woensdag 28 mei 2025

Eiso Jarges (No. 15.840)

Eiso Jarges (No. 15.840)

Dit artikel is het tweeëndertigste uit een serie over burgers die zich inzetten voor militaire taken en gaat over de dienstplicht, schutterijen en het reguliere leger. De discussie over de dienstplicht is nu weliswaar minder, maar nooit helemaal weg geweest en gezien het personeelstekort in het leger ook nu actueel. Het is nuttig om dit fenomeen in historisch perspectief te plaatsen. Sommigen hebben de dienstplicht ondergaan maar er zijn ook mensen vrijwillig het leger ingegaan, waarbij "het leger" een rekbaar begrip is. Ook milities, schutterijen en andere paramilitaire organisaties komen aan de orde. Met de beschrijving van de lotgevallen van deze mannen zie je tegelijkertijd een verschuiving van de loyaliteit jegens de stad naar loyaliteit jegens de staat.

Eiso (Eyzo) Jarges (Jarghes) was de zoon van Coppens Jarges en Eve Froma. De naam Jarges is afkomstig van de Friese voornaam Jarich, gedragen door een rijk koopman genaamd Jarick Coppens uit Stavoren.  Hij vestigde zich in Groningen en werd daar al snel opgenomen in de raad en vervolgens burgermeester. Zijn zoon Coppen was het hoofd van de Schieringers, bekend van de twist met de Vetkopers, maar dat is een ander verhaal.

Reeds vroeg was Eiso een voorstander van de zaak der vrijheid en van de Hervormde godsdienst en was hij gedwongen om het vaderland enige tijd te ontvluchten uit angst voor vervolging door de Spaanse overheid. Teruggekeerd, werd hij, door de Ommelanden naar Brussel afgevaardigd en hij ondertekende hij als zodanig de Unie van Brussel in 1577. 

Unie van Utrecht

Later was hij een der voornaamste bewerkers van het toetreden van de Ommelanden tot de Unie van Utrecht, en hij werd naar de vergadering gezonden om te tekenen. Daartoe werd besloten door een vergadering (landdag) van Ommelander edelen te Winsum op 4 januari 1579 in het logement "De Gulden Karper". Hij ging overigens samen met Egbert Clant van Stedum.  De Unie van Utrecht werd ondertekend op 23 januari 1579 in het Groot-Kapittelhuis van de Dom in Utrecht. Zes dagen daarna werd de Unie in het Raadhuis afgekondigd. De Unie van Utrecht is een overeenkomst tussen de zeven noordelijke gewesten en een aantal steden, die een gezamenlijke inzet vastlegden om de Spanjaarden te verdrijven. In die zin was het een reactie op de Unie van Atrecht. 



Afbeelding 1 De ondertekening van de Unie van Utrecht


Afbeelding 2 De handtekeningen onder de Unie van Utrecht

In de Unie van Utrecht worden een aantal staatkundige zaken geregeld op het gebied van bijvoorbeeld defensie, belastingen en godsdienst. Ook wordt geregeld dat de aangesloten gebieden naar buiten toe als één gewest opereren, terwijl ze binnen hun eigen gebied hun privileges behouden. Hierdoor wordt de Unie ook wel gezien als voorloper van de Republiek der Verenigde Nederlanden en het huidige Nederland.


Afbeelding 3 De Unies van Utrecht en Atrecht

Hij is in 1546 in Saaksum, Humsterland, geboren en woonde op de borg Heerema (Heeralma) en stierf op 19 augustus 1584 te Oterdum, aan de gevolgen van de pest, terwijl er een veldslag plaatsvindt.. Deze borg is overigens al in de zeventiende eeuw gesloopt. Uit een Album Amoricum (vriendenboekje) van hem blijkt dat hij gestudeerd heeft in Tübingen, waar hij in augustus 1565 de Hoge School bezocht, Orleans, Bourges, Génève en Keulen. Hij reisde van 1565 tot 1569 door Frankrijk, Zwitserland en Duitsland en ontmoette daar veel voorname edelen. In Orleans studeerden veel edelen uit het Noorden rechten. Daar kwam hij ook Wigbolt Ripperda tegen die een fraaie tekening maakte in het Album Amoricum. Wigbolt was een van de vier broers Ripperda die de beeldenstorm in Winsum organiseerden. Hij was bevelhebber van de troepen in Haarlem tijdens het beleg door Alva's zoon don Fadrique de Toledo en kwam na zeven maanden strijd en uithongering na overgave aan zijn eind doordat de Spaanse troepen hem en nog vele andere onthoofden.

In 1578 werd Eiso door Matthias van Oostenrijk tot Raadsheer van Friesland benoemt, maar hij werd geweigerd door gedeputeerde Staten omdat hij geen Fries was en geen doctor. Dit was in die tijd zeker pijnlijk omdat de Ommelanders zichzelf wel degelijk als Fries zagen en veel minder als Groninger. Na het verraad van Rennenberg op 3 maart 1580 wordt hij gearresteerd  op 5 augustus 1580 maar ontsnapt en vlucht net als andere edelen waarschijnlijk naar Oost Friesland.

Eiso was commandeur van Delfzijl.


Afbeelding 4 Het wapen van Eiso Jarges zoals dat in glas in lood in het gemeentehuis in Oldehove hangt (collectie Groninger Archieven)



Afbeelding 5 Het wapen van Eiso Jarges. Niet helemaal duidelijk is waar de H vandaan komt. Deze H zou ontleend kunnen zijn aan het feit dat koning Henrik VI van Engeland Albert Jarges tot ridder zou hebben verheven. Maar dat is waarschijnlijk onzin.

De schans Oterdum

De schans Oterdum werd door kolonel Wigbold van Ewsum in 1583 op de Spanjaarden veroverd als onderdeel van de Groninger Schansenkrijg. Helaas stierf hij en zijn zoon Melchior aan de verwondingen die zij hadden opgelopen bij de slag om Oterdum in 1584. Wigbold kreeg een haakbusschot in het dijbeen, waardoor hij niet meer kon lopen.

Een van zijn zoons (Melchior) die in de buurt was, zag hem daar, sloeg zijn armen om hem heen en zei dat hij hem niet in de steek zou laten, tot de dood aan toe. Toen hij bezig was met zijn vader mee te slepen, werd ook hijzelf getroffen door een kogel uit een haakbus. Ze namen daarop hun toevlucht in de kerk, samen met degenen die uit het strijdgewoel waren ontkomen. Uiteindelijk bezwijkt Wigbold op 9 februari 1584 aan zijn verwondingen. 

Oterdum lag strategisch aan de Eems en tijdens de tachtigjarige oorlog waren er schansen gebouwd. Het was een dorp in de gemeente Delfzijl in de Nederlandse provincie Groningen. Het lag tussen Delfzijl en Termunten in de historische Oosterhoek. Het is in de jaren zeventig van de twintigste eeuw volledig afgebroken om plaats te maken voor een verbreding van de zeedijk van de Eemsmonding, die op deltahoogte moest worden gebracht. 


Afbeelding 6 Oude kaart van Oterdum

De schans van Oterdum had drie Bastions. Een Bastion stond op de afstand dat een musketschot kon bereiken van elkaar, en dat was tijdens de tachtigjarige oorlog een meter of 180. De totale schans zal dus ongeveer 360 meter geweest zijn.

Eiso is geboren te Saaksum, Zuidhorn in de provincie Groningen in 1546. 

Hij was gehuwd met Luicke Entens van Mentheda, Hij was de vader van Coppen Jarges (no. 7.920) en van Schelto Jarges en Bauwe Jarges. Hij had waarschijnlijk geen grote rol bij de belegering van de schans van Oterdum, maar is er wel overleden. De pest had veel slachtoffers gemaakt in Oterdum. Oterdum werd bezet door de Staten van West Friesland met hulp van de stad Emden. De Ommelanden voelden zich buitengesloten van de besluitvorming en verder heerste er wanorde, was de schans slecht bevoorraad en werd er geplunderd en was er onderling wrijving tussen de locale leiders. 

Verslag van de slag bij Oterdum

Eiso Jargers kreeg zijn orders dus vanuit West Friesland en niet van de Ommelanden. Zoals gezegd waren die uitgesloten van de besluitvorming.

Vanaf 18 juli 1584 belegerde Francisco Vertugo (Verdugo), de Spaanse bevelhebber in Groningen de schans bij Oterdum. Vertugo was de laatste Spaanse stadhouder in de gewesten Friesland, Groningen, Lingen, Drenthe en Overijssel en de opvolger van Rennenberg. Hij liet half september 1584 al het geschut, belegeringsmateriaal, vlechten (rijswerk) en schanskorven (verdedigingswerken) uit Oldambt en Duurswold aanrukken. Hij beval ook piekeniers uit alle dorpen en stuurde geschut vanuit Groningen naar Farmsum, evenals vanuit de schans bij Rheden.


Afbeelding 7 Francisco Verdugo, Spaanse stadhouder van Groningen, Friesland, Drenthe, Lingen en Overijssel van 1581 tot 1594

Zo probeerde hij in de nacht van 16 september een aanval op Oterdum te wagen, om 11 uur ’s avonds, met groot geschreeuw. 


Afbeelding 8 Oude kaart (rond 1860) van de Eems en Dollard met links het dorp Oterdum

Er ontstonden flinke schermutselingen, want de mensen in Oterdum waren op alles voorbereid. Claes ten Buer , een invloedrijke koopman uit Appingedam, was een dag eerder, op 15 september in de schans aan en kreeg goede toezeggingen van de Staten, en stelde de twee hoplieden, Lazarus en Hans Spirael, gerust. Inmiddels waren de wegen door regen onbegaanbaar geworden.

De eerste gevechten verliepen goed, want de vijand moest wijken. Vele arbeiders uit de dorpen (de ‘gravers’) sneuvelden of raakten gewond — vooral uit Loppersum, Zeerijp en Stedum. Ze werden in de schans begraven, onder groot geklaag van het volk, dat alles met wagens, schepen en paarden moest uitvoeren, terwijl ze ook al zware belastingen droegen.

Men begon zich zorgen te maken over de voorraden, munitie en het versterken van de schans van Oterdum. Er kwam wel wat hulp vanuit Emden, maar dat ging moeizaam. Munitie en voorraden waren beperkt en het aantal verdedigers klein. Dit duurde de eerste veertien dagen voort. Claes ten Buer schreef dat de vijand wel 60 tot 70 schoten afvuurde, maar slechts voor 10 gulden schade aanrichtte — en dan alleen aan huizen. Er werd een vrouw geraakt terwijl ze in haar deur zat, maar verder raakten weinig mensen gewond, omdat de meeste zich op tijd dekten.

Maar uiteindelijk wordt de positie onhoudbaar, de soldaten zijn uitgeput, versterking blijft uit. Van het vendel van Hans Spirael sneuvelen 29 soldaten. Desondanks weet men de schans te behouden, niet in de laatste plaats omdat de omgeving moeras is en de vijand er niet omheen kan trekken en nog belangrijker: op 2 februari 1585 kwam er een grote storm en watervloed die de Spaanse schansen deed wegspoelen. Dat en het feit dat er heel wat Spanjaarden waren gesneuveld was voor Vertugo de druppel en hij brak op. 

In Saaksum is overigens een straat naar Eiso Jarges genoemd.

Bronnen en literatuur:

https://www.frieseregimenten.nl/officier/wigbold-van-ewsum/

- https://nl.wikipedia.org/wiki/Oterdum_(dorp)

- https://www.dbnl.org/tekst/hege004arch01_01/hege004arch01_01_0012.php

- https://www.dbnl.org/tekst/eppe004kron01_01/eppe004kron01_01_0034.php

- https://www.frieseregimenten.nl/officier/tjaard-tjebbes-hobbema/

883 8 Nieuweschans : Deel van de Topografische- en Militaire kaart des Rijks met de Dollard en het omringende gebied tot    Oterdum en Winschoten / Topographisch Bureau, 1860-1862

- Leekster Courant, 15 juli 1966

- De nieuwe Courant, 12 mei 1904

- Utrechts pProvinciaal en stedelijk dagblad, 12 december 1877

- De Courant, 9 mei 1904

Groningse volksalmanak; historisch jaarboek voor Groningen, 1910, 1910

https://oud-utrecht.nl/nieuws/501-23-januari-unie-van-utrecht

- https://www.mpaginae.nl/At/FrieseStudIJK.htm

zondag 25 mei 2025

Coppen Jarges op Meyma (No. 1.980)

Coppen Jarges op Meyma (No. 1.980)

Dit artikel is het eenendertigste uit een serie over burgers die zich inzetten voor militaire taken en gaat over de dienstplicht, schutterijen en het reguliere leger. De discussie over de dienstplicht is nu weliswaar minder, maar nooit helemaal weg geweest en gezien het personeelstekort in het leger ook nu actueel. Het is nuttig om dit fenomeen in historisch perspectief te plaatsen. Sommigen hebben de dienstplicht ondergaan maar er zijn ook mensen vrijwillig het leger ingegaan, waarbij "het leger" een rekbaar begrip is. Ook milities, schutterijen en andere paramilitaire organisaties komen aan de orde. Met de beschrijving van de lotgevallen van deze mannen zie je tegelijkertijd een verschuiving van de loyaliteit jegens de stad naar loyaliteit jegens de staat.

Coppen Jarges is geboren in 1659 aan de Vismarkt in Groningen en overleden op 17 januari 1705 op de Meijmaborg in Baflo. Hij was ritmeester, jonker en kapitein. Hij is gedoopt in de Martinikerk in Groningen op 1 mei 1659. De naam Coppen Jarges komt overigens vaker terug, maar moeten niet met elkaar verward worden. Zo was er ook een Coppen Jarges aan het hoofd van de Schieringers in het begin van de vijftiende eeuw.





Afbeelding 1 Pagina uit het doop en trouwboek kerkelijke gemeente Baflo en Rasquert


Afbeelding 2 Meijmaborg in Baflo

Zijn vader was Eijso Jarges (No. 3.960) en zijn moeder Bouwina Coenders. Eijsso Jarges had de Meijmaborg geërfd van zijn nicht Bawe Jarges. De Meijmaborg is genoemd naar de familie Meyema, een vermogende familie, waarvan de naam al in de veertiende eeuw voortkomt. Eijso bepaalt in zijn testament dat zijn zoon Coppen slechts vruchtgebruik krijgt van zijn nalatenschap met als gevolg dat er flink over de erfenis geprocedeerd wordt. Het resultaat is een boedelscheiding waarbij Coppen de borg krijgt. Na de dood van Coppen verkoopt de tweede vrouw van hem, Wija Auwema, onmiddellijk de borg omdat deze weinig rendeerde en eigenlijk alleen geld kostte. Eijso is overigens de kleinzoon van Eiso Jarges (No. 15.840), die in 1579 namens de Ommelanden de Unie van Utrecht mede ondertekende.




Afbeelding 3 Familiewapen van de familie Jarges

Coppen is getrouwd in Baflo & Rasquert in juli 1686 met Anna Leonora Ripperda, geboren in Bourtange, gedoopt Minden (Duitsland) 21-04-1667, overleden Meijmaborg Baflo 29-02-1701, dochter van Joachim Adolph von Ripperda en Odilia von Loe. Er ligt in de kerk in Baflo een grafsteen met de tekst "vrouw anna leonoora jarges gebooren ripperda, vrouw van meyma, obiit den 28 februai 1701, aeta. 33"




Afbeelding 4 Koperen naamplaatje, gevonden op de grafkist van Anna Leonora Ripperda uit de Laurentiuskerk in Baflo.




Afbeelding 5 Koperen naamplaatje, gevonden op de grafkist van Coppen Jarges uit de Laurentiuskerk in Baflo.

Gijsbert Harmen Jargers (No. 990) is een zoon van hem. Gijsbert is geboren in 1692 en gedoopt op 15 juli 1692 in de Boteringestraat in Groningen. Ook hij was ritmeester en commandant van Delfzijl. Hij is overleden in 1753. Hij is in juli 1686 getrouwd met Josina Elizabeth Clant, geboren in 1691.

Verder had hij nog een zoon genaamd Jan Rudolf Jarges, geboren in de Boteringestraat Groningen, gedoopt (als Jan Roelef) in de Nieuwe Kerk in Groningen op 11 januari 1694 en  overleden en begraven in Delfzijl 12 april 1754. Jan Rudolf is getrouwd in Lutjegast op 1 oktober 1732 met Catharina Elisabeth de Hertoghe.

En nog een zoon genaamd Carel Victor Jarges, geboren in de Boteringestraat in Groningen, gedoopt in de Martinikerk Groningen op 24 febrauri 1695.

Een dochter genaamd Bouwina Petronella Jarges, gedoopt als Bawine Peternelle te Baflo & Rasquert (Raskwerd) op 23 april 1699. Ze is overleden  in1704.

En tenslotte een zoon met de naam Daniel Jarges, gedoopt te Usquert op 16 augustus 1696.

Coppen hertrouwt later met Wija Auma.

Bronnen en Literatuur:

-  https://www.nazatendevries.nl/Artikelen%20en%20Colums/Personen/Coppen%20Jarges/Het%20geslacht%20Jarges%20en%20in%20het%20bijzonder%20Coppen%20Jarges.html

- https://www.greetsgenealogie.nl/gezinskaart-van-coppen-jarges-1659-1705/

- http://walmar.nl/inscriptiesGroningen.asp

- Doop-, trouw- en begraafboeken enz. in de provincie Groningen, Bron: boek, Deel: 25,..., Kerkelijke gemeente Baflo en Rasquert, archief 124, inventaris­num­mer 25, 16 april 1654, Doop- en trouwboek 1650-1811

- https://histoforum.net/borgen/Clant%20en%20de%20Meymaborg.pdf

- https://nl.wikipedia.org/wiki/Jarges




vrijdag 23 mei 2025

Joachim Heidenrich Adolph Ripperda tot Veenhuis (No 3.962)

Joachim Heidenrich Adolph Ripperda tot Veenhuis (No 3.962)

Dit artikel is het dertigste uit een serie over burgers die zich inzetten voor militaire taken en gaat over de dienstplicht, schutterijen en het reguliere leger. De discussie over de dienstplicht is nu weliswaar minder, maar nooit helemaal weg geweest en gezien het personeelstekort in het leger ook nu actueel. Het is nuttig om dit fenomeen in historisch perspectief te plaatsen. Sommigen hebben de dienstplicht ondergaan maar er zijn ook mensen vrijwillig het leger ingegaan, waarbij "het leger" een rekbaar begrip is. Ook milities, schutterijen en andere paramilitaire organisaties komen aan de orde. Met de beschrijving van de lotgevallen van deze mannen zie je tegelijkertijd een verschuiving van de loyaliteit jegens de stad naar loyaliteit jegens de staat.

Joachim Heidenrich (Heidenrijk) Adolph Ripperda tot Veenhuis en Weitwerd (Venhaus en Wickriede) werd geboren in 1626. Zijn overlijdensdatum is niet precies bekend, maar ergens tussen 1677 en 1683. Hij is gedoopt in 1667 in Minden, Duitsland. Hij is getrouwd met Odilia van Loe. Odilia was de dochter van Johan Friedrich von LOË en Walpurg Freiin von Isselsteiin zu Linnep. 

Joachim had een dochter genaamd Anna Eleonora Ripperda (no. 1.981). Anna is geboren te Bourtange in 1667, gedoopt te Minden op 21 april 1667. In het doopboek van Minden staat:

"anno 1667, 21 April Juncker J.H. Adolph von Ripperda zu Wickride junge tochtertjen getauft, name Anna Eleonora"

Ze is overleden in Baflo op 28 februari 1701. Zij trouwde in Baflo met Coppen Jarges op Meyma, ritmeester, gedoopt op 1 mei 1659 en overleden op 17 januari 1705.


Afbeelding 1 Familiewapen van Joachim Heidenrich Adolph Ripperda

Hij had nog twee andere dochters, waarvan een Petronella Elisabeth heette en is geboren in 1660. De derde dochter is geboren in 1664.

Zijn vader was Carl Victor Ripperda tot Veenhuis en Wijtwerd en is geboren in Onstwedde in 1593, overleden 9 juli 1642. (no 7.324)


Afbeelding 2 Carel Victor Ripperda. Hij heeft hier een degen en commandostaf in de rechterhand. Ripperda was erfheer van Ooster, Witwert, Veenhuisen en Dijkhuisen.

Zijn moeder was Petronella Elisabeth von Schade tot Ihorst, geboren in 1595. Zij was de dochter van Otto Schade en Sibylla Margret von Westrum.. 


Afbeelding 3 Petronella Elizabeth Schade (zij was de tweede vrouw van Carel Victor Ripperda. Ze trouwden in 1623. Victors eerste vrouw was Anna van Munster).

De grafsteen van het echtpaar Ripperda en Schade bevindt zich in de kerk van Lűnne (Duitsland, 10 kilometer ten noorden van Rheine), met daarop hun kwartieren.


Afbeelding 4 De grafsteen van Carel Victor Ripperda en Petronella Elisabeth Schade in de katholieke kerk van Lünne (Duitsland)


Afbeelding 5 Het katholieke kerkje van Lünne (Duitsland)

Carel Victor Ripperda en Petronella Elisabeth Schade hadden zes kinderen:

lisabeth Petronella Ripperda, geboren ca. 1624, overleden 1697.

Balthasar Ripeerda, geboren 1625, overleden Veenhuis (Duitsland) 20-02-1648. Hij studeerde in Groningen.

Joachim Adolf Heidenrjk Ripperda, geboren 1626, overleden tussen 1677-1683. 

Carel Willem Ripperda, heer van Venhaus, geboren 1628, overleden 04-06-1666. Hij is getrouwd met Ida Catharina von LOË, overleden vóór 1665, dochter van Johan Friedrich von LOË en Walpurg Freiin von ISSELSTEIN zu LINNEP. Carel hertrouwt 02-09-1665 met Margaretha van PALLANDT, overleden ná 22-05-1682.

Gerard Frederik Maurits Ripperda, geboren 1628, overleden op de Ellerburg 1670. Hij studeerde aan de Universiteit in Groningen. Gerard is getrouwd met Anna Lucia von MUNNICH, dochter van Johan von MUNNICH en Elisabeth von BRINCKEN zu EINHAUSEN. Door dit huwelijk verkreeg hij Ellerburg.

Gijsbert Herman Ripperda, heer van Oosterwijtwerd, geboren 1639, overleden Oosterwijtwerd 13-07-1695. Hij is getrouwd Sappemeer 19-02-1665 met Josina Maria Ripperda, geboren Zeerijp ca. 1640, overleden Oosterwijtwerd 29-12-1719, dochter van Maurits Adolfs Ripperda (van Juckema en Westerwolde) en Margaretha Osebrandus Clant (van Menkema).

Carl Victor is overigens ook een voorvader van koning Frederik de negende van Denemarken. Hij streed samen met de protestantse Feldherr Christiaan von Braunschweig in de Dertigjarige Oorlog. 



Afbeelding 6 De kerk van Venhaus herbergt een herdenking van Carl Victor Ripperda en Petronella Elisabeth Schade met duidelijk zichtbaar de wapens Twickelo, Valcke, Budde en Stael.


Afbeelding 7 De kerk van Venhaus (Veenhuis) Sint Vitus, staat op het voormalige kasteelterrein van Slot Venhaus.


Afbeelding 8 Het kasteelterrein van Venhaus 


Afbeelding 9 Reconstructietekening van het voormalige kasteel Venhaus


Afbeelding 10 Wapenschild van Balthasar von Ripperda (de vader van Carl Victor)

Joachim was kapitein en van 1 januari 1677 tot 1679 commandeur van de vesting Bourtange in dienst van Stad en lande Groningen.



Afbeelding 11 Wapen van Ripperda — Groningen, Twenthe. In zwart een geharnast ridder 
met uitgetogen zwaard op een galopperend paard, de helm met neergelaten vizier gepluimd; alles van goud. Gekroonde helm. Helmteken: een uitkomende gouden draak met gouden halsband. 
Schildhouders: twee gouden draken met gouden halsbanden. 

Het geslacht Ripperda stamt uit Oost-Friesland en heeft zich tijdens de 13e eeuw in de omgeving van Holwierde in Fivelingo (Groningen) gevestigd. De naam Ripperda is ontleend aan de mannelijke voornaam Ripperd (Rupert).

Leden van de familie speelden een voorname rol in het bestuur van de Ommelanden. Hun macht aldaar was vooral gebaseerd op het bezit van de proosdij van Farmsum, waardoor ze namens de bisschop van Münster de kerkelijke rechtspraak mochten uitoefenen. De familie werd al kort na de Reformatie protestants, maar bleef lange tijd op de hand van het Habsburgse bewind. In de 16e, 17e en 18e eeuw bekleedden telgen van het geslacht Ripperda belangrijke functies elders in de Nederlanden en Westfalen, en behoorden zij tot de Ridderschappen van Overijssel, Drenthe, Zutphen, Münster en Minden. Het geslacht is nauw verwant met meerdere aanzienlijke, adellijke geslachten in Nederland en Duitsland.



Afbeelding 12 Vesting Bourtange in Groningen

Boertange is in de Tachtigjarige Oorlog gesticht. Het lag in moerasachtig gebied en dat was slechts op enkele plaatsen doorgankelijk. In maart 1580 kwam de stad Groningen in handen van de Spanjaarden, waarna prins Willem van Oranje opdracht gaf om een schans aan te leggen op de zandrug op de grens met Duitsland. Over de zandrug liep de weg die de stad Groningen verbond met Lingen en Westfalen. De Spanjaarden gebruikten deze route om de stad te bevoorraden. De schans moest deze belangrijke route blokkeren, zodat de stad Groningen geheel geïsoleerd zou komen te liggen. Na de overgave van de stad Groningen in 1594  langer om de stad te bedwingen, maar werd onderdeel van het naar het oosten gerichte frontier, waar de Spanjaarden op Lingen waren teruggetrokken. In de 17e eeuw werd de vesting enkele malen versterkt en uitgebreid.

- https://www.kareldegrote.nl/Reeksen/ToonReeks.php?Reeks=205

- http://www.marceltettero.nl/rijkvanripperda/Genealogie.html

- https://www.frieseregimenten.nl/officier/johan-heidenrijk-adolf-ripperda/

- http://www.walmar.nl/inscriptiesGroningen.asp

- Doop- en trouwboek Baflo en Rasquert 1650-1811, Collectie DTB (toegang 124), Inventarisnummer 25, folio 86

- Collectie v Spaen, Adelsarchief, inventaris 182, Ripperda, pag. 16

- https://archive.org/stream/dewapensvandent00rietgoog/dewapensvandent00rietgoog_djvu.txt

- https://erfgoedgemeentedelfzijl.nl/ripperda.html

- https://www.huisripperda.nl/tng/

- https://www.greetsgenealogie.nl/gezinskaart-van-carel-victor-ripperda-1593-1642/

- https://collectie.groningermuseum.nl/collectie-items/754

- http://marceltettero.nl/rijkvanripperda/Borne/Venhaus/Ripperda.html

- https://emslandmuseum.de/2024/01/01/wappenstein-von-der-burg-venhaus/

In dienst van Stad en Staat: Diederick Sonoy (no 31.718)

Diederick Sonoy (no. 31.718)  Dit artikel is het zevenendertigste. uit een serie over burgers die zich inzetten voor militaire taken en gaat...