donderdag 5 augustus 2021

In dienst van Stad en Staat: Piet Gerbenzon

In dienst van Stad en Staat: Piet Gerbenzon

Dit artikel is het veertiende uit een serie over burgers die zich inzetten voor militaire taken en gaat over de dienstplicht, schutterijen en het reguliere leger. De discussie over de dienstplicht is nu weliswaar minder, maar nooit helemaal weg geweest en gezien het personeelstekort in het leger ook nu actueel. Het is nuttig om dit fenomeen in historisch perspectief te plaatsen. Sommigen hebben de dienstplicht ondergaan maar er zijn ook mensen vrijwillig het leger ingegaan, waarbij "het leger" een rekbaar begrip is. Ook milities, schutterijen en andere paramilitaire organisaties komen aan de orde. Met de beschrijving van de lotgevallen van deze mannen zie je tegelijkertijd een verschuiving van de loyaliteit jegens de stad naar loyaliteit jegens de staat.

Dit veertiende artikel gaat over ingenieur Piet Gerbenzon. Hij is geboren op 9 april 1918 en overleden op 29 mei 1979. Op 30 maart 1944 is hij in Eindhoven getrouwd met Anna Toxopeus.


Afbeelding 1 Piet (links) in uniform van het leger, naast zijn zus Jitske, broer Dirk en broer Andries

Piet bracht zijn diensttijd in 1938 door bij de Genie in Utrecht. In de tweede Wereldoorlog werd hij gemobiliseerd en bracht hij de meidagen door bij de afsluitdijk. 

Vanaf 1913 zat het regiment genietroepen in de Kromhout Kazerne in Utrecht, dat speciaal voor de genietroepen was gebouwd.


Afbeelding 2 De oude Kromhoutkazerne in Utrecht, u grotendeels verdwenen

Afbeelding 3 Piet Gerbenzon in uniform (links)

In 1908 werd voor de bouw van een nieuwe kazerne voor de genie in Utrecht, een stuk grond ten westen van het Fort Vossegat aangekocht. De bouw startte in 1910 en de kazerne werd in september 1913 in gebruik genomen. Daarvoor was de genie op de Damlustkazerne ondergebracht en deze was niets anders dan een voormalige locomotievenwerkplaats, waar qua legering weinig goeds over te vertellen viel.

De kazerne die in 1913 in gebruik genomen werd, was nagenoeg gelijk aan het deel dat nu gebruikt wordt door het University College. Toen aanwezig maar later gesloopt waren onder meer een keukengebouw, kantine, badhuis en de Driepoot (een werkplaats). In de loop der jaren zou het kazerneterrein zich uitbreiden tot ook Fort Vossegat er op lag, maar ook de plek waar nu de Galgewaard, het stadion van FC Utrecht, zich bevindt. In 1928 zou de kazerne na landruil het terrein beslaan dat het nu samen met het universiteitsdeel vormt.

Afbeelding 4 Plattegrond van de Kromhoutkazerne gemaakt door Piet Gerbenzon in 1938

De eerste bewoners waren de 1e tot en met 4e compagnie Pioniers en de 1e en 2e Telegraafcompagnie (de voorlopers van de verbindingsdienst). Niet veel later gevolgd door de Spoorwegcompagnie en de Schoolcompagnie (kaderopleiding). Na de mobilisatie van 1914 bleef alleen het Depot Genietroepen achter op de kazerne. Na de demobilisatie in 1918 kromp het leger sterk in en er werden eenheden, die eerst op de kazerne gelegerd waren, opgeheven. In de jaren ’30 werd de bebouwing op het kazerne-terrein flink uitgebreid. In 1931 werden er de latere werkplaatsen voor smederij en plaatwerkerij gebouwd. In de jaren 1936/1937 volgde de automobielwerkplaats. Het landelijke kazernebouwprogramma van 1937 zette aan tot de bouw van drie extra legeringsgebouwen aan de kant van de Waterlinieweg, het latere lesgebouw met filmzaal (gebouw CC) en een bureaugebouw tegenover het wachtgebouw aan de Prins Hendriklaan.  In 1938 bestond de Brigade Genietroepen uit het 1e Regiment Pioniers, het 2e Regiment Verbindingstroepen, het 3e Regiment Verlichtingstroepen en het Korps Pontonniers en Torpedisten. 


Afbeelding 5 Gebouw AA van de KHK

Tijdens de mobilisatie aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog in 1939 vertrok de genie van de kazerne en werd deze gebruikt voor de legering van een infanterieregiment en enkele kleinere eenheden.

Gedurende de bezettingsjaren gebruikten de Duitsers de kazerne voor de opleiding van soldaten van de Hermann Göring Ersatz- und Ausbildungsdivision. Op wat kleinere bouwsels na en een platform voor luchtdoel-geschut op het hoofdgebouw, bleef de kazerne nagenoeg ongewijzigd.




Afbeelding 6 Soldaten van de Genietroepen presenteren met de Geniekarabijn van 6.5 mm M.95 met  bajonet gekleed in het in 1938 geïntroduceerde, nieuwe grijze uniform (ontwerp F.J.H.Th. Smits) dat zowel met gesloten als met open kraag gedragen kan worden, op het terrein van de Kromhoutkazerne te Utrecht bron: nmm

In 1947 woonden ze in de Ypeystraat 56 in Leeuwarden. Later hebben ze aan de Spanjaardslaan gewoond, nummer 82, in het pand waar eerder zijn opa, Pieter Gerbenzon, had gewoond. Kennelijk las zijn vrouw de Libelle, want ze won van dat blad in 1955 een taart.



Afbeelding 7 Registratie in het geboorteregister


Afbeelding 8 Huwelijksakte van Piet Gerbenzon

Hij was hoofd van de afdeling werktuigkunde en warmtetechniek van het Eerstaanwezendschap der Genie te Groningen. 

Piet heeft een tijdje in Amsterdam gewoond en werkte toen bij een vliegtuigfabriek.


Afbeelding 9 Kaart van het bevolkingsregister van de Gemeente Amsterdam

De Genie

De Genie is het onderdeel van de landmacht dat militaire werken ontwerpt, bouwt en onderhoudt en dat methoden ontwikkelt en zo nodig toepast om vijandige verdedigingswerken te slechten. Bij militaire werken moet men niet alleen aan vestingwerken en fortificaties denken. Ook de inundatie van laag gelegen gebieden behoort tot de taken der Genie. De dienst der Genie is ontstaan uit de dienst der Fortificatiën die in 1688 werd opgericht en onder de leiding werd geplaatst van een ingenieur-generaal der fortificatiën (later directeur-generaal). Als zodanig voerde hij eind zeventiende eeuw het bevel over zo'n zestig ingenieurs. Vanaf 1713 werden in alle vestingen ingenieurs benoemd. Zij werden belast met het onderhoud, de aanleg en de inspectie van de vestingwerken. In grote vestingen, waar meerdere ingenieurs werden gelegerd, werd de oudste in rang 'eerstaanwezend' ingenieur. Een jaar later werden deze eerstaanwezendschappen samengevoegd tot departementen, waarover directeuren het bevel voerden. In 1740 werd de Dienst der fortificatiën omgedoopt tot Korps ingenieurs, in 1806 tot Korps der genie. Na de Franse inlijving in 1810 werd het Korps opgeheven maar in 1814 volgde onder Willem I de heroprichting van het Korps Ingenieurs der Genie.

Eerstaanwezend ingenieur

In 1849 werden de bestaande directies van fortificatiën in het kader van bezuinigingen opgeheven. Daarvoor in de plaats kwamen twee Inspecties van fortificatiën.

Binnen elke directie werden de diverse vestigingen geplaatst onder toezicht van een officier uit het Korps der genie: de eerstaanwezend ingenieur. In tijden van vrede was deze belast met het toezicht op alle werkzaamheden met betrekking tot de fortificatiën en militaire gebouwen van zijn vesting. Daartoe werd ook gerekend het toezicht op de bijbehorende inundatiewerken (sluizen, kokers, heulen en waterkeringen).

Elke officier die met de zorg van een vesting werd belast, moest binnen drie maanden na zijn aankomst een plan van aanval en verdediging te ontwerpen. Voorts had hij het toezicht op alle bouw-, meet- en karteringsactiviteiten in de zogenaamde verboden kringen: die delen van het terrein waar dergelijke activiteiten het zicht en het schootsveld nadelig konden beïnvloedden of spionage konden vereenvoudigen. Ook moest hij de onder zijn gezag staande rijks eigendommen behoeden voor plundering en andere ongeregeldheden.

In tijden van oorlog had de eerstaanwezige ingenieur (EAI) zitting in de Raad van defensie van zijn vesting. Alleen met zijn instemming mocht tot overgave van de vesting worden besloten. Ingeval van orders tot inundatie, was de EAI met de uitvoering belast. Al het daartoe benodigde materieel, zoals sluizen en kokers, viel direct onder zijn verantwoordelijkheid. Ten tijde van een belegering diende hij een gedetailleerd journaal bij te houden waarin hij aantekening hield van de ontvangen orders, de door hem aangewende middelen tot defensie en de voorvallen die bij de belegering plaatsvonden. 


Afbeelding 10 Overlijdensadvertentie van Piet Gerbenzon

Geraadpleegde literatuur en bronnen:

- www.archieven.nl (Regionaal Historisch Centrum Eindhoven)

- https://www.meertens.knaw.nl/nfb/vt47.php?naam=Toxopeus%20(%C3%A9)%20(%C3%BC)

- De libelle; geïllustreerd weekblad voor de vrouw, jrg 22, 1955, no. 30, 23-07-1955

- https://www.jeoudekazernenu.nl/kazernes-g-l/kromhout/x-kromhout-utrecht.html

- https://militairespectator.nl/artikelen/de-geschiedenis-van-het-regiment-genietroepen

- https://collectie.nmm.nl/nl/collectie/detail/387392/

maandag 2 augustus 2021

In dienst van Stad en Staat: Meindert Gerbenzon

In dienst van Stad en Staat: Meindert Gerbenzon

Dit artikel is het vijftiende uit een serie over burgers die zich inzetten voor militaire taken en gaat over de dienstplicht, schutterijen en het reguliere leger. De discussie over de dienstplicht is nu weliswaar minder, maar nooit helemaal weg geweest en gezien het personeelstekort in het leger ook nu actueel. Het is nuttig om dit fenomeen in historisch perspectief te plaatsen. Sommigen hebben de dienstplicht ondergaan maar er zijn ook mensen vrijwillig het leger ingegaan, waarbij "het leger" een rekbaar begrip is. Ook milities, schutterijen en andere paramilitaire organisaties komen aan de orde. Met de beschrijving van de lotgevallen van deze mannen zie je tegelijkertijd een verschuiving van de loyaliteit jegens de stad naar loyaliteit jegens de staat.

Dit vijftiende artikel gaat over Meindert Gerbenzon. Hij is de zoon van Meine Gerbenzon, geboren op 15 maart 1926, overleden op 6 oktober 1991. Hij was als dienstplichtige richting Indië vertrokken. 

Hij was in 1946 eerste voorzitter bij de Leeuwarder Technische Vereeniging (L.T.V.). In september 1948 was hij al dienstplichtig militair, zo blijkt uit een advertentie in de Leeuwarder Courant: hij was zijn koppel kennelijk verloren.



Afbeelding 1 Advertentie in Leeuwarder Courant van 14 september 1946 waarin hij vraagt om terug bezorging van een koppelriem

Meindert zat als dienstplichtig militair bij het 426e bataljon infanterie. Op 27 januari 1949 verscheen er een advertentie in de Drentsche en Asser Courant waarin hij vroeg om sportmateriaal. Hij was inmiddels vaandrig.


Afbeelding 2 Oproep in de Drentsche en Asser Courant

Hij vertrok op 17 maart 1949 met de Zuiderkruis naar Indonesië. Vlak daarvoor was hij getrouws met Mieke de Vries.



Afbeelding 3 Dankbetuiging in de Leeuwarder Courant van 24 maart 1949



Afbeelding 4 De Zuiderkruis

Volgens de site www.troepentransportschip.nl zou hij samen met het 4e regiment infanterie, 6e bataljon zijn meegereisd, zijn eigen eenheid was de 42e Zelfstandige Infanterie Brigade. Op de Zuiderkruis zaten 812 manschappen van de Koninklijke Landmacht en 90 van het KNIL. Het was een omgebouwd vrachtschip. Het sloependek was voor de officieren, het achterdek voor de sergeants en het voordek voor de korporaals en soldaten. Er waren standees (stapelbedden) van wel vijf hoog en sommige sliepen op losse matrassen op de grond. er werd in ploegen gegeten, waarbij je maximaal twintig minuten had om de maaltijd weg te werken.

De reis zal waarschijnlijk in Assen begonnen zijn en dan naar Rotterdam, de Merwehaven. Het afscheid zal emotioneel geweest zijn. Veel familieleden stonden aan de kade om hun man, zoon of broer uit te zwaaien. Het muzikaal afscheid werd verzorgd door de Stafmuziek uit Assen.

De reis ging via Vigo, Port Said, Aden, Sabang en de haven van Batavia.







Afbeelding 5 De route van de Zuiderkruis

Er was vertier aan boord, maar er werd ook les gegeven in Maleis, godsdienst en er was zelfs boksles. Er werd natuurlijk veel gekaart. Het was immers een lange reis.

Het 426e B.I. (6-4 R.I.) werd na aankomst in Indië op 17 april 1949 naar Djocjakarta en omgeving verplaatst, ter aflossing van het OVW-Bataljon 1-15 R.I. Het bataljon was gevormd uit dienstplichtigen van de lichting '48-2. Tijdens de reis naar Indië veranderde de bestemming van het bataljon van Sumatra in Midden-Java. Na aankomst te Semarang werd het bataljon ondergebracht op Djatingaleh.

Het Bataljon koos als teken voor het verblijf te Djocja een mouwembleem met de boeroeng marak (of ook wel Garoeda), een dubbelkoppige pauw, een van de symbolen van de sultan van Djokja. De ster symboliseert het bataljon, de kometenstaarten de beschermende paraplu boven de stad. De vorm en hoofdkleur (zwart) zijn gekozen omdat dit schild op afstand overeenkomst zou hebben met dat van 1-15 RI. Men had namelijk in het desbetreffende gebied een heilig respect voor laatstgenoemd wapenschild. 

Meindert zat bij de afdeling Welfare. Al lange tijd werd het belang onderkend om militairen in “conditie” te houden, niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk. Alleen zo kon hij optimaal functioneren in een situatie van langdurig gevaar en spanning. Sport, spel, muziek, ontspanning en de mogelijkheid tot het volgen van een opleiding maakten daarom een belangrijk deel uit van het dagelijkse leven van de soldaat in Indië.

Na de oorlog werd binnen de Koninklijke Landmacht de “R.A.O” (Recreatie en Algemene Ontwikkeling) opgericht. Dit was de opvolger van het vooroorlogse “O. en O.” (Ontwikkeling en Ontspanning). In Indië werd de R.A.O. samengevoegd met de Welfare, dat eigenlijk een dienst was van het Knil. Op 20 april 1948 werd bij order van de Legercommandant de naam gewijzigd in “Dienst Welzijnsverzorging”. Hieronder vielen de R.A.O, Cadi (Cantinedienst) en de Welfare. Echter de naam Welfare bleef bij de soldaten als standaard in gebruik, met als belangrijkste herkenning het embleem van “Wimpie Welfare”. 



Afbeelding 6 Mouwembleem ontworpen door 2e Luitenant Meindert Gerbenzon

Meindert heeft het embleem  ontworpen. Hij was inmiddels 2e Luitenant. Het embleem is ingevoerd in 1950. In de Leeuwarder Courant van 21 april 1969 werd aan dat feit aandacht besteed. Het is nu onderdeel van de regimentsverzameling van Brigade en Garde Prinses Irene. 
 


Afbeelding 7 Artikel in de Leeuwarder Courant van 21 april 1969

In Indië heeft hij zich kennelijk niet verveeld,  blijkens een artikel in “De locomotief”, van 21-02-1950 gaf hij een demonstratie in jiu-jitsu.

Ondanks de inspanningen van het Nederlandse leger ging de dekolonisatie voort en ook Meindert  kwam met het troepentransportschip General M.L. Hersy vanuit Tandjok Priok weer aan in Rotterdam, vermoedelijk op 6 juni 1950. Het schip had toen 1588 mannen van de Koninklijke Landmacht, 15 van het KNIL, 1 marinier en 3 burgers aan boord.


Afbeelding 8 Artikel in Leeuwarder Courant van 22 mei 1950



Afbeelding 9 Het troepentransportschip General M.L. Hersey

Meindert woonde toen in de Tramstraat 3 in Leeuwarden. Hij is in 1953 bevorderd tot reserve eerste luitenant bij het regiment infanterie Johan Willem Friso te Assen.


Afbeelding 10 Bevordering tot reserve eerste luitenant bij regiment infanterie Johan Willem Friso

Meindert is later architect geworden en was lid van de odd fellows. Net als andere familieleden kon hij goed tekenen. Zie onderstaande tekening van de toren van Nes op Ameland.


Afbeelding 11 Tekening van de toren van Nes, Leeuwarder Courant 21 oktober 1988

Verder was hij voorzitter van de Leeuwarder zwemclub en van de Karting Club Leeuwarden.


Afbeelding 12 Links op de foto M. Gerbenzon

Hij is op 8 oktober 1991 overleden. Hij ligt begraven op de Noorderbegraafplaats.

    

Afbeelding 13 Artikel in de Leeuwarder Courant van 8 oktober 1991 

Geraadpleegde literatuur en bronnen:

- Nieuwsblad van het Noorden 28 maart 1966. en A Collectie Troepenverschepingen van en naar Nederlands-Indië, 1945-1952, (1955), archiefnummer 280.

- www.troepentransportschip.nl

- http://www.indie-1945-1950.nl/web/Diversen/welfare.htm 

- https://www.tijgerbrigade.com

- http://www.fuseliers.nl/regimentsverzameling/beleidsplan-en-verslagen 

- www.hetdepot.com

- “De locomotief”, Semarangsch Handels- en advertentie-blad

- Leeuwarder Courant 22-05-1950, p. 2 

- De Heerenveensche koerier 23-05-1950

- Leovardia 21, 2006

- Leeuwarder Koerier 13 februari 1946

- Leeuwarder Courant 14 september 1946

- Leeuwarder Courant 21 oktober 1988

- Leeuwarder Courant 8 oktober 1991

- Leeuwarder Courant 21 april 1969

- www.sepatoeroesak.nl

- Provinciale Drentsche en Asser Courant 23 oktober 1953; 27 januari 1947

- Naar Indonesië en weer terug. Transport van een expeditieleger (1945-1951), Aart Ruijter

Geleerde voorouders: Cornelis van Hille (No.8.164)

Geleerde voorouders: Cornelis van Hille (Hillenius) (no.8.164) predikant Bij familieonderzoek blijkt dat er nogal wat predikanten in de fami...