Deze blog gaat over geschiedenis, de stad Leeuwarden, maar ook over kunst en antiek in zijn algemeenheid.
zaterdag 21 oktober 2023
Oranjebord uit Patriottentijd
woensdag 18 oktober 2023
Vrijheid.
Wat kost de vrijheid eigenlijk?
woensdag 4 oktober 2023
Herinneringsbord Huwelijk van Juliana en Bernhard
Vandaag, 4 oktober 2023, in het nieuws dat Bernhard toch echt wel tot 1936 lid is geweest van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij, de NSDAP. Jammer, maar wellicht ook wel terecht, dat zoiets aan iemand blijft kleven. Dat hij zijn fouten had is wel bekend, maar hij is toch ook onderdeel geweest van een roerige geschiedenis waarin hij een onmiskenbare rol heeft gespeeld. 1936 was het jaar waarin hij zijn lidmaatschap opzegde en waarin Bernhard zich verloofde met prinses Juliana. Op 7 januari 1937 trouwden ze en dit bord is daar een herinnering aan.
zaterdag 30 september 2023
Een bijzonder bord: Leeuwarden door Canadeezen bevrijd.
Afbeelding 1 "Leeuwarden door Canadeezen bevrijd. Hulde aan de N.B.S. 15 april 1945" (Gerbenzon)
De bevrijding van Leeuwarden
Begin april 1945 werd duidelijk dat de Duitse weerstand in het noorden van Nederland beperkt was. Op 12 april bliezen de Duitsers het vliegveld van Leeuwarden op. En vanaf 14 april verlieten zij de stad. De stad Leeuwarden werd verder niet door de Duitsers verdedigd. Het Old Burger Weeshuis aan het Zaailand dat onderdak had geboden aan verschillende Duitse instanties werd door de terugtrekkende Duitsers in brand gestoken. Een poging om de telefooncentrale op te blazen mislukte echter. In de vroege ochtend van 15 april ging het verzet de straat op om belangrijke punten te bezetten en achtergebleven Duitsers en collaborateurs gevangen te nemen.
woensdag 30 augustus 2023
ECHT OF NAMAAK? BLOEDKORAAL
Een serie artikelen over hoe je echt van namaak onderscheid. Dit artikel gaat over bloedkoraal.
Er zijn twee soorten koraal: rifkoraal en diepwaterkoraal. Dit kun je verdelen in edelkoraal en halfedelkoraal. Edelkoraal is harder, heeft meer kleur en is minder poreus dan halfedelkoraal. Het rode koraal (vandaar de naam bloedkoraal) wordt in de Middellandse Zee en voor de Japanse kust gevonden.
Echt koraal is duur en zal met zorg behandeld zijn. Nodeloze grote gaten wijzen op imitatie. Alle kralen zijn anders, het is immers natuurlijk materiaal. Als ze allen identiek zijn dan is het imitatie. Echt koraal is meestal zwaarder dan imitatie. Vaak, maar niet altijd, is er een lijnenpatroon te zien. Bloedkoraal wordt sinds lange tijd op alle mogelijke manieren nagemaakt van bijvoorbeeld kunststof, glas, palm of steennoot, kunsthoorn, celluloid, been en witte koraal.
Het is verboden om nieuw bloedkoraal te winnen uit de zee. De koraalriffen worden gelukkig beschermd. Door de opwarming en milieu vervuiling is er weinig bloedkoraal meer te vinden in de Middellandse Zee. Daarom is het enkel toegestaan om antieke bloedkoralen sieraden te verkopen.
Testen op echtheid:
Met citroensap kun je testen of het echt koraal is. Echt koraal wordt na een kwartier dof op die plaatsen waar citroensap is gedruppeld. Let op! Maak het plekje direct weer schoon met zuiver water. Doe dit natuurlijk met een klein stukje en niet met de hele streng.
Een andere test werkt met melk.
Doop de bloedkoraal in een beetje melk. Als het echt is dan zal de melk roze worden. Bij nepkoraal gebeurt dat niet.
Ouderdom bepalen:
Hoe ouder het koraal hoe lichter de kleur. Door blootstelling aan het licht verkleuren ze. Meestal hebben oudere koralen kettingen kralen met een ronde vorm. Echter ze komen ook nu nog in ronde vorm voor (óud-Hollands rond). Antiek bloedkoraal komt bijna allemaal uit de Middelandse zee ”.
Waarde:
Schaarse goederen zijn altijd meer waard en nu er weinig tot geen nieuwe echte bloedkoralen sieraden bij kunnen komen door het visverbod stijgt de prijs van antiek bloedkoraal. Sommige antieke bloedkoralen kettingen zijn meer dan 1000 euro waard, zeker als ze ook voorzien zijn van een gouden slotje.
Voor mee informatie: zie gerbenzon.com
maandag 7 augustus 2023
Fries kerfsnijwerk
Fries kerfsnijwerk
Fries houtsnijwerk is het versieren van houten gebruiksvoorwerpen met de zogeheten kerfsneetechniek. Kenmerkend daarbij zijn geometrische figuren zoals rozetten en sterren. De term Fries, waar deze vorm van volkskunst de naam aan te danken heeft, slaat echter niet alleen op Friesland. Het kwam voor in het heel Noord-Nederland en het gebied rondom het IJsselmeer. Vaak werd er lindehout gebruikt, zacht licht hout zonder veel noesten. Maar ook rozenhout, eikenhout en sommige tropische houtsoorten werden gebruikt. De snijders van Fries houtsnijwerk maakten gebruik van een beitel, hamertje en kleine scherpe mesjes. Met de beitel worden kerfjes van enkele millimeters in het hout gemaakt en met het mesje worden de patronen uitgesneden. Vandaar de naam kerfsnede. Het kostte veel tijd en oefening om de techniek echt goed onder de knie te krijgen. Johannes Elzertus Gerbenzon en ook Dirk Gerbenzon waren er zeer bedreven in.
Afbeelding 1 Voorbeeld van Fries kerfsnijwerk, een lepelrekje begin twintigste eeuw
Afbeelding 2 Tweede prijs voor snijwerk voor Pieter Gerbenzon op 18 juni 1908
Afbeelding 3 Voorbeeld van Fries snijwerk in de vorm van een krantenbakje
Afbeelding 5 Fries kerfsnee houten voetenbankje, gemaakt door D. Gerbenzon, tweede helft twintigste eeuw
Afbeelding 6 Deksel met Fries snijwerk van een antiek eikenhouten kistje
Afbeelding 7 Een paar klompjes met Fries snijwerk, begin twintigste eeuw
Afbeelding 8 Houten stoof met fraai Fries snijwerk, deel van de stoof is gerestaureerd
Zie ook onderstaande video met nog een paar voorbeelden.
Bronnen:
- https://www.immaterieelerfgoed.nl/nl/frieshoutsnijwerk
- Leeuwarder courant 18 juni 1908
zaterdag 5 augustus 2023
Zwart schaap of Black Swan: Suzanne Gerbenson
Kind in de gevangenis
Dit artikel is er een uit een serie over mijn voorouders die als ambachtsman of kunstenaar actief zijn geweest en verbonden zijn met de stad Leeuwarden. Want naast militairen en leraren waren er ook veel ambachtslieden en kunstenaars in de familie. Soms komt er een wat men nu een "zwart schaap" in de familie zou noemen naar voren, tenminste als je leest dat iemand in de gevangenis is terechtgekomen, denk je daar al snel aan. Maar ik zou het in dit geval eerder een "black swan" noemen. Want het is een anomalie, iets abnormaals, maar soms van grote betekenis. In dit geval een voorbeeld van een falende maatschappij. Want hoe kan het dat een simpele overtreding leidt tot levenslange opsluiting? Het theaterstuk "het pauperparadijs" wordt dit jaar in Veenhuizen opgevoerd en is in dit kader een aanrader.
Het onrecht wat mensen door de overheid is aangedaan is soms bizar. Ook in het geval van de kleine Anna Maria Gerbenson. Aparte jeugdgevangenissen bestonden er in die tijd nog niet. De meeste kinderen zaten in de gevangenis voor kleine diefstallen of landloperij. Maar sommige kinderen kwamen in de gevangenis terecht omdat moeder werd veroordeeld. Het kind ging soms mee de gevangenis in.
Dit lot trof ook Anna Maria Gerbenson. Ze was pas drie jaar oud toen ze in 1853 werd ingeschreven in de registers van de gevangenis in Leeuwarden. Haar moeder Susanna was door de rechtbank veroordeeld wegens bedelarij. Susanna kreeg daarvoor twee weken gevangenisstraf, plus ‘opzending naar een bedelaarsgesticht’. Haar 'misdaad' was dat ze na de dood van haar vader kennelijk niet meer rond kon komen van haar werk als naaister en gedwongen was om te bedelen. In 1839 waren er 245 naaisters in Leeuwarden dus de concurrentie was groot.
Afbeelding 1 Rol van strafzaken 1 oktober 1853
Afbeelding 2 Vermelding in het gevangenisregister
Susanna was een ongehuwde, alleenstaande moeder en zoals gezegd naaister van beroep. Ze was op 18 oktober 1814 geboren. In 1829, toen was ze 25, woonde ze nog bij haar vader en twee zussen in de Groote Hoogstraat nummer 119 naast haar oom Gerben Gerbenzon, die met zijn gezin op nummer 120 woonde. Op 1 maart 1833 had ze belijdenis gedaan. In mei 1845 verhuisde het gezin naar wijk 44 nummer 73 (Kleine Hoogstraat). Later woonde ze nog in wijk 50 nummer 159 (Breedstraat) en aan de Nieuweburen.
Afbeelding 3 Aantekening van belijdenis
Haar ouders waren toen ze pas negen jaar oud was, te weten op 5 juli 1823, gescheiden en waren inmiddels overleden. Haar vader was een gerespecteerd burger genaamd Gerke Obbes Gerbenson, deurwaarder en is in 1847 overleden. Haar moeder heette Alida Christina Vuistman en was naaister van beroep. Na de scheiding is ze naar Amsterdam terug gegaan. Daar was ze geboren en daar is ze ook overleden, namelijk op 29 mei 1833 na 533 dagen verpleegd te zijn geweest volgens het patiënten register van een gemeenteziekenhuis in Amsterdam.
Suzanna had nog wel twee zussen, Yfke, twee jaar ouder en Anna Maria twee jaar jonger, maar Yfke was op 11 maart 1835 op 23-jarige leeftijd overleden en kennelijk was Anna Maria niet in de gelegenheid om bij te springen. Anna Maria was zelf ook naaister en had het waarschijnlijk ook niet breed. In 1848 woonde ze nog samen met Suzanna in wijk 50 op nummer 159. In 1857 trouwde ze met Nicolaas Orie, schoenmaker van beroep. Dus wie moest er voor de kleine Anna Maria zorgen, nu moeder in de gevangenis zat? Daarom ging de kleine Anna Maria met haar moeder mee naar de gevangenis.
Aansluitend op haar gevangenisstraf ging Susanna op 16 oktober 1853 naar Veenhuizen, waar ze tot 18 april 1857 bleef. Veenhuizen was één van de zeven Koloniën van Weldadigheid en de grootste onvrije kolonie. Veenhuizen was in 1822 opgericht en bestond uit drie gestichten. Gezinnen, wezen, bedelaars en landlopers verbleven hier. Aan de binnenzijde van de gestichten, rond een afgesloten binnenplaats, bevonden zich slaapzalen met daarin tachtig hangmatten. In deze zalen sliepen de ‘onfatsoenlijke armen’, de bedelaars en landlopers. Mannen en vrouwen waren van elkaar gescheiden. Aan de buitenzijde van de gestichten woonden de ‘fatsoenlijke armen’. Per gezin kregen ze een kamer toegewezen. Ze hadden een eigen voordeur en konden naar buiten wanneer ze wilden.
Afbeelding 4 Veenhuizen
Rond de gestichten, aan de buitenzijde van de Kolonie, werden grote gemeenschappelijke boerderijen gebouwd en verschillende dorpsvoorzieningen. Hier woonden de bewakers en het personeel. Zie ook het artikel over Jan Hendrik Gerbenson.
Afbeelding 5 Aankomst in Veenhuizen
Afbeelding 6 Ontslag uit Veenhuizen
Na haar ontslag uit Veenhuizen belandde Susanna in het krankzinnigengesticht in Franeker. In 1860 wordt ze op verzoek van haar zuster door de rechter onder curatele gesteld ‘ter oorzake van krankzinnigheid’.
Afbeelding 7 Vermelding in de Nederlandsche Staatscourant van 11 december 1860
In het rechtbankdossier is te lezen hoe ernstig Susanna’s situatie was. Ze had geen idee hoe oud ze was, en ze dacht dat ze was getrouwd. “Ze verhaalt zwanger te zijn van den koning of van een der officieren of een der onderofficieren ofwel van de directeur der Kolonie van Weldadigheid waar zij enigen tijd is verpleegd.” Soms werd ze onrustig omdat ze dacht dat ze moest bevallen, en dan wilde ze naar huis, naar haar vermeende echtgenoot.
Afbeelding 8 Passage uit brief inzake onder curatele stellen
Ze zal in het pand aan de Academiestraat 10 in Franeker hebben gezeten. Sinds 1848 was het in gebruik als gasthuis voor zwakzinnigen. De eerste 25 jaar werden de patiënten in de inrichting min of meer opgesloten. Contact met de rest van de bewoners in Franeker was er nauwelijks. Sommige patiënten werkten buiten de stad op het platteland.
Afbeelding 9 Het pand aan de Academiestraat 10 in Franeker waar sinds 1848 een gasthuis voor psychiatrische patienten was gevestigd.
Afbeelding 10 De binnenkant van het gasthuis (daarvoor was het het academiegebouw en daarvoor een klooster)
Ze overleed uiteindelijk in Franeker, in 1881.
Afbeelding 11 Overlijdensakte van 3 mei 1881
Waar Anna Maria in deze periode was, is niet duidelijk, maar het lijkt erop dat ze samen met moeder ook tijdelijk in Veenhuizen zat. Dat blijkt althans uit een aantekening in het bevolkingsregister. Ze woonde toen, in 1849, met haar moeder in de wijk no 45 letter I, Speelmanstraat Nz 261 in Leeuwarden en de vermelding "vertrokken kolonien tijdelijk verblijf" staat ook achter haar naam. De woningen in de Speelmanstraat hebben nu andere nummers maar zaten toen vlak bij De Put. Helaas is er nieuwbouw voor in de plaats gekomen.
Afbeelding 12 Vermelding van overlijden in de Franeker Courant 8 mei 1881
Afbeelding 14 Vermelding in het bevolkingsregister 1848-1859
Anna Maria is geboren op 24 januari 1849 en is later getrouwd met Goozen Jan Apon. Ze woont dan in Rotterdam, waar ze trouwt en drie kinderen krijgt, twee meisjes en een jongen. Ze scheidt van haar man op 6 april 1891. Ze blijft in Rotterdam wonen tot haar overlijden in 1907. Ze woonde in 1890 in de Anna Paulownastraat 78 in Rotterdan, in 1894 in de Drievriendenstraat nummer 38 in Rotterdam en in 1902 in de Zijdewindeastraat 49 ook in Rotterdam en was al die jaren strijkster. Zou ze nog herinneringen hebben gehad aan die twee weken in de gevangenis of aan het verblijf in de veenkolonie? En met welk recht deporteert men een bewoner van een stad in plaats van dat er hulp verleend wordt? Het is heel goed mogelijk dat ze daardoor in psychische problemen is gekomen.
dinsdag 7 februari 2023
In dienst van Stad en Staat: Harmanus Lodema
In dienst van Stad en Staat: Harmanus Johannes Lodema (No 132)
Afbeelding 9 Bevestiging vrijstelling van militie dienst wegens enige zoon voor Hermanus Fanciscus Xavierius Lodema
zaterdag 4 februari 2023
Kunstzinnige voorouders: Benne (Bernard) Simonsz Accema
Kunstzinnige voorouders: Benne (Bernard) Simonsz Accema
Dit artikel is het vijfde artikel uit een serie over mijn voorouders die als ambachtsman of kunstenaar actief zijn geweest en verbonden zijn met de stad Leeuwarden. Want naast militairen en leraren waren er ook veel ambachtslieden en kunstenaars in de familie.
Dit vijfde artikel gaat over Benne Simonsz Accema. Hij is in Burum op 12 juli 1696 geboren en op 12 juli 1696 gedoopt. Hij is de zoon van Simon Accama, predikant en van Aeltje Boetes Nievelt. Simon heeft een zus, Rinske, en die is getrouwd met Johannes Huijberts van Emmenes. Zie het artikel over hem. Benne Simonsz Accema is dus geen voorvader, maar wel familie. Dit is dus een andere Benne Simonsz Accema dan die geboren is rond 1590 in Emden en wel een voorvader is!
Afbeelding 1 Zelfportret van Bernardus Simonsz Accama
Op 30 september 1726 was hij getuige van een belediging, in die tijd een zwaar vergrijp. Hij woonde toen aan de Grachtswal in Leeuwarden. In 1719 had hij daar een huis gekocht.
Hij woonde een groot deel van zijn leven in Leeuwarden. Hij werkte onder andere voor Stadhouder Willem IV. Hij gaf les aan zijn broer Mathijs. Hij had de gewoonte om de achterzijde van zijn werk te nummeren. Op een portret van Anna Maria van Burmania staat het nummer 1189, wat zou betekenen dat hij enorm veel geschilderd heeft. Een flink aantal van zijn schilderijen is echter in de revolutie van 1795 gesneuveld. Op grond van zijn stijl zou Hendrik de Valk een leermeester van hem kunnen zijn geweest. Hij gaf zelf les aan zijn broer, Mathijs Accama. Zijn vroegste werk stamt uit 1716. Hij heeft voor het stadhouderlijke hof in Leeuwarden geschilderd en voor de Franeker Academie. Hij heeft een portret gemaakt van de toen tienjarige Willem Care Hendrik Friso (de latere Willem IV). Daarnaast hij hij een serie van 29 portretten van Friese officieren van het oranjeregiment gemaakt. Een aantal van deze portretten is bij de omwenteling van 1795 veilig gesteld door de sequestor van de vorstelijke goederen, T. Joha. Overigens zijn er ook een aantal werken van Accama verdwenen in de Tweede Wereldoorlog.
We kunnen dus de conclusie trekken dat revoluties en oorlogen niet gunstig uitpakken voor het behoud van cultureel erfgoed, maar dat lijkt mee een open deur. Feit is dat van de bijna 1200 schilderijen er een flink aantal zijn verdwenen.
Afbeelding 2 Anna Maria van Burmania, Bernhard Accama, 1754 met nummer 1189 in Dekemastate
Afbeelding 3 Hanna van Hanover, prinses van Oranje-Nassau, geschilderd door Benne Accama in 1736
Een soortgelijk portret is in 2020 verkocht op een veiling voor 20.062,50 Engelse ponden en is aangekocht door het Fries Museum. Het gaat om een portret van Anna van Hannover uit 1736, twee jaar na haar huwelijk met Willem Karel Hendrik Friso (Willem IV), prins van Oranje. Het doek toont de jonge Engelse prinses als ze nog maar net in Leeuwarden woont.
Op 22 september 1744 schildert hij een portret van Jacob Bourboom, burgemeester van Leeuwarden. Ook voor "Marijke Moai" is door hem een portret geschilderd, in 1740.
In 1749 woonde hij aan het Zuidvliet. Zijn vijf jaar jongere broer Matthijs was ook schilder en woonde vlakbij hem.
Hij is overleden in Leeuwarden op vier april 1756 in Leeuwarden. Hij is begraven bij de Jacobijnerkerk in Leeuwarden. Op 9 maart 1932 is in Leeuwarden een straat naar hem vernoemd, bij de Vredeman de Vriesstraat in de buurt zijn allemaal straten genoemd naar portretschilders, een daar van, de Accamastraat, is dus naar hem vernoemd.
Op 19 maart 1759 werd zijn boelgoed verkocht, onder andere portretten van de Oranjes en Nassaus en historiestukken., meubels en huisraad ten huize van M. Accama op de Gragtswal in Leeuwarden. Mathijs Accama zelf zat inmiddels op de Reguliersgracht in Amsterdam. Sinds 1 mei 1752 woonde hij in Amsterdam en handelde in Italiaanse en Franse kunst.
Geraadpleegde literatuur en bronnen:
- https://rkd.nl/nl/explore/artists/259
- https://www.dekemastate.nl/over-dekema-state/historie/portretten/anna-maria-en-johanna-agatha-van-burmania
- Leeuwarden, archiefnummer 5, Gewestelijke bestuursinstellingen van Friesland 1580-1795 - Tresoar, inventarisnummer 6480, blad 621
- Groot-Consentboek, archiefnummer 1001, Archief van de stad Leeuwarden - Historisch Centrum Leeuwarden, inventarisnummer 3647, blad 172
- https://historischcentrumleeuwarden.nl/images/pdf/Straatnaamgeving-Dolk.pdf
- www.bonhams.com
- Leeuwarder Courant 14 maart 1759
- Amsterdamse Courant 17 juni 1752
- https://historiek.net/fries-museum-verwerft-portret-anna-van-hannover/140635
- https://wo2.collectienederland.nl/search/?q=accama
zondag 29 januari 2023
Geleerde voorouders: Annius Theodorus Wiegersma (No 1.050)
Geleerde voorouders: Annius Theodorus Wiegersma (No 1.050)
Dit artikel is het achtste uit een serie over mijn voorouders die als geleerde, bijvoorbeeld dominee of leraar actief zijn geweest en verbonden zijn met Friesland.
Dit achtste artikel gaat over Annius Theodorus Wiegersma (Wygersma) is geboren in 1610 en overleden na 1701, maar voor 1705. Hij is de zoon van Dirck Wiegersma. Hij was predikant.
Hij is op 29 mei 1639 getrouwd met Mayke Uylkes uit Leeuwarden en op 25 juni 1648 is hij nogmaals in het huwelijk getreden, nu in Harlingen met Tryntje Jans (Trynke) Silvus uit Harlingen. Hij was toen conrector. In die periode waren er veel conflicten op de school, die waarschijnlijk te maken hadden met het eigenzinnige karakter van de rector, Olpherd Hernici Belida. Annius Theodori uit lichte kritiek als de rector met een boekje komt: ‘is het niet wat onder het niveau van een rector om zo’n simpel boekje voor de laagste klassen samen te stellen/te stelen uit andermans werk?’ Maar in andere gevallen steunt hij hem juist, bijvoorbeeld toen ze van ondermeester Drost af wilden en maakte hij zelfs een lofdicht op zijn rector.
Afbeelding 1 Lofdicht in het boek Melanchthon graecissans, sive Syntaxis latino-graeca van Olpherd Hendrik Belida, ondertekend door Annius Theodori, leraar derde klas van de school in Leeuwarden
Op 1 februari 1639 doet hij belijdenis bij Nederlandse Hervormde Gemeente in Leeuwarden.
Op 19 april 1640 wordt zoon Dirck gedoopt in Harlingen. Op 11 juni 1643 wordt Ulcke gedoopt in Harlingen. En op 16 juli 1747 wordt Syuke gedoopt.
Na het overlijden van de ouders van twee kinderen kwam in 1660 de oudste bij de conrector in de kost en de jongste, Sybrand, van elf jaar, bij Annius Theodori. Hij kreeg daar 200 gulden voor. De jongen kon echter niet wennen en wilde naar zijn grootouders, wat ook gebeurde.
Op 26 januari 1651 woonde hij aan de Sint Odolphissteeg OZ 1 in Harlingen en was hij conrector. Dat is hij geweest van 1638 tot 1650.
Afbeelding 2 Omgeving van de Oldophiussteeg in Harlingen waar Annius Theodorus Wiegersma woonde
Op 16 april 1668 treedt Annius Theodori, toen bestuurder (Tertia Classis Praeceptor) van de Latijnse school nogmaals in het huwelijk, nu met Ibeltje Jans Nauta.
Hij had een zoon, Theodorus Wigersma, die op 14 mei 1661 een bedrag van 49 gulden kreeg uit het fonds O.L. Vrouwe ter Nood Leen. Deze zoon studeerde in Franeker, trouwde met Maria van Amama en kreeg er twee kinderen mee, Meinu en Maria.
In 1675 was hij correspondent voor de Synode in Leerdam en kreeg daar een vergoeding voor.
In 1669 en 1674 blijkt de Nieuwesteeg 5 in Leeuwarden verhuurd te zijn aan Annius Theodori, praeceptor van de Latijnse School.
In 1675 is hij correspondent voor de Synode in Leerdam.
In 1679 heeft hij 1.000 gulden uitgeleend aan een weduwe. Hij was dus redelijk bemiddeld. In 1683 koopt hij een pand in de Bollemanssteeg in Leeuwarden.
Op 17 september 1690 is hij getuige van een mishandeling van een jongen, Pijter Lourens, door zijn vader. Hij wordt dan nog praeceptor genoemd, dus het lijkt er op dat hij op zijn tachtigste nog les gaf..
In wordt hij aangeslagen voor over een bedrag van 7.000 in Noordoldehoofster espel, Leeuwarden.
Geraadpleegde literatuur en bronnen:
Er is een testament van hem: 109/28 Wigersma, ds. Annius Theodori to Ljouwert, test. 13/7/1701.
- https://historischcentrumleeuwarden.nl/images/pdf/uit-eersugt-20170412-05.pdf
- Trouwregister Hervormde gemeente Harlingen 1613-1656 Inventarisnr.: 331
- Trouwregister Hervormde gemeente Leeuwarden 1636-1641 Inventarisnr.: 975
- https://www.mpaginae.nl/PvT/LatSchFrl.htm
- Telting, mr. A, Register van het archief van Franeker, Franeker, 1867, p, 325
- w004-103 1664-02-03; Autorisatieboeken
- De Vrije Fries, deel 88, 2008, p. 93-107
- Olpherd, Hendirk Belida, Melanchthon graecissans, sive Syntaxis latino-graeca
- Leeuwarder Nieuwsblad, 13-12-1938
- https://www.mpaginae.nl/At/NeuhusiusR1680.htm
- c005-35 1690-09-17; Informatieboeken
- c001-242 1662-10-16; Informatieboeken
- gg072-163a 1679-012-0; Hypotheekboeken
- Lidmatenregister Herv. Gemeente Leeuwarden, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 1008
- Groot-Consentboek, archiefnummer 1001, Archief van de stad Leeuwarden - Historisch Centrum Leeuwarden, inventarisnummer 3641, blad 105
- Register betalingsordonnanties ontvanger generaal consumptiën, archiefnummer 5, Gewestelijke bestuursinstellingen van Friesland 1580-1795 - Tresoar, inventarisnummer 2680, blad 461
- https://www.kleinekerkstraat.nl/frames.php?p=pro2&s=w&l=A
- Register van persoonen, die in den jaere 1701 in de cohieren van de 100 penninck op 4000 £ en daerboven sijn aengeslagen, midtsgaders van de soodanige, die haer onder eede hebben vermindert.
In dienst van Stad en Staat: Romke van der Steeg (No 12)
In dienst van Stad en Staat: Romke van der Steeg (No 12) Dit artikel is het achtentwintigste uit een serie over burgers die zich inzetten v...
-
De interessante geschiedenis van het pand in de Weerd met nummer 15 Als je in een oud pand woont weet je zeker dat er voor jou mensen gewoon...
-
De bewogen geschiedenis van het pand met nummer Weerd 17 ("De arend") te Leeuwarden Volgens de Quotisatiekohieren van 1749 woonden...
-
De SPD en de herbewapening 1945 -1955 Met de verwoestende oorlog in het oosten blijkt dat Duitsland nog steeds worstelt met zijn verleden en...