donderdag 19 december 2024

In dienst van Stad en Staat: Andries Yntes Visser (No 10)

In dienst van Stad en Staat Andries Yntes Visser (No 10)

Dit artikel is het zevenentwintigste uit een serie over burgers die zich inzetten voor militaire taken en gaat over de dienstplicht, schutterijen en het reguliere leger. De discussie over de dienstplicht is nu weliswaar minder, maar nooit helemaal weg geweest en gezien het personeelstekort in het leger ook nu actueel. Het is nuttig om dit fenomeen in historisch perspectief te plaatsen. Sommigen hebben de dienstplicht ondergaan maar er zijn ook mensen vrijwillig het leger ingegaan, waarbij "het leger" een rekbaar begrip is. Ook milities, schutterijen en andere paramilitaire organisaties komen aan de orde. Met de beschrijving van de lotgevallen van deze mannen zie je tegelijkertijd een verschuiving van de loyaliteit jegens de stad naar loyaliteit jegens de staat.

Andries Yntes Visser (no 10) is op 24 februari 1866 in Hitzum geboren als zoon van Ynte Dirks Visser (no 20), zie het artikel over hem, en Eke Annes Strikwerda.

Op 10 maart 1886 werd hij tot de dienst aangewezen en op 12 mei 1886 ging hij daadwerkelijk het leger in, namelijk bij het eerste regiment der infanterie. Op 13 september 1887 ging hij met groot verlof. op 25 november 1889 kwam hij weer terug bij het leger om op 7 december 1889 weer met groot verlof te gaan. Op 11 mei 1893 ging hij met paspoort er weer uit. Effectief heeft hij dus ruim een jaar gediend.


Afbeelding 1 Vermelding in het militieregister van 1886

Dankzij dit feit is er een signalement van hem.


Afbeelding 2 Vermelding in het Stamboek

Hij was vrij lang, namelijk 1 meter 76 met een ovaal gezicht en een hoog voorhoofd. Blond haar, grijze ogen en een ronde kin en blonde wenkbrauwen. Verder geen bijzondere kentekenen.


Afbeelding 3 Een Tweede luitenant en een soldaat van de infanterie in 1886


Afbeelding 4 Infanteristen op oefening rond 1880

Hij vertrok op 12 mei 1891 uit de Gemeente. Van beroep was hij eerst boerenknecht en later pakhuisknecht op de zuivelfabriek. Hij was op 20 mei 1891 getrouwd met Sieuwke Sytzes Zandstra en hadden een dochter genaamd Eke Visser, geboren op 14 november 1892.



Afbeelding 5 Gemeente Baarderadeel in 1868 met onder andere Hitzum

Hij had een naamgenoot, die was geboren in Lollum op 30 oktober 1861, maar deze overleed op 3-jarige leeftijd. Op 10 mei 1899 kwam hij in Leeuwarden wonen. Hij kwam vanuit Winsum.

Een aantal keren is het gezin verhuisd tussen Hitzum, huis 12b en Winsum. Hij woonde daarna respectievelijk in Hendriksbuurt U 143; Achter de Hoven U 83; Achter de Hoven U 173 en later in een huis met aanduiding U 8 in Leeuwarden. Vanaf 1868 werden in Leeuwarden arbeiderswoningen gebouwd die de Hendriksbuurt en de Mariabuurt zouden vormen. De Hendriksbuurt is gebouwd in 1870 en heette eerst prins Hendriksbuurt, maar men liet de titel prins vallen om geen verwarring met de Prins Hendriksstraat te krijgen. De Mariabuurt is gebouwd in 1875. De Mariabuurt en de Hendriksbuurt zijn intussen gesloopt en hebben plaats gemaakt voor een extra ontsluitingsstraat en een buurtplantsoen.


Afbeelding 6 De panden waar Andries ooit woonde in de Hendriksbuurt in Leeuwarden zijn met een rood vierkantje gemarkeerd.


In de Franeker Courant van 24 mei 1891 staat het 25-jarige huwelijk van Andries en Sieuwke vermeld.

Hij verkocht op 11 februari 1878 een arbeidershuis met erf in de Kerkeburen te Winsum, kadastraal bekend in de gemeente Baard onder nummer 1016 voor een bedrag van 450 gulden. De straat Kerkeburen in Winsum heet nu Tsjerkebuorren. Er zijn maar 15 adressen aan de Tsjerkebuorren, maar het is niet echt duidelijk op welk perceel Ynte heeft gewoond en of dat pand er nog staat.



Afbeelding 7 Eerste pagina van de verkoopakte van het pand in Winsum (rechterpagina)




Afbeelding 8 Alle panden aan de Tsjerkebuorren in Winsum. Linksboven is de kerk

                                     


Afbeelding 9 Kerkeburen in Winsum in 1908

Hij overleed op 13 februari 1933 in Leeuwarden op 66-jarige leeftijd. Naast Eke Visser hadden ze nog drie kinderen, te weten Sytse Visser, geboren in 1894; Durk Visser, geboren in 1895 en overleden in 1919 en Neeltje Visser, geboren in 1902.

Afbeelding 10 Handtekening van Andries Visser


Op 21 augustus 1915 verkocht hij een pand met erf, bleek en straatje op Mariabuurt Achter de Hoven te Leeuwarden met kadastrale aanduiding G nummer 4084 voor een bedrag van 1.400 gulden. Hij had het eerder op 17 maart 1903 gekocht.


Afbeelding 11 Eerste pagina van de verkoopakte betreffende een huis Achter de Hoven in Leeuwarden


Afbeelding 12 Rouwadvertentie in de Leeuwarder Courant van 14 februari 1933




Afbeelding 13 Dankbetuiging in de Leeuwarder Courant van 14 maart 1933

Literatuur en Bronnen:

- Geboorteregister 1892, archiefnummer 30-04, Burgerlijke Stand Baarderadeel - Tresoar, inventarisnummer 1030, aktenummer 0142 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1892

- Huwelijksregister 1891, archiefnummer 30-04, Burgerlijke Stand Baarderadeel - Tresoar, inventarisnummer 2022, aktenummer 0028 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1891

- Overlijdensregister 1864, archiefnummer 30-13, Burgerlijke Stand Franekeradeel - Tresoar, inventarisnummer 3009, aktenummer 0127 Gemeente: Franekeradeel Periode: 1864

Baarderadeel (Oosterlittens) 1860-1890 inventarisnummer 485, inventarisnummer 485 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1860-1890

Bevolkingsregister 1904 - 1922, archiefnummer 1002, Bevolkingsregister 1904 - 1922, inventarisnummer 4910, blad 484 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1904-1922

Bevolkingsregister 1876 - 1904, archiefnummer 1002, Bevolkingsregister 1876 - 1904, inventarisnummer 4768, blad 543 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1876-1904

Minuut-akten 1901, archiefnummer 26, Notarieel archief - Tresoar, inventarisnummer 067080, aktenummer 00176 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1901

- Franeker Courant 24 mei 1891

- De Sneeker Courant 28 mei 1891

- 00009098/033 (buitentekstillustratie, uniformvoorstelling), Het militaire leven, Nederlands Nationaal Militair Museum, Soesterberg

- Leeuwarder Courant, 14 maart 1933, 13 maart 1933, 14 februari 1933

- De Telegraaf 16 februari 1933

- https://historischcentrumleeuwarden.nl/images/pdf/De_Potmarge.pdf?

woensdag 18 december 2024

Geleerde voorouders: Dirk Thomas (No 160)

Geleerde voorouders: Dirk Thomas, schoolmeester (No 160)

Dit artikel is het negende uit een serie over mijn voorouders die als geleerde, bijvoorbeeld dominee of leraar actief zijn geweest en verbonden zijn met Friesland.

‎Dirk (Durck) Thomas (no 160) was de zoon van Thomas Ates (Thomis Aates) (no 320) en Fokeltje (Foekel) Jacobs‏. Zij waren op 14 september 1708 getrouwd in Jorwerd. Fokeltje is overleden op 13 juli 1743 in Jorwerd.

Dirk is op 21 januari 1720 in Jorwerd gedoopt en in ‎1800 in Britswerd overleden op een  leeftijd van ongeveer 80 jaar.

Hij was schoolmeester te Britswerd; hij deed belijdenis in Jorwerd op 16 mei 1746 en was tevens timmermansknecht. Later functioneerde hij ook als koster.


Afbeelding 1 De Kerk en de school van Britswerd

Hij is op 5 september 1750 vertrokken naar Britswerd. Hij komt te Britswerd aan op 6 september 1750 met attestatie van Jorwerd. Hij staat op de lidmatenlijst van Britswerd  in 1772, 1785 en 1790. Britswerd is een klein dorp. Op de terp staat tegenover de kerk een rij gebouwen, waarin niet alleen de brede pastoriewoning opvalt, maar vooral het gaaf bewaard gebleven rijzige schoolgebouw met zes grote lokaalvensters en grote schoorstenen. 

Dat hij het niet breed had, mede door overlijden van zijn vrouw, blijkt uit de volgende aantekening uit de kerkvoogdij-rekeningen van Britswerd van 10 november 1758.

Is door mr. Dirk Tomas schoolmr. ter plaatse aan de resp. ingesetenen voorgedragen dat hij door zijn beswaard huisgesin en het verlies van wl. zijn vrouw niet wel in staat is om voor hem en zijn kinderen op een behoorlijke manier door 't schooltraktement te kunnen aan brood te komen; dat de vorige Kerkvoogden gratieus bij donatie hem jaarlijx met 30 c.g. hadden ondersteunt; en dat hij te dien einde seer eerbiedig versogt, dat die gratificatie bij vervolg aan sijn Ed. tot sijne subsistentie mogte worden verleent, waarover gedelibereert zijnde is door de Rendeerde bij eenparigheid van stemmen goedgevonden en verstaan dat de nieuw te stemmen Kerkvoogden aan hem mr. Dirk Tomas 's jaars bij donatie tot subsistentie van zijn Ed. en huisgezin zullen geven 30 c.g. in te gaan 1° Jan. 1759, edog zullen niet langer als tot ons weederseggen off tot die tijd dat sijn huisgezin minder behoeftig zij; en special met bepaling dat hij sig neerstig en wel in zijn pligt als schoolmeester en coster gedrage; zullende bij nalatigheid van zulx deze gratificatie ofte begunstiging in zijn armoede direct ophouden. 

Aldus gedaan etc. te Britswert desen 10 Nov. 1758.

Mede get. door Dirk Tomas.

Hij had wat bouwland. "Twaalf pondematen Greidland onder Britswerd, bezwaard met 4 en twee derde Floreen, by Thomas Durks in gebruik", volgens de Friesche courant van 2 september 1797.

Naast schoolmeester was hij ook timmerman. Zijn eerste vrouw heette Claaske Andrys. In 1753, 1764, 1780 en in 1794 werd hij ook genoemd als dorprechter. In 1760 was Geertje Johans zijn vrouw en in 1763 Anna Wilhelmina Coenradi, terwijl hij op 10 juli 1774 hertrouwde met Elisabeth Sjoerds, afkomstig uit Oosterlittens, een weduwe die eerder boerin was geweest. In dat jaar ontving hij 54 gulden voor de huur van het kosterijland. Bovendien ontving hij toen nog steeds een jaarlijks toelage van 30 gulden. (Zie hierboven cursief). Ook op 1 januari 1792 ontving hij nog steeds deze "gratieuze suppliering van 't schooltractement".  

Na zijn overlijden was er op 1 mei 1800 "boelgoed ten sterfhuize van wijlen mr. Durk Thomas, in leven schoolmeester te Britswerd."


Afbeelding 2 Advertentie in de Bataafsche Leeuwarder Courant van 26 april 1800

Dirk had veel kinderen, bij meerdere echtgenotes. Met Claaske Andrijs had hij de meeste kinderen.    

1. ‎Trijntje Dirks, geboren ‎10 april 1744 te Jorwerd‎.

2. Thomas Dirks Visser‏‎ gehuwd met ‎Jeltje Jentjes‎. Hij is geboren ‎8 juni 1745 Jorwerd‎. Beiden deden belijdenis te Britswerd 8 mei 1771 en stonden ze op de lidmatenlijst in Britswerd. Hij is vertrokken met attestatie naar Mantgum op 25 november 1802; daar staanz e beiden op lidmatenlijst van 1803. Hij woont in 1812 te Mantgum in huis nr. 15.

3. Fokeltje Dirks‏‎ gehuwd met ‎Sjoerd Douwes‎. Zij is geboren op ‎1 september 1748 te Jorwerd, overleden ‎1801 Britswerd‎, leeftijd 52 of 53 jaar

4. Andries Dirks‏‎ Visser (no 80), gehuwd op 27 mei 1766 met ‎Feikje Palses‎. Andries is op ‎27 december 1750 gedoopt in Britswerd‎. Later is hij op 13 mei 1787 gehuwd met Yfke Lolkes Bruinsma. Hij woonde in Huins en was ook schoolmeester en dorpsrechter. Hij is op 29 oktober 1807 overleden. Met Yfke had hij meerdere kinderen, waaronder Dirk Andries Visser (No 40) geboren op 29 februari 1788. In 1784 was Andrys Dirks schoolmeester te Huins; hij was tevens kastelein, in 1790. In 1779 kwam hij in Huins nog voor als schipper. In 1800 was hij nog schoolmeester. De scholen van Huins en Lions zullen toen in 1780 vermoedelijk zijn gecombineerd, onder meester Andries Dirks. Waarschijnlijk heeft zijn weduwe het werk na zijn overlijden in 1807 voortgezet want in 1820 werd zij vermeld als schoolhoudster te Huins.

5.Ate Dirks,  gedoopt ‎op 20 april 1753 te Britswerd‎. Was waarschijnlijk ook schoolmeester, in Lions. Maar hij was ook voorzanger en koster. Hij is in 1801 overleden.

6. ‎Jan Dirks, gedoopt op ‎24 augustus 1755 te Britswerd‎

7. Jan Dirks, gedoopt op ‎19 september 1756 te Britswerd‎

8. Geertje, gedoopt op 16 mei 1762, kind van Dirk en Geertje Johans.

9. Christiaan, gedoopt op 30 oktober 1763, kind van Dirk en Anna Koenradi

10. Trintje, gedoopt op 2 december 1764, kind van Dirk en Anna Koenradi

Britswerd had rond 1800 178 zielen. Dirk gaf nog les op zijn tachtigste! en was toen ook nog koster. Daarvoor kreeg hij jaarlijks f 180.-  mocht vrij wonen. Hij gaf les aan tussen de 18 en 20 leerlingen. Ook toen was het dus een klein schooltje.

Literatuur en bronnen:

- https://pure.rug.nl/ws/portalfiles/portal/14622517/Onderwijsenquetevan1799.pdf

- Trouwregister Hervormde gemeente Jorwerd, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0075 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1639-1810

register van overledenen Jorwerd, archiefnummer 28, Collectie Doop-, Trouw-, Begraaf- en Lidmaatboeken (DTBL) - Tresoar, inventarisnummer 0076 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1734-1784

Autorisatieboeken, archiefnummer 13-05, Nedergerecht Baarderadeel - Tresoar, inventarisnummer 033, blad 004 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1772-1810

Doopboek Herv. gem. Britswerd en Wieuwerd, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0067 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1678-1812

Trouwregister Hervormde gemeente Britswerd Wieuwerd, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0068 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1681-1810

Trouwregister Hervormde gemeente Britswerd Wieuwerd, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0068 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1681-1810

Doopboek Herv. gem. Britswerd en Wieuwerd, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0067 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1678-1812

Friesche courant : gelykheid, vryheid en broederschap, 2 september 1797

- Bataafsche Leeuwarder Courant, 26 april 1800 

Omschrijvinge van familiën in Friesland ("Volkstelling"); Westergo, inventarisnummer 1629 Periode: 1744

Doopboek Herv. gem. Jorwerd, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0074 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1639-1811

Lidmatenregister Herv. Gemeente Britswerd en Wieuwerd, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 69 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1682-1850

https://www.fryske-akademy.nl/fileadmin/inhoud/img/undersyk/skoalmasters/baarderadeel.pdf


donderdag 12 december 2024

In dienst van Stad en Staat: Frans Pytters van Kijl (No. 1.324)

In dienst van Stad en Staat Frans Pytters van Kijl (No 1.324)

Dit artikel is het zesentwintigste uit een serie over burgers die zich inzetten voor militaire taken en gaat over de dienstplicht, schutterijen en het reguliere leger. De discussie over de dienstplicht is nu weliswaar minder, maar nooit helemaal weg geweest en gezien het personeelstekort in het leger ook nu actueel. Het is nuttig om dit fenomeen in historisch perspectief te plaatsen. Sommigen hebben de dienstplicht ondergaan maar er zijn ook mensen vrijwillig het leger ingegaan, waarbij "het leger" een rekbaar begrip is. Ook milities, schutterijen en andere paramilitaire organisaties komen aan de orde. Met de beschrijving van de lotgevallen van deze mannen zie je tegelijkertijd een verschuiving van de loyaliteit jegens de stad naar loyaliteit jegens de staat.

Bij genealogisch onderzoek kwam ik een voorouder met de naam Tetke Reyns Bienkema tegen, die op 22 maart 1640 in de Grote Kerk van Harlingen getrouwd was met Franz Pytters Kijl (1). Elders wordt ze Tetie Reins Bientiema genoemd. (2)

Kennelijk is ze in 1664 overleden, want uit dat jaar stamt een testament. Ze had samen met Franz Pytters Kyl zes kinderen: Pyter, gedoopt op 16 april 1645 in Harlingen; Gerben (Gerbrandus), gedoopt op 14 september 1649 (4) Joannes, gedoopt op 2 november 1651 in de Grote kerk in Harlingen. (5) en Trijntje. Tijntje doet op 13 november 1675 belijdenis in Harlingen; Trijntje woonde toen bij de "Grauwe Kat". Er is een gevelsteen met die naam, maar die is van veel latere datum.




Afbeelding 1 Gevelsteen "De Grauwe kat"

Weer elders wordt ze Tettie Reyns of Tetie Reiners Bientena genoemd. (3) En er is nog een variant: Tettje Reins Bientjema (6). Er is nog een Pieter gedoopt, op 4 april 1642 (7); Reyn, gedoopt op 31 januari 1647 (8) En nog een Pytter, gedoopt op 18 februari 1644, met de naam variant Tetke Reyns Bentiema (9)

Tetje Reins Bientiema woonde in 1664 aan de Weverstraat in Harlingen (10)

Student in Franeker

Haar man, Frans (Franciscus) (van) Kijl heeft vanaf 15 juli 1646 op de universiteit van Franeker gezeten. Hij studeerde er talen. Hij is in 1664 overleden. (11). Hier wordt ze Tettie Reins Bientiema genoemd. Frans is geboren in 1613 in Harlingen. Zijn ouders waren Pytter Martens Kyl en Tryn Jans.

Frans Kijl heeft in 1654 een huis aan de Kerkpoortstraat 25 in Harlingen gekocht en in 1655 een huis aan de Zoutsloot in Franeker. (12) In Harlingen heeft hij in de jaren 1648 tot 1650 waarschijnlijk aan zuidkant van de Noorderhaven (nummer 100) gewoond. Hij heeft het pand in 1643 gekocht. Zijn naam komt ook voor in de hypotheekboeken van Franeker. Zijn naam wordt soms verbasterd tot Frans Kil. 


Afbeelding 2 Kerkpoortstraat 25 in Harlingen in 1613

Burgerhopman

Aan het begin van de zeventiende eeuw had Harlingen ongeveer 8.000 inwoners. Frans Kijl was burgerhopman. Een hopman stond aan het hoofd van een compagnie. Harlingen telde vier compagnieën. De gehele schutterij bestond uit 224 man. Ook het feit dat Frans hopman was, een erebaan, wijst erop dat hij uit een gegoede familie moet zijn voortgekomen. Waarschijnlijk was hij voordat hij hopman werd eerst vaandrig. Hij volgde D. Gerckema op 16 juli 1658 bij de compagnie van kapitein Hayo Henrick van Mauderick op. Op 18 november 1658 volgde Oene van Roorda Frans van Kijl weer op als vaandrig (13). Hayo van Mouderick werd in 1667 majoor.

Een officiersfuncties zoals vaandrig was in de meeste gevallen een opmaat richting het kapiteinschap Hopmanschap). Als compagnieskapitein moest je een dapper aanvoerder in het gevecht zijn en tot voorbeeld van de manschappen dienen. Maar hij moest ook kapitaalkrachtig zijn. Als de soldijbetaling werd vertraagd of tijdelijk niet plaats kon vinden, moest de kapitein de soldij voor kunnen schieten.


Afbeelding 3 Plattegrond van de Noorderhaven in Harlingen rond 1613


Afbeelding 4 Noorderhaven in de zeventiende eeuw

Het pand wat er nu staat is van later datum, maar de locatie is waarschijnlijk wel correct.





Afbeelding 5 Noorderhaven 100 in Harlingen in 2024

Zijn naam komt voor in een zeventiende eeuwse akte van 25 april 1654:

Het eerste deel  van de vreemde incomende bieren. Strijckgelt 22 rijcxdalers. Itien Hendricksz geschreven 25300 £, gestreken 22 rijcxdalers; Riemer Jurians verhoocht 1500 £, alsoo pachter voor de somma van £ 26800 - 0 -. Borgen Frans van Kijl ende Jan Feijckes.  In conformite van de lijsten beloven wij ondergestelde pachter, borgen ende partioniers, elcx in solidum ende voor ‘t geheel de bovengestelde somma van onse pacht aen ‘t comptoir deser Landtschappe promptelijck op termijnen in de selve vermelt, op te brengen ende sullend betalen, onder verbandt van alle onse geene uutgesondere goederen, ende des Landtschaps parate executie, oirconde onse handen, beneffens de verteijckeninge van D. Claix, huyden desen 25en april 1654.   [get.] Riemer Jurians (42) 1654, Jan Feijckes 1654, F. van Kijl 1654, Outger Jans (55) 1654, D. Claix 1653. 

Ook op 22 april 1657 staat hij borg, nu voor een man genaamd Riemer Juriens. Het betreft grote bedragen, ook weer een aanwijzing dat het een rijk persoon betrof.

Outger Jansz en Frans van Kijl staan borg voor Riemer Juriens, pachter voor £ 34.297 van het eerste deel van de inkomende bieren.  Register borgstelling havenmiddelen invnr. 2637, geen foliëring.  

2. Het eerste deel van de vreemde incomende bieren. Strijckgelt 22 rijcxdalers. Willem Junius tot Worckum geschreven 32997 £, gestreken 22 rijcxdalers; bij Riemer Juriens verhooght 1300 £,  alsoo pachter voor de somma van £ 34297. Borgen Frans van Kijl tot Harlingen ende Outger Jansz. In conformite van de lijsten beloven wij ondergestelde pachter, borgen ende partioniers elcx in solidum ende voor ’t geheel de bovengestelde somma van onse pacht aen ‘t comptoir deser Landtschappe promptelijck op termijnen inde selve vermelt te sullen opbrengen ende betalen, onder verbandt van alle onse geene uutgesondere goederen, ende ’t Landts reale ende parate executie, oirconde onse handen , beneffens de subscriptie van D. Claix, desen 22en april 1657. [get.] Riemer Jurians (46) 1657, Outger Jans (58) 1657, F. van Kijll 1657, Siuort Pibes Wiaerda (44) 1657, Rinse Watses, D. Claix 1657. (14)

Tetke Reins Benthiema is waarschijnlijk voor 1620 in Bolsward geboren. Doordat de naam steeds verbasterd is, maar ook vrij uitzonderlijk is, is de verleiding groot om hem nog wat te veranderen en dan kom je uit op Inthiema. Op zich geen rare gedachte gezien het feit dat Franz Pytters Kijl van goede komaf was en kon studeren lijkt me dat ook Tetje tot een aanzienlijk geslacht zou kunnen behoren. Maar hiervoor heb ik nog geen bewijs gevonden.

Het bijzondere is dat na het overlijden van eerst Frans Kijl en daarna van Tetke Benthiema er vier weeskinderen waren waarvoor gezorgd moest worden. De hele inventaris is toen beschreven, tot het laatste zoutvaatje aan toe. Het geeft een fraai beeld van het huishouden van deze voorouders. En de conclusie kan al zijn dat het een bovengemiddeld inkomen moet hebben gehad. (15)

In de binnencamer van Noorderhaven 100 te Harlingen:

Bedden en bedssteden etc.  

twee bedden met twee puelen  

6 oorcussens  

2 groene gevoerde, en 2 Spaanse dekens  

1 witling  

2 paer groene gardijnenen met 2 rabatten voor de bedden  

1 paer groene gardijnen  

noch een paer blauwe gardinen  

een groen schorsteenkleet, met 2 groene spreeties daeraan  

10 stoelkussens  

een groen spreed voor de cas  

Holtwerck  

een eken kas  

een eken comtoir, met een groen decsel  

5 vierkantige schilderien  

5 achtkantige schilderien  

een spiegel  

8 albasterde bordties  

een achtkantige marmerde tafel  

7 swarte stoelen  

7 andere slechte stoelen met een kleine  

een scherm  

een canarikorf met drie vogeltiens  

Oostindische steenwerck  

10 Oostindische pannen  

13 coppen soo groot als clein  

4 clapmutsen  

een Oostindisch butterpann met een vrugtschaeltie  

1 kantie  

2 Oostindische flessen  

1 Oostindisch doofpottie  

 In de spijskamer van voorschreven binnencamer :  

5 schildere borties, de 5 sinnen uitbeeldende  

2 schildere bordties, landschappies  

een seskantig bordtie daer in de beeltenisse van de kinderen vader  

een mesken vuirbecken  

2 mesken celen  

een mesken strijckiser met laatie daerop 't staet  

een koeckpanne  

een mesken candelaerke  

een mesken tromp  

1 tinnen mingelen  

1 tinnen waterpot met een spijpottie  

1 tin soltvatie, ende een trachtertie  

een stenen mostartpottie met een silvere lidd  

4 stenen kannen met tinnen lidden  

1 isere snuiter  

2 schapekasen  

[0176r] een grote iseren kandelaer met een mesken blad  

2 gladstenen  

1 tang en ketting in de schorsteen  

een swarte mof met 2 mofkassen  

3 glasen romers  

Een boeckkas in de voorschreven camer daerin volgende boecken :

Een bijbel nieuwe oversettinge ende een bijbel van de oversettinge, beide in folio  

Historien van Umanuel [Emanuel] van Meteren  

Titi Livii [Titus Livius] Romeinse historie  

Cronijck van Sebastianus Franck [Chronica, tijt en geschietbibel van aenbegin tot in dit tegenwoordigh]  

Lof de zeevaert door E. Herckmans [Der zee-vaert lof handelende vande gedenckwaerdighste zeevaerden]  

In quarto  

Geschiedenissen etc. beschreven door Gulielmum Baudartium [Baudartius, Gulielmus]  

Aphophtegmata Baudartii [Apophtegmata Cristiana Ofte Ghedenk-weerdie leersaeme, ende aerdighe spreucken door Baudaert Wilhem]  

Predicatien en meditatien door B. Duinglo [Predacatie en meditatien, by forme van bid-en danck-sermoen over den 5. junij 1648. gepubliceerden eeuwigen vrede]  

Cronijck van Frieslant door C. Schotanus  

Vier ende wolck calomne [Ireneus Philalethius [pseudoniem van Ewout Teelinck (1573-1629)], Vyer ende wolck-calomne, lichtende nacht ende dach, om het Israel Godes, by eenige algemeene regels [...] tot in het hemelsche Canaan te leyden. - Amstelredam : Marten Jansz Brandt, 1622, in kwarto.  

Scherm ende schilt der kinderen Godts door Roelof Pytters  

Den geestelijcken alarm der godslosen door J. Bescun? [Adrianus Hasius, Den geestelycken alarm tot schrik der godlosen, en troost der vromen, Amsterdam 1653]  

Boxoris Neerlands historien  

18e end andere formaten  

Proces van 't ketter dooden etcetera  

Verclaringe van de ruste des gemoets  

Der Francoisen morgenwecker  

Practijq der godsaligheit  

Cats trouwring  

Tijtcortinge van J.H. Crul  

Petri Baardt Duegden spoor  

Troost tresoor door Joannes Bruno  

Armevoogt etc. : van Renemans  

Kleine herbarius  

Geestelijcke verlatingen Voetii?  

Cristelijcke zeevaert  

Van een ampt der overheit L Joannem Seu ?  

Historie van Carel de II  

Lusthof des gemoedts  

Op- en ondergang der coningen en prinsen  

Nieuwjaers gifte van Focco Johannis  

De cristelijcke ridder  

5 kleine olde boeckies  

Int voorhuis ende de gang  

een eeken slaapbanck met een groen dexel daerop ende bord daervoor  

2 swarte stoelen  

3 andere stoelen, en een klein kinderstoel  

een tonne met een decsel  

een eeken parske  

2 eken rakken  

een eken mantelstockie  

een lanteern  

3 wask tobben met een handtvattie  

2 wask schamels  

16 kleerstocken  

een spiegel  

2 kleerkorven  

In 't voorcamerke  

een bed met een puel  

2 oorkussens  

2 gevoerde groene dekens, met een witte dito  

een paer groene gardinen met een rabat  

16 stoelkussens van diverse soorte  

een reissack met een quast in 't bedsteed  

een carpous  

een groen wielgh [wiegh] spreetie, noch groen lakens tafelspreedtie  

twe teken tot puelen  

1 pluimkussentie  

1 groen lakens schorsteencleed, met een rabat  

een eken cas  

een mantelstock  

3 stoelen  

een kerckstoel  

1 letter houten emmerke  

6 schilderien, 1 dito sonder list, 2 albasterde bordties  

een spiegel  

een houten almanach, 1 swarte bedstock  

2 butterpanties, met 1 clapmuts  

2 kelkies met een copke  

2 kleine clapmutskes  

2 cleine panties  

2 Oostindische romerkes  

2 glasen ballen op de cas  

1 gesneden bierglas, en romerke  

[0178v] 3 grote glasen romers  

2 glasen fluiten  

noch 4 glassies  

5 witte glasen  

2 bemaalde butterpanties  

noch 3 slechte bemaalde pannen  

Op 't achterop camerke  

een bed met een puel  

2 oorcussens  

1 groene ende een Spaanse deken  

1 rabatt  

een grote eken kiste  

een tafel  

3 stoelen  

1 sandlooper  

Op de solder:

een vleisvath  

1 schop  

een rager  

een ledder  

1 vath  

6 zoetemelcx kesen  

1 lood om de vogelskouw aen te hangen  

een old pluimkussen  

een weinichie turf  

een partij Noords holt  

In de kueken, portael ende op de plaats  

een bed met een puel, 2 oorcussens  

4 dekens,  

1 rabat,  

een schorsteenscleedt  

3 stoelcussens  

1 vleisvork,  

1 spinwiel  

een houten stoel,  

een ander stoel  

1 tafel ende  

1 banck daerin enige olde romlingen  

5 borden,  

1 keerslaed  

1 tijntien,  

noch 2 tijnties,  

1 tobbe,  

2 varndels  

1 lanteern,  

1 spiegel  

een rakkie, daerop 5 bemaalde pannnen en een comke  

een hangiser, treeft, tange, asschop, 1 potzeel  

1 rooster,  

1 iseren blaker,  

1 ellen,  

hackmes  

1 blicken zalmbrader  

1 isere snuiter  

1 copere ketel met een lidd  

enige stucken roockvleis  

een mangelbord met 3 mangelstocken  

2 stoffers,  

2 houtwijvers  

3 houten wateremmers  

een mesken aker,  

1 iseren pot  

1 water iserke  

2 tinnen patielen ende een com  

3 tinnen coppen, ende tinnen schaeltie  

3 tinnen lepels,  

1 blicken salaetemmerke  

1 iseren candelaerke  

[0180r] 20 soo witte als bemaelde pannen  

4 kleine panties  

3 gattiepannen  

3 witte schalen,  

4 andere kleine schaelties  

noch enig ander schuttelgoedt  

1 viskemmer,  

1 hakbort, en stijf bordt  

2 puthaken,  

een ledder  

een hakmes  

twe pluimkussens  

een hackbordt  

3 stoven  

een eeken doos  

een mesken gootlinck  

een coperen braadpanne  

een mesken schuimspaen  

een mesken ondersteker  

In een doos:  

3 frouwe slippen  

10 Duitsche mutsen  

6 mutskes  

8 ondersten  

11 Janneties  

7 doeckies  

3 bandikis  

39 beffen  

10 hooftdoecken  

16 kindermutsen  

15 nuesdoecken  

18 kinderslippen  

Nae ontsegelinge in de kas bevonden als volgt:  

Een silveren doosie daarin bevonden een rosenobel  

11 rijxdaalders, 3 halve rijxdaalders, 3 oorden  

6 gouden ringen  

een gulden haeck en euus [= oog]  

een ketting rode bloedt cralen met een gouden penning  

een dito met een gulden haeck en euus [= oog]  

een silveren cop  

een silveren kantie  

een groot silveren penning  

3 silver croesen  

24 silvere lepels  

een silver onderriem, haeck, 2 kettings  

een silver haeck en ketting  

twee silvere kettings  

vier silver hefte messen  

3 dito ingeleit  

een sulver lidt  

8 silver eierlepelties  

Kindergoed: 1 silver copke, een stoofke, 1 soutvattie, een koekpantie, 1 wafelisertie, 2 glasen kanties met drie litties  

een silver ooriser  

een silver gevest degen  

een rotting met silver beslach  

een testament,  

een psalmboeck met silver beslag en ketting  

een dito met silver beslag  

een klein dito met silver haecken  

een dito met vergult op de sneed  

een doos lidt met versierde blomen  

een groen verwielen en kussentie  

een brandtstienen ketting  

2 kussenties  

3 silver brandewijns kroeskes  

11 silver ducatons  

een goutgulden: 1/2 rijxdaler, een schelling  

aen dubbelties hondert dertig werp  

Noch een sackie daerin bevonden een waluweerde rijxdaler, 3 oorden, een 10 stuivers, 4 Engelse stuckies  

Een obligatie holdende op de hopman Remmert Hendrix ter somma van hondert Caroli guldens  

Linnen: 

41 laeckens  

31 mans hemdem  

15 vrouwe hemden  

27 slopen  

4 nacht halsdoecken  

15 witte schorteldoecken  

28 cleine kinderdoecken  

7 grote kinderdoecken  

2 pueldoecken  

54 servetten  

3 tafelakens  

een doppiesdoeck  

2 pueldoecken  

2 blauwe lakens rocken  

een bratten dito  

een grof greinen dito  

1 root scharlakens dito  

1 roodt onderrock  

1 karmesinen schort  

een here saien schort  

een swartlakens rock  

een grof greinen manteltie met mouwen  

een bont bratten manteltie met mouwen  

een grof greinen met bont, een kinderdoeck  

een swart sijden toerts schorteldoeck  

2 rood bratten schorteldoecken  

een vulpen capsluier, een seekap  

1 rijd manteltie  

1 burstie  

een bont spreetie  

een hoick  

een swart lakens mantel met satijn  

een grof greinen dito  

een grau lakens pack cleren  

een grof greinen dito  

een swart lakens dito  

een root scharlakens hemdrock  

een pack sijden kleeren  

een blau sijden veltteken met gouden kant  

twe groen lakens bedspreden  

2 paer kragen mouwen  

een paer sijden hosen  

een lap geel carsai  

een swachtel  

een groen kinderschortie  

een rood ruft,  

1 feltekentie [= veld-tekentje, vaandeltje]  

onderst  

voormouwen,  

handschoenen,  

2 sijden hoosbanden  

2 paer swarte wanties  

een moff  

een lap toerts,  

1 lap grof grein  

eenige wrongen  

6 3/4 elllen camerdoeck  

8 1/2 ellen doeck  

13 ellen doeck  

een paer half mouwen etc.  

een vrouwen hemd  

6 blauwe schorteldoecken  

Een eken kas in 't voorcamerke daerin bevonden  

9 tafelakens  

9 servetten  

12 pueldoecken  

4 doppies witte schorteldoecken  

een half laken  

12 hemddoecken  

37 nuesdoecken  

6 nacht halsdoecken  

18 kinder nuesdoecken  

5 witte schorteldoecke  

een paer witte halfmouwen  

15 dassies  

een wit borstrock,  

een kinder schorteldoeck  

[0193v] 2 paer witte kinderhooskes  

5 paer witte handschoenen  

2 swarte schorteldoecken, een bratten, 1 grof grein  

een vrouwe kluerd overlijf  

een bratten bont manteltie  

een karmosinen rock  

een dito  

een rassen schort  

2 paer swarte vrouwe hosen  

1 paer karmosinen dito  

2 paer halfmouwen,  

1 rode borstlap  

2 paer voormouwen  

6 mans slaepmutsen, een wollen  

4 vrouwen bonten dito  

een gele onderbroeck  

[0194r] een heuck [= huik]  

5 halsdoecken,  

noch twe vrouwen rocken  

1 overlijff ende op de bedden  

handdoecken, 6 servetten  

2 mans hemden  

6 wijtlingen  

Linnen in de wask: 19 nacht halsdoecken, 5 witte, 6 tafellakens, 3 dassies, 30 slopen, 3 pueldoecken  

In 't voorcamerke in twe vaste kaskes na ontsegelinge bevonden volgende goederen  

3 Oostindische pannen  

2 dubbelde clapmutsen  

2 grote Oostindise coppen en 2 cleine dito  

4 cleine Oostindische panties  

1 Oostindische cop met silver voet end oren  

6 slechte stenen tafelborden  

5 groot Oostindische butterpannen  

2 clapmutskes  

4 wijtlingen,  

2 dassies  

1 pack witte onderkleeren  

noch 2 witte onderbroecken, en enige onderhosen  

3 doppies handoecken  

1 blauwe schorteldoeck  

In 't besegelde cantoir na ontsegelinge bevonden  

een goudwicht, een mes daeraf het heft met silver ingeleit in een rood leren sakie  

enige brieven en aentekeningen rakende dit sterfhuis, in cas van liquidatie met het sterfhuis van d'overledene gemeensman Riemer Juriens Wijngaerden  

Seecker acte van accoord tusschen Jan Feickes in qualiteit, ende Sioerd Reins Bientema, waerbij de selve Sioerd Reins als reste van meerder somma, ten profijte van dit sterfhuis, schuldig is de helfte van eenhondert vijftig Caroli guldens, quoteert met A  

Vastigheden (Onroerend goed)  

Sekere huisinge cum annexis, staende binnen deser stede aen de suidkant van de Noorderhaven bij de secretaris Idsinga tegenwoordich bewoond werdende volgens coopbrief ende ingelost reversael gedateert den 28 januarij 1659, quoteert met B [zie Proclamatieboek invnr 237, fol 197r, Frans Kijl koper, 1659]  

Een hof cum annexis gelegen ontrent de olde kerck alhier, achter 't huis d'Olde Hillebrant genaemt.  

Aldus gedaen ende geinventariseert op dato ut ante. In kennisse van ons commissaris ende secretaris  

(get.) D. Wringer 1660

Sjoerd Reins Bientema

De in de inventaris genoemde Sioerd Reins Bientema (Binckama of Bintjema) komt uit Bolsward en is daar gemeensman en schoenmaker. Hij woont samen met zijn vrouw Trijntje (Tricnke) Willems op de Grote Dijlakker. Hij was in 1655 ontboden door de kerkeraad van de Hervormde kerk in Bolsward. (17) Hij was vaak dronken en handtastelijk. Gezien zijn naam zal het familie van Tetke zijn. 

Johannes Franz Kijl (No 662) chirurgijn

Johannes Franz Kijl, de zoon van Frans en een voorouder (No 662) werd chirurgijn in Bolsward. Hij is geboren op 2 september 1651. Hij woonde aan de Korenmarkt en was in Nijland getrouwd met Egbertje Bouwes Bruinsma.(18) Hij deed op 4 augustus 1677 belijdenis. Hij was op 30 april 1677 burger van Bolsward geworden. (19) Op 14 januari 1677 was hij met Egbertje getrouwd. (20)

Ondanks dat oom Sjoerd wel eens dronken was werd hij toch vernoemd door Johannes. Hij had meerdere kinderen, Bouwe, gedoopt op 16 december 1681; Sjoerdt, gedoopt op 25 juni 1686; Frans, gedoopt op 5 januari 1680 en genoemd naar zijn vader; Sijske (No 331), gedoopt op 13 februari 1684 en een rechtstreekse voorouder en tenslotte Tetje, gedoopt op 20 september 1677 en genoemd naar zijn moeder.

Hij was lid van het gilde der medicijns, chirurgijns en apothekers te Bolsward. Dat heeft hem een aardige duit gekost, want in de gildebrief staat dat als je de meesterproef had afgelegd je een maaltijd voor het hele gilde inclusief de vrouwen moest betalen en een donatie doen aan het weeshuis. (21)

Johannes is op 2 september 1695 overleden in Bolsward.

Marten Piters Kijll

Marten Piters Kijll zal de broer van Frans zijn. Hij vestigt zich in 1634 in Leeuwarden. Hij komt van Harlingen (22) Hij trouwt op 16 mei 1634 met Attie Jacobs in Leeuwarden. Op 2 augustus 1634 is hij meesterbakker. (23). In 1637 was Marten al overleden.

Frans Marthens Kyll

Er is ook nog een Frans Mart(h)ens Kyll. Hij wordt ook wel Frans Mertens Kijl of Kiel genoemd. Hij is getrouwd met Yda Doededr Baerdt (Jedts Baerts) in 1616. Frans was een neef van de dichter en geneesheer Petrus Baardt. Deze Pieter Baardt woont in Warga en assisteert Frans bij een rechtszaak die hij voert. Van Pieter hebben we een afbeelding. Pieter was getrouwd met Djoeke Beijma. Verder was hij tot 1625 conrector van de Latijnse school in Bolsward. Hij behoorde zeker tot de Friese elite.



Afbeelding 6 Petrus Sybrandts  Baerdt, dichter en geneesheer (1590 - 1646)

Van beroep was Frans Martens Kyll zijdekramer (handelaar in zijden stoffen). Ze woonden aan de Voorstraat in Harlingen. Het huis had het uithangbord "De Olde Lieuw". (24)  Waarschijnlijk was dit Voorstraat 17. Yda was al vrij snel overleden waardoor Frans Martens weduwnaar werd. Er waren kinderen. Frans Martens Kijl en zijn vrouw Ida Doedes Baerdt kochten in 1608 of 1609 een stuk land ten noorden van Harlingen met de Herenvaart ten zuiden. (25)

Literatuur en bronnen:

1. Trouwregister Hervormde gemeente Harlingen, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0331 Gemeente: Harlingen Periode: 1613-1656

2. Autorisatieboeken, archiefnummer 13-16, Nedergerecht Harlingen - Tresoar, inventarisnummer 113 Gemeente: Harlingen Periode: 1654-1665

3. Doopboek Herv. gem. Grote Kerk Harlingen, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0322 Gemeente: Harlingen Periode: 1613-1651

4. Doopboek Herv. gem. Grote Kerk Harlingen, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0322 Gemeente: Harlingen Periode: 1613-1651

5. Doopboek Herv. gem. Grote Kerk Harlingen, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0323 Gemeente: Harlingen Periode: 1651-1675

6. Autorisatieboeken, archiefnummer 13-16, Nedergerecht Harlingen - Tresoar, inventarisnummer 114 Gemeente: Harlingen Periode: 1665-1681

7. Doopboek Herv. gem. Grote Kerk Harlingen, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0322 Gemeente: Harlingen Periode: 1613-1651

8. Doopboek Herv. gem. Grote Kerk Harlingen, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0322 Gemeente: Harlingen Periode: 1613-1651

9. Doopboek Herv. gem. Grote Kerk Harlingen, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0322 Gemeente: Harlingen Periode: 1613-1651

10. https://www.kleinekerkstraat.nl/frames.php?p=pro2&s=f&l=B

11. https://www.mpaginae.nl/At/FrieseStudIJK.htm

12. https://www.kleinekerkstraat.nl/frames.php?p=proc&s=a&l=Z

13. https://www.kleinekerkstraat.nl/frames.php?p=num2&str=NOOBHAV&num=100 en  https://www.mpaginae.nl/Nauta/vaandrigsalf.htm

14. https://www.academia.edu/90216844/De_akten_van_Outger_Jans

15. https://www.kleinekerkstraat.nl/frames.php?p=boed&akte=464

16.Lidmatenregister Herv. Gemeente Bolsward, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 146, blad 188 Gemeente: Bolsward Periode: 1581-1656 en Lidmatenregister Herv. Gemeente Bolsward, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 147, blad 019 Gemeente: Bolsward Periode: 1656-1720

17. Lidmatenregister Herv. Gemeente Bolsward, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 146, blad 228 Gemeente: Bolsward Periode: 1581-1656

18. Lidmatenregister Herv. Gemeente Bolsward, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 147, blad 100 Gemeente: Bolsward Periode: 1656-1720

19. Burgerboek Bolsward, archiefnummer 348, Verzameling copieën van elders berustende stukken - Tresoar, inventarisnummer 6046 Gemeente: Bolsward Periode: 1579-1797

20. Trouwregister Hervormde gemeente Nijland, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0877 Gemeente: Wijmbritseradeel Periode: 1651-1810

21. Pharmaceutisch weekblad; voor Nederland, jrg 62, 1925, no. 27, 04-07-1925, p. 702, 704 en  https://www.mpaginae.nl/At/Hunger.htm

22. Burgerboek Leeuwarden, archiefnummer 1001, Archief van de stad Leeuwarden - Historisch Centrum Leeuwarden, inventarisnummer 1756 Gemeente: Leeuwarden  Periode: 1559-1651

23. https://www.mpaginae.nl/At/bakkersboektabel.htm

24. https://www.kleinekerkstraat.nl/frames.php?p=num2&type=kwartier_4&term=7-112 en  http://images.tresoar.nl/download/quaclappen1613-1620.pdf en https://www.mpaginae.nl/At/BaardP.htm

25. https://www.molendatabase.nl/molens/ten-bruggencate-nr-11881

dinsdag 10 december 2024

In dienst van Stad en Staat: Rein Ruurds Adema (No 46)

Rein Ruurds Adema (No 46)

Dit artikel is het zesentwintigste uit een serie over burgers die zich inzetten voor militaire taken en gaat over de dienstplicht, schutterijen en het reguliere leger. De discussie over de dienstplicht is nu weliswaar minder, maar nooit helemaal weg geweest en gezien het personeelstekort in het leger ook nu actueel. Het is nuttig om dit fenomeen in historisch perspectief te plaatsen. Sommigen hebben de dienstplicht ondergaan maar er zijn ook mensen vrijwillig het leger ingegaan, waarbij "het leger" een rekbaar begrip is. Ook milities, schutterijen en andere paramilitaire organisaties komen aan de orde. Met de beschrijving van de lotgevallen van deze mannen zie je tegelijkertijd een verschuiving van de loyaliteit jegens de stad naar loyaliteit jegens de staat.

Bij het doen van genealogisch onderzoek naar een voorvader kwam ik onderstaand artikel in de Franeker Courant van 4 januari 1874 tegen. Kennelijk was er een herdenkingsbijeenkomst in Leiden en wilde  men vanuit Baarderadeel er een afvaardiging naar toe sturen en Rein Ruurds Adema had zich aangemeld. Het onderstaande artikel bevreemde me, aangezien hij was afgekeurd voor de militie.


Afbeelding 1 Artikel in de Franeker Courant van 4 januari 1874

Rein is geboren in Herbaijum op 26 mei 1787, elders staat 24 juli 1789. Hij is gedoopt op 9 mei 1790. Hij was boerenarbeider. 

Ruurd Ates Adema (No 92)

Zijn vader was Ruurd Ates Adema en zijn moeder Dieke (Dykje) Sierds (de Jager). Ruurd Ates Adema woonde in huis nummer 39 in Tzum.. Hij is geboren in Tzum in 1750 en is overleden in Franekeradeel op 18 juli 1823. Hij is meerdere keren getrouwd. Hij is op 17 mei 1772 in Tznummarum getrouwd met Ynske Wybes. Met Ynske Wybes heeft hij een dochter, Rinske, geboren in Tzummarrum. Daarna is hij in Pietersbierum getrouwd met Dieke Sierds, op 18 maart 1781. Daarna is hij nog getrouwd met Grietje Cornelis Draaisma. De naam Adema heeft Ruurd Ates in 1811 aangenomen.

Ate Ruurds (No 184)

Zijn vader heette Ate Ruurds (No 184) en zijn moeder Janke Piebes. Zijn broer heette Piebe Ates Adema en was arbeider te Tzum. Ate Ruurds is op 5 april 1733 getrouwd met Janke Piebes/ Ze hadden een dochter genaamd Jetske, gedoopt in Tzum op 31 januari 1734; een dochter genaamd Martjen, gedoopt op 11 oktober 1739; een zoon Piebe, geboren in 1741 in Tzum en Ruurd zelf dus. 

Ate Ruurds is voor 1790 overleden.




Afbeelding 2 Naamaanneming Adema(a) in 1811


Afbeelding 3 Bewijs dat Rein gedoopt is

Rein Ruurds Adema is te Oosterlittens overleden op op 25 december 1873 om acht uur, op 84-jarige leeftijd (sic) (2). Hij woonde in 1827 aan de Rijdweg te Oosterlittens (gekwoteerd met nummer 45). Bij zijn overlijden woonde hij in huis met nummer 86b in Oosterlittens. Oosterlittens had in 1837 616 inwoners.


Afbeelding 4 Certificaat van de militie waarin wordt aangegeven dat Rein Ruurds Adama ongeschikt is voor dienst

Hoewel hij voor de militie was afgekeurd bij de loting van 1814 was hij dus wel in het leger geweest, namelijk dat van Napoleon. Zoals zo vaak gebeurde was zijn Nederlandse naam "verfranst" en is hij terug te vinden onder de naam Rein Ruurds Aetema. Hij zat bij het 87e Cohorte van de Nationale Garde (stamboeknummer 862). Dit cohorte was afkomstig uit de toenmalige Franse districten “Monden van de IJssel” (Bouches-de-l'Yssel), Friesland (Frise), Westereems (Ems-Occidental) en Oostereems (Ems-Oriental). Cohorten waren van de Nationale garde en bedoeld om het eigen grondgebied te beschermen. Na de Russische veldtocht ging het 87e cohort over in het 147e regiment, samen met het 15e, 71 en 78e cohort. Er is een kans dat hij in dit regiment is terechtgekomen. Helaas is het stamboek van het 147e regiment bij een brand in de Pruisische legerplaats Wesel verloren gegaan.. Een cohort telde aanvankelijk 880 man, later is dat opgehoogd tot 1120. Het 87e cohort was samengesteld vanuit verschillende departementen, maar 259 man kwam uit Friesland. 

Busmann leidde het 87e cohort. Hij werd bataljonscommandant. Door blessures was een van zijn benen tien centimeter ingekort. De meeste van de officieren van het 87e cohort waren niet in staat om op campagne te gaan.

Op 28 en 29 januari werden 600 man van het 87e cohorte in Meppel ingekwartierd. Ze waren onderweg van Groningen, waar ze in garnizoen zaten naar Wesel. Op 11 en 12 februari kwamen er nog 256 man van het 87e cohort en op 12 en 13 maart nog eens 150 man. Op 8 maart arriveerde het 147e regiment met vier bataljons in Maagdenburg. Op 21 mei waren ze te Würschen. Op 23 mei 1813 was het 147e regiment in Wesel. Wezel is een vestingstad aan de Rijn.

Het 147e regiment was in Duitsland actief betrokken bij veldslagen, maar niet in Rusland. Ze verbleven  in kamp Neudorff en in augustus streden ze bij Lowenberg. Bij de slag bij Goldberg onderscheidde het 147e regiment zich met een aanval op de positie van Wolfsberg. Veel officieren sneuvelden bij de rivier Bober. Nadat alle vier de bataljons zowat vernietigd waren werd het reserve bataljon ingedeeld bij het 17e regiment.

Op 15 maart bezette het 147e Tangermunde, Rosenhof, Kaekiitz en Werben.

In juli 1813 was er bij Breslau in Polen een gevecht waarbij het 147e regiment betrokken was. Een tijdgenoot die in het 147e regiment zat verteld dat ze over de Rijn naar de Armee in Silezië trokken waar ze opgenomen werden in de 5e divisie onder commando van generaal Saint Cir. Elders wordt gemeld dat het 147e regiment ingezet werd in Saksen en bij de Volkerenslag bij Leipzig. Ze hebben wel degelijk met Russen gevochten, namelijk bij Bautzen op 21 mei 1813.

Op 26 augustus 1813 krijgt generaal Puthod de opdracht om met zijn 17e divisie zich via Schonau en Jauer achter de linies van de geallieerde troepen te begeven. De divisie bevond zich in Mochau als Puthod de nederlaag van het Franse leger in Katzbach verneemt. Hij wordt verplicht om zich terug te trekken, eerst naar Goldberg en daarna naar Hirschberg. Aangezien daar de brug vernield was, trekt hij langs de rivier de Bober om een doorwaadbare plaats te vinden. Van de 26e tot de 28e regende het onophoudelijk met overstromingen en wilde beken en rivieren tot gevolg. Op 29 augustus 1813 komt hij ter hoogte van Löwenberg en tracht men tevergeefs de brug -die eveneens vernield was - te herstellen. Hij wordt er aangevallen door 25.000 Russische soldaten onder leiding van de Franse emigrant in Russische dienst, generaal Langeron. Generaal Puthod tracht vervolgens door te breken via Brunzlau, maar ook daar zijn de Russen onder leiding van generaal Rudzevich al heer en meester. Ook zijn laatste uitweg, via Zobten, wordt afgesneden door de Russische cavalerie van generaal Korf en de infanterie van prins Czerbatow. Volledig ingesloten, tracht Puthod weerstand te bieden: hij laat zijn troepen posities innemen op de hoogtes van Plagwitz en wacht de vijand af. Achter de heuvel is er een kleine vlakte voor de rivier de Bober. Voor hem dagen de Russische en Pruisische troepen op. Onder leiding van generaal Sibuet vormen het 147e en het 148e regiment de linkerflank van de divisie. De rechterflank, onder leiding van generaal Falcon bestaat uit het 134e en 146e regiment aangevuld met het SC regiment étranger. Na hevig kanonvuur wordt de divisie langs drie kanten aangevallen door een enorme overmacht en moet zich tenslotte, bij gebrek aan munitie, overgeven. De overlevenden worden gevangen genomen. Velen trachten al zwemmend de Bober over te steken, maar veel verdrinken. Slechts enkele honderden kunnen zwemmend de overkant van de rivier bereiken om uit de handen van de Russische troepen te blijven. De generaals Falcon en Sibuet sneuvelen; divisiegeneraal Puthod wordt gevangen genomen. De Russen zelf verloren maar een honderdtal manschappen. Volgens Pruisische bronnen konden slechts 254 mannen van de in totaal 11.885 manschappen van de divisie ontsnappen. De rest werd gevangen genomen, verdronk of kwam om tijdens de gevechten.

Krijgsgevangen

Rein is ook krijgsgevangen gemaakt, maar waar precies is niet duidelijk. Het lot van krijgsgevangen was echt niet te benijden. In Rusland bedroeg het aantal krijgsgevangenen uit het Franse leger circa 215.000 man. De krijgsgevangen officieren, onderofficieren en soldaten worden zeer slecht behandeld. Hun uniformen worden afgenomen, ze lijden honger en kou en worden aan de willekeur van hun begeleiders overgelaten. Velen sterven van uitputting, ondervoeding en dysenterie. Wie niet voort kan, wordt door de achterhoede van het Russische leger, bestaande uit voornamelijk kozakken, afgemaakt. Af en toe krijgen ze kleren of eten van de Poolse bevolking. De officieren krijgen soms onderdak. Soms werkt het als ze aantonen dat ze vrijmetselaar zijn. Kennelijk waren er onder de officieren aan de Russische zijde ook vrijmetselaars. De onderofficieren en soldaten moeten buiten in de regen, kou en sneeuw overnachten. Anderen die hun verhaal nalieten beschreven dezelfde wrede behandeling van gevangenen door de Russische begeleiders. In Nederland bleef men hoop houden. Er was diplomatiek overleg tussen Nederlandse en Russische overheden en dit leidde in november 1814 tot een inventarisatie van wie nog niet was teruggekeerd en van wie vermoed of gehoopt werd dat zij in Russische krijgsgevangenschap verkeerden. De Franse krijgsgevangen werden vrijgelaten na de wapenstilstand van 14 april 1814 en ze keerden de daaropvolgende maanden terug uit gevangenschap ... tenminste diegenen die het overleefd hadden.


Afbeelding 5 Soldaat van het 147e regiment van infanterie van linie

Rein geeft aan dat hij in Russische dienst kwam en daarna, in 1814, in Engelse dienst. Dat laatste lijkt me niet goed mogelijk aangezien er geen Engelse troepen op dat moment in Duitsland of Polen waren. Misschien is bij bij terugkeer in Nederland in Engelse dienst getreden, maar ook daarvoor ontbreekt bewijs. Dat hij in Russische dienst trad is wel goed mogelijk, daar dat wel vaker voor kwam dat men van kamp wisselde. Soms zelfs meerdere keren. Soldaten waren immers niet gebonden aan de eed die officieren wel aan Napoleon hadden afgelegd. Soldaten kregen zelfs de toezegging om zich in Rusland te vestigen mocht Napoleon nog aan de macht zijn na afloop van de oorlog. 


Afbeelding 6 Standaard van het Russisch Duitse legioen (29)

Russisch Duits Legioen

Dit Russisch Duitse Legioen (RDL) was in 1812 opgericht en rekruteerde uit Duitse emigranten, overlopers en later ook uit krijgsgevangenen. Daarbij werd het woord "Duits" ruim geïnterpreteerd want er zaten ook Polen, Fransen en Nederlanders bij. De uniformen waren groen en de wapens werden betaald door de Engelsen. De bekende Pruisische officier Carl von Clausewitz was er een van de officieren. Er was ook een King's German Legion actief vanuit het Keurvorstendom Hannover en op die manier zou het inderdaad nog zo kunnen zijn dat Rein inderdaad in Engelse dienst is getreden. 

Afbeelding 7 Het uniform van het Russisch-Duitse legioen



Afbeelding 8 Het uniform van het Russisch-Duitse legioen 


Ondertussen waren de Oranjes ook bezig om een Oranje Legioen op te zetten en vanuit Engeland stuurt prins Willem de Zwitserse luitenant-kolonel Jean-Victor de Constant-Rebecque (1773-1850) naar Duitsland om dit te regelen. Hij ontdekt dat er in het Russisch-Duits legioen al zo'n 1.200 Nederlanders dienen. Dat getal lijkt me overdreven, maar dat er Nederlanders bij zaten is duidelijk. In juli 1812 sloten bijvoorbeeld dertig Nederlandse Garde-Ulanen zich bij het legioen aan. De Constant-Rebecque de Nederlanders in het Oranje Legioen opnemen maar krijgt daarvoor geen toestemming. Ook in andere legers, zowel het Zweedse als het Pruisische dienen Nederlanders. Veel van deze ex-krijgsgevangenen waren gedwongen geweest om in het Franse leger te vechten en zagen dit als de kans om aan krijgsgevangenschap te ontkomen, maar vochten niet uit vaderlandsliefde of uit overtuiging, maar wilden gewoon niet naar Siberië, maar naar huis. Het  esprit de corps in het Legioen nooit bijzonder goed. Integendeel, ongehoorzaamheid en desertie kwamen vaak voor. 

Het Russisch-Duitse legioen bestond uit ruim 9.000 man en had 8 infanterie bataljons, een compagnie jagers en twee regimenten huzaren en twee batterijen met geschut. De Nederlanders zaten met name in het eerste en het tweede bataljon, maar ook bij het derde bataljon zaten er volgens een telling van 5 mei 1814 76 Hollanders en 37 Nederlanders. Waarop hier het verschil tussen Hollanders en Nederlanders is gebaseerd weet ik zo niet, maar ook Brabanders worden apart geteld. Op 16 september 1813 bestond het eerste bataljon uit 14 officieren en 663 manschappen. Het tweede bataljon bestond uit 19 officieren en 662 man. Overigens werd het legioen achtervolgd door pech. Bij een verplaatsing naar Finland in oktober 1812 om daar de flank van het Russische leger te verdedigen, verloor het zowat al haar uitrusting bij een schipbreuk en in december 1812 verloor het veel mannen aan een tyfusepidemie.

In het boek van Barthold von Quistorp worden veel gegevens over het RDL gedeeld maar dan met name over de officieren en er worden geen namen van manschappen genoemd.

Op 6 juli nam Groot-Brittannië op grond van het Verdrag van Peterswaldau de rantsoenen van het Russisch-Duitse Legioen over en verwierf daarmee het recht om het gebruik ervan te bepalen. Ludwig von Wallmoden-Gimborn nam nu het commando over. In die zin had Rein gelijk als hij stelde dat hij vanaf 1814 in Engelse dienst was. Het legioen rukte op naar de Beneden-Elbe en vocht in Mecklenburg en Holstein. Ze belegerde Harburg en marcheerde verder richting Nederland. Half maart 1814 stak ze de Rijn over en vocht in Vlaanderen om Antwerpen te blokkeren.

In maart 1815 kwam het legioen onder Pruisisch commando en werd het een maand later, op 18 april, opgeheven.

Helaas zijn de desbetreffende stamboeken verbrand, zodat niet exact duidelijk is bij welke legeronderdelen hij gediend heeft. Maar het is in elk geval bijzonder dat hij levend uit Duitsland  terugkwam. Van de 3.000 Friezen in Franse dienst overleefde ongeveer een derde en van degene die naar Rusland gingen kwam amper 3% terug.

Het signalement zoals dat in het certificaat van de militie staat is als volgt:

Lengte: Ruim 1 meter 70

Aangezicht: Lang

Voorhoofd: Smal

Oogen: Blauw

Neus: Ordinair

Mond: Idem

Kind: Rond

Haar: -

Wenkbrauwen: Bruin

Als hij niet bij het 147e regiment terecht gekomen is kan hij, aangezien hij pas in 1812 in dienst trad wellicht nog bij het 125e Regiment Infanterie van Linie (RIL) zijn terechtgekomen, dat pas op 29 juni 1812 vanuit Groningen richting het oosten vertrok. Ik heb daar echter geen bewijs van gevonden.

Hij was getrouwd met Neeltje Jurjens Feij en samen hadden ze een zoon, genaamd Ruurd Adema, geboren op 14 maart 1837, helaas al na 10 dagen overleden; een dochter, genaamd Berber geboren op 23 februari 1833, overleden op 16 december 1834; nog een dochter genaamd Berber en geboren op 7 juni 1838; een dochter genaamd Reintje geboren op 14 november 1824, overleden op 19 januari 1825 en nog een dochter genaamd Reintje, geboren op 10 oktober 1827 en tenslotte dochter Dike Adema, geboren op 1 april 1830.

Veenhuizen

Op 21 februari 1835 is hij uit Sneek wegens bedelen overgebracht naar Veenhuizen, waar hij op 2 februari 1835 aankwam. Hij werd daar verpleegd, maar op 20 juli 1835 werd er een brief geschreven dat hij nog vrouw en kinderen had en dat hij zelf wel in staat was om daar voor te zorgen.  In dezelfde brief wordt gezegd dat hij slechts eenmaal aan bedelarij heeft overgegeven en dan ook nog door de invloed van iemand anders. Tenslotte wordt ook nog vermeld dat Rein zijn vrouw en kinderen ontzettend mist. Hij is ontslagen op 30 april 1836.


Afbeelding 9 Vermelding in de boeken van de koloniën van Ommerschans


Afbeelding 10 Brief van 20 juli 1835 waarin wordt gesteld dat Rein zeer wel in staat is om zelf voor zijn vrouw en kinderen te zorgen


Afbeelding 11 Tweede deel van de brief 

Sierd Ruurds Adema

Hij had een broer, Sie(r)d Ruurds Adema, dagloner in Grou, welke plaatsvervanger was voor Johannes Baukes Zijlstra, schipper uit Bergum, geboren 29 oktober 1793 en wonende te Eernewoude. loteling in 1813. Sied is geboren in juni 1787. Hij is gedoopt op 9 mei 1790 in Herbaijum. Het lijkt erop dat Sierd gesneuveld is.

De naam van zijn broer was nog meer verbastert en luidde volgens de Fransen: Sieds Tunids Adema.    


Afbeelding 12 Stamboek vermelding van Sierd Ruurds Adema.

Hij zat als fuselier bij het tweede bataljon, eerste compagnie van het 70e regiment maar ging naar het 40e regiment over op 16 september 1813.

Sied is geboren op 6  juni 1787 en is gedoopt op zondag 9 mei 1790.

Ook een andere broer, Eibert of Egbert Ruurds Adema is in dienst getreden. Hij is geboren op maandag 28 januari 1793 in Herbaijum en is gedoopt op 5 mei 1793.


Afbeelding 13 Stamboek vermelding van Egbert Ruurds Adema

Nog een andere broer, Ate, werd schoenmaker in Oosterlittens. Hij is geboren op 27 september 1782 in Tzum, maar elders wordt Pietersbierum vermeld. Hij deed op 24 mei 1829 belijdenis. Hij was getrouwd met Gelbrig Ates Schuring. Hij is overleden op 15 maart 1849. Kennelijk is hij nooit in dienst geweest en heeft hij als enige broer de dans ontsprongen.

Tenslotte was er ook nog een zus, Eekjen Ruurds Adema, geboren op 17 april 1785 te Pietersbierum

Literaruur en bronnen

- Franeker nieuws- en advertentieblad voor de provincie Friesland 28 mei 1865

- Franeker Courant 4 januari 1874

- Leeuwarder Courant 2 november 1827

- Geboorteregister 1837, archiefnummer 30-04, Burgerlijke Stand Baarderadeel - Tresoar, inventarisnummer 1010, aktenummer 0045 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1837

- Geboorteregister 1838, archiefnummer 30-04, Burgerlijke Stand Baarderadeel - Tresoar, inventarisnummer 1010, aktenummer 0064 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1838

- Geboorteregister 1827, archiefnummer 30-04, Burgerlijke Stand Baarderadeel - Tresoar, inventarisnummer 1006, aktenummer 0056 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1827

- Geboorteregister 1833, archiefnummer 30-04, Burgerlijke Stand Baarderadeel - Tresoar, inventarisnummer 1008, aktenummer 0020 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1833

- Overlijdensregister 1834, archiefnummer 30-04, Burgerlijke Stand Baarderadeel - Tresoar, inventarisnummer 3005, aktenummer 0059 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1834

- Overlijdensregister 1837, archiefnummer 30-04, Burgerlijke Stand Baarderadeel - Tresoar, inventarisnummer 3006, aktenummer 0028 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1837

- Huwelijksregister 1824, archiefnummer 30-04, Burgerlijke Stand Baarderadeel - Tresoar, inventarisnummer 2004, aktenummer 0038 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1824. Hij kon volgens de huwelijksakte niet lezen en schrijven, dat zal wellicht meegespeeld hebben bij zijn afkeuring.

- Geboorteregister 1830, archiefnummer 30-04, Burgerlijke Stand Baarderadeel - Tresoar, inventarisnummer 1007, blad 018 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1830

- Overlijdensregister 1825, archiefnummer 30-04, Burgerlijke Stand Baarderadeel - Tresoar, inventarisnummer 3003, blad 003 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1825

- Overlijdensregister 1873, archiefnummer 30-04, Burgerlijke Stand Baarderadeel - Tresoar, inventarisnummer 3013, aktenummer 0119 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1873

Baarderadeel (Oosterlittens) 1860-1890 inventarisnummer 485, inventarisnummer 485 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1860-1890. Elders wordt de geboortedatum 22 juli 1789 genoemd.

- Minuut-akten 1823-1826, archiefnummer 26, Notarieel archief - Tresoar, inventarisnummer 113003, aktenummer 00014 Gemeente: Rauwerderhem Periode: 1823-1826

- Friese militairen onder Napoleon, archiefnummer 1819, Friese militairen in leger en marine 1795-1815 - Tresoar, inventarisnummer NN_01 Periode: 1795-1815

- Adema, Sierd Ruurds, dagloner, geb. Herbayum 1787, wonende te Grouw, zoon van Ruurd Ates Adema en Dijkje Sierds, overleden plaatsvervanger voor Johannes Baukes Zeilstra (geb. 1793) te Eernewoude, loteling lichting 1813 mairie Bergum; krijgsmachtonderdeel onbekend; Zijlstra geeft eind 1813 en bij inschrijving Nat. Militie 1815 aan dat zijn plaatsvervanger nog in Franse militaire dienst is; aangenomen niet teruggekeerd; bij aanneming familienaam 24 jaar Bronnen: Tresoar toegang 8/4068. 513; Raf Tzum fol. 37v; OA Tytsjerksteradeel Eilers 38a Conscriptie Journaal van de maire Bergum nr. 348 en Inschrijvingsregister Nat. Militie 1815 mairie Bergum nr. 27 Friese militairen onder Napoleon, archiefnummer 1819, Friese militairen in leger en marine 1795-1815 - Tresoar, inventarisnummer NN_01 Periode: 1795-1815

1.000 Nederlandse militairen in het leger van Napoleon 23Yc - 23Yc155 87e Cohorte, stamboeknr. 862

1.000 Nederlandse militairen in het leger van Napoleon 21Yc - 21Yc588, 70e Regiment Infanterie van Linie, stamboeknr. 13230

- Drenthe Archive in Drenthe, Correspondentie MvW Part: 161, Onbekend, archive 0186, inventory number 161, Ingekomen brieven; 5 maart 1818 - 29 december 1847

 http://antonstomphorst.eu/overige-parentelen/Adema/Ate%20Ruurds%20-%20Janke%20Pijbes%20-%20Tzum/#p155480

- https://www.nimh.nl/zelf-onderzoek-doen/onderzoekshulp/bataafs-franse-tijd

- Opregte Steenwijker Courant 12 maart 1877

-  Het 148e RIL hoorde tezamen met het 146e RIL en 147e RIL tot de 17e Division d'Infanterie van Général Puthod. Deze 17e Division behoorde organiek tot het Ve Corps van Maréchal Lauriston. De 17e Division werd tijdens de gevechten in Silezië gedetacheerd bij het XIe Corps van Maréchal MacDonald. Dit wordt elders bevestigd: Het 148e vormde samen met het 146e, het 147e, het 134e en het 3e régiment étranger de 17° infanteriedivisie o.l.v. generaal Puthod. Deze divisie maakte op haar beurt deel uit van het 5e infanteriecorps o.l.v. generaal Lauriston.

- Historique des nouveaux régiments créés par la loi du 25 juillet 1887: infanterie, Simond, E. (1889)

- Burgerlijke Stand Baarderadeel - Tresoar, Bron: boek, Deel: 3013, Periode: 1873, archive 30-04, inventory number 3013, record number 119; Archiefnaam: Burgerlijke Stand Baarderadeel - Tresoar, Bron: boek, Deel: 3013, Periode: 1873; AlleFriezen.

- Meppel in 1813

- https://www.napoleon-series.org/nafzigger/813EXF.pdf

-  https://napoleonic-wars-rblx.fandom.com/wiki/Russisch-Deutsche_Legion?file=RDL_Standard_Colours.png

- https://www.academia.edu/19504960/Oprichting_van_het_Oranjelegioen_in_1813_Kiem_van_een_nieuw_Nederlands_leger

- https://www.kayserlich-russisch-deutsche-legion.de/home/

- https://www.kayserlich-russisch-deutsche-legion.de/die-legion-2/

- The regiments were dressed in the Russian style until the end of the Napoleonic era. This consisted of the Russian style shako or Kiver with white cords, cap lines and tassels. On the front at the top of the shako was a white cockade with a red edge. The coat was double breasted and similar to the Prussian Kollet. It was dark green with yellow metal buttons. The collars, cuffs and shoulder straps were red for the 1st Brigade, and light blue collars and cuffs for the 2nd Brigade, the shoulder straps being yellow piped with red. Turnbacks for both units were red. Trousers were grey piped with red along the outside seams for winter wear and white for summer. On entering the Prussian service the cockade was changed to the Prussian black and white cockade, and the facings for the 2nd Brigade were changed to red. The Russian style of white gaiter trousers were also taken into wear. A number of officers joining the newly raised regiments may possibly have worn the dark blue Prussian style uniforms with crimson facings for the 30th regiment and light blue piped red facings for the 31st. Belts and equipment were black leather.  https://warfare.x10host.com/19C/Russo-German_Legion.htm

- Quistorp, Barthold von: Die kaiserlich-russisch-deutsche Legion, p. 264

- http://www.roy.at/legion/krdl_08_00/a08_03_korps/a08_03_korps.html

- https://tabletopdeutschland.com/2023/05/30/russisch-deutsche-legion/

- Doopboek Herv. gem. Herbaijum, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0277 Gemeente: Franekeradeel Periode: 1772-1811

- Doopboek Herv. gem. Herbaijum, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0277 Gemeente: Franekeradeel Periode: 1772-1811

- Doopboek Herv. gem. Herbaijum, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0277 Gemeente: Franekeradeel Periode: 1772-1811

- Tjum, Hitzum, Harbaijum, Dingjum, Boer, Ried, Peins, Zweins, Schalsum, archiefnummer 29, Register van familienamen - Tresoar, inventarisnummer 0047 Periode: 1811-1825

- Trouwregister Hervormde gemeente Tzum, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0286 Gemeente: Franekeradeel Periode: 1647-181

- Tietjerksteradeel e.o., archiefnummer 1730, Bevolking Tietjerksteradeel, verzameling Nieuwland - Tresoar, inventarisnummer 1 Gemeente: Tietjerksteradeel Periode: 1600-1850

- https://research.vu.nl/ws/portalfiles/portal/110158548/540078.pdf



In dienst van Stad en Staat: Andries Yntes Visser (No 10)

In dienst van Stad en Staat Andries Yntes Visser (No 10) Dit artikel is het zevenentwintigste uit een serie over burgers die zich inzetten v...