 1972; 1 oktober 1991

- Leeuwarder Courant 30 juni 1989;'5 juni 1989; 27 juli 1950. 31 mei 1978; 19 april 1986; 7 januari 1983; 7 september 1981;      21 april 1986; 18 oktober 1986; 3 januari 1986; 8 maart 1930; 19 december 1977; 2 mei 1977; 20 januari 1979;              19 december  1978; 22 oktober 1954; 1 december 1964; 8 juni 1955

- De Heerenveensche koerier, 1 augustus 1950

- Friesch Dagblad van 26 november 2014, p. 36

- Archief Firma P. Gerbenzon & Zonen




maandag 7 augustus 2023

Fries kerfsnijwerk


Fries kerfsnijwerk

Fries houtsnijwerk is het versieren van houten gebruiksvoorwerpen met de zogeheten kerfsneetechniek. Kenmerkend daarbij zijn geometrische figuren zoals rozetten en sterren. De term Fries, waar deze vorm van volkskunst de naam aan te danken heeft, slaat echter niet alleen op Friesland. Het kwam voor in het heel Noord-Nederland en het gebied rondom het IJsselmeer. Vaak werd er lindehout gebruikt, zacht licht hout zonder veel noesten. Maar ook rozenhout, eikenhout en sommige tropische houtsoorten werden gebruikt. De snijders van Fries houtsnijwerk maakten gebruik van een beitel, hamertje en kleine scherpe mesjes. Met de beitel worden kerfjes van enkele millimeters in het hout gemaakt en met het mesje worden de patronen uitgesneden. Vandaar de naam kerfsnede.  Het kostte veel tijd en oefening om de techniek echt goed onder de knie te krijgen. Johannes Elzertus Gerbenzon en ook Dirk Gerbenzon waren er zeer bedreven in. 


Afbeelding 1 Voorbeeld van Fries kerfsnijwerk, een lepelrekje begin twintigste eeuw




Afbeelding 2 Tweede prijs voor snijwerk voor Pieter Gerbenzon op 18 juni 1908

Het Fries houtsnijwerk kent een lange traditie. De oudste nog bestaande voorwerpen met Fries houtsnijwerk dateren uit de zeventiende eeuw. De techniek werd overgeleverd van vader op zoon. Rond 1900 werden pogingen gedaan om het Fries houtsnijden opnieuw in de belangstelling te brengen. Volkskunst werd gepromoot op beurzen in Nederland, maar ook in Berlijn, Duitsland en in Londen en op de wereldtentoonstelling in Brussel.

Er werden op verschillende plaatsen cursussen georganiseerd. Tijdens de crisis van de jaren dertig werd er ook veel aan houtsnijden gedaan. Na de Tweede Wereldoorlog raakte het Fries houtsnijwerk uit de mode, omdat vrijwel iedereen een modern interieur wilde. Tegenwoordig houden zich nog slechts enkele mensen bezig met Fries houtsnijwerk. Het snijwerk blijft echter in trek als uiting van de Friese kunstnijverheid en cultuur.




Afbeelding 3 Voorbeeld van Fries snijwerk in de vorm van een krantenbakje




Afbeelding 4 Voorbeeld van Fries kerfsnee werk, een houten bakje met deksel, begin twintigste eeuw (particulier bezit)


Afbeelding 5 Fries kerfsnee houten voetenbankje, gemaakt door D. Gerbenzon, tweede helft twintigste eeuw


Afbeelding 6 Deksel met Fries snijwerk van een antiek eikenhouten kistje


Afbeelding 7 Een paar klompjes met Fries snijwerk, begin twintigste eeuw


Afbeelding 8 Houten stoof met fraai Fries snijwerk, deel van de stoof is gerestaureerd


Zie ook onderstaande video met nog een paar voorbeelden.

.

Bronnen:

- https://www.immaterieelerfgoed.nl/nl/frieshoutsnijwerk

- Leeuwarder courant 18 juni 1908

vrijdag 18 november 2022

Echt of namaak?

Echt of namaak? Bijna alles wat van waarde is wordt geïmiteerd of zelfs vervalst. Waar moet je op letten als je iets aan wilt schaffen? Enkele tips. 

IVOOR


Afbeelding van een Drakenbal, ivoor

Dit is afkomstig van olifanten zowel de Aziatische als de Afrikaanse, mammoeten, nijlpaarden, walrussen en narwallen. Het wordt gebruikt voor biljartballen, muziekinstrumenten zoals toetsen van een piano, handvatten en ook wel kammen en siervoorwerpen. Ik beperk me tot olifantenivoor, omdat dat het meest voorkomt.

Namaak

Er zijn geen lijnen of patronen te herkennen ("Schreger lijnen")

Er zijn wel lijnen maar lopen overal parallel aan elkaar: het is synthetisch, bijvoorbeeld celluloid. Celluloid is in 1927 uitgevonden door de Celluloid Corporation, vroeger werd het Lumarith genoemd. Het is niet ontvlambaar. Als je het onder heet water houdt zal het naar azijn ruiken.

Dan heb je ook nog Ivorine (ook wel Frans ivoor genoemd), uitgevonden in 1868 door John Wesley Hyatt, Hoe herken je dat het Ivorine is? Het is ontvlambaar en het breekt vrij gemakkelijk. Het is gemaakt van katoenvezels en kamfer en verf.

Mammoettand is donkerder van kleur. Benen voorwerpen zijn te herkennen aan kleine zwarte puntjes en ook weer de afwezigheid van een nerf.

Echt

Er zijn patronen te herkennen, ruitvorm en lijnen nooit over het gehele oppervlak.

Legaal?

Pas op bij het kopen van ivoor. Je moet kunnen aantonen dat het legaal verkregen is. Antiek ivoor is uitgezonderd, maar dan moet het dateren van voor 3 maart 1947 (volgens artikel 2 council regulations EC NO338/97) en het moet voor die datum bewerkt zijn en er moeten bewijsstukken zijn dat het rechtmatig is verkregen, bijvoorbeeld door een erfenis. Onbewerkt ivoor mag na 19 januari 2023 niet meer verhandeld worden in Nederland.

Bronnen:

https://www.rvo.nl/onderwerpen/cites/cites-soort/ivoor#bewerkt%2C-onbewerkt%2C-antiek-of-pre-conventie-ivoor

https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52017XC0517(02)&from=LV


zaterdag 6 november 2021

In dienst van Stad en Staat: Jan (Johannes) Tobias van Emmenes

In dienst van Stad en Staat: Jan (Johannes) Tobias van Emmenes

Dit artikel is het negentiende uit een serie over burgers die zich inzetten voor militaire taken en gaat over de dienstplicht, schutterijen en het reguliere leger. De discussie over de dienstplicht is nu weliswaar minder, maar nooit helemaal weg geweest en gezien het personeelstekort in het leger ook nu actueel. Het is nuttig om dit fenomeen in historisch perspectief te plaatsen. Sommigen hebben de dienstplicht ondergaan maar er zijn ook mensen vrijwillig het leger ingegaan, waarbij "het leger" een rekbaar begrip is. Ook milities, schutterijen en andere paramilitaire organisaties komen aan de orde. Met de beschrijving van de lotgevallen van deze mannen zie je tegelijkertijd een verschuiving van de loyaliteit jegens de stad naar loyaliteit jegens de staat.

Dit negentiende artikel gaat over Jan (Johannes) van Emmenes. Hij is gedoopt op 5 februari 1730 en is het kind van Tobias van Emmenes, bode van het Glazenmakersgilde. Tobias was getrouwd met Lucia Jans Poelstra en woonde in de Keimpema espel en is de broer van Renicus van Emmenes, een voorvader. Jan van Emmenes is dus een oomzegger van Renicus en geen voorvader, maar wel familie. 

Jan van Emmenes is op 18 december 1764 als jongmatroos in dienst getreden van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) bij het schip met de naam Landskroon. Het schip vertrok vanaf Texel met bestemming Batavia waar het op 13 augustus 1765 aankwam. Ze hadden een tussenstop bij Kaap de Goede Hoop van 5 mei 1765 tot 17 mei 1765. De schipper van de Landskroon heette Volkert Groeneweg van Oudshoorn. De Landskroon was gebouwd in opdracht van de kamer van Amsterdam. Het was een fluitschip, een lang type zeilschip met drie masten, een platte bodem, een brede buik, een ronde achtersteven en een smal dek. Het had een lengte van 150 voet en een laadvermogen van 1150 ton. Het was bewapend met 52 kanonnen. Dit type schepen werd voornamelijk gebruikt om vracht te vervoeren. Het was in 1757 gebouwd op de VOC werf van Amsterdam en voer voornamelijk op Batavia en Ceylon. Op 31 december 1780 werd het schip afgelegd in Indië.


Afbeelding 1 Pagina waarop de boekhouding van Jan Emmenes uit Leeuwarden staat op het schip de Landskroon

Op deze reis naar Batavia was ook een onderkoopman, J.W. van de Velden aan boord. De bemanning bestond verder uit 220 zeevarenden, 103 militairen en 17 ambachtslieden.

Afbeelding 2 De route van de Landskroon van de rede van Texel naar Batavia via Kaap de Goede Hoop

Op 26 oktober 1766 vertrok hij weer naar huis met het schip met de naam Enkhuizen. Daarmee kwam hij op 14 december 1766 aan bij Kaap de Goede Hoop en vertrok daar weer op 7 januari 1767 om op 8 mei 1767 in Nederland te arriveren. Het schip was beladen met thee.

Het verlangen naar de zee was dusdanig dat hij op 24 november 1767 zich weer aanmeldde. Hij was nu provoost, een scheepsofficier, op het schip met de naam Kronenburg. Een provoost zorgt voor orde en tucht aan boord van het schip. De provoost was de politieagent aan boord. Hij controleerde de bemanning en zag erop toe dat iedereen zich netjes gedroeg. Ook zorgde hij ervoor dat verdachte zaken voor de scheepsleiding kwamen, zodat de verdachte kon worden berecht. Geen bureaucratie, maar ‘Lik op stuk beleid’.

De provoost was dus vooral bevoegd te handelen bij de actieve rechtshandhaving. De administratie van de rechtspraak aan boord werd door een lid van de scheepsraad bijgehouden in een sententieboek. Een provoost verdiende in die tijd ongeveer 12 gulden per maand. Verder had hij een insigne, een provooststok. Op 14 juni 1768 kwam het in Batavia aan, via Kaap de Goede Hoop waar het van 23 februari 1768 tot 29 maart 1768 een tussenstop maakte. Daarna ging de reis naar Ceylon.


Afbeelding 3 Comportement Rolle van de volgende opper en onderofficieren bescheiden op het retourschip Kronenburg (Jan Emmenes staat onderaan vermeld)



Afbeelding 4 Pagina waarop de boekhouding van Jan Emmenes uit Leeuwarden staat op het schip de Kronenburg

De terugreis vanaf Ceylon begon op 16 november 1768 waarbij Kaap de Goede Hoop weer werd aangedaan, Ze kwamen daar aan op 2 februari 1769 en vertrokken weer op 1 maart 1769. Op 2 juni 1769 kwam het schip op Texel aan. De kapitein was Pieter Andriesz.

Op 2 oktober 1769 nam hij weer dienst, ook nu als provoost, maar nu op het schip Alkemade. Dit zou zijn laatste reis worden. Hij is overleden op 28 juni 1770 ergens in Azië. De Alkemade was in 1768 voor de kamer van Amsterdam op een VOC werf in Amsterdam gebouwd, was 150 voet lang en een laadvermogen van 1150 ton. De bemanning bestond uit 208 tot 356 koppen. Het schip was vanaf Texel vertrokken en had op 15 februari tot 5 maart 1770 een tussenstop gemaakt op Kaap de Goede Hoop. De kapitein heette Jan van Eysden. Op 27 mei 1770 waren ze in Batavia aangekomen.


Afbeelding 5 Pagina waaruit blijkt dat Jan Emmenes uit Leeuwarden provoost is op het schip de Alkemade

Ook zijn broer, Huibert van Emmenes, voer. Hij was op 29 oktober 1759 als scheepskorporaal, belast met toezicht en onderhoud aan wapens en wapensmid, uitgevaren vanaf Texel met het schip Vrouwe Petronella. Een scheepskorporaal werd ook wel 'kapitein des armes', wapensmid of zwaardveger genoemd. Dus ondanks wat de naam doet vermoeden was het geen militair, maar een ambachtsman. Een scheepkorporaal verdiende ongeveer 14 gulden per maand. Ter vergelijking: een soldaat verdiende 9 gulden en de kapitein 80 gulden per maand.


Afbeelding 6 Pagina waaruit blijkt dat Huybert Emmenes van Leeuwarden scheepskorporaal was in 1759 op de Vrouwe Petronella

Hij is een paar keer van Texel naar Batavia heen en weer gegaan op de Vrouwe Petronella onder verschillende kapiteins. Hij is uiteindelijk op 1 mei 1767 uit dienst gegaan in Azië. Wat er daarna met hem is gebeurd is niet duidelijk. De Vrouwe Petronella is in 1755 gebouwd voor de kamer van Enkhuizen op de VOC werf in Enkhuizen. Het had een lengte van 140 voet en een laadvermogen van 880 ton en een bemanning van 232 tot 250 koppen. Het schip is op 11 januari 1768 vergaan tussen twee eilanden aan de westzijde van de Ganges, toen het onderweg was naar Bengalen. De bemanning en de goederen zijn overigens geborgen. Uit een bericht van 4 juli 1766 bleek overigens de gebrekkige gesteldheid van het schip al. De meeste schepen van de VOC uit die tijd gingen ongeveer 15 jaar mee.

In de archieven is ook een Huybert Temmenes van Leeuwarden te vinden, welke als jongmatroos op 19 december 1757 in dienst treedt van de VOC op het schip Vlietlust, dat vanaf Texel via de Kaap de Goede Hoop naar Ceylon vertrekt.  De Vlietlust is op 7 mei 1758 aangekomen in Kaap de Goede Hoop en op 17 mei 1758 verder gereisd naar Ceylon. Het is naar alle waarschijnlijkheid een schrijffout en wordt ook hier Huybert Emmenes bedoeld. Huybert gaat op 23 juli 1758 uit dienst in Azië. De kapitein van de Vlietlust heette Jacob Zwart. Het schip had een tonnage van 1150, en was in Amsterdam gebouwd in 1752. Het had een lengte van 150 voet en is op 21 oktober 1774 uit de vaart genomen. Van de bemanning van 376 man overleden er tijdens de reis 89. 



Afbeelding 7 Pagina uit soldijboek van het schip Vlietlust, waaruit blijkt dat Huybert Temmenes uit Leeuwarden via Kaap de Goede Hoop naar Ceylon voer


Afbeelding 8 Het dek van een achttiende eeuws VOC-schip

Afbeelding 9 Voorbeeld van een fluitschip, zoals de Landskroon

Een halve eeuw eerder waren drie broers, Isack, Abraham en Simon Overneij, de zonen van dominee Johannes Overneij, hun voorgegaan als soldaat respectievelijk assistent van de (onder)koopman bij de VOC. Ook zij waren, zijdelings, familie van een voorvader, namelijk de kinderen van een oomzegger van Isaac Overneij. Zie daarvoor een eerder artikel.

Geraadpleegde literatuur en bronnen:

- http://www.mpaginae.nl/At/Naamwyser1762.htm

- http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/DAS/voyages?field_voynumber=7716

- https://www.pangaea.de

- http://resources.huygens.knaw.nl/das/detailVoyage/98620

- http://resources.huygens.knaw.nl/das/detailVoyage/95107

- https://www.vocsite.nl/schepen/detail.html?id=10568

- https://sejarah-nusantara.anri.go.id/marginalia_ships- 

- https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/1.04.02/invnr/3159/file/NL-HaNA_1.04.02_3159_0003

Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventarisnummer 3233, Heren Zeventien en kamer Amsterdam, INGEKOMEN STUKKEN UIT INDIË, Overgekomen brieven en papieren, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, 1769. Zeventiende boek: Ceylon, derde deel


Hoe hoort het eigenlijk? Een gedekte tafel.

Hoe hoort het ook weer? Een gedekte tafel. Iedereen weet wel dat de vorken aan de linkerkant van het bord horen, terwijl de messen en de lep...