Kunstzinnige voorouders: Frederick Jansz Hayema (no 526)
Dit artikel is het vierde artikel uit een serie over mijn voorouders die als ambachtsman of kunstenaar actief zijn geweest en verbonden zijn met de stad Leeuwarden. Want naast militairen en leraren waren er ook veel ambachtslieden en kunstenaars in de familie.
Dit vierde artikel gaat over Fredrick Jansz Hayema. Aangegeven wordt dat hij tussen 1669 en 1674 geboren is en waarschijnlijk in 1746 overleden. In 1714 wordt hij aangeduid als zijnde 40 jaar, dus terugrekenend moet hij in 1674 zijn geboren. Hij wordt ook wel met Freer(c)k Jans H(e)ayma aangeduid.
Op 4 januari 1696 is hij in de Jacobijner kerk in Leeuwarden getrouwd met Aeltje Overney, de dochter van Petrus Izaaks Overney, zie daarvoor het derde artikel uit deze reeks. Freerk Jans heeft samen met Aeltje Overney op 21 mei 1698 een stuk land in Kollum gekocht, bekend onder de naam Hayema Zathe. " 3/4 van de zathe ende landen, genaemt Hayema-zate met de huijsinge, schuire ende hovinge, sampt bomen ende plantagie cum annexis, staande ende gelegen in den dorpe Collum in Turpmaclucht ..." (1)
Ter illustratie van de onderlinge familierelaties is onderstaand schema.
Hij was decoratieschilder van beroep. Zo schilderde hij een vuurwerk te Leeuwarden naar aanleiding van de Vrede van Utrecht in 1713, naar een ontwerp van de architect Marot. Blijkens het Registratieboek van de Gedeputeerde Staten ontving hij daarvoor 715 gulden en 9 stuivers. Het schilderij is onvindbaar, maar er is wel een gravure door P. van Call van.
Afbeelding 4 Vuurwerk bij de viering van de Vrede van Utrecht te Leeuwarden, op het marktveld op 14 juni 1713. Frieslands Vrede Vuurwerk, ontworpen door architect Daniël Marot (1661-1752)
Op 26 april 1707 was hij mede curator van Rintie Hessels Tambuse en op 27 oktober 1713 daagt hij ene Pier Dircks voor het gerecht.
In januari 1714 kreeg Freerk Jansz Hayema, als vader en voogd van zijn kinderen bij wijlen Aeltie Overney, erfgenamen van hun grootvader Petrus Overney, aanzegging om 't Stadts klockhuys voor mei te ontruimen. Dit was zoals in het artikel over Petrus Overney te lezen valt de oude Sint Marie kerk in Nijehove. Het gebouw kreeg een andere bestemming, onder meer als turfschuur, armenschool en schoolmeesters woning. Dit was ook de afspraak, want de oude kerk werd nog onderhouden door de stad en het overlijden van Petrus Overney in 1712 had hiertoe geleid. Of Freerk Jansz Hayema zelf ooit in het klokhuijs heeft gewoond is onbekend.
Voogd van het Tucht- en werkhuis
Freerk Hayema was voogd van het landschaps Tucht- en werkhuis in Leeuwarden en uit hoofde van die functie deed hij op 7 februari 1714 aangifte van belediging van hemzelf en van de andere voogden van het Hoekster espel. Hij had die functie vanaf 27 oktober 1707 tot 26 april 1730. Het bestuur van het gesticht werd gevormd door vier voogden of curatoren, een tuchtmeester of binnenvoogd en twee "tuchthuismoeren" of voogdessen. De binnenvoogd en binnenmoeders woonden in het complex. Freerk Haeyma was buitenvoogd. Het gebouw was in 1661 voor het bedrag van 64.500 gebouwd vlak bij het blokhuis. Het is overigens in de nacht van 12 op 13 november1754 afgebrand, waarbij de brand waarschijnlijk veroorzaakt is door de gedetineerden zelf. Een vrouw en vijf mannen kwamen om het leven en een boel gevangenen ontsnapten. Het is ook niet verwonderlijk dat het afbrandde, daar het toezicht op de gevangenen destijds minimaal was, er met allerlei brandbaar materiaal gewerkt werd en het gebouw toen deels van hout was. Het is in 1755 en 1756 herbouwd.
Afbeelding 5 De toegangspoort van het provinciale tucht en werkhuis, afgebrand in 1754 en een jaar later herbouwd. Toen Freerck Hayema er voogd was zal het er dus iets anders hebben uitgezien.
Afbeelding 6 Boven de poort zijn twee gedetineerden afgebeeld die aan het raspen zijn.
Tussen 1715 en 1724 werd het interieur van het stadhuis van Leeuwarden voltooid en gelukkig zijn verschillende delen ervan behouden gebleven, zoals een pilasterpoortje met grisaille en een eveneens door Freerk Hayema beschilderde zoldering in de Burgemeesterskamer. Bij rekeningen met betrekking tot de bouw van het stadhuis uit 1717 of 1718 staat: "Betaalt aan Monsr. Hayema ter sake schilderwerk in de Raadkamer en 't verven van de Poort in 't voorhuys een somme van vijff hondert Car. gls." Het betreft een schoorsteenstuk, een symbolische voorstelling. In de hoeken zijn allegorische in grisaille geschilderde vrouwenfiguren geplaatst en de kanten worden ingenomen door balustrades, waarop engeltjes spelen.
Afbeelding 8 Het schoorsteenstuk in de burgermeesterskamer verwijst naar de Unie van Utrecht, de grondslag van de Republiek, geschilderd door Frederick Hayema, het symboliseert Concordia, eenheid
Afbeelding 9 Het plafond in de Burgermeesterskamer in het Stadhuis van Leeuwarden, geschilderd door Frederick Jansz Hayema.
Zoals hierboven te lezen valt is Freerck Haijema begraven in de Zuiderkerk te Amsterdam. De vloer bestaat uit 552 hardstenen zerken. De zerken zijn onzichtbaar omdat ze onder een betonvloer liggen. De Zuiderkerk, is gebouwd tussen 1603 en 1611 door Amsterdamse stadsbouwmeester Hendrick de Keyser, die er ook begraven ligt. Ook het eerste kind van Rembrandt ligt er begraven. Het was de eerste kerk die echt voor de protestantse eredienst werd gebouwd. De kerk verloor in 1929 zijn functie. Het getuigt van weinig respect voor de doden dat de graven niet zijn geruimd of herbegraven. Sterker nog, er wordt op hun stoffelijke resten gedanst. Als er maar genoeg tijd over heen gaat dan kan dat kennelijk. Overigens is de kans dat er nog iets leesbaars terug te vinden is van het graf van Freerck Haijema bijzonder klein. De stenen zijn te ver afgesleten. Hij ligt er echter in goed gezelschap. Ook Ferdinand Bol is er begraven.
Afbeelding 21 Zuiderkerk in Amsterdam
Op 3 november 1750 is zijn boedel, bestaande uit schilderijen, geveild, zoals staat aangekondigd in onder andere de Amsterdamse Courant van 5 oktober 1750 en de Oprechte Haerlemse Courant van 1 oktober 1750.
Afbeelding 22 Advertentie inde Oprechte Haerlemse Courant van 1 oktober 1750
Geraadpleegde literatuur en bronnen:
(1) De Haayema State en zathe behoorde in de eerste helft van de 16e eeuw aan de familie Eysma (...). De Haayema State stond op haar eigen saete ende landen. Het was een zeer fraai woonhuis met drie opgaande gevels, het had een zijkamer met een opgaande gevel en het dak was geheel met pannen gedekt. Er waren twee gewelfde kelders waarin zich een regenwaterbak bevond. De fraaie schuur met veel uitgangen was met rode pannen bedekt. Daarbij stond een put en een koelbak. Er omheen was een hof met bomen en planten, hekken, stekken, dammen en dampalen. Ongeveer 80 ponden land behoorden bij de state. Minne Wijbets en Grietke Taeckedr., wonende op Torp onder die clockslach Collum, kochten rond 1672 van Idse Wijbets (zijn broer) een saete landt, door henzelf bewoond en gebruikt, voor 1245 goudguldens en een rosenobel voor de huysfrou van de verkoper en een zilveren penninck voor het kind van de verkoper.
(2) In 1762 zijn de dochters van Franske Scheltinga bezitters van het pand Schilcampen 1 in Franeker. Alida Scheltinga, Maria Scheltinga, Franske Scheltinga en Catharina Scheltinga. Franske Scheltinga is gehuwd met Jan Hendrik van Emmenes, Zie het artikel over hem, Catharina Scheltinga is gehuwd met Bernardus van Emmenes (zie artikel over Bernardus) , de broer van Jan Hendrik van Emmenes, Dus twee zussen die gehuwd zijn met twee broers. Deze Bernardus is de vader van Dieuwke van Emmenes waar Obbe Gerbenzon mee getrouwd is. Het toeval (?) wil dat de vader van Obbe, Gerben Gerbenzon van 1772 tot 1773 aan de Schilcampen 1 woonde. Toen was het huis dus al verkocht aan een andere eigenaar.
- Avis, J.G. Daniel Marot en Freerck Hayema. - Oud-Holland 52 (1947), p. 208-209
- https://www.oks.nl/storage/app/media/fulltext/041_OttemaN_KunstambachtVolkskunstFriesland1942.pdf
- A. Wassenbergh, 'De decoratieschilders der achttiende eeuw en het stadhuis te Leeuwarden', Gedenkboek Leeuwarden 1435-1935, Leeuwarden 1935, p. 142-144
- H.M. van den Berg, 'Osinga State te Langweer en de Leeuwarder decorateurs van het eerste kwart van de 18de eeuw', Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 31 (1980), p. 328-340 (vermelding en afbeelding van een plafond van zijn hand)
- P. Bakker, Lexicon van schilders in Friesland (1590-1700), in: Gezicht op Leeuwarden. Schilders in Friesland en de markt voor schilderijen in de Gouden Eeuw, Amsterdam 2008 (proefschrift Universiteit van Amsterdam), p. 177-248; p. 202
- S. ten Hoeve, 'Jan Buiteveld (1747-1812), een Sneker decoratieschilder', De Vrije Fries 89 (2009), p. 117-164; p. 119
- Leeuwarden 1435- 1935 Gedenkboek, Leeuwarden 1935
- Idema, Greidanus, Het geslacht Greydanus, Greijdanus, Greidanus, Pluym Greidanus, Idema Greidanus, Van Wimersma, 1933-1936
- www.RKD.nl
- https://koninklijkfriesgenootschap.nl/wp-content/uploads/2021/01/DVF_2004_84.pdf
- https://www.mpaginae.nl/TW/Tuchthuis.htm
- https://www.blokhuispoort.nl/online-museum/huis-van-opsluiting/tuchthuisbrand-1754
- HCL w012-10 1707-04-26; w015-40 1750-06-10, Autorisatieboeken
- HCL gg102-86a 1711-11-23; gg102-24b 1711-02-25; gg119-33 1731-04-21; Hypotheekboeken
- HCL gg109-148a 1721-11-06; Informatieboeken
- HCL Beeldbank nr. THAC043b en GKL001000188
- Scheltema, Pieter, Aemstel's oudheid of gedenkwaardigheden van Amsterdam, 1863, p. 73
- https://archief.amsterdam/archief/5075/10022
- https://archief.amsterdam/archief/5075/9209
- https://archief.amsterdam/archief/5001/1096
- Bijtelaar, Bep, Het graf van Hendrik de Keyser, Maandblad Amstelodamum, 1951; p. 27
- Ottema, Nanne, Het Kunstambacht en de volkskunst in Friesland (Amsterdam, 1942), p. 109
- Amsterdamse Courant 15-10-1750
- Oprechte Haerlemsche courant 1-10-1750
- https://historischcentrumfraneker.nl/panden/schilcampen-1-boven-tussenwoning/
- https://www.mpaginae.nl/At/Carlsonbibliotheek.htm
- Jan Buiteveld, een Sneker decoratieschilder, De Vrije Fries, 89e deel, 2009, p. 151
Geen opmerkingen:
Een reactie posten