Posts tonen met het label Clant. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Clant. Alle posts tonen

dinsdag 15 juli 2025

In dienst van Stad en Staat: Gijsbert Harmen Jarghes (No. 990)

Gijsbert Harmen Jarghes van Meijma (no. 990)

Dit artikel is het negenendertigste uit een serie over burgers die zich inzetten voor militaire taken en gaat over de dienstplicht, schutterijen en het reguliere leger. De discussie over de dienstplicht is nu weliswaar minder, maar nooit helemaal weg geweest en gezien het personeelstekort in het leger ook nu actueel. Het is nuttig om dit fenomeen in historisch perspectief te plaatsen. Sommigen hebben de dienstplicht ondergaan maar er zijn ook mensen vrijwillig het leger ingegaan, waarbij "het leger" een rekbaar begrip is. Ook milities, schutterijen en andere paramilitaire organisaties komen aan de orde. Met de beschrijving van de lotgevallen van deze mannen zie je tegelijkertijd een verschuiving van de loyaliteit jegens de stad naar loyaliteit jegens de staat.

Zijn vader was Coppen Jarges van Meyma (No. 1.980). Coppen was ritmeester en heer van Meymaborg in Rasquert. Zijn moeder was Anna Eleonara Ripperda. Zie ook daar voor meer informatie over de familie Jarges, oorspronkelijk afkomstig uit Staveren met burgermeesters en een rol in de vete tussen de Schieringers en de Vetkopers. Maar dat is een ander verhaal.

In 1716 was Gijsbert lidmaat van de kerkelijke gemeente van Eenum.


Afbeelding 1 Uitsnede uit lidmaatregister van kerkelijke gemeente Eenum

Op donderdag 17 juni 1723 trouwt Gijsbert met Josina (Gesina) Elizabeth Clant van Aikema in Grijpskerk. Josina is de dochter van Lucas Clant (No. 1.982)  en Trudea Clant. Josina is in 1731 overleden, pas 40 jaar oud.


Afbeelding 2 Uitsnede uit Trouwregister kerkelijke gemeente Zuidwolde


Afbeelding 3 Uitsnede uit boek van de kerkelijke gemeente Grijpskerk

Gijsbert is geboren in 1692 en gedoopt op 15 juli 1692 in de Boteringestraat in Groningen. Gijsbert was luitenant te voet, convooimeester, te Scheemda, ritmeester en commandant van Delfzijl. In 1722 was hij kapitein. Verder was hij heer van Hornhuizen. Dat klinkt erg gewichtig, maar het dorp Hornhuizen bestaat nog steeds en heeft nu 200 inwoners. Het ligt in de gemeente Hogeland in Groningen.

De Vesting Delfzijl

In de Tachtigjarige Oorlog, rond 1580, werd op initiatief van de Staten van Groningen en Friesland een schans aangelegd bij de sluis van Delfzijl. De plek was strategisch belangrijk: het was de enige toegang tot het binnenland van Groningen en Friesland vanaf zee. In 1591 werd de schans door Stadhouder Prins Maurits verder uitgebouwd tot een vestingwerk. Tijdens de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd Delfzijl omgebouwd tot een moderne vesting met bastions, ravelijnen en grachten, gebaseerd op het Oud-Nederlandse vestingstelsel. De vesting maakte deel uit van de Friese waterlinie. Delfzijl werd een belangrijk garnizoensplaats met een permanent legeronderdeel. In de 17e en 18e eeuw was Delfzijl een sleutelpositie aan de noordgrens van de Republiek. Na de Franse tijd verloor de vesting haar strategische belang. In 1874 werd Delfzijl, net als veel andere Nederlandse vestingen, formeel opgeheven als vestingstad bij de Vestingwet.`


Afbeelding 4 Vesting Delfzijl in 1706

In 1718 ruilen E.J. Lewe van Aduard en Gijsbert Harmen Jarghes een paar stukken land, waarbij de eerste verwerft 22 grazen land te Hoogkerk en twee ommegangen in het redgerrecht van Hoogkerk, vallende op Ottema en Gijsselma stede, en de tweede verwerft 8 grazen land op Selwerd onder Oldehove, 1718. Die zelfde stukken land, dus de 8 grazen land verkoopt Gijsbert op 11 mei 1719 voor 800 Carolus guldens weer terug aan E,J. Lewe, heer van Aduard. 

Op 10 maart 1725 werd hij lidmaat samen met Josina van de kerkelijke gemeente van Oudeschans


Afbeelding 5 Uitsnede uit het lidmatenregister van de kerkelijke gemeente van Oudeschans

Op 6 mei 1724 werd hij aangesteld als ontvanger van de convoijen en licenten te Funserwolde. 

Ze hadden samen vier kinderen:

- Freule Anna Eleonara Jarges, (no 495) geboren in de Sint Jansstraat in Groningen, gedoopt in de Martinikerk op 7 april 1724. Ze trouwde met Hindrik Froon van Delfzijl op 2 april 1747. Twee kinderen van hen zijn begraven op 5 november 1759 in Delfzijl. Hindrik Froon is op 3 maart 1726 geboren en op 22 december 1772 begraven in Delfzijl. Op haar huwelijksakte wordt zij genoemd 'van Bellingwolderschans', dit is de andere naam voor 'Oudeschans', waar haar ouders vanaf 1725 waren ingeschreven als lidmaat, haar vader, Gijsbert dus, was militair.

Op 14 jarig leeftijd krijgt zij een grote schenking van Margaretha Elisabeth Ripperda, ze staat dan onder voogdij.

In een akte uit 1731 staat niet alleen dat ze de dochter is van Gijsbert Harmen en Josina (Elisabeth) Clant maar ook dat ze een schenking voor 'haar onderhout en voordeel gedurende haar minderjarige leven' krijgt. De schenking betreft o.a. 80 grazen land bij Usquert en een plaats (boerderij) aan de overtocht bij Wagenborgen. Veel jonkers in die tijd mochten blij zijn als ze zoveel land bezaten. Omgerekend is het ongeveer 30 ha. Margaretha Elisabeth is de nicht van haar oma Anna Eleonora Ripperda (no 1.981) We kunnen dus wel stellen dat Anna door deze erfenis stinkend rijk was.

Op 10 november 1782 doet Freule Jarges uit Hornhuizen geloofsbelijdenis. Ze wordt 14 juli 1795 begraven.

Anna en Hendrik hadden vijf kinderen: Clara Froon (No.247), Gijsbert Harm Ferdinant, Gesina Margaretha, Christiaan en Hindrik,

- Lukas Jarges, gedoopt op 24 juni 1726 te Oudeschans

- Aldert Joost Jarges, gedoopt op 2 januari 1729 te Oudeschans

- Baron Generaal Majoor Coppen Jarges, heer van Hornhuizen, gedoopt op 27 april 1727 te Oudeschans. Hij was in 1768 kapitein en vanaf 31 januari 1774 kolonel-commandant van een bataljon in het regiment van luitenant generaal Berend baron Lewe van Aduard. In 1777 was hij kolonel over een regiment infanterie en later generaal-majoor geworden. Hij overleed in Groningen op 15 maart 1792. Hij kocht in 1778 Tammingaborg. Zijn kinderen verkochten het na zijn dood in 1797. Hij is op 19 april 1758 getrouwd met baronnesse Anna Maria Hijma Juliana Lewe. Toen was hij al kapitein.

De Tammingaborg

De Tammingaborg is in 1803 gesloopt. De borg was ooit de grootste van de provincie Groningen. De Tammingaborg begon als steenhuis dat gebouwd werd door Liudolph Tamminga. In 1416 was het bezit van Abel Tamminga, vandaar de naam Tammingaborg. De borg is vaak van eigenaar gewisseld, zo is het ook het bezit geweest van Van Eysinga en later dus van Coppen Jarges. De borg zelf stond zo'n 240 meter van de Breweelsterweg af, Een sloot is vrijwel het enige wat nog vaag een indicatie geeft voor het borgterrein. De borg was ongeveer 40 meter bij 30 meter en had een T-vorm door het smalle hoge deel aan de achterkant. De borg bevond op de uiterste noordoosthoek van het terrein en was zelf ook nog omgeven door een gracht. Direct rechts van de borg stond het schathuis (veestal). Er zijn nog maar 16 borgen over in de provincie Groningen. De definitie van een borg is overigens wat vaag, maar er zou dus eigenblijk een jonker moeten wonen of in elk geval zouden er heerlijke rechten aan verbonden moeten zijn. Overigens is er nog een Tammingaborg, maar die stond in Bellingeweer.



Afbeelding 6 Tammingaborg te Hornhuizen, getekend in de negentiende eeuw



Afbeelding 7 Hoornhusen op de kaart van Joan Blaeu uit 1645

In het stamboek van het eerste bataljon van het regiment van de luitenant-generaal Baron Lewe van Aduard staat dat hij achtereenvolgens 36 maanden cadet was geweest bij Hessen Hamborg en 11 maanden bij Orange Stad en Lande heeft gediend, daarna 25 maanden vaandrig, 217 maanden kapitein in het regiment van generaal-majoor Otto Georg Veldtman, 25 maanden majoor en 96 maanden luitenant kolonel was geweest alvorens hij kolonel werd bij het regiment van Baron Lewe. Een hele lange militaire loopbaan dus. Verder staat er dat hij gereformeerd was en op 15 oktober 1787 promoveerde tot generaal-majoor. Hij was toen 60.

Zijn vader Gijsbert lijkt intussen in 1735 van de aardbodem verdwenen:

Gedeelte uit een brief van Pieter Wolthuis Scheemda geschreven aan zijn broer in Smirna (Turkije) op 4 januari 1736.

"Onze convoymeester Jarges die van te voren in de Oudeschans heeft gelegen is voor eenige tijd, soo hy sey, na Harlingen gereist om reken te doen; maar niemant wiet tot nu toe(om soo te spreken), waar hij gestoven of gevlogen is en hij al over 8 a 10 maant vermist Hij is seer diepterent geweest , soodat hij op ver of na niet sijn schulden heeft cennen betalen, Of dat nu de oorzaak van sijn wonderlyke afwezigheit te wege brengt , wiet men niet".

Convoymeester noemde men destijds de ontvanger van uit- en ingaande rechten (convooien). Deze gelden werden besteed ten behoeve van de zeemacht. Dientengevolge was Jarges rekenplichtig aan het admiraliteits-college, gezeteld in Harlingen. De convooimeester had ook toezicht op de naleving van de regels en voorschriften met betrekking tot de scheepvaart en de goederen die werden vervoerd. 

In 1738 staat zijn dochter Anna Eleonora onder voogdij, dus het is zeer waarschijnlijk dat hij voor 1738 is overleden. Omdat hij begin januari 1736 al tien maanden wordt vermist ga ik er derhalve van uit dat hij toen is overleden. In een andere bron staat dat hij in 1735 is overleden. Het bewijs dat hij inderdaad in of voor 1735 is overleden ligt in her feit dat er een boedelbeschrijving is van een convooimeester Jarges te Eexta in 1735. Het is netjes verdeeld in rubrieken zoals tingoed, kopergoed en opgeschreven op 29 juni 1735. Eexta was een kerkdorpje in Oldambt, Groningen. nu onderdeel van Scheemda. Kennelijk is hij daar overleden en omdat zijn vrouw Josina Elizabth Clant al in 1731 was overleden waren hun kinderen wees, Anna was nog maar zeven.


Afbeelding 8 Uitsnede van boedelbeschrijving van convooimeester Jarges te Eexta, 1735

Uit de boedelinventaris blijkt dat hij niet onbemiddeld was. 

Bronnen en literatuur:

-  Nederlands Adelsboek 1948, DTB Groningen

- DTB Grijpskerk, DTB Groningen, Lidmaten register Oudeschans 1725

- https://www.nazatendevries.nl/Genealogie/NazatenDeVriesWeb/huningaframeset.htm?huninga001188.htm#23776

Alle Groningers te Groningen, DTB Dopen Doop-, trouw- en begraafboeken enz. in de provincie Groningen, Bron: boek, Deel: 149..., Kerkelijke gemeente Groningen, archief 124, inventaris­num­mer 149, 7 april 1724, Algemeen doopboek 1706-1732

AlleGroningers te Groningen, Registraties vóór 1811 Gerechten in Westerwolde en Bellingwolde, Bron: boek, Deel: 1074, Periode: 1710-1811, Kerkelijke gemeente Oudeschans, archief 732, inventaris­num­mer 1074, 10 maart 1725, Register van aantekeningen 1710-1811, folio 103v

- AlleGroningers te Groningen, DTB Trouwen Doop-, trouw- en begraafboeken enz. in de provincie Groningen, Bron: boek, Deel: 210..., Kerkelijke gemeente Grijpskerk, archief 124, inventaris­num­mer 210, 17 juni 1723, Doop- en trouwboek 1683-1811, folio 107v

- Staten-Generaal: Commissieboeken Nummer toegang: 1.01.02, inventarisnummer: 12283, folionummer: 60 verso

- AlleGroningers te Groningen, Registraties vóór 1811 Doop-, trouw- en begraafboeken enz. in de provincie Groningen, Bron: boek, Deel: 58,..., Kerkelijke gemeente Eenum, archief 124, inventaris­num­mer 58, 1716, Kerkeboek 1686-1762, folio 14

- http://www.lidmatengroningen.nl/Hornhuizen.htm

- https://www.kunstbus.nl/groningen/Jarges.html

- 630 Abelmaheerd , 1665 - 1784 (Groninger Archieven )

678   Familie Dorhout Mees, 1587 - 1938 (Gtroninger Archieven)

1.01.19 Inventaris van het archief van de Raad van State, (1574) 1581-1795 (1801) .5 conduitelijsten, ranglijsten, stamboeken;  1955 Het 1e bataljon van het regiment van luitenant-generaal baron Lewe van Aduard, 1772-1795

- AlleGroningers te Groningen, DTB Begraven Doop-, trouw- en begraafboeken enz. in de provincie Groningen, Bron: boek, Deel: 51,..., Kerkelijke gemeente Delfzijl, archief 124, inventaris­num­mer 51, 1759, Begraafboek 1718-1812, folio 134

AlleGroningers te Groningen, DTB Begraven Doop-, trouw- en begraafboeken enz. in de provincie Groningen, Bron: boek, Deel: 51,..., Kerkelijke gemeente Delfzijl, archief 124, inventaris­num­mer 51, 1772, Begraafboek 1718-1812, folio 156

2016 Boedelinventaris van de convooimeester Jarges te Eexta, 1735 nr. 2016731 Gerechten in het Oldambt, 1596 - 1811 Inventaris 1. Archief van het gerecht van het Wold-Oldambt, (1471) 1606 - 1803 (1811)

https://www.ngv-afdelingen.nl/grn/wp-content/uploads/2022/06/GronM6-Officieren-Regiment-Nationalen-Nr-2.pdf

- 581 Familie Tjarda van Starkenborgh (1), 1500 - 1919 ( Groninger Archieven )

AlleGroningers te Groningen, Registraties vóór 1811 Doop-, trouw- en begraafboeken enz. in de provincie Groningen, Bron: boek, Deel: 231..., Kerkelijke gemeente Hornhuizen en Kloosterburen, archief 124, inventaris­num­mer 231, 10 november 1782, Doop- en trouwboek 1721-1811, folio 181

AlleGroningers te Groningen, DTB Begraven. Doop-, trouw- en begraafboeken enz. in de provincie Groningen, Bron: boek, Deel: 199..., Kerkelijke gemeente Groningen, archief 124, inventaris­num­mer 199, 14 juli 1795, Index op de breukdoden 1794-1805, folio 27

vrijdag 13 juni 2025

Lucas Allerts Clant van Ayckema (no.1.982)

Lucas Allerts Clant (no 1.982)

Dit artikel is het vijfendertigste. uit een serie over burgers die zich inzetten voor militaire taken en gaat over de dienstplicht, schutterijen en het reguliere leger. De discussie over de dienstplicht is nu weliswaar minder, maar nooit helemaal weg geweest en gezien het personeelstekort in het leger ook nu actueel. Het is nuttig om dit fenomeen in historisch perspectief te plaatsen. Sommigen hebben de dienstplicht ondergaan maar er zijn ook mensen vrijwillig het leger ingegaan, waarbij "het leger" een rekbaar begrip is. Ook milities, schutterijen en andere paramilitaire organisaties komen aan de orde. Met de beschrijving van de lotgevallen van deze mannen zie je tegelijkertijd een verschuiving van de loyaliteit jegens de stad naar loyaliteit jegens de staat. 

Lucas Allerts Clant van Ayckema tot Grijpskerk werd als telg van het bekende Ommelander geslacht Clant geboren in Warfhuizen in 1647. Hij is gedoopt op 21 december 1647 in Groningen. Hij overleed op de borg Ayckema in Grijpskerk in 1705. 

Lucas Clant van Ayckema tot Grijpskerk, zoon van Allard Joest Clant van Lulema en Maria Helena Clant, trouwde ook met een Clant, Geertruida Clant (Truida), dochter van Jan Remmert Clant en Ulcia Maria Auwema. Truida stamde net als Lucas af van Allard Clant en Margaretha Lewe. Truida is in 1654 geboren en is op 11 juni 1654 in de kerk in Grijpskerk gedoopt. In de zestiende en zeventiende eeuw trouwde men wel vaker binnen de familie om zo het familiekapitaal in stand te houden. Truida was een achternicht van Lucas.

Monopolie of een potje schaken? Een verhaal van eer, macht en kapitaal

Het verhaal omtrent dit wat eigenaardige huwelijk doet nu wereldvreemd aan, maar was, zoals gezegd, in de zestiende en zeventiende eeuw niet ongebruikelijk. Truida was vanwege haar rijkdom een gewilde huwelijkskandidaat. Truida Clant werd in 1654 geboren en was enig kind. Haar ouders bezaten de Aykemaborg bij Grijpskerk. Ze waren schatrijk maar stierven al snel na de geboorte van Truida. Jan Remmert sterft in 1655, zijn vrouw Ulcia een jaar later. Truida werd dus wees op op driejarige leeftijd. En was dus steenrijk. Ze kon in elk geval een bedrag van 30.000 gulden verwachten. In die tijd een kapitaal. Ze kreeg toen drie voogden en kwam te wonen in de Haddingestraat in Groningen bij haar grootvader Iwo Auwema van Tolbert (no 7.934) en zijn tweede vrouw Etta Coenders en hun acht kinderen. 



Afbeelding 1 De Aykemaborg (ook wel blauwe borg genoemd) was een borg een kilometer ten westen van het Groningse dorp Grijpskerk. De borg zelf is gesloopt in 1768, maar de plaats waar de borg stond is nog vaag te herkennen in het landschap. De borg bevond zich op een vierkant, omgrachte borgstee van zo'n 90 bij 90 meter en had een oprijlaan naar de Heere Weg van zo'n 250 meter. De gracht is inmiddels wel gedempt.



Afbeelding 2 Kadastrale kaart uit 1832 met de vierkante omtrek van de Aykemaborg

Toen Truida 13 jaar werd had Etta Coenders al een huwelijkskandidaat voor Truida op het oog: een  neef genaamd Mello Coenders. En dat terwijl in het contract tussen de voogden en Etta juist bepaald was dat "goede opsicht ende sorge draagen voor dese haere pupille, ten einde deselve van d’eene off ander persoon niet mooge werden misleidet ende vervoert.", Oftewel de boze stief grootmoeder had niet echt het beste met het meisje voor. Maar een huwelijk van de minderjarige Truida moest nog wel worden goedgekeurd door haar voogden. En twee van de drie voogden behoorden tot de familie Clant. En die zagen het niet zitten dat Truda door een huwelijk al dat geld richting de familie Coenders zou laten vloeien. Daarom zochten ze snel een geschikte kandidaat uit de eigen "clan" en dat werd Lucas Clant, een achterneef van Truida.

Op 18 juli 1667 schaakte Lucas samen met zijn oom Willem de 13-jarige Truida en haar 17-jarige tante Bouwina bij een uitje naar de uitspanning de Roode Haan bij een overzetveer aan het Reitdiep in Groningen.. De dames werden meegenomen naar Spijk in Oost-Groningen., met het slappe excuus dat de stadspoort van Groningen al dicht was en er geen goede herberg in de buurt was. In Spijk woonde de stiefvader van Lucas Clant, Reint Ubbena, een van de voogden van Truida. De familie van Coenders was woedend en sprak van een criminele ontvoering en het Groninger stadsbestuur stuurde een gerechtsdienaar met zeven ruiters en twee soldaten naar Spijk om de meisjes te halen. Maar Truida zat inmiddels al in Godlinze op een andere borg en tante Bouwina ging gewoon terug naar haar ouders in Groningen. Maar Bouwina koos uiteindelijk toch voor Willem Clant en liet zich in maart 1668 opnieuw door hem schaken. Er volgde een hooglopende ruzie tussen het stel en de  familie Coenders. Bouwina werd door haar moeder onterfd. Ondertussen had Willem een lid van de Coenders familie tot een duel uitgedaagd. Nu zat de stad Groningen niet te wachten op dit soort heethoofden en Willem werd verbannen, iets dat later weer werd teruggedraaid: het begon aardig uit de hand te lopen. Er volgden rechtszaken en allerlei instanties werden er bij gehaald. Ludolph Coenders, de broer van Etta was namelijk raadsheer in de Stad Groningen en kende veel juridische wegen.

Daarbij kwam ook nog een politiek conflict. Want de familie Coenders was op de hand van de stad Groningen, terwijl de familie Clant voor de Ommelander zaak streed.

De familie Coenders vonden het verlies van Bouwina vervelend maar de rijke Truida was voor hen veel belangrijker. Met haar zou immers de Aykemaborg en al haar andere bezit verloren gaan. Ondanks fikse tegenwerking trouwden Truida en Lucas uiteindelijk in het Oost-Friese Loga.

Ook het stadsbestuur van Groningen realiseerde zich inmiddels dat ze voor het karretje van Coenders waren gespannen en kwam tot het inzicht dat er wel heel veel eigenbelang bij Coenders speelde.
En toen Lucas Clant op 15 oktober 1668 om de zeggenschap over Truida’s goederen vroeg kreeg hij die. Hij woonde toen al op de Aykemaborg in Grijpskerk. Truida nam pas op 3 juni 1669 haar intrek op Aykemaborg. Dat zal met haar leeftijd te maken hebben, het stadsboek van Groningen uit 1425 eiste dat een bruid minstens 15 jaar was. Wellicht wilde Clant zich in die zin toch nog enigzins aan de wet houden of vond hijzelf 13 jaar toch ook wel wat jong. Of ze lang en gelukkig leefden? Misschien. Ze kregen in elk geval wel 18 (!) kinderen. Elders wordt het getal van 13 genoemd, ook nog een respectabel getal.

De kinderen, voorzover bekend:

1. Osebrand Lucasz Clant  ????-1736 
2. Allard Joost (Joest) Lucasz Clant  1670-1722, gedoopt op 10 maart 1670 in de Nieuwe Kerk in Groningen, geboren in de Boteringestraat, Groningen, Grietman van Westerdeel-Langewolt, Visvliet en de Ruigwaarden in 1720
3. Jan Remmert Lucasz Clant  1671-????, gedoopt op 14 april 1671 in de A-kerk, Groningen, overleden voor 1672
4. Johan Remmert Lucasz Clant  1672-<1685, geboren in de Boteringestraat in Groningen, gedoopt op 13 oktober 1672 in de A-Kerk, Groningen, overleden voor 1685
5. Reint Lucasz Clant  1674-< 1681, geboren in de Boteringestraat in Groningen, gedoopt op 20 februari 1674 in de Nieuwe Kerk, Groningen
6. Otte Lucas van Clant  ± 1675-1739
7. Lucas Lucasz Clant  1675-???? Gedoopt in de Nieuwe Kerk, Groningen op 8 oktober 1675
8. Ulcia Maria Lucas Clant  1679-1711, gedoopt op 8 mei 1679 in de Martinikerk, Groningen. Ze deed belijdenis op 6 september 1697. Ze is met Unico Michiel de Herthoge van Feringa getrouwd op 28 december 1698 in Grijpskerk. Ze hadden twee zonen. Ze overleed op 30 januari 1709,
9.Reint Lucasz Clant  1681-< 1687, gedoopt in te Martinikerk, Groningen op 3 mei 1681
10.Jan Rimmert Clant, gedoopt op 27 juni 1686 te Grijpskerk, overleden voor 1686
11.Reint Lucasz Clant  1687-????, gedoopt op 18 december 1687 in Grijpskerk
12.Gesina Elisabeth Lucasd Clant  1689-????, gedoopt op 8 maart 1689 in Grijpskerk
13.Josina Elisabeth (Jesina) Lucasd. Clant van Aikema 1691-1731. Geboren in de Boteringestraat in Groningen, Gedoopt op 11 december 1691 in de Martinikerk in Groningen. Zij trouwt met Gijsbert Herman (haarmen) Jarges, ritmeester.
14.Jan Remmert Lucasz Clant  1695-1726, doop op 2 juni 1695 te Grijpskerk, geboren bij de Poel (is het brede gedeelte van het diep in het dorp Grijpskerk)

Lucas was jonker, hoveling en grietman (een functie die de ambten van bestuurder en rechter combineerde) van Westerdeel-Langewold van 1682 tot 1694, Visvliet in 1689 en de Ruigewaarden, in 1689. Verder wordt hij genoemd als lid van de Generaliteits-Rekenkamer (alhoewel dit eerder een naamgenoot zou kunnen zijn, gezien de datum die in een bron genoemd wordt - 1626 tot 1628) en in 1692 lid van de Staten-Generaal. Daarnaast was hij in 1697, 1698 en 1705 curator van de Groninger Academie. 

Het beleg van Groningen in 1672

Tijdens het beleg van Groningen in het rampjaar 1672 werd op 20 juli Lucas Clant namens de Ommelanden als raadgever aan luitenantgeneraal Rabenhaupt toegevoegd. Hij kwam in de plaats van Eiso Jarges. Andere leden van de raad waren Oesebrandt Johan Rengers, ook namens de Ommelanden en Johan Isbrandts namens de stad Groningen en Johan van Julsinga (een van de burgemeesters). Deze "commissie van defensie" had volmacht om alle maatregelen te nemen die zij voor een krachtige verdediging nodig achtten. Op dat moment werd de stad gebombardeerd met bommen en granaten. Het beleg werd uiteindelijk beëindigd en nog altijd wordt dat gevierd op "Bommenberend", genoemd naar de bisschop van Münster, Christoph Bernard von Galen. Hij was met 24.000 man naar Groningen getrokken om de stad te veroveren.

Rabenhaupt

Carel Rabenhaupt of Karel Robmhap ze Suché, geboren in Bohemen op 6 januari 1602 en dus al 70 jaar oud, was baron van Suchá, erfheer in Lichnice en Třemošnice, heer van Crumbach. Hij behoorde tot de zogenaamde Moravische Broederschap, een stroming die bestond uit volgelingen van onder andere Jan Hus.die in 1620 uit Bohemen werden verdreven. Voorafgaande aan het rampjaar 1672 werd hij voor 4.000 rijksdaalders als legercommandant ingehuurd door de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden om de stad Groningen te verdedigen. Op 7 maart 1671 trad hij als kolonel in dienst van het Staatse leger en kreeg bevel over een regiment dat zijn naam voerde. Op 31 maart 1672 werd hij bevorderd tot luitenant-generaal. Rabenhaupt had een deel van het gebied rond de stad echter onder water laten zetten en had bruggen aan de zuidkant van de stad laten afbreken. Verder was er flink wat munitie en voedsel ingeslagen. Dus ondanks dat het een maand lang bommen en granaten regende en de zuidkant van de stad aan puin werd geschoten hield de stad stand. Wat verder meespeelt is dat versterking voor de bisschop uitblijft en er na enkele flinke regenbuien ziekten uitbreken. Op 27 augustus trekt Bommenberend zich terug.

Nadat hij de Groningers had geholpen bevrijdde hij  Coevorden. Hij wist de troepen van Bommenberend in april 1674 terug te drijven tot Nordhorn en Neuenhaus in het Graafschap
Bentheim. Zijn laatste actie als militair was in 1674 bij Grave, dat door de Franse troepen werd bezet
gehouden. Rabenhaupt overleed op 12 augustus 1675 in Coevorden en werd op 3 september
1675 in de kerk aldaar begraven.




Afbeelding 3 Carel Rabenhaupt, baron van Sucha (bron: Groninger museum)





Afbeelding 4 "Bommenberend" Bernard van Galen, bisschop van Münster


Afbeelding 5 Het beleg van Groningen, gezien vanaf het zuiden, juli 1672


Lucas zette zich verder in voor de komst van een veerdienst tussen Grijpskerk en Groningen, welke ook gerealiseerd werd in 1674. Op 28 februari van dat jaar gaven de Provinciale Staten er toestemming voor. De bewoners van Grijpskerk werd vrij vervoer gegund. In 1701 koopt hij samen met Carel Ferdinand van In- en Kniphuisen de Borg Reitsema. Ook deze borg wordt later gesloopt.

Lulemaborg 




Afbeelding 6 De Lulemaborg in Warfhuizen. 

De familie Clant woonde tot 1654 in de Lulemaborg in Warfhuizen. De borg stond even ten zuiden van het Hogelandster dorp Warfhuizen aan de oostzijde van de weg. Het is niet bekend wanneer de borg is gebouwd, maar waarschijnlijk rond 1600. In 1822 werd de Lulemaborg in een van de plaatselijke kroegen op afbraak verkocht en in 1823 daadwerkelijk afgebroken. De laatste fundamenten werden in 1841 uitgegraven. De zuidelijke borggracht werd in de jaren 1920 of 1930 dichtgegooid. Een dikke boom midden in de weilanden herinnerde nog lange tijd aan de Lulemaborg, maar ook die sneuvelde toen de bevolking tijdens de laatste winter in de Tweede Wereldoorlog gebrek kreeg aan brandhout. Oftewel er is niets meer van over. Een weiland in Burum is nog aan te wijzen als de plek waar de borg ooit heeft gestaan.


Afbeelding 7 De plaats waarde Lulemaborg ooit heeft gestaan

Alleen de windvaan in de vorm van een vierpotige draak met de snavel van een adelaar (een griffioen dus) herinnert in Warfhuizen nog aan de familie Clant. Ook in Zuidborn is nog zo'n windvaan. Zowel in Warfhuizen als in Zuidhorn waren leden van de familie Clant collatoren (= iemand die het recht heeft om een predikant aan te stellen). In Warfhuizen zijn de drie vissen uit het familiewapen van Clant uit de vleugel van de draak/griffioen gezaagd. Helaas is dat vanaf de grond niet echt mogelijk om te zien.




Afbeelding 8 Kerk met de windvaan in de vorm van een draak in Warfhuizen


Afbeelding 9 Een detailfoto van de windvaan in de vorm van een draak in Warfhuizen

Wat verder nog resteert is een haardplaat en twee wapenleeuwen. Destijds werd alles te gelde gemaakt dus het is niet uitgesloten dat elders nog relieken van het gebouw zijn terug te vinden.
 

Afbeelding 10 Haardplaat afkomstig uit de Lulemaborg. De tekst gaat waarschijnlijk over Maurits van Nassau in Brazilie, maar wat de link dan met de Lulemaborg is, is onduidelijk


Afbeelding 11 Twee wapenleeuwen afkomstig uit de Lulemaborg, nu bij een boerderij in Zuurdijk

In de veertiende eeuw, te weten in 1377, wordt het geslacht Clant voor het eerst vermeld; de oudst bekende stamvader is Hendrik Clant. Leden van het geslacht speelden een grote rol in de geschiedenis van Groningen. Een aantal leden werd burgemeester van de stad Groningen, sommige waren lid van de Staten van het gewest Stad en Lande en lid van de Staten-Generaal. Zo  was er ook een Otto Clant die in 1586 tijdens de Tachtigjarige Oorlog toen de Spanjaarden Friesland aanvielen, weigerde om zich over te geven. Hij had zich in de kerk van Boksum verschanst. De Spanjaarden boden hem genade (kwartier) aan, maar hij hield vol met strijden. Hij wikkelde zich in zijn vaandel om het zo beter te kunnen verdedigen en zijn zwaard te kunnen hanteren maar werd uiteindelijk overweldigd en doorstoken. Er is later een school in Boksum naar hem vernoemd en er is een lied over zijn heldendaad geschreven:

Slechts een nog houdt er vechtend stand,
Hoe luid de moordkreet tier,
Hij zwaait zijn kling met d'eene hand,
Met de and're 's Lands banier.
Wie is hij, die zoo lang zich weert,
Schoon 't alles om hem blaakt?
Die neerstoot wie te dicht hem naakt,
Van lijken zich een borstweer maakt
En duizend dod'n braveert?
Nog is zijn voorhoofd onverzengd
van 's levens zonnebrand;
Wie is hij, die noch zwicht of zwenkt?
't Is Jonker Otto Clant.



Afbeelding 12 Familiewapen van de familie Clant.

Op 13 maart 1706 werd de nalatenschap van Lucas Clant en Trudea (Truida) Clant verdeeld. In de kerk van Grijpskerk ligt een grafzerk van hen met de tekst "ALS AERDE IN AERDE SAL WORDS GESET EN AERDE IET AERDE SAL WORDS NEDECT EN AERDE (JUT AERDE SAL WORDE VERWECT EN AERDE OP AERDE SAL STAERVEN EN HAER OORDEL SAL ONTFAEN, HEEFT AERDE OP AERDE DOG EN DEUCHT GEDAEN. OCH WAT LOON SAL AERDE DU VA GOD ONTFAEN."

Slechts zes van de achttien kinderen leefden toen nog. Eerst kreeg hun oudste zoon, Allard Joost, de blauwe borg. Hij stierf er als vrijgezel, in 1722.  Daarna nam de tweede zoon, Jan Remmert, de borg over, maar die ging vier jaar later al dood, ook als vrijgezel.  En zo kwam de borg Aikema in handen van de derde zoon, Osebrand, die wèl getrouwd was en kinderen had, Osebrand, niet te verwarren met Osebrand Egertsz Clant (no 7.928) was majoor bij het regiment infanterie en was getrouwd met Sybilla Johanna Tamminge. Hun oudste zoon Lucas erfde na het overlijden van Osebrand in 1736 de Aikemaborg. Met hem ging het ook niet goed, hij werd in 1752 onder curatele gesteld. Om de schulden te betalen werd de borg door de bewindvoerders verkocht. In 1768 werd de borg afgebroken.

Bronnen en literatuur:

- https://www.nazatendevries.nl/Artikelen%20en%20Colums/Borgen/Warfhuizen/Lulema/De%20Lulemaborg%20bij%20Warfhuizen.html
- https://resources.huygens.knaw.nl/retroboeken/nnbw/#source=3&page=119&view=imagePane
- https://www.frieseregimenten.nl/officier/otto-clant/ 
https://www.oogtv.nl/uitzending-gemist/tv/truda-clant-een-17e-eeuwse-schaking-en-het-bezit-van-de-aykemaborg-benos-stad-43-10-11-1999/
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Aykemaborg
- https://www.databankschakingen.nl/etta-coenders-tegen-de-voogden-van-haar-kleindochter-truda-clant/
AlleGroningers te Groningen, DTB Dopen Doop-, trouw- en begraafboeken enz. in de provincie Groningen, Bron: boek, Deel: 147..., Kerkelijke gemeente Groningen, archief 124, inventaris­num­mer 147, 10 maart 1670, Algemeen doopboek 1658-1676
AlleGroningers te Groningen, DTB Dopen Doop-, trouw- en begraafboeken enz. in de provincie Groningen, Bron: boek, Deel: 148..., Kerkelijke gemeente Groningen, archief 124, inventaris­num­mer 148, 8 mei 1679, Algemeen doopboek 1676-1705
AlleGroningers te Groningen, DTB Dopen Doop-, trouw- en begraafboeken enz. in de provincie Groningen, Bron: boek, Deel: 210..., Kerkelijke gemeente Grijpskerk, archief 124, inventaris­num­mer 210, 2 juni 1695, Doop- en trouwboek 1683-1811
AlleGroningers te Groningen, DTB Dopen Doop-, trouw- en begraafboeken enz. in de provincie Groningen, Bron: boek, Deel: 210..., Kerkelijke gemeente Grijpskerk, archief 124, inventaris­num­mer 210, 27 juni 1686, Doop- en trouwboek 1683-1811
https://www.redmeralma.nl/grijpskerk.htm
- https://groninganus.wordpress.com/2018/11/12/schiere-stee-dat-aikema/
- http://www.lidmatengroningen.nl/grijpskerk.htm
- https://www.nazatendevries.nl/Artikelen%20en%20Colums/Borgen/Verdwenen%20borgen%20in%20Groningen/Verdwenen%20borgen%20in%20Groningen.html
- https://www.dbnl.org/tekst/molh003nieu03_01/molh003nieu03_01_0389.php
- Nieuwsblad van het Noorden, 25 april 1977; 29 juni 1991; 30 september 1977; 19 juli 1972
- Onze toekomst, 20 september 1922
- https://www.deverhalenvangroningen.nl/alle-verhalen/bommen-berend-in-1672-groningens-ontzet
- Voor vrijheydt ende vaderlandt, stad en lande in 1672, 1922, p. 38
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_grietmannen_van_de_Drie_Waarden
- https://resources.huygens.knaw.nl/BesluitenStaten-generaal1626-1651/silva/sg/functies/322881
- https://www.windgenealogie.org/re/re-000088.htm#BM211117
- https://www.groningerkerken.nl/downloads/Windwijzers_op_Groninger_torens_en_kerken_I.pdf
AlleGroningers te Groningen, DTB Dopen Doop-, trouw- en begraafboeken enz. in de provincie Groningen, Bron: boek, Deel: 210..., Kerkelijke gemeente Grijpskerk, archief 124, inventaris­num­mer 210, 18 december 1687, Doop- en trouwboek 1683-1811
https://www.oorlogsbronnen.nl/bron/http%3A%2F%2Fbeeldbank.cultureelerfgoed.nl%2Falle-afbeeldingen%2Fdetail%2F74554a1f-6323-ec36-6199-d87672d9bacd%2Fmedia%2Fa5b53d27-4a60-b139-b850-44946fed8db4



Geleerde voorouders: Cornelis van Hille (No.8.164)

Geleerde voorouders: Cornelis van Hille (Hillenius) (no.8.164) predikant Bij familieonderzoek blijkt dat er nogal wat predikanten in de fami...