donderdag 28 november 2024

Nicolaas Amiabel (no 68)

Nicolaas Amiabel (No 68) en zijn Haagse roots

Dit artikel is het negende artikel uit een serie over mijn voorouders die als ambachtsman of kunstenaar actief zijn geweest en verbonden zijn met de stad Leeuwarden. Want naast militairen en leraren waren er ook veel ambachtslieden en kunstenaars in de familie.

Nicolaas Amiabel (Amiable) (no 68) geboren te Den Haag in 1767, gedoopt op 13 december 1767 in de Grote kerk in Den Haag, als zoon van Nicolaas Amiabel (1721-1793) (no 136) en Elisabeth Hoffeling en kleinkind van Willem Amiabel (1688-1770) (no 272).

Nicolaas was lidmaat in Den Haag.


Afbeelding 1 Pagina van het lidmaatregister uit 1785

Hij trouwde op 25 augustus 1798 met Eeke Rooswinkel. Eeke is geboren in 1772 en overleed op 9 oktober 1859 in Leeuwarden.


Afbeelding 2 Pagina uit het trouwregister

Op 10 maart 1809 deed hij belijdenis in Leeuwarden.




Afbeelding 3 Pagina met de naam Nicolaas Amiabel in het lidmaatregister 

Hij overleed op 6 juli 1844, hij was toen 77 jaar oud.

Hij was cordonnier (schoenmaker) van beroep. Dit beroep ging eigenlijk over van vader op zoon.

Op 8 januari 1808 klaagt hij over de diefstal van kleding (lijfsgoederen) van de bleek. Een bleek is een veldje waar wasgoed te drogen werd gelegd. Het bleekte dan in de zon. Hij woont dan in de Moolensteeg over de Vrouwen Waterpoort in een agterkamer. Volgens een bericht in de Leeuwarder Courant van 3 maart 1815 woonde hij in 1815 nog steeds in de Molensteeg, op locatie E no 92. 

In 1811 woonde hij op locatie E3 in Leeuwarden. Van 1824 tot 1829 woonde hij op de locatie E 101 in Leeuwarden.

Oranjeklanten

Zijn naam komt voor op  Lyst der tekenaars op het request, ter wederherstelling en beveiliging der oude en wettige constitutie uit 1788. Daarnaast staat zijn naam op de Naamlyst der leden van de Oprechte Vaderlandsche Societeit Goude Leeuw, uit april 1787. Ook een aantal van zijn broers, Bartholomeus en Jacobus Amiabel, en een neef, David Nicolaas Amiabel komen op de lijst voor. Ook hun beroepen worden gemeld: Bartholomeus is rentenier, David Nicolaas is kruidenier, Nicolaas is schoenmaker. Nog een andere Bartholomeus Amiabel wordt genoemd, hij is kleermaker. Verder wordt er nog een Pieter Amiabel genoemd, zonder beroep. Het lijkt erop of de halve familie lid was. De Goude Leeuw zat in de Hofstraat in Den Haag. Of ze echt contra-revolutionair waren valt te betwijfelen. Uit niets blijkt dat de familie politiek actief was. 

In de Nederlandsche Courant van 26 januari 1787 staat een naamlijst afgedrukt van alle leden van het Oranje-Corps in Den Haaf. In dit geval was het vanuit patriottisch perspectief, vandaar dat de het corps "Moordrot" werd genoemd. De leden werden met naam en adres genoemd, wat nogal bedreigend overgekomen zal hebben in die dagen. Als contribuerend lid wordt Amijabel, kruidenier in de Boekhorststraat genoemd, dat zal David Nicolaas Amiabel mee worden bedoeld.

De Goude Leeuw was een oranje gezinde Sociëteit


Afbeelding 4 Lidmaatschap van sociëteit de Goude Leeuw

Nicolaas en Eke hadden 6 kinderen:

- Elisabeth Amiabel  1798-1822

- Hendrik Amiabel  1800-1875 

- Pieter Amiabel  (No 34) 1802-1877. Zie het artikel over hem.

- Anna Amiabel, geboren 7 maart 1805, overleden in1900

- Nicolaas Amiabel  1808-1876 

- Margrieta Amiabel  1812-1885

Het toeval wil dat bij zowel de Gerbenzon kant als de Amiabel kant er flink wat mannelijke leden van de familie in een of andere vorm in het leger hebben gediend, al dan niet als vrijwilliger, al dan niet via de militie of schutterij. Zowel een voorvader van de Gerbenzon tak als van de Amiabel tak hebben in de tiendaagse veldtocht gediend. Maar daar houden de paralellen nog niet op. 

Pierre Amiabel, een behanger als redder van de Monarchie?

Willem Amiabel (no 272) had naast zoon Nicolaas (no 136, zie hierboven) nog een zoon, genaamd Pieter, gedoopt op 27 april 1731 en overleden 25 augustus 1819). Pieter trouwde met Maria van Lent en zij hadden ook weer een zoon, heel verrassend Pieter genoemd, geboren op 11 november 1767 en overleden op 11 november 1860. Hij was van beroep tapissier, oftewel stoffeerder van meubelen. Hij trouwde met Catharina van Putten en met haar heeft hij negen kinderen, waaronder Nicolaas, die in het 124e regiment infanterie van linie diende en Willem Frederik, geboren op 4 april 1799. 

Nicolas Amiabel, een achterneef van voorvader Nicolaas (no 68), zat dus bij het eerste bataljon van het 124e regiment infanterie van linie. Op 8 september 1810 was hij bij het korps gekomen en is hij fuselier geworden. Hij had het in 1813 echter wel gezien en deserteerde. Niet geheel verrassend aangezien hij waarschijnlijk ook meer in het oranje kamp thuis hoorde dan bij het revolutionaire kamp.


Afbeelding 5 Uitsnede uit het Stamboek van 124e regiment infanterie van linie 1810

Zijn broer, Willem Frederik is behanger van beroep en trouwt met Cornelai de Marree. Uit dat huwelijk wordt op 17 oktober 1820 Pieter Karel geboren. Ook hij is behanger. Hij trouwt met Josina Dorothea van Rijsinge. Uit dat huwelijk wordt Willem Frederik op 20 mei 1828 geboren. Daarnaast wordt Pieter Carel op 8 november 1851 geboren. Hij is meubelmaker van beroep. Hij trouwt met Elisabeth Johanna Petronella van den Bergh. Pieter Carel overlijdt op 30 juli 1926. Nu is dit geen voorouder, maar het blijft wel toevallig dat er in die tak van de familie ook meubelmakers waren. Pieter is sowieso een interessant figuur, want hij noemde zich Pierre Charles Jacques Amiabel. Waarschijnlijk omdat die naam wat meer aanzien gaf in het Haagse. Zo komt zijn naam voor in een artikel over een op hol geslagen span paarden waarin koningin Emma met dochtertje Wilhelmina zat. 



Afbeelding 6 De koets die tot staan gebracht werd door een zweepslag

Het ongetwijfeld wat aangedikte relaas ontleend aan "Het Vaderland" van 22 februari 1887 met betrekking tot de reddingspoging van de Monarchie (van koningin Emma en prinses Wilhelmina) blijkt:  

 “Reeds op den Scheveningschen weg geraakten de paarden van het koninklijk rijtuig op hol. De lakei, die dit bespeurde, sprong onmiddellijk uit den bak, greep naar de paarden, doch deze maakten daarop een zijsprong, zoodat ze met het rijtuig tegen een boom terecht kwamen; bij die gelegenheid werd de jockey met een harden ruk uit het zadel geworpen en daarna vlogen de paarden, zonder bestuurder, met het rijtuig voort. Waarschijnlijk door de omstandigheid, dat de vorstelijke personen steeds in snelle vaart rijden en meer lettende op de koningin en prinses, die H.M. in de armen had gesloten, terwijl zij rustig bleef zitten, slechts nu en dan om hulp roepende, dan op de wijze waarop ’t rijtuig werd bestuurd (of eigenlijk niet bestuurd) merkten de voorbijgangers ’t gevaar niet vóór de Oranjestraat. Daar waagde de heer Pierre Amiabel jr. reeds een poging om de paarden te grijpen, doch te vergeefs. Hij liep echter mede en behoorde onder de reeds door ons genoemde personen, die het rijtuig, hetwelk tegen een koets, nabij de Koningspoort stootte en ook door een zweepslag van een koetsier de paarden toegebracht, tot staan brachten. Al de ter redding toegesnelde personen beijverden zich om de prinses ’t eerst uit het rijtuig te nemen. Maar de koningin nam haar zelf op den arm, slaakte een dankbaar ‘Goddank!’ en keerde tusschen de agenten van politie en o.a. door den heer Delia vergezeld, naar ’t paleis terug. H.M. betuigde den politiedienaren hartelijk haren dank. In het paleis bracht de tijding van het ongeval groote ontsteltenis teweeg. Men verdrong zich om de koningin, die een bewonderenswaardige tegenwoordigheid van geest tijdens ’t ongeval bleef bewaren, en om de nog schreiende prinses. H.M. stelde allen gerust; maar zij gaf terstond last om te doen informeren of de jockey en lakeien geen letsel hadden bekomen, wat gelukkig ook ’t geval bleek. H.M. wilde ook, gelijk gezegd is, onmiddellijk weder uitrijden. H.K.H. de prinses wilde echter, nog onder den indruk van ’t doorgestane leed, niet weder meegaan, doch op moeders aandrang overwon zij haar vrees en stapte weldra weder lachend en vroolijk in ’t rijtuig.”

De koetsier, Anton Kabelaar, die met de zweepslag de paarden uiteindelijk tot stilstand bracht werd eerst als held betiteld maar al gauw, zoals dat in Nederland altijd gaat, werd van alles afgedongen op deze heldendaad: de koets had al minder vaart gehad door de botsing en een zweepslag had ook risico's gehad in die zin dat de paarden nog meer in paniek zouden kunnen raken. De man werd uiteindelijke afgescheept met 100 gulden van de particulier secretaris van de koningin en een door de bevolking bij elkaar gespaard gouden horloge. De twee paarden werden overigens afgemaakt. En  Anton, is uiteindelijk in armoede gestorven.

Terug naar Pierre, die dus eigenlijk gewoon Pieter heette: In 1918 woonde hij in de Willemstraar 63 in Den Haag. De zaak zat eerst aan de Prinsenstraat en vanaf 1879 aan de Lange Poten 29 en daarna aan de Hofspui 26 tot 1889, daarna aan het Buitenhof 49 en na 1894 in de Hooistraat 2a in Den Haag. Hij bleef trouw oranjefan in de zin dat hij bijvoorbeeld in 1894 het versieren van het feestlokaal voor de oranjebond sponsorde, iets dat hij vaker deed. Ook voor de herdenking van de Tiendaagse Veldtocht in 1891 leverde hij belangeloos vlaggen en decorstukken om de zaal te versieren. Naast meubelmaker en decorateur was hij ook antiquair, alweer een parallel.



Afbeelding 7 Artikel in Het Vaderland van 15 oktober 1894

Hij was bestuurslid van Arti et Industriae. Maar helaas kon dit alles niet voorkomen dat hij op 14 juli 1899 failliet is gegaan.


Afbeelding 8 Een voorbeeld van zijn werk is te vinden in Kasteel Amerongen. Het ledikant dat is afgebeeld is geheel hersteld door Pierre Amiabel op 4 juli 1890.

Nog wat zijsprongen met betrekking tot de familie Amiabel.

Willem Frederik Amiabel (Suriname)

Willem Frederik is zoals gezegd op 20 mei 1828 geboren en is de zoon van Willem Frederik Amiabel die getrouwd was met Cornelis de Maree. In Suriname was hij betrokken bij de oprichting van de Surinaamsche Scherpschutters Vereeniging op 14 maart 1893. Het doel van de vereniging was zich te oefenen in schijfschieten, maar zij moesten zich ook verbinden om in buitengewone omstandigheden of wanneer ze daartoe door de gouverneur werden opgeroepen zich onder bevel te stellen van door de gouverneur aangewezen autoriteiten. Het eerste bestuur bestond uit de heren W.F. Amiabel, voorzitter, J.W. Bueno de Mesquita, penningmeester en J. Louzada secretaris. Er traden 33 leden toe. Er werd drie maal in de week geoefend. Ze kregen twee Flobertgeweren van de gouverneur en 33 Beaumont geweren van het garnizoen in bruikleen. Na 1900 is de vereniging opgehouden met bestaan.


Afbeelding 9 Pagina 3 van de Surinaamsche Courant van zaterdag 14 oktober 1882  waarin de aankomst staat van W.F. Amiabel (senior) met het Nederlandse schip Sympathie vanuit Amsterdam.

De wapens van de schietvereniging 

Het Beaumontgeweer is een achterlaad-geweer met een kaliber van 11 mm, dat eind jaren 1860 door  Edouard de Beaumont (1841 - 1895) uit Maastricht werd ontwikkeld vanuit het Franse chassepotgeweer en dat na de invoering ervan als het nieuwe handvuurwapen van het Nederlandse leger vanaf 1870 op grote schaal werd geproduceerd. In 1877 waren er al honderdduizend Beaumontgeweren voorradig. In 1895 werden de Beaumont geweren overgedragen aan de schutterijen waar ze tot 1907 in gebruik bleven.

Afbeelding 10 Het Beaumont geweer


Afbeelding 11 Het Flobert geweer

Het Flobert geweer is genoemd naar de Fransman Louis-Nicolas Flobert (1819-1894). Deze geweren werden meestal gebruikt voor bestrijding van ongedierte en werden "tuingeweren" genoemd, dus of de schietvereniging in geval van ondersteuning van de gouverneur daar wat aan zou hebben gehad valt te betwijfelen.

W.F. Amiabel was op 31 januari 1891 tot opzichter der openbare wegen en straten, belast met het toezicht over de straatverlichting in Paramaribo benoemd en was dat volgens de Surinaamsche Almanak voor het jaar 1893 nog steeds. Op 30 mei 1896 ging hij met ontslag en vertrok weer naar Den Haag. Hij bleef zich echter met Suriname verbonden voelen, getuige een ingezonden brief in Het Vaderland van 9 februari 1898 waarin hij het Nederlandse boeren ontraadde om naar Suriname te emigreren. Willem Frederik had een zoon welke ook Willem Frederik heette, geboren op 22 juli 1888. Deze trouwde op 3 september 1873 met Josephina Wilhelmina Schmidt maar is dus weer een andere dan degene die naar Indië ging. Het is een leuke traditie, het vernoemen van voorouders, maar het maakt onderzoek niet makkelijker.

De Nederlandsche Weerbaarheids Vereeniging

Zo is er in 1907 een W.F. Amiabel lid geworden van de Haagse afdeling van de Nederlandsche Weerbaarheids Vereeniging. Ze hadden een uniform en oefenden regelmatig. 



Afbeelding 12 Artikel in Het Vaderland van 28 oktober 1873

Dat er een W.F. Amiabel regelmatig aan schietoefeningen deed blijkt wel uit bovenstaand artikel in "Het Vaderland"' van 28 oktober 1873. Ze schoten op een 25 meter baan met Flobert geweren en W.F. Amiabel won een prijs. Overigens oefende de Weerbaarheid ook met degens en sabels. Ook won hij een prijs bij de scherpschutterswedstrijd in Utrecht door de vereniging De Zwijger uitgeschreven. Er waren tussen de 180 en 190 schutters en de beschermheer, prins Hendrik was ook aanwezig. W.F. Amiabel won de eerst prijs, beschikbaar gesteld door de prins met 50 punten. Hij was er namens de Koninklijke scherpschutters te Den Haag.

De Vereeniging Volksweerbaarheid was een landelijke organisatie in Nederland die zich ten doel de militaire weerbaarheid van het Nederlandse volk te verhogen en was op 13 januari 1900 opgericht door de oud-minister van oorlog  A.L.W. Seyffardt en de Utrechtse hoogleraar G. Kalff. Het officiële orgaan was "Allen Weerbaar". Vrijwilligers uit de Tweede Boerenoorlog in Zuid-Afrika (1899-1902) zagen de noodzaak van een weerbaar volk. 

Afbeelding 13 Vermelding eerste prijs in Utrechts provinciaal en stedelijk dagblad

Ook in 1879 had hij al eens een prijs gewonnen, de zevende prijs en in 1878 de tweede prijs bij de schietwedstrijd vrije baan,

Willem Frederik Amiabel (Palembang , Indie)

Pieter (Pierre) Carel was dus getrouwd met Elisabeth Johanna Petronella van den Bergh en samen hadden ze een zoon, genaamd Willem Frederik Amiabel. Ook zijn levensloop is interessant. Volgens het Bataviaasch Nieuwsblad van 30 augustus 1917 kwam er een W.F. Amiabel junior aan op 29 augustus in Batavia vanuit Palembang. Deze Willem Frederik is geboren op 23 juli 1888 in Den haag. Op 5 oktober 1911 is  hij met de SS Rumphins gearriveerd. Hij trouwde in Indië met Margareta Keuchenius en kreeg met haar drie kinderen die allen in Palembang geboren werden. In 1918 was hij voorzitter van de kiesvereniging van Palembang.

Hij was handelsagent der Moluksche Handelmij en woonde in Weltevreden.


Afbeelding 14 Willem Frederik Amiabel links op de foto in zijn kantoor van de Molukse Handelsvereniging in 1925


Afbeelding 15 Willem Frederik Amiabel (links) te Palembang, Sumatra in 1928


Afbeelding 16 Bericht in de Locomotief van 21 maart 1929 dat W.F. Amiabel op 40-jarige leeftijd is overleden.

Op 31 augustus was hij met vrouw en drie kinderen enige tijd in Nederland. Hij kwam aan in Amsterdam met de "Oranje".

Op 31 juli 1928 kwam de familie weer over vanuit Indië, nu met M.S. "Sibajak" en ontscheepten in Marseille. Willem Frederik overleed in Nederland op 40-jarige leeftijd aan de griep. Hij was 31 juli 1928 in de Willemstraat nummer 63 in Den Haag komen wonen. Tot die tijd woonde hij in Palembang. Hij is begraven op Oud Eik en Duinen. Hij was in Palembang lid van de gemeenteraad en voorzitter van de handelsvereniging geweest. Verder was hij commissaris van de schaakclub van Palembang. Door de vele overplaatsingen bleef die club echter klein en wisselde het aantal leden nogal. Hij had 14 jaar gewerkt bij de Moluksche Handelsvennootschap.

David Nicolaas Amiabel

David Nicolaas Amiabel, een neef dus van Nicolaas, was luitenant d'Heer van het vierde rot van het witte Vaandel van de schutterij van Den Haag in januari 1793. Hij was dat sinds 1791 en woonde in de Boekhorststraat. David was een zoon van Bartholomeus Amiabel en is rond 1746 geboren. Hij overleed op 7 juni 1818, op 72 jarige leeftijd. Hij was getrouwd met Maria Hackenbracht en had een dochter met de naam Johanna Amiabel, gedoopt op 13 april 1777. Op 8 juli 1764 deed hij belijdenis. Hij woonde toen aan de Denneweg in Den Haag. 

Jacobus Amiabel

Hun trouw aan oranje werd pas na een heleboel generaties "beloond" in de persoon van Jacobus Amiabel, geboren op 12 augustus 1905 en overleden op 17 oktober 1981. Hij was vrijgesteld voor militaire dienst wegens broederdienst. Op 14 mei 1969 was hij commandeur bij de Rijkswerf van defensie en kreeg hij een onderscheiding in de orde van Oranje Nassau in het zilver. 


Afbeelding 17 Orde van Oranje Nassau, graad zilver

En dat is dan wel weer genoeg over de Amiabel-tak. We hebben een gezamenlijke voorouder in de persoon van Willem Amiabel, geboren in 1688 en overleden in 1770, zie hierboven, acht generaties geleden. 

Literatuur en bronnen:

- Registre civique, archiefnummer 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden, 1811-1941 - Historisch Centrum Leeuwarden, inventarisnummer 5086 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1811-1823

- https://www.janmolenweg.nl/g/62785.html

- https://www.dbnl.org/tekst/camb001gede01_01/index.php

- Leeuwarder courant 24 februari 1815; 3 maart 1815

- 1001.2679 Index diverse bestanden stadsarchief Leeuwarden tot 1811, 1807-1808, HCL

- Gedenkschrift ter huldiging van de oprechte vaderlandsche societeiten., 1787

- Almanach op het Schrikkel-Jaar onzer Christ. Tydrekeninge 1788 en 1793 geinventeerd ten dienste van de Schutterij van 's Graavenhaage

- Bericht wegens de gesteltenisse der hooge vergaderingen en collegien in 's Gravenhage, p. 87

- Historisch Centrum Leeuwarden Leovardia, 2000-2018 | 2016 | 1 januari 2016 | pagina 32

- Nederlansche Courant, 26 januari 1787

- https://www.hippomobielerfgoed.nl/2020/kabelaar/

- Het Vaderland 22 februari 1887

- Het Vaderland 15 oktober 1894; 13 februari 1894

- Haagsche Courant 16 november 1896

- Het nieuws van den dag : kleine courant 18 juli 1899; 7 april 1879

- Opregte Haarlemsche Courant 5 augustus 1891

- De Standaard 23 februari 1887

- GR 21 YC 1 à 963. Registres matricules des sous-officiers et hommes de troupe de l'infanterie de ligne (1802-1815)

- https://digitalcollections.universiteitleiden.nl

- https://www.marres.nl/NP/46_1960.PDF

- https://www.jstor.org/stable/41835655

- Surinaamsche Almanak voor het jaar 1893, 1895, 1896

- https://genbook.dordtenazoeker.nl/Overige_Links/familieberichten_oostwestindie.htm

- Bataviaasch nieuwsblad 30 augustus 1917

- De Locomotief 21 maart 1929; 5 oktober 1911

- De West-Indiër : dagblad toegewijd aan de belangen van Nederlandsch Guyana, 15 oktober 1882

- Het Vaderland : staat- en letterkundig nieuwsblad, 20 maart 1929; 31 januari 1891; 9 februari 1898; 28 ktober 1873

- Soerabaijasch handelsblad, 23 april 1929

- Haagsche Courant 30 mei 1896; 4 september 1920

De West-Indiër : dagblad toegewijd aan de belangen van Nederlandsch Guyana, 18 januari 1891

- De Maasbode 31 juli 1928

- De Opmerker, 1893, p. 131

- Allen weerbaar, officieel orgaan van de vereeniging "Volksweerbaarheid" en van de "Nederlandse Weerbaarheids-Vereeniging"

Regerings-almanak voor Nederlandsch-Indië, 1918, 1928, 1927

- Utrechts provinciaal en stedelijk dagblad 22 juni 1870

- Leeuwarder Courant 15 september 1879

 https://vrijwilligelandstorm.nl/propaganda-voor-de-vrijwillige-landstorm/

woensdag 27 november 2024

Kunstzinnige voorouders: Willem Claesz Amiabel (No 1.088)

Willem Claesz Amiabel (No 1.088)

Dit artikel is het achtste artikel uit een serie over mijn voorouders die als ambachtsman of kunstenaar actief zijn geweest en verbonden zijn met de stad Leeuwarden. Want naast militairen en leraren waren er ook veel ambachtslieden en kunstenaars in de familie.

Willem Claesz Amiabel is getrouwd met Cornelia Pieters. Hij is op 6 februari 1655 in ondertrouw gegaan met haar. Hij komt uit Schipluiden. In 1632 bestond het dorp uit zeventig huizen.


Afbeelding 1 Pagina uit het trouwregister van 1655

In september van het jaar 1657 doet hij belijdenis. In Delft, adresaanduiding is Dertienhuizen. Dertienhuizen ligt inderdaad in Delft, in het centrum. Het oudste huis in die straat is van 1620. 

Delftse Donderslag 

Op 12 oktober 1654 om kwart over tien in de ochtend ontplofte een in het noordoosten van de Delftse binnenstad gevestigde opslagplaats voor buskruit. Er vielen minstens honderd doden maar het precieze aantal mensen dat bij de ramp is omgekomen is nooit vastgesteld. Nagenoeg elk gebouw in de binnenstad liep schade op en het gebied ten oosten van de Verwersdijk werd volledig met de grond gelijk gemaakt. Het kruithuis waar de ramp ontstond, was sinds 1637 gevestigd op het terrein van het voormalige clarissenklooster aan het einde van de Geerweg. De meeste doden vielen in en rond de verlengde Doelenstraat., onder wie de schilder Carel Fabritius, wiens atelier in de Doelenstraat gevestigd was. Ongeveer 500 huizen raakten onherstelbaar beschadigd. De aan het kloosterterrein grenzende Schuttersdoelen - het oefenterrein voor de leden van de schutterij - werden volledig verwoest. Ook verderop gelegen gebouwen liepen zware schade op; alle glas-in-loodramen van zowel de Oude als de Nieuwe Kerk gingen verloren. Dankzij een collecte die in de steden van Holland voor de getroffen Delftse bevolking werd gehouden, kon snel met de wederopbouw worden begonnen. Dertienhuizen is hemelsbreed 500 meter van het kruithuis vandaan en daar was er ook schade. Niet bekend is of Willem Claesz toen al in Dertienhuizen woonde, maar in 1657 woonde hij er wel.

Het nieuwe kruithuis werd overigens ver buiten de Delftse stadsmuren gevestigd.


Afbeelding 2 De verwoesting na de ontploffing van het kruithuis in Delft in 1654


Afbeelding 3 De straat Dertienhuizen in Delft in 2024

Hugenoot?

De vraag is of Amiabel een van oorsprong Franse naam is. Het lijkt me niet dat het een naam is die in verband kan worden gebracht met de Hugenoten, want die kwamen na de herroeping van het Edict van Nantes in 1685 en in 1657 deed Willem Claes Amiabel al belijdenis en was dus al in Delft. Het kan zijn dat de familie eerder is gevlucht of gewoon geëmigreerd is uit Frankrijk of Wallonië, maar dat hoeft dus niet zo te zijn. Van beroep was Willem schoenmaker. Een beroep dat zijn nakomelingen ook vaak uitoefenden.


Afbeelding 4 Een zeventiende eeuwse schoenmaker


Afbeelding 5 Gildepenning met Sint Crispijn met palmtak en schoenmakersmes en het gildenummer, in dit geval 90.



De heilige Crispinus was de beschermheilige van de schoenmakers. In zijn hand heeft hij een schoenmakersmes. Een gildepenning is het metalen bewijs van lidmaatschap van een gilde en draagt vaak de gegraveerde naam en lidmaatschapsnummer van de eigenaar. Ongetwijfeld was Willem Claesz Amiabel lid van het gilde van Delft.



Afbeelding 6 Willem Claesz Amiabel doet belijdenis in 1657

Aan de andere kant is Nicolaas, zoon van Pieter Willems en dus de kleinzoon van Willem Claes doop terug te vinden in de archieven van Waalse kerk. Hij is gedoopt op 30 juni 1690 in de Kloosterkerk. Dat zou weer wijzen op toch een afkomst van Hugenoten. Willem, een andere zoon en een voorvader, is gedoopt op 1 februari 1688. De  Kloosterkerk en de Groote kerk in Den Haag zijn echter geen Waalse kerken; Maar aangezien er op het hoogtepunt slechts 43 Waalse kerken in Nederland waren is het ook niet vreemd als men bij een protestantse kerk zat. In Delft was er ook een Waalse kerk, maar de kinderen van Willem Claesz zijn gedoopt in de Oude en de Nieuwe kerk van Delft. Ook dat is een aanwijzing dat ze geen Hugenoten waren.

Kinderen van Willem Claesz Amiabel

Op 7 maart 1660 wordt Jannetge Amyabel gedoopt in Delft, waarschijnlijk in de Oude kerk. Getuigen zijn Hendrik van Tol, Annetge Teunis en Annetge Meregens. Jannetje Willems Amiabel trouwt op 24 december 1694 met Johannes Hoeffmans, geboren te Rijnberk. Eerder was ze getrouwd geweest met Jan Haeck.


Afbeelding 7 Pagina uit het doopregister. In het rode kader staat Willem Claess Amyabel

Op 14 december 1655 was dochter Orseltgen in de oude kerk in Delft gedoopt. Getuigen waren Willem Jacobsz, Marijtgen Leenderts en Catharijna Verschuer.


Afbeelding 8 Pagina uit het doopregister met vermelding van Orseltgen

Op 15 november 1657 werd zoon Pieter gedoopt in de nieuwe kerk in Delft. Getuigen waren Hendrik van Tol, Aeltje Gerrits en Annetje Theunis. Pieter is later getrouwd met Margarita van Vliet en is een voorouder.

Tenslotte was er nog een dochter, Isabella Amiabel. Zij is getrouwd met Isaack Perné en woonde in Utrecht. Op 16 juni 1728 had ze samen met Isaack er een huis gekocht, een huysinge ende tapstede door een gang uytkomend nz Molensteeg in de Springweg.

Literatuur en bronnen:

- https://www.wiewaswie.nl/nl/detail/85931544

- https://waalsekerkdenhaag.nl/geschiedenis/

- https://www.wiewaswie.nl/nl/detail/85907513

- https://www.wiewaswie.nl/nl/detail/85910705

- https://www.wiewaswie.nl/nl/detail/85800133

BB. Kerkelijk ondertrouwboek (NH) van Leiden, mei 1694 - mei 1698., archiefnummer 1004, Doop-, trouw-, begraaf- en geboorteboeken Leiden (DTB Leiden), inventarisnummer 26, blad 40v Periode: 1694-1698

https://hetutrechtsarchief.nl/collectie/609C5BB7A7714642E0534701000A17FD

- https://www.wiewaswie.nl/nl/detail/108114744


vrijdag 22 november 2024

In dienst van stad en staat: Pieter Amiabel (No 34)

In dienst van stad en staat: Pieter Amiabel (No 34)

Dit artikel is het vijfentwintigste uit een serie over burgers die zich inzetten voor militaire taken en gaat over de dienstplicht, schutterijen en het reguliere leger. De discussie over de dienstplicht is nu weliswaar minder, maar nooit helemaal weg geweest en gezien het personeelstekort in het leger ook nu actueel. Het is nuttig om dit fenomeen in historisch perspectief te plaatsen. Sommigen hebben de dienstplicht ondergaan maar er zijn ook mensen vrijwillig het leger ingegaan, waarbij "het leger" een rekbaar begrip is. Ook milities, schutterijen en andere paramilitaire organisaties komen aan de orde. Met de beschrijving van de lotgevallen van deze mannen zie je tegelijkertijd een verschuiving van de loyaliteit jegens de stad naar loyaliteit jegens de staat.

Pieter Amiabel is geboren op 29 december 1802. Zijn vader heette Nicolaas Amiabel (No 68) en zijn moeder Eke Beerends Rooswinkel. Overigens wordt zijn naam ook wel als Amiable en Amyabel gespeld.  Hij is getrouwd met Hiske Pieters Postma op 29 juni 1834. Hiske kwam uit Oldeboorn. Beide zijn Nederlands Hervormd. Op dat moment diende hij bij de achtste afdeling infanterie en had toestemming van zijn commandant nodig. Deze kreeg hij ook.

Ze woonden in wijk K. Huis 323, Achter de Groene Kan. Dat heet nu de Noorderplantage in Leeuwarden.



Afbeelding 1 Wijk K. Nummer 322 zal in de buurt van de Noorderweg zijn geweest.



Afbeelding 2 Uittreksel uit de burgerlijke stand van Leeuwarden voor Pieter Amiabel



Afbeelding 3 Toestemming van de commandant van de 8ste afdeling infanterie om te trouwen



Afbeelding 4 Bewijs dat hij heeft voldaan aan de militieplicht

Bij het bewijs dat er voldaan is aan de militieplicht zit meestal ook een signalement. Hij had lotnummer 126 en had vijf jaar gediend. Het signalement (slechts deel leesbaar) van Pieter luidt:

Lengte 1 El 650 St. (1 El zes palmen, 2 duimen)

Aangezicht: Ovaal

Voorhoofd: Klein

Oogen: Blaauw

Neus: Groot

Kin: Idem

Haar: Bruin

Wenkbrauwen: Bruin

In het stamboek staat echter ook zijn signalement en daar staat het duidelijker. Op 10 maart 1826 (dus na 5 jaar) is hij op paspoort gegaan, zoals dat heet.


Afbeelding 5 Naamlijst met de vermelding Amiabel, P. in 1821



Afbeelding 6 Vermelding in het stamboek van het 8ste regiment der Infanterie


Afbeelding 7 De handtekening van Pieter Amiabel

Fuselier

Op 3 mei 1826 werd hij fuselier. In de 19e eeuw, tijdens de Belgische Opstand en de Tiendaagse Veldtocht, was de fuselier de basisrang binnen infanterieregimenten.

Fuseliers werden getraind in het hanteren van hun vuurwapen en het uitvoeren van mars- en gevechtsformaties. In tegenstelling tot gespecialiseerde eenheden zoals grenadiers (die vaak zwaardere wapens hanteerden) waren fuseliers meestal de standaardstrijdkrachten binnen een bataljon. Hun rol was essentieel bij het vormen van linies en bij vuurgevechten.

Of het beviel hem erg goed in het leger of hij werd door financiële motieven gedreven om plaatsvervanger te worden voor nog eens 5 jaar. Een indicatie dat hij waarschijnlijk vanwege het geld in het leger bleef en niet zozeer omdat het zijn roeping was valt op te maken uit het feit dat hij op 15 december 1827 provoost arrest kreeg terwijl hij verlofganger was. Kennelijk had hij zich misdragen en kreeg hij daarvoor een straf opgelegd. Toch had hij de plaats ingenomen van iemand met het lot 5 uit Ferwerd, lichting 1826. Vanaf 3 mei 1826 nam hij de plaats in voor een landbouwer genaamd Jan Foppes van der Meij uit Ferwerd. Dus 10 maart 1826 was hij met paspoort gegaan en 3 mei 1826 begon hij aan een nieuwe ronde. Op 22 mei 1829 ondertekende hij bij de notaris een overeenkomst tot plaatsvervanging met betrekking tot de betaling van een bedrag van 250 gulden, waarvan 50 gulden ineens en 200 gulden later betaald werd. In die tijd was dat een gebruikelijke gang van zaken, later werd dat verboden. In mei 1829 was hij met groot verlof bij de depot compagnie van de achtste afdeling infanterie en zat in garnizoen in Groningen. Op 20 april 1826 was de basis hiervoor al gelegd met een akte betreffende nummerverwisseling. Ook daarin staat zijn signalement. Voor 300 gulden wisselde hij van nummer met Jan Foppes van der Meij. Kennelijk moest de betaling toch anders geregeld worden want in 1829 werd een en ander nogmaals bij de notaris vastgelegd.


Afbeelding 8 Contract van plaatsvervanging (nummerwisseling) getekend op 26 april 1826



Afbeelding 9 Contract van plaatsvervanging 26 april 1826 pagina 2



Afbeelding 10 Overeenkomst van plaatsvervanging van 22 mei 1829


Afbeelding 11 Overeenkomst van plaatsvervanging van 22 mei 1829, pagina 2

Belgische opstand

Volgens het stamboek ging hij bij het mobiele leger ter gelegenheid van de opstand in België in 1831.

Op 11 augustus 1831 raakte Pieter gewond "door een gemeenschap"' in de linkerarm bij Leuven. In 1832 en 1833 was hij in Maastricht.

De slag bij Leuven op 12 augustus 1831 vond plaats tijdens de Tiendaagse Veldtocht, die werd uitgevoerd door het Nederlandse leger tegen de Belgische opstandelingen. De strijd was onderdeel van een poging van het Koninkrijk der Nederlanden om de Belgische onafhankelijkheid te onderdrukken, na de Belgische Revolutie van 1830.

De slag zelf was relatief kort en intens. Het Nederlandse leger, onder leiding van generaal Chassé, trok naar Leuven, dat op dat moment onder controle stond van de Belgen. De Belgische verdediging, bestaande uit zowel reguliere troepen als burgerwachten, was goed georganiseerd. Ondanks de zware strijd wisten de Nederlandse troepen Leuven in te nemen. Naar schatting vielen er 600 doden en gewonden aan Belgische zijde en ongeveer 150 doden en gewonden aan Nederlandse zijde. Pieter was dus een van de gewonden.

Gewond

Naar alle waarschijnlijkheid is Pieter gewond geraakt toen de voorhoede in gevecht kwam in het dorp Bautersem, vlak bij Leuven, op 11 augustus. Een tijdgenoot die in de buurt was doet verslag:

"Des morgens ontwaarden wij dat het meest wagens met geblesseerden waren geweest, zo dat wij wel konden nagaan dat de onze, hoewel de overwinning behaald, veel geleden hadden. Dit gevecht had in de nabijheid van het dorp Bautersem plaats gehad, waarbij de 1ste Brigade onzer Divisie tegenwoordig was. Den vijand, die in den beginne zeer hardnekkig gevochten had, was eindelijk met het vallen van de avond, naar het verlies van veel doden, geretireerd en de onze aldaar post gevat. De Colonel Valkenburg van het Korps vrijwillige Groninger Jagers sneuvelde aldaar. Genoemde Colonel, die geen vrees kende of gevaren zag, begaf zich volgens zeggen dezer Jagers te ver voor de Kolonne, daar zijn pligt hem niet riep, uit. Eniege Belgen, die zich in en achter een aldaar aanwezig huis verborgen hadden, branden nu ineens op hem los. Den Colonol trof een schot in het hoofd, dien ten gevolge hij van zijn paard viel, en werd ten prooi van den ontaarden vijand die hem volgens hun zeggen allerijselijkst mishandeld hadden."


Afbeelding 12 Slag bij Bautersem in de avond op 11 augustus 1831

De 1e Brigade moest op die dag in totaal 19 doden, 113 gewonden en 30 vermisten incasseren. Op deze zelfde plaats werd, een dag later op 12 augustus, het paard onder de kroonprins, de latere koning Willem II vandaan geschoten. 

Deze slag vormde een belangrijk deel van de grotere militaire campagne, die echter werd stopgezet door internationale druk, vooral van Frankrijk, die het ingrijpen van Nederland in België veroordeelde.

Het conflict eindigde kort daarna met de ondertekening van een wapenstilstand op 12 augustus 1831, waarmee de Tiendaagse Veldtocht tot een einde kwam. Het werd gevolgd door een compromis, waarbij de Belgische onafhankelijkheid uiteindelijk erkend werd in 1839.


Afbeelding 13 Slag bij Leuven 12 augustus 1831 

In een plaatselijke krant, de Noord-Brabander van 30 augustus 1831 worden de gesneuvelden en gewonden opgegeven. Fuselier Amiabel van de achtste afdeling infanterie is er een van. De achtste afdeling infanterie had 10 gesneuvelden te betreuren en 65 gewonden en 1 vermiste.

De achtste afdeling stond vanaf januari 1831 onder bevel van kolonel V. baron van Quadt, Het eerste bataljon werd geleid door majoor F. van Rheins, het tweede door majoor T.G. Arendsma, het derde door luitenant-kolonel J. van Hulst en het reserve bataljon door luitenant-kolonel Cox Sprengler.

Ten behoeve van de gewonden werd er een beroep op de burgers gedaan om verbandmiddelen te doneren; daarin werd ruimschoots voorzien, wat echter ook een indicatie was dat het Nederlandse leger slecht voorbereid was op deze gewondenstroom.


Afbeelding 14 Vermelding in de Noord-Brabander van 30 augustus 1831 dat fuselier Amiabel tot de gekwetsten behoort

Hij had de pech dat de stand van de gezondheidszorg in 1831 niet goed was. Er was een veldhospitaal bij het hoofdkwartier in Tienen en vandaar kon hij in een kar met zachte matras over hobbelige zandweggetjes vervoerd worden naar een hospitaal dat tot 15 uur van het front af lag. Maximaal kon zo 30 km afgelegd worden per dag wat betekende dat je zomaar drie dagen naar Den Bosch onderweg kon zijn. Want er was wel een hospitaal in Eindhoven, maar dat kon slechts 80 tot 100 man opvangen, terwijl alleen al van 7 tot en met 9 augustus 1831 ruim 150 wagens met zieken en gewonden de aankwamen. De meesten van hen werden daarom doorgevoerd naar het Groot Ziekengasthuis te Den Bosch. Een deel van de gewonden en zieken werd, na uitgerust op een bos stro en een aderlating te hebben "genoten", vandaaruit verder het land in vervoerd, bijvoorbeeld naar Delft en Gorinchem.

Dit gebeurde bij voorkeur via het water, uit zowel medische als financiële overwegingen. Soms
verliep dat per stoomboot, soms per vanaf de wal door paard of mens voortgetrokken trekschuit. Om onnodige kosten te voorkomen bleven alleen de zwaar zieken en gewonden (de ‘onvervoerbaren’) alsmede de bijna herstelden in Den Bosch. Daar werd op 21 augustus een piek bereikt met 864 patiënten. Het kwam voor dat er patiënten op de gang gelegd werden of dat er twee in een bed lagen.

De ziekenbroeders waren gerekruteerd onder bedelaars in Den Bosch, welke het niet zo nauw namen met hygiëne en vervolgens zelf ook ziek werden. Het eten was in tegenstelling tot de zorg wel redelijk goed: in de ochtend brod met thee en in de middag soep met vlees en rijs of aardappelen met groente.

Hoe dan ook, Pieter heeft het overleefd.

Op 15 november 1835 is hij weer met paspoort gegaan. Dat betekent dat toen hij trouwde hij inderdaad nog in het leger zat.


Afbeelding 15 Naamlijst met de vermelding Amiabel, Pieter, in 1826



Afbeelding 16 Vermelding in het stamboek in 1826

Interessant is om te kijken of het signalement nog het zelfde is en dat is zo, behalve dat zijn haar inmiddels lichtbruin is geworden.

Het metalen kruis

Pieter heeft net als Gerben Gerbenzon, een andere voorvader, het ijzeren kruis gekregen. Dat staat ook in het stamboek: "Metal Kruis 5 april 1832." 



Afbeelding 17 Het Metalen Kruis


Afbeelding 18 Aankondiging in de Utrechtse courant van 9 maart 1832 van de uitreiking van de metalen kruizen

Pieter heeft het metalen kruis dus kennelijk op 5 april 1832 ontvangen. Toch kwam er nog een dagorder om een en ander nog een feestelijk te benadrukken, en wel op 29 augustus 1832 ter gelegenheid van de zestigste verjaardag van de koning. Degene die het kruis nog niet hadden ontvangen en er recht op hadden kregen hem alsnog.


Afbeelding 19 Dagorder met betrekking tot uitreiking van het metalen kruis te Maastricht



Afbeelding 20 Pagina 2 van de dagorder met bwtrekking tot uitreiking van het metalen kruis





Afbeelding 21 Pagina uit het register metalen kruizen en bronzen medailles van de achtste afdeling met de vermelding "tiendaagse veldtocht" achter de naam van Piet Amiabel. Het boek is ondertekend op 21 november 1831 door luitenant kolonel J Hulst

De vraag is of hij ook lid is geweest van de vereniging Trouw aan Koning en Vaderland. Deze had als primaire doelstelling om de veteranen die in de korte strijd met België waren ingezet, materieel te ondersteunen. Ook hun nabestaanden konden een beroep doen op de vereniging.

Maastricht

Zoals gezegd zat hij in de jaren 1832 en 1833 in Maastricht. Dat was tijdens de blokkade van Maastricht van 1830-33, ook wel de Maastrichtse belegstaat genoemd. Het was een ruim drie jaar durende militaire blokkade van de op dat moment Nederlandse vestingstad Maastricht en het dorp Sint Pieter door het Maasleger van het Belgische Voorlopig Bewind. De blokkade, een gevolg van de Belgische Revolutie, begon in oktober 1830, werd in de loop van 1832 enigszins versoepeld en werd in november 1833 grotendeels opgeheven (Verdrag van Zonhoven). In 1838 trokken de Belgische troepen zich uit Nederlands-Limburg terug, waarmee de blokkade van Maastricht feitelijk was opgeheven. Officieel eindigde de belegstaat pas na het ondertekenen door beide partijen van het Traktaat van Londen op 19 april 1839. Maastricht was al vanaf de 16e eeuw een belangrijke vestingstad en zou dat tot 1867 blijven. De stad stond onder bevel van Bernardus Johannes Cornelis Dibbets, die sinds 1829 commandant van de vierde landmachtdivisie was.


Afbeelding 22 Portret van  Bernardus Johannes Cornelis Dibbets, bevelhebber van de vestingstad Maastricht.

Aan het begin van de Belgische onlusten was er een garnizoen van 2300 man, wat geschat een derde was van wat nodig was voor de verdediging van de stad, waarvan een gedeelte als onbetrouwbaar (want zuiderling) werd beschouwd. In oktober 1830 kondigt Dibbets de staat van beleg af. In het voorjaar van 1831 werden de garnizoenstroepen vervangen door noorderlingen, die vanaf Breda komen. Echter op 10 september was de achtste afdeling al naar Maastricht gestuurd. Een dag ervoor was de zevende afdeling aangekomen. De infanterie werd bij de burgers ingekwartierd. Er waren vanaf toen 6.000 man gelegerd in het stadje dat toen 20.000 inwoners had. Een van hen was dus Pieter Amiabel. In Maastricht is Dibbets nooit populair geworden. Hij werd door een groot aantal Limburgers toch gezien als bezetter.

Op 14 februari 1846 deed Pieter belijdenis bij dominee Leendert Proes bij de Nederlands Hervormde kerk in Leeuwarden. Dominee Proes kwam in 1837 naar Leeuwarden. Hieruit valt af te lijden dat hij naar de Westerkerk in de Bagijnestraat ging.


Afbeelding 23 Pagina uit het lidmaatregister van de Nederlands hervormde kerk in Leeuwarden


Afbeelding 24 Westerkerk in de Bagijnestraat in Leeuwarden


Afbweelding 25 Dominee Leendert Proes

Kinderrijk gezin

Pieter en zijn vrouw hadden een zoon, Hendrik Amiabel, geboren op 12 april 1846, overleden op 42-jarige leeftijd. Hij had als beroep tabakskerver. Ook Hendrik ging in de militie, vanaf 5 mei 1866. Hij zat bij het zevende regiment infanterie tot 4 mei 1871.

Daarnaast was er een dochter, Elisabeth Amiabel, geboren op 6 maart 1835 en getrouwd met Johannes Elsertus Gerbenzon. 

Verder was er Eke Amiabel, geboren op 4 december 1838, slechts 10 maanden oud geworden; nog een Eke Amiabel, geboren op 18 juni 1841. zij is getrouwd met Jan Lerk en woonde enige tijd in Franeker.

Anna Amiabel, geboren 8 februari 1844, overleden 11 maanden na haar geboorte.

Nicolaas Amiabel, geboren 1 september 1836. Hij was eerst schoenmaker, later is hij pakhuisknecht geworden.

Douwe Amiabel, geboren op 21 maart 1862 is slechts 6 weken oud geworden; nog een Douwe Amiabel, geboren 4 november 1857. Hij kreeg vrijstelling voor de militie wegens broederdienst; 

Pieter Amiabel, overleden op 2-jarige leeftijd en nog een zoon, Pieter Amiabel welke op 5 jarige leeftijd overleden is. 

Dus veel kinderen waarvan er ook veel vroegtijdig overleden.

Hiske Pieters Postma is op 22 januari 1890 op 76-jarige leeftijd overleden. Pieter Amiabel is overleden op 25 oktober 1877 om negen uur 's morgens. Hij is 74 jaar geworden.


Afbeelding 26 Neerslag van het overlijden van Pieter Amiabel in het overlijdensregister

Nicolaas Amiabel (broer)

Pieter had nog een broer, Nicolaas Amiabel. En ook hij heeft aan de Tiendaagse Veldtocht meegedaan. 
Hij is op 12 november 1808 geboren en is dus 6 jaar jonger dan Pieter. Ook van hem hebben we een signalement:

Lengte 1 El 1 El z7 palmen, 2 duimen)

Aangezicht: Ovaal

Voorhoofd: Rond

Oogen: Blaauw

Neus: Ordinair

Kin: Rond

Haar: Lichtbruin

Wenkbrauwen: Lichtbruin

Nicolaas was getrouwd met Eeke Beerends. Hij is op 31 oktober 1830 vrijwillig in dienst gegaan als kanonnier tweede klasse zonder handgeld te krijgen bij het Bataljon Vrijwillige Artilleristen. Op 6 maart 1831 tekende hij bij voor zes jaar met een handgeld van 6 gulden. Op 1 februari 1837 is hij met paspoort gegaan. Het Bataljon Vrijwillige Artilleristen was een voortzetting van het in 1814 opgerichte bataljon Artillerie Nationale Militie no 1.

Tijdens de Belgische opstand zat hij in de vesting Gorkum. De vesting Gorinchem had sinds 1830 een binding met de artillerie, want toen werd te Gorinchem het Bataljon Vrijwillige Artilleristen opgericht, wat zou moeten gaan bestaan uit 8 compagnieën.


Afbeelding 27 De vesting Gorkum




Afbeelding 23 Soldaten in uniform van het bataljon Vrijwillige Artilleristen

In de stad zaten in 1831 113 officieren en 6482 onderofficieren en manschappen ingekwartierd. Dit op een inwoneraantal van 6500 zal een grote impact hebben gehad op het stadje. Daarna, in 1832 zat hij n een andere vesting en tenslotte in 1834 in Breda.

Nicolaas is op 14 oktober 1838 in het huwelijk getreden met Maria Snijdelaar. 



Afbeelding 28 Pagina uit het trouwregister waarin onder anderestaat dat er toestemming voor het huwelijk is van de commandant



Afbeelding 29 Tweede pagina uit het trouwregister met de handtekeningen

Hij was toen timmerman. Hij diende op dat moment als korporaal bij het eerste bataljon van de eerste afdeling mobiele Vriesche schutterij, tevens had hij de toestemming van de commandant van het korps waar hij diende, terwijl hij met onbepaald verlof was, en een geldig certificaat van de militie. Dat certificaat laat zien dat hij vrijgesteld was wegens broederdienst. Maar doordat hij dus als vrijwilliger tijdens de Belgische opstand het leger in is gegaan is hij later bij de Schutterij gekomen. Bij de toestemming van de commandant staat duidelijk dat de vrouw haar man niet mag volgen als hij elders geplaatst wordt.


Afbeelding 30 Handtekening van Nicolaas Amiabel



Afbeelding 31 Uittreksel van de burgerlijke stand van Nicolaas Amiabel d.d. 27 september 1838


Afbeelding 32 Certificaat waarin staat dat hij vanwege broederdienst is vrijgesteld van de militiedienst


Afbeelding 33 Naamlijst met vermelding van Nicolaas Amiabel


Afbeelding 34 Voorkant stamboek Vrijwillige artilleristen




Afbeelding 35 Stamboek met de vermelding van Nicolaas Amiabel Bataljon Vrijwillige Artilleristen



Afbeelding 36 Toestemming van de Commandant eerste bataljon eerste afdeling Vriesche Schutterij


Nicolaas is 20 december 1876 overleden. Ook Nicolaas heeft het metalen kruis gekregen.

Literatuur en bronnen:

- Geboorteregister 1846, archiefnummer 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden, 1811-1941 - Historisch Centrum Leeuwarden, inventarisnummer 3395, aktenummer 0245 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1846

- Huwelijksregister 1834, archiefnummer 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden, 1811-1941 - Historisch Centrum Leeuwarden, inventarisnummer 3559C, aktenummer 0130 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1834

- Overlijdensregister 1877, archiefnummer 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden, 1811-1941 - Historisch Centrum Leeuwarden, inventarisnummer 3763, aktenummer 0587 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1877

Straatnaamgeving-Dolk.pdf    

https://www.mpaginae.nl/TFeL/Lwd41tm67.htm

- Bevolkingsregister 1848 - 1859, archiefnummer 1002, Bevolkingsregister 1848 - 1859, inventarisnummer 4599, blad 466 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1848-1859

2.13.09 Inventaris van het archief van het Ministerie van Oorlog: Stamboeken van Onderofficieren en Minderen van de Landmacht, 1813-1924

- https://www.mpaginae.nl/At/1843wijkkaart.htm

- Noord-Brabander 31 augustus 1831

- Nederlandsche Staatscourant 27 augustus 1831

- Rotterdamse Courant 30 augustus 1831

- Leeuwarder Courant 30-augustus 1831

- Overijsselsche Courant 14 januari 1831

- https://www.kvbk.nl/sites/default/files/bestanden/uitgaven/1981/1981-0337-01-0092.PDF

- https://www.onderscheidingen.nl/nl/medailles/herinnering/metkruis.html

- Bredasche courant 30 augustus 1832

- Utrechtse Courant 9 maart 1832

Minuut-akten 1829, archiefnummer 26, Notarieel archief - Tresoar, inventarisnummer 075023, aktenummer 00125 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1829

Lidmatenregister Herv. Gemeente Leeuwarden, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 1009 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1805-1855

Geboorteregister 1835, archiefnummer 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden, 1811-1941 - Historisch Centrum Leeuwarden, inventarisnummer 3384, aktenummer 0121 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1835

Militieregisters, archiefnummer 11, Provinciaal bestuur van Friesland 1813-1922 - Tresoar, inventarisnummer 9565 Periode: 1882

- Overlijdensregister 1877, archiefnummer 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden, 1811-1941 - Historisch Centrum Leeuwarden, inventarisnummer 3763, aktenummer 0587 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1877

https://www.organumfrisicum.frl/p/Orgelkranten/2016/Friese%20Orgelkrant%202016.pdf

Minuut-akten 1826, archiefnummer 26, Notarieel archief - Tresoar, inventarisnummer 075020, aktenummer 00058 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1826

- 1 januari 1811 | Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | pagina 136

- https://www.stamboomhardeman.nl/dagb10dv.htm

Nicolaas Amiabel:

Huwelijksregister 1838, archiefnummer 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden, 1811-1941 - Historisch Centrum Leeuwarden, inventarisnummer 3563C, aktenummer 0155 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1838

Documenttype Militairen Erfgoedinstelling Nationaal Archief Plaats instelling Den Haag Collectiegebied Zuid-Holland Archief NL-HaNA 2.13.09 Registratienummer 569 Aktenummer 174 Registratiedatum 1830 Akteplaats 's-Gravenhage Collectie Stamboeken Onderofficieren en Minderen na 1813 Boek Bataljon Vrijwillige Artilleristen - 1830-1831







In dienst van Stad en Staat: Frans Pytters van Kijl (No. 1.324)

In dienst van Stad en Staat Frans Pytters van Kijl (No 1.324) Dit artikel is het zesentwintigste uit een serie over burgers die zich inzette...