zondag 29 december 2024

In dienst van Stad en Staat: Romke van der Steeg (No 12)

In dienst van Stad en Staat:  Romke van der Steeg (No 12)

Dit artikel is het achtentwintigste uit een serie over burgers die zich inzetten voor militaire taken en gaat over de dienstplicht, schutterijen en het reguliere leger. De discussie over de dienstplicht is nu weliswaar minder, maar nooit helemaal weg geweest en gezien het personeelstekort in het leger ook nu actueel. Het is nuttig om dit fenomeen in historisch perspectief te plaatsen. Sommigen hebben de dienstplicht ondergaan maar er zijn ook mensen vrijwillig het leger ingegaan, waarbij "het leger" een rekbaar begrip is. Ook milities, schutterijen en andere paramilitaire organisaties komen aan de orde. Met de beschrijving van de lotgevallen van deze mannen zie je tegelijkertijd een verschuiving van de loyaliteit jegens de stad naar loyaliteit jegens de staat.

Romke van der Steeg is geboren op 9 december 1865 te Kollum. Hij hoefde niet voor de militie op te komen omdat hij broederdienst had, maar hij tekende een contract voor nummer wisseling en wisselde van nummer met Petrus Johannes Heffering met nummer 149. Hij is dus wel in dienst gegaan en wel vanaf  5 mei 1885. Het motief zal hoogstwaarschijnlijk de geldelijke vergoeding geweest zijn die hij kreeg voor het nummerwisseling. Dat was al gauw een paar honderd gulden. Hij is getrouwd met Alberdina Hoekzema, uit Oldehove. Zijn vader was Bouwe van der Steeg (No 24) en zijn moeder Rikstje van der Slink.


Afbeelding 1 Certificaat van de Nationale Militie waaein staat dat hij lot 43 had, maar gewisseld heeft met nummer 149


Afbeelding 2 Pagina uit het militieregister waaruit blijkt dat Romke is vrijgesteld wegens broederdienst



Afbeelding 3 Eerste pagina van het contract van nummerwisseling van Romke van der Steeg




Afbeelding 4 Tweede pagina van het contract van nummerwisseling van Romke van der Steeg

Omdat hij  nog in dienst zat tijdens zijn huwelijksaanzoek moest hij toestemming hebben van zijn commandant. 



Afbeelding 5 Toestemming van commandant van Tweede Compagnie Hospitaalsoldaten



Afbeelding 6 Vermelding van Romke van der Steeg bij de tweede compagnie van Hospitaalsoldaten in 1885

Hospitaalsoldaat

Hierdoor is bekend bij welk legeronderdeel hij zat, namelijk bij de Tweede Compagnie Hospitaalsoldaten in Utrecht. 

Er is ook een signalement van hem. Hij was vrij lang: 1 meter 73. Ovaal gezicht met een breed voorhoofd. Bruine ogen en een normale neus en mond. Een ronde kin. Blond haar en blonde wenkbrauwen. Geen bijzondere kentekenen.

Hij kwam op 1 juli 1885 bij de hospitaalsoldaten. Hij zat vanaf 5 mei 1885 eerst bij het eerste regiment infanterie. Op 30 april 1886 is hij met groot verlof gegaan. Tevens wordt er nogmaals vermeld dat hij gehuwd is en dat er sprake was van nummerwisseling. In mei 1892 is hij met paspoort gegaan met bewijs van goed gedrag.

Afbeelding 7 Vermelding in het stamboek van het eerste regiment der Infanterie

Afbeelding 8 Vermelding in het stamboek van de tweede compagnie van hospitaalsoldaten

7 april 1869 is de oprichtingsdatum van het Regiment Geneeskundige Troepen. “Het wapen der infanterie wordt vermeerderd met twee Compagnieën Hospitaalsoldaten”, luidt de tekst van het Koninklijke Besluit waarmee de komst van de Geneeskundige Troepen een feit werd. Het aantal van 2 compagnieën was uiteraard niet willekeurig tot stand gekomen; het veldleger bestond uit 2 divisies en het was de bedoeling dat in oorlogstijd elke divisie werd versterkt met één compagnie hospitaalsoldaten. De hospitaalsoldaten verleenden eerste hulp, gaven leiding aan de ziekendragers in voorste lijn, assisteerden de officieren van gezondheid op de verbandplaatsen en in de veldhospitalen en verrichtten in die inrichtingen verpleegwerkzaamheden. De hospitaalsoldaten werden eigenlijk meer als verpleger beschouwd; in later jaren werden ze in de voorschriften ook zonder meer als ziekenverpleger aangeduid. De eerste geneeskundige compagnie werd gestationeerd in Amsterdam. De tweede compagnie zat in Utrecht. Romke zat dus in Utrecht.


Afbeelding 9 De toegangspoort van het Militair Hospitaal aan de Springweg


Op 28 december 1895 kocht hij op een veiling een van Albertus Bruins Slot, een partij kaphout, samen met een aantal anderen voor negen gulden. Hij had dat hout waarschijnlijk nodig omdat hij toen timmerman was.


Afbeelding 10 Luchtfoto van de Voorstraat. Het gekochte huis is het vijfde huis gerekend vanaf de straat rechts gerekend, dus tegenover het einde van de kerk, naast de apotheek

Viswinkel

Hij had een hypotheek van 2.480 gulden tegen vijf procent per jaar. Dat was schappelijk omdat het tot stand was gekomen door bemiddeling van zijn zuster die in dienst was bij een dominee die hem wel ter wille was en hem kon helpen met zijn ambities. Als onderpand was een huis, hok en erf in Kollum, bij het kadaster bekend in sectie D, nummer 1207, groot twee aren en negenentachtig centiaren. Dit is de Voorstraat 64 9291 CL Kollum. De woning is uit 1840 maar heeft geen monumentale status. Het is echter wel dezelfde woning als waarin Romke heeft gewoond. Op dit moment is er een café in gevestigd. In het pand kwam zijn vishandel die hij samen met zijn moeder dreef.


Afbeelding 11 Voorstraat 64 in Kollum met het bordje R. v.d. Steeg vischhandel





Afbeelding 12 Voorstraat 64 en 62 te Kollum in de tegenwoordige tijd. Links is Voorstraat 64



Afbeelding 13 Handtekening van Romke van der Steeg

De hypotheek had hij nodig om het huis te kunnen betalen dat hij in 1904 had gekocht van Douwe Walda in Kollum voor het bedrag van 2.175 gulden. De aanduiding van het huis was waarschijnlijk B 22 te Kollum. Maar hij heeft ook in die periode op B 181; B 128 en tenslotte B 146 gewoond. Hij was toen inmiddels opperman.

Voordat hij in de Voorstraat woonde woonde hij in de Eskesstraat.


Afbeelding 14 Romke van der Steeg

SDAP

Hij was in 1902 een  van de oprichters van de "Kollummer coöperatieve productie en verbruiksvereeniging "Ons Belang" te Kollum". Ook zijn broer en nog wat familieleden en bekenden waren lid. Je moest verplicht lid zijn van de SDAP om aan de Coöperatie mee te kunnen doen.

Verder was hij tot 1908 secretaris van de SDAP afdeling Kollum. In 1903 was hij kandidaat voor de Gemeenteraadsverkiezingen van Kollumerland. En ook in 1907 deed hij mee aan de verkiezing voor de Gemeenteraad van Kollum en kreeg toen 134 stemmen. 


Afbeelding 15 Mededeling in de Leeuwader Courant van 27 juni 1907 inzake de kandidaatstelling voor de gemeenteraadsverkiezingen


Afbeelding 16 Vermelding in het Volk van 29 juli 1906

In 1911 deed hij weer mee aan de Gemeenteraadsverkiezingen en kreeg toen 129 stemmen. Er waren 597 stemmen uitgebracht. De winnaar was A. van der Meulen van de AR met 460 stemmen. 

Daarnaast was hij in de periode 1910 tot 1914 lid van het bestuur van de afdeling Kollum van de Nederlandsche Vereeniging tot afschaffing van alcoholhoudende dranken. Hij was dus van de "blauwe knoop".

In 1912 vroeg hij om een stukadoorsleerling in een advertentie in het Nieuwsblad van het Noorden.


Afbeelding 17 Advertentie in het Nieuwsblad van het Noorden

Romke en Alberdina hadden een flink aantal kinderen:

Geertje, geboren op 7 oktober 1889, overleden op 30 oktober 1961

Wytze, geboren op 3 juni 1906, overleden op 29 juli 1948 te Zuidhorn

Klaaske, geboren op 28 juli 1912

Elisabeth, geboren op 4 februari 1903

Gerrit, geboren op 5 november 1898

Getje, geboren op 25 augustus 1888, slechts 13 dagen oud geworden

Rigtje, geboren op 5 oktober 1894

Bouwe, geboren op 8 november 1887, overleden op 11 juni 1888

Bouwe, geboren op 14 april 1892, voorouder (No 6), hij was ook stukadoor van beroep.

Na de dood van Alberdina was hij hertrouwd met Janna Venema op 25 oktober 1913.


Afbeelding 18 Mededeling in het Nieuwsblad van het Noorden van 11 november 1913

Op 12 mei 1914 is hij naar Grootegast verhuisd. Daar huurde hij in 1925 een perceeltje tuingrond aan den Bovenweg te Grootegast, groot 5 Are 10 Centiare, voor een huurprijs van f 15. Hij woonde toen aan de Bovenweg nummer 13 in Grootegast. een leuk vrijstaand huisje op de hoek met de Munnekeweg.


Afbeelding 15 Romke van der Steeg en Janna Venema voor het huis in Grootegast. Op de gevel staat R. v.d. Steeg Stucadoor.

Hij verkocht het pand in Kollum aan de Voorstraat. er was een bod van 1.200 gulden.


Afbeelding 16 Advertentie in de Leeuwarder Courant van 21 oktober 1915

In 1916 en 1917 huurde hij een kruidenierswinkel achter de Nederlands Hervormde Kerk in Doezum. In 1917 werd het pand verkocht. Het is niet zeker of Romke de winkel daarna heeft voortgezet.


Afbeelding 17 Advertentie in het Nieuwsblad van het Noorden van 13 mei 1916





Afbeelding 18 Romke van der Steeg op oudere leeftijd

In Grootegast is hij op 74 jarige leeftijd op 24 oktober 1940 overleden. 


Afbeelding 19 Grafsteen van Romke van de Steeg in Grootegast, Bovenweg 24a Grootegast

Bronnen en literatuur:

- Huwelijksregister 1887, archiefnummer 30-21, Burgerlijke Stand Kollumerland c.a. - Tresoar, inventarisnummer 2025, aktenummer 0036 Gemeente: Kollumerland c.a. Periode: 1887

- Geboorteregister 1865, archiefnummer 30-21, Burgerlijke Stand Kollumerland c.a. - Tresoar, inventarisnummer 1024, aktenummer 0197 Gemeente: Kollumerland c.a. Periode: 1865

- Nederlandsche staatscourant 15 mei 1902 en Minuut-akten 1902, archiefnummer 26, Notarieel archief - Tresoar, inventarisnummer 070081, aktenummer 00669 Gemeente: Kollumerland c.a. Periode: 1902 

- 2.13.09 Inventaris van het archief van het Ministerie van Oorlog: Stamboeken van Onderofficieren en Minderen van de Landmacht, 1813-1924

- https://www.militairespectator.nl/sites/default/files/bestanden/uitgaven/1918/1969/1969-0206-01-0072.PDF

Overlijdensregister 1887-1890, archiefnummer 30-21, Burgerlijke Stand Kollumerland c.a. - Tresoar, inventarisnummer 3021, aktenummer 0089 Gemeente: Kollumerland c.a. Periode: 1888

Minuut-akten 1895, archiefnummer 26, Notarieel archief - Tresoar, inventarisnummer 070071, aktenummer 00141 Gemeente: Kollumerland c.a. Periode: 1895

Minuut-akten 1905, archiefnummer 26, Notarieel archief - Tresoar, inventarisnummer 070084, aktenummer 01481 Gemeente: Kollumerland c.a. Periode: 1905

Minuut-akten 1904, archiefnummer 26, Notarieel archief - Tresoar, inventarisnummer 070083, aktenummer 01392 Gemeente: Kollumerland c.a. Periode: 1904

Huwelijksregister 1913, aktenummer 36 Gemeente: Grootegast Periode: 1913

Het volk : dagblad voor de arbeiderspartij, 26 januari 1906, 29 juli 1906; 7 januari 1908'19 december 1906

Nieuwsblad van het Noorden, 8 april 1925; 15 december 1917; 13 mei 1916; 12 maart 1912; 11 november 1913; 1 december 1917; 24 november 1917

- https://www.online-begraafplaatsen.nl/zerken.asp command=showgraf&bgp=2416&grafid=1588199&view=Zerkenlijst&page=5

- https://oud-utrecht.nl/nieuws/1343-duitse-huis-militair-hospitaal-grand-hotel-karel-v

- https://kadastralekaart.com/adres/kollum-voorstraat-64/0079200000371570

- De blauwe vaan; orgaan voor drankbestrijding, jrg 10, 1913, no. 40, 04-07-1913;  jrg 7, 1910, no. 17, 29-04-1910

- Leeuwarder Courant 27 juni 1907; 8 juli 1911; 29 juni 1911; 4 juli 1903; 21 oktober 1915





donderdag 19 december 2024

In dienst van Stad en Staat: Andries Yntes Visser (No 10)

In dienst van Stad en Staat Andries Yntes Visser (No 10)

Dit artikel is het zevenentwintigste uit een serie over burgers die zich inzetten voor militaire taken en gaat over de dienstplicht, schutterijen en het reguliere leger. De discussie over de dienstplicht is nu weliswaar minder, maar nooit helemaal weg geweest en gezien het personeelstekort in het leger ook nu actueel. Het is nuttig om dit fenomeen in historisch perspectief te plaatsen. Sommigen hebben de dienstplicht ondergaan maar er zijn ook mensen vrijwillig het leger ingegaan, waarbij "het leger" een rekbaar begrip is. Ook milities, schutterijen en andere paramilitaire organisaties komen aan de orde. Met de beschrijving van de lotgevallen van deze mannen zie je tegelijkertijd een verschuiving van de loyaliteit jegens de stad naar loyaliteit jegens de staat.

Andries Yntes Visser (no 10) is op 24 februari 1866 in Hitzum geboren als zoon van Ynte Dirks Visser (no 20), zie het artikel over hem, en Eke Annes Strikwerda.

Op 10 maart 1886 werd hij tot de dienst aangewezen en op 12 mei 1886 ging hij daadwerkelijk het leger in, namelijk bij het eerste regiment der infanterie. Op 13 september 1887 ging hij met groot verlof. op 25 november 1889 kwam hij weer terug bij het leger om op 7 december 1889 weer met groot verlof te gaan. Op 11 mei 1893 ging hij met paspoort er weer uit. Effectief heeft hij dus ruim een jaar gediend.


Afbeelding 1 Vermelding in het militieregister van 1886

Dankzij dit feit is er een signalement van hem.


Afbeelding 2 Vermelding in het Stamboek

Hij was vrij lang, namelijk 1 meter 76 met een ovaal gezicht en een hoog voorhoofd. Blond haar, grijze ogen en een ronde kin en blonde wenkbrauwen. Verder geen bijzondere kentekenen.


Afbeelding 3 Een Tweede luitenant en een soldaat van de infanterie in 1886


Afbeelding 4 Infanteristen op oefening rond 1880

Hij vertrok op 12 mei 1891 uit de Gemeente. Van beroep was hij eerst boerenknecht en later pakhuisknecht op de zuivelfabriek. Hij was op 20 mei 1891 getrouwd met Sieuwke Sytzes Zandstra en hadden een dochter genaamd Eke Visser, geboren op 14 november 1892.



Afbeelding 5 Gemeente Baarderadeel in 1868 met onder andere Hitzum

Hij had een naamgenoot, die was geboren in Lollum op 30 oktober 1861, maar deze overleed op 3-jarige leeftijd. Op 10 mei 1899 kwam hij in Leeuwarden wonen. Hij kwam vanuit Winsum.

Een aantal keren is het gezin verhuisd tussen Hitzum, huis 12b en Winsum. Hij woonde daarna respectievelijk in Hendriksbuurt U 143; Achter de Hoven U 83; Achter de Hoven U 173 en later in een huis met aanduiding U 8 in Leeuwarden. Vanaf 1868 werden in Leeuwarden arbeiderswoningen gebouwd die de Hendriksbuurt en de Mariabuurt zouden vormen. De Hendriksbuurt is gebouwd in 1870 en heette eerst prins Hendriksbuurt, maar men liet de titel prins vallen om geen verwarring met de Prins Hendriksstraat te krijgen. De Mariabuurt is gebouwd in 1875. De Mariabuurt en de Hendriksbuurt zijn intussen gesloopt en hebben plaats gemaakt voor een extra ontsluitingsstraat en een buurtplantsoen.


Afbeelding 6 De panden waar Andries ooit woonde in de Hendriksbuurt in Leeuwarden zijn met een rood vierkantje gemarkeerd.


In de Franeker Courant van 24 mei 1891 staat het 25-jarige huwelijk van Andries en Sieuwke vermeld.

Hij verkocht op 11 februari 1878 een arbeidershuis met erf in de Kerkeburen te Winsum, kadastraal bekend in de gemeente Baard onder nummer 1016 voor een bedrag van 450 gulden. De straat Kerkeburen in Winsum heet nu Tsjerkebuorren. Er zijn maar 15 adressen aan de Tsjerkebuorren, maar het is niet echt duidelijk op welk perceel Ynte heeft gewoond en of dat pand er nog staat.



Afbeelding 7 Eerste pagina van de verkoopakte van het pand in Winsum (rechterpagina)




Afbeelding 8 Alle panden aan de Tsjerkebuorren in Winsum. Linksboven is de kerk

                                     


Afbeelding 9 Kerkeburen in Winsum in 1908

Hij overleed op 13 februari 1933 in Leeuwarden op 66-jarige leeftijd. Naast Eke Visser hadden ze nog drie kinderen, te weten Sytse Visser, geboren in 1894; Durk Visser, geboren in 1895 en overleden in 1919 en Neeltje Visser, geboren in 1902.

Afbeelding 10 Handtekening van Andries Visser


Op 21 augustus 1915 verkocht hij een pand met erf, bleek en straatje op Mariabuurt Achter de Hoven te Leeuwarden met kadastrale aanduiding G nummer 4084 voor een bedrag van 1.400 gulden. Hij had het eerder op 17 maart 1903 gekocht.


Afbeelding 11 Eerste pagina van de verkoopakte betreffende een huis Achter de Hoven in Leeuwarden


Afbeelding 12 Rouwadvertentie in de Leeuwarder Courant van 14 februari 1933




Afbeelding 13 Dankbetuiging in de Leeuwarder Courant van 14 maart 1933

Literatuur en Bronnen:

- Geboorteregister 1892, archiefnummer 30-04, Burgerlijke Stand Baarderadeel - Tresoar, inventarisnummer 1030, aktenummer 0142 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1892

- Huwelijksregister 1891, archiefnummer 30-04, Burgerlijke Stand Baarderadeel - Tresoar, inventarisnummer 2022, aktenummer 0028 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1891

- Overlijdensregister 1864, archiefnummer 30-13, Burgerlijke Stand Franekeradeel - Tresoar, inventarisnummer 3009, aktenummer 0127 Gemeente: Franekeradeel Periode: 1864

Baarderadeel (Oosterlittens) 1860-1890 inventarisnummer 485, inventarisnummer 485 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1860-1890

Bevolkingsregister 1904 - 1922, archiefnummer 1002, Bevolkingsregister 1904 - 1922, inventarisnummer 4910, blad 484 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1904-1922

Bevolkingsregister 1876 - 1904, archiefnummer 1002, Bevolkingsregister 1876 - 1904, inventarisnummer 4768, blad 543 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1876-1904

Minuut-akten 1901, archiefnummer 26, Notarieel archief - Tresoar, inventarisnummer 067080, aktenummer 00176 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1901

- Franeker Courant 24 mei 1891

- De Sneeker Courant 28 mei 1891

- 00009098/033 (buitentekstillustratie, uniformvoorstelling), Het militaire leven, Nederlands Nationaal Militair Museum, Soesterberg

- Leeuwarder Courant, 14 maart 1933, 13 maart 1933, 14 februari 1933

- De Telegraaf 16 februari 1933

- https://historischcentrumleeuwarden.nl/images/pdf/De_Potmarge.pdf?

woensdag 18 december 2024

Geleerde voorouders: Dirk Thomas (No 160)

Geleerde voorouders: Dirk Thomas, schoolmeester (No 160)

Dit artikel is het negende uit een serie over mijn voorouders die als geleerde, bijvoorbeeld dominee of leraar actief zijn geweest en verbonden zijn met Friesland.

‎Dirk (Durck) Thomas (no 160) was de zoon van Thomas Ates (Thomis Aates) (no 320) en Fokeltje (Foekel) Jacobs‏. Zij waren op 14 september 1708 getrouwd in Jorwerd. Fokeltje is overleden op 13 juli 1743 in Jorwerd.

Dirk is op 21 januari 1720 in Jorwerd gedoopt en in ‎1800 in Britswerd overleden op een  leeftijd van ongeveer 80 jaar.

Hij was schoolmeester te Britswerd; hij deed belijdenis in Jorwerd op 16 mei 1746 en was tevens timmermansknecht. Later functioneerde hij ook als koster.


Afbeelding 1 De Kerk en de school van Britswerd

Hij is op 5 september 1750 vertrokken naar Britswerd. Hij komt te Britswerd aan op 6 september 1750 met attestatie van Jorwerd. Hij staat op de lidmatenlijst van Britswerd  in 1772, 1785 en 1790. Britswerd is een klein dorp. Op de terp staat tegenover de kerk een rij gebouwen, waarin niet alleen de brede pastoriewoning opvalt, maar vooral het gaaf bewaard gebleven rijzige schoolgebouw met zes grote lokaalvensters en grote schoorstenen. 

Dat hij het niet breed had, mede door overlijden van zijn vrouw, blijkt uit de volgende aantekening uit de kerkvoogdij-rekeningen van Britswerd van 10 november 1758.

Is door mr. Dirk Tomas schoolmr. ter plaatse aan de resp. ingesetenen voorgedragen dat hij door zijn beswaard huisgesin en het verlies van wl. zijn vrouw niet wel in staat is om voor hem en zijn kinderen op een behoorlijke manier door 't schooltraktement te kunnen aan brood te komen; dat de vorige Kerkvoogden gratieus bij donatie hem jaarlijx met 30 c.g. hadden ondersteunt; en dat hij te dien einde seer eerbiedig versogt, dat die gratificatie bij vervolg aan sijn Ed. tot sijne subsistentie mogte worden verleent, waarover gedelibereert zijnde is door de Rendeerde bij eenparigheid van stemmen goedgevonden en verstaan dat de nieuw te stemmen Kerkvoogden aan hem mr. Dirk Tomas 's jaars bij donatie tot subsistentie van zijn Ed. en huisgezin zullen geven 30 c.g. in te gaan 1° Jan. 1759, edog zullen niet langer als tot ons weederseggen off tot die tijd dat sijn huisgezin minder behoeftig zij; en special met bepaling dat hij sig neerstig en wel in zijn pligt als schoolmeester en coster gedrage; zullende bij nalatigheid van zulx deze gratificatie ofte begunstiging in zijn armoede direct ophouden. 

Aldus gedaan etc. te Britswert desen 10 Nov. 1758.

Mede get. door Dirk Tomas.

Hij had wat bouwland. "Twaalf pondematen Greidland onder Britswerd, bezwaard met 4 en twee derde Floreen, by Thomas Durks in gebruik", volgens de Friesche courant van 2 september 1797.

Naast schoolmeester was hij ook timmerman. Zijn eerste vrouw heette Claaske Andrys. In 1753, 1764, 1780 en in 1794 werd hij ook genoemd als dorprechter. In 1760 was Geertje Johans zijn vrouw en in 1763 Anna Wilhelmina Coenradi, terwijl hij op 10 juli 1774 hertrouwde met Elisabeth Sjoerds, afkomstig uit Oosterlittens, een weduwe die eerder boerin was geweest. In dat jaar ontving hij 54 gulden voor de huur van het kosterijland. Bovendien ontving hij toen nog steeds een jaarlijks toelage van 30 gulden. (Zie hierboven cursief). Ook op 1 januari 1792 ontving hij nog steeds deze "gratieuze suppliering van 't schooltractement".  

Na zijn overlijden was er op 1 mei 1800 "boelgoed ten sterfhuize van wijlen mr. Durk Thomas, in leven schoolmeester te Britswerd."


Afbeelding 2 Advertentie in de Bataafsche Leeuwarder Courant van 26 april 1800

Dirk had veel kinderen, bij meerdere echtgenotes. Met Claaske Andrijs had hij de meeste kinderen.    

1. ‎Trijntje Dirks, geboren ‎10 april 1744 te Jorwerd‎.

2. Thomas Dirks Visser‏‎ gehuwd met ‎Jeltje Jentjes‎. Hij is geboren ‎8 juni 1745 Jorwerd‎. Beiden deden belijdenis te Britswerd 8 mei 1771 en stonden ze op de lidmatenlijst in Britswerd. Hij is vertrokken met attestatie naar Mantgum op 25 november 1802; daar staanz e beiden op lidmatenlijst van 1803. Hij woont in 1812 te Mantgum in huis nr. 15.

3. Fokeltje Dirks‏‎ gehuwd met ‎Sjoerd Douwes‎. Zij is geboren op ‎1 september 1748 te Jorwerd, overleden ‎1801 Britswerd‎, leeftijd 52 of 53 jaar

4. Andries Dirks‏‎ Visser (no 80), gehuwd op 27 mei 1766 met ‎Feikje Palses‎. Andries is op ‎27 december 1750 gedoopt in Britswerd‎. Later is hij op 13 mei 1787 gehuwd met Yfke Lolkes Bruinsma. Hij woonde in Huins en was ook schoolmeester en dorpsrechter. Hij is op 29 oktober 1807 overleden. Met Yfke had hij meerdere kinderen, waaronder Dirk Andries Visser (No 40) geboren op 29 februari 1788. In 1784 was Andrys Dirks schoolmeester te Huins; hij was tevens kastelein, in 1790. In 1779 kwam hij in Huins nog voor als schipper. In 1800 was hij nog schoolmeester. De scholen van Huins en Lions zullen toen in 1780 vermoedelijk zijn gecombineerd, onder meester Andries Dirks. Waarschijnlijk heeft zijn weduwe het werk na zijn overlijden in 1807 voortgezet want in 1820 werd zij vermeld als schoolhoudster te Huins.

5.Ate Dirks,  gedoopt ‎op 20 april 1753 te Britswerd‎. Was waarschijnlijk ook schoolmeester, in Lions. Maar hij was ook voorzanger en koster. Hij is in 1801 overleden.

6. ‎Jan Dirks, gedoopt op ‎24 augustus 1755 te Britswerd‎

7. Jan Dirks, gedoopt op ‎19 september 1756 te Britswerd‎

8. Geertje, gedoopt op 16 mei 1762, kind van Dirk en Geertje Johans.

9. Christiaan, gedoopt op 30 oktober 1763, kind van Dirk en Anna Koenradi

10. Trintje, gedoopt op 2 december 1764, kind van Dirk en Anna Koenradi

Britswerd had rond 1800 178 zielen. Dirk gaf nog les op zijn tachtigste! en was toen ook nog koster. Daarvoor kreeg hij jaarlijks f 180.-  mocht vrij wonen. Hij gaf les aan tussen de 18 en 20 leerlingen. Ook toen was het dus een klein schooltje.

Literatuur en bronnen:

- https://pure.rug.nl/ws/portalfiles/portal/14622517/Onderwijsenquetevan1799.pdf

- Trouwregister Hervormde gemeente Jorwerd, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0075 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1639-1810

register van overledenen Jorwerd, archiefnummer 28, Collectie Doop-, Trouw-, Begraaf- en Lidmaatboeken (DTBL) - Tresoar, inventarisnummer 0076 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1734-1784

Autorisatieboeken, archiefnummer 13-05, Nedergerecht Baarderadeel - Tresoar, inventarisnummer 033, blad 004 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1772-1810

Doopboek Herv. gem. Britswerd en Wieuwerd, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0067 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1678-1812

Trouwregister Hervormde gemeente Britswerd Wieuwerd, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0068 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1681-1810

Trouwregister Hervormde gemeente Britswerd Wieuwerd, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0068 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1681-1810

Doopboek Herv. gem. Britswerd en Wieuwerd, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0067 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1678-1812

Friesche courant : gelykheid, vryheid en broederschap, 2 september 1797

- Bataafsche Leeuwarder Courant, 26 april 1800 

Omschrijvinge van familiën in Friesland ("Volkstelling"); Westergo, inventarisnummer 1629 Periode: 1744

Doopboek Herv. gem. Jorwerd, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0074 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1639-1811

Lidmatenregister Herv. Gemeente Britswerd en Wieuwerd, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 69 Gemeente: Baarderadeel Periode: 1682-1850

https://www.fryske-akademy.nl/fileadmin/inhoud/img/undersyk/skoalmasters/baarderadeel.pdf


donderdag 12 december 2024

In dienst van Stad en Staat: Frans Pytters van Kijl (No. 1.324)

In dienst van Stad en Staat Frans Pytters van Kijl (No 1.324)

Dit artikel is het zesentwintigste uit een serie over burgers die zich inzetten voor militaire taken en gaat over de dienstplicht, schutterijen en het reguliere leger. De discussie over de dienstplicht is nu weliswaar minder, maar nooit helemaal weg geweest en gezien het personeelstekort in het leger ook nu actueel. Het is nuttig om dit fenomeen in historisch perspectief te plaatsen. Sommigen hebben de dienstplicht ondergaan maar er zijn ook mensen vrijwillig het leger ingegaan, waarbij "het leger" een rekbaar begrip is. Ook milities, schutterijen en andere paramilitaire organisaties komen aan de orde. Met de beschrijving van de lotgevallen van deze mannen zie je tegelijkertijd een verschuiving van de loyaliteit jegens de stad naar loyaliteit jegens de staat.

Bij genealogisch onderzoek kwam ik een voorouder met de naam Tetke Reyns Bienkema tegen, die op 22 maart 1640 in de Grote Kerk van Harlingen getrouwd was met Franz Pytters Kijl (1). Elders wordt ze Tetie Reins Bientiema genoemd. (2)

Kennelijk is ze in 1664 overleden, want uit dat jaar stamt een testament. Ze had samen met Franz Pytters Kyl zes kinderen: Pyter, gedoopt op 16 april 1645 in Harlingen; Gerben (Gerbrandus), gedoopt op 14 september 1649 (4) Joannes, gedoopt op 2 november 1651 in de Grote kerk in Harlingen. (5) en Trijntje. Tijntje doet op 13 november 1675 belijdenis in Harlingen; Trijntje woonde toen bij de "Grauwe Kat". Er is een gevelsteen met die naam, maar die is van veel latere datum.




Afbeelding 1 Gevelsteen "De Grauwe kat"

Weer elders wordt ze Tettie Reyns of Tetie Reiners Bientena genoemd. (3) En er is nog een variant: Tettje Reins Bientjema (6). Er is nog een Pieter gedoopt, op 4 april 1642 (7); Reyn, gedoopt op 31 januari 1647 (8) En nog een Pytter, gedoopt op 18 februari 1644, met de naam variant Tetke Reyns Bentiema (9)

Tetje Reins Bientiema woonde in 1664 aan de Weverstraat in Harlingen (10)

Student in Franeker

Haar man, Frans (Franciscus) (van) Kijl heeft vanaf 15 juli 1646 op de universiteit van Franeker gezeten. Hij studeerde er talen. Hij is in 1664 overleden. (11). Hier wordt ze Tettie Reins Bientiema genoemd. Frans is geboren in 1613 in Harlingen. Zijn ouders waren Pytter Martens Kyl en Tryn Jans.

Frans Kijl heeft in 1654 een huis aan de Kerkpoortstraat 25 in Harlingen gekocht en in 1655 een huis aan de Zoutsloot in Franeker. (12) In Harlingen heeft hij in de jaren 1648 tot 1650 waarschijnlijk aan zuidkant van de Noorderhaven (nummer 100) gewoond. Hij heeft het pand in 1643 gekocht. Zijn naam komt ook voor in de hypotheekboeken van Franeker. Zijn naam wordt soms verbasterd tot Frans Kil. 


Afbeelding 2 Kerkpoortstraat 25 in Harlingen in 1613

Burgerhopman

Aan het begin van de zeventiende eeuw had Harlingen ongeveer 8.000 inwoners. Frans Kijl was burgerhopman. Een hopman stond aan het hoofd van een compagnie. Harlingen telde vier compagnieën. De gehele schutterij bestond uit 224 man. Ook het feit dat Frans hopman was, een erebaan, wijst erop dat hij uit een gegoede familie moet zijn voortgekomen. Waarschijnlijk was hij voordat hij hopman werd eerst vaandrig. Hij volgde D. Gerckema op 16 juli 1658 bij de compagnie van kapitein Hayo Henrick van Mauderick op. Op 18 november 1658 volgde Oene van Roorda Frans van Kijl weer op als vaandrig (13). Hayo van Mouderick werd in 1667 majoor.

Een officiersfuncties zoals vaandrig was in de meeste gevallen een opmaat richting het kapiteinschap Hopmanschap). Als compagnieskapitein moest je een dapper aanvoerder in het gevecht zijn en tot voorbeeld van de manschappen dienen. Maar hij moest ook kapitaalkrachtig zijn. Als de soldijbetaling werd vertraagd of tijdelijk niet plaats kon vinden, moest de kapitein de soldij voor kunnen schieten.


Afbeelding 3 Plattegrond van de Noorderhaven in Harlingen rond 1613


Afbeelding 4 Noorderhaven in de zeventiende eeuw

Het pand wat er nu staat is van later datum, maar de locatie is waarschijnlijk wel correct.





Afbeelding 5 Noorderhaven 100 in Harlingen in 2024

Zijn naam komt voor in een zeventiende eeuwse akte van 25 april 1654:

Het eerste deel  van de vreemde incomende bieren. Strijckgelt 22 rijcxdalers. Itien Hendricksz geschreven 25300 £, gestreken 22 rijcxdalers; Riemer Jurians verhoocht 1500 £, alsoo pachter voor de somma van £ 26800 - 0 -. Borgen Frans van Kijl ende Jan Feijckes.  In conformite van de lijsten beloven wij ondergestelde pachter, borgen ende partioniers, elcx in solidum ende voor ‘t geheel de bovengestelde somma van onse pacht aen ‘t comptoir deser Landtschappe promptelijck op termijnen in de selve vermelt, op te brengen ende sullend betalen, onder verbandt van alle onse geene uutgesondere goederen, ende des Landtschaps parate executie, oirconde onse handen, beneffens de verteijckeninge van D. Claix, huyden desen 25en april 1654.   [get.] Riemer Jurians (42) 1654, Jan Feijckes 1654, F. van Kijl 1654, Outger Jans (55) 1654, D. Claix 1653. 

Ook op 22 april 1657 staat hij borg, nu voor een man genaamd Riemer Juriens. Het betreft grote bedragen, ook weer een aanwijzing dat het een rijk persoon betrof.

Outger Jansz en Frans van Kijl staan borg voor Riemer Juriens, pachter voor £ 34.297 van het eerste deel van de inkomende bieren.  Register borgstelling havenmiddelen invnr. 2637, geen foliëring.  

2. Het eerste deel van de vreemde incomende bieren. Strijckgelt 22 rijcxdalers. Willem Junius tot Worckum geschreven 32997 £, gestreken 22 rijcxdalers; bij Riemer Juriens verhooght 1300 £,  alsoo pachter voor de somma van £ 34297. Borgen Frans van Kijl tot Harlingen ende Outger Jansz. In conformite van de lijsten beloven wij ondergestelde pachter, borgen ende partioniers elcx in solidum ende voor ’t geheel de bovengestelde somma van onse pacht aen ‘t comptoir deser Landtschappe promptelijck op termijnen inde selve vermelt te sullen opbrengen ende betalen, onder verbandt van alle onse geene uutgesondere goederen, ende ’t Landts reale ende parate executie, oirconde onse handen , beneffens de subscriptie van D. Claix, desen 22en april 1657. [get.] Riemer Jurians (46) 1657, Outger Jans (58) 1657, F. van Kijll 1657, Siuort Pibes Wiaerda (44) 1657, Rinse Watses, D. Claix 1657. (14)

Tetke Reins Benthiema is waarschijnlijk voor 1620 in Bolsward geboren. Doordat de naam steeds verbasterd is, maar ook vrij uitzonderlijk is, is de verleiding groot om hem nog wat te veranderen en dan kom je uit op Inthiema. Op zich geen rare gedachte gezien het feit dat Franz Pytters Kijl van goede komaf was en kon studeren lijkt me dat ook Tetje tot een aanzienlijk geslacht zou kunnen behoren. Maar hiervoor heb ik nog geen bewijs gevonden.

Het bijzondere is dat na het overlijden van eerst Frans Kijl en daarna van Tetke Benthiema er vier weeskinderen waren waarvoor gezorgd moest worden. De hele inventaris is toen beschreven, tot het laatste zoutvaatje aan toe. Het geeft een fraai beeld van het huishouden van deze voorouders. En de conclusie kan al zijn dat het een bovengemiddeld inkomen moet hebben gehad. (15)

In de binnencamer van Noorderhaven 100 te Harlingen:

Bedden en bedssteden etc.  

twee bedden met twee puelen  

6 oorcussens  

2 groene gevoerde, en 2 Spaanse dekens  

1 witling  

2 paer groene gardijnenen met 2 rabatten voor de bedden  

1 paer groene gardijnen  

noch een paer blauwe gardinen  

een groen schorsteenkleet, met 2 groene spreeties daeraan  

10 stoelkussens  

een groen spreed voor de cas  

Holtwerck  

een eken kas  

een eken comtoir, met een groen decsel  

5 vierkantige schilderien  

5 achtkantige schilderien  

een spiegel  

8 albasterde bordties  

een achtkantige marmerde tafel  

7 swarte stoelen  

7 andere slechte stoelen met een kleine  

een scherm  

een canarikorf met drie vogeltiens  

Oostindische steenwerck  

10 Oostindische pannen  

13 coppen soo groot als clein  

4 clapmutsen  

een Oostindisch butterpann met een vrugtschaeltie  

1 kantie  

2 Oostindische flessen  

1 Oostindisch doofpottie  

 In de spijskamer van voorschreven binnencamer :  

5 schildere borties, de 5 sinnen uitbeeldende  

2 schildere bordties, landschappies  

een seskantig bordtie daer in de beeltenisse van de kinderen vader  

een mesken vuirbecken  

2 mesken celen  

een mesken strijckiser met laatie daerop 't staet  

een koeckpanne  

een mesken candelaerke  

een mesken tromp  

1 tinnen mingelen  

1 tinnen waterpot met een spijpottie  

1 tin soltvatie, ende een trachtertie  

een stenen mostartpottie met een silvere lidd  

4 stenen kannen met tinnen lidden  

1 isere snuiter  

2 schapekasen  

[0176r] een grote iseren kandelaer met een mesken blad  

2 gladstenen  

1 tang en ketting in de schorsteen  

een swarte mof met 2 mofkassen  

3 glasen romers  

Een boeckkas in de voorschreven camer daerin volgende boecken :

Een bijbel nieuwe oversettinge ende een bijbel van de oversettinge, beide in folio  

Historien van Umanuel [Emanuel] van Meteren  

Titi Livii [Titus Livius] Romeinse historie  

Cronijck van Sebastianus Franck [Chronica, tijt en geschietbibel van aenbegin tot in dit tegenwoordigh]  

Lof de zeevaert door E. Herckmans [Der zee-vaert lof handelende vande gedenckwaerdighste zeevaerden]  

In quarto  

Geschiedenissen etc. beschreven door Gulielmum Baudartium [Baudartius, Gulielmus]  

Aphophtegmata Baudartii [Apophtegmata Cristiana Ofte Ghedenk-weerdie leersaeme, ende aerdighe spreucken door Baudaert Wilhem]  

Predicatien en meditatien door B. Duinglo [Predacatie en meditatien, by forme van bid-en danck-sermoen over den 5. junij 1648. gepubliceerden eeuwigen vrede]  

Cronijck van Frieslant door C. Schotanus  

Vier ende wolck calomne [Ireneus Philalethius [pseudoniem van Ewout Teelinck (1573-1629)], Vyer ende wolck-calomne, lichtende nacht ende dach, om het Israel Godes, by eenige algemeene regels [...] tot in het hemelsche Canaan te leyden. - Amstelredam : Marten Jansz Brandt, 1622, in kwarto.  

Scherm ende schilt der kinderen Godts door Roelof Pytters  

Den geestelijcken alarm der godslosen door J. Bescun? [Adrianus Hasius, Den geestelycken alarm tot schrik der godlosen, en troost der vromen, Amsterdam 1653]  

Boxoris Neerlands historien  

18e end andere formaten  

Proces van 't ketter dooden etcetera  

Verclaringe van de ruste des gemoets  

Der Francoisen morgenwecker  

Practijq der godsaligheit  

Cats trouwring  

Tijtcortinge van J.H. Crul  

Petri Baardt Duegden spoor  

Troost tresoor door Joannes Bruno  

Armevoogt etc. : van Renemans  

Kleine herbarius  

Geestelijcke verlatingen Voetii?  

Cristelijcke zeevaert  

Van een ampt der overheit L Joannem Seu ?  

Historie van Carel de II  

Lusthof des gemoedts  

Op- en ondergang der coningen en prinsen  

Nieuwjaers gifte van Focco Johannis  

De cristelijcke ridder  

5 kleine olde boeckies  

Int voorhuis ende de gang  

een eeken slaapbanck met een groen dexel daerop ende bord daervoor  

2 swarte stoelen  

3 andere stoelen, en een klein kinderstoel  

een tonne met een decsel  

een eeken parske  

2 eken rakken  

een eken mantelstockie  

een lanteern  

3 wask tobben met een handtvattie  

2 wask schamels  

16 kleerstocken  

een spiegel  

2 kleerkorven  

In 't voorcamerke  

een bed met een puel  

2 oorkussens  

2 gevoerde groene dekens, met een witte dito  

een paer groene gardinen met een rabat  

16 stoelkussens van diverse soorte  

een reissack met een quast in 't bedsteed  

een carpous  

een groen wielgh [wiegh] spreetie, noch groen lakens tafelspreedtie  

twe teken tot puelen  

1 pluimkussentie  

1 groen lakens schorsteencleed, met een rabat  

een eken cas  

een mantelstock  

3 stoelen  

een kerckstoel  

1 letter houten emmerke  

6 schilderien, 1 dito sonder list, 2 albasterde bordties  

een spiegel  

een houten almanach, 1 swarte bedstock  

2 butterpanties, met 1 clapmuts  

2 kelkies met een copke  

2 kleine clapmutskes  

2 cleine panties  

2 Oostindische romerkes  

2 glasen ballen op de cas  

1 gesneden bierglas, en romerke  

[0178v] 3 grote glasen romers  

2 glasen fluiten  

noch 4 glassies  

5 witte glasen  

2 bemaalde butterpanties  

noch 3 slechte bemaalde pannen  

Op 't achterop camerke  

een bed met een puel  

2 oorcussens  

1 groene ende een Spaanse deken  

1 rabatt  

een grote eken kiste  

een tafel  

3 stoelen  

1 sandlooper  

Op de solder:

een vleisvath  

1 schop  

een rager  

een ledder  

1 vath  

6 zoetemelcx kesen  

1 lood om de vogelskouw aen te hangen  

een old pluimkussen  

een weinichie turf  

een partij Noords holt  

In de kueken, portael ende op de plaats  

een bed met een puel, 2 oorcussens  

4 dekens,  

1 rabat,  

een schorsteenscleedt  

3 stoelcussens  

1 vleisvork,  

1 spinwiel  

een houten stoel,  

een ander stoel  

1 tafel ende  

1 banck daerin enige olde romlingen  

5 borden,  

1 keerslaed  

1 tijntien,  

noch 2 tijnties,  

1 tobbe,  

2 varndels  

1 lanteern,  

1 spiegel  

een rakkie, daerop 5 bemaalde pannnen en een comke  

een hangiser, treeft, tange, asschop, 1 potzeel  

1 rooster,  

1 iseren blaker,  

1 ellen,  

hackmes  

1 blicken zalmbrader  

1 isere snuiter  

1 copere ketel met een lidd  

enige stucken roockvleis  

een mangelbord met 3 mangelstocken  

2 stoffers,  

2 houtwijvers  

3 houten wateremmers  

een mesken aker,  

1 iseren pot  

1 water iserke  

2 tinnen patielen ende een com  

3 tinnen coppen, ende tinnen schaeltie  

3 tinnen lepels,  

1 blicken salaetemmerke  

1 iseren candelaerke  

[0180r] 20 soo witte als bemaelde pannen  

4 kleine panties  

3 gattiepannen  

3 witte schalen,  

4 andere kleine schaelties  

noch enig ander schuttelgoedt  

1 viskemmer,  

1 hakbort, en stijf bordt  

2 puthaken,  

een ledder  

een hakmes  

twe pluimkussens  

een hackbordt  

3 stoven  

een eeken doos  

een mesken gootlinck  

een coperen braadpanne  

een mesken schuimspaen  

een mesken ondersteker  

In een doos:  

3 frouwe slippen  

10 Duitsche mutsen  

6 mutskes  

8 ondersten  

11 Janneties  

7 doeckies  

3 bandikis  

39 beffen  

10 hooftdoecken  

16 kindermutsen  

15 nuesdoecken  

18 kinderslippen  

Nae ontsegelinge in de kas bevonden als volgt:  

Een silveren doosie daarin bevonden een rosenobel  

11 rijxdaalders, 3 halve rijxdaalders, 3 oorden  

6 gouden ringen  

een gulden haeck en euus [= oog]  

een ketting rode bloedt cralen met een gouden penning  

een dito met een gulden haeck en euus [= oog]  

een silveren cop  

een silveren kantie  

een groot silveren penning  

3 silver croesen  

24 silvere lepels  

een silver onderriem, haeck, 2 kettings  

een silver haeck en ketting  

twee silvere kettings  

vier silver hefte messen  

3 dito ingeleit  

een sulver lidt  

8 silver eierlepelties  

Kindergoed: 1 silver copke, een stoofke, 1 soutvattie, een koekpantie, 1 wafelisertie, 2 glasen kanties met drie litties  

een silver ooriser  

een silver gevest degen  

een rotting met silver beslach  

een testament,  

een psalmboeck met silver beslag en ketting  

een dito met silver beslag  

een klein dito met silver haecken  

een dito met vergult op de sneed  

een doos lidt met versierde blomen  

een groen verwielen en kussentie  

een brandtstienen ketting  

2 kussenties  

3 silver brandewijns kroeskes  

11 silver ducatons  

een goutgulden: 1/2 rijxdaler, een schelling  

aen dubbelties hondert dertig werp  

Noch een sackie daerin bevonden een waluweerde rijxdaler, 3 oorden, een 10 stuivers, 4 Engelse stuckies  

Een obligatie holdende op de hopman Remmert Hendrix ter somma van hondert Caroli guldens  

Linnen: 

41 laeckens  

31 mans hemdem  

15 vrouwe hemden  

27 slopen  

4 nacht halsdoecken  

15 witte schorteldoecken  

28 cleine kinderdoecken  

7 grote kinderdoecken  

2 pueldoecken  

54 servetten  

3 tafelakens  

een doppiesdoeck  

2 pueldoecken  

2 blauwe lakens rocken  

een bratten dito  

een grof greinen dito  

1 root scharlakens dito  

1 roodt onderrock  

1 karmesinen schort  

een here saien schort  

een swartlakens rock  

een grof greinen manteltie met mouwen  

een bont bratten manteltie met mouwen  

een grof greinen met bont, een kinderdoeck  

een swart sijden toerts schorteldoeck  

2 rood bratten schorteldoecken  

een vulpen capsluier, een seekap  

1 rijd manteltie  

1 burstie  

een bont spreetie  

een hoick  

een swart lakens mantel met satijn  

een grof greinen dito  

een grau lakens pack cleren  

een grof greinen dito  

een swart lakens dito  

een root scharlakens hemdrock  

een pack sijden kleeren  

een blau sijden veltteken met gouden kant  

twe groen lakens bedspreden  

2 paer kragen mouwen  

een paer sijden hosen  

een lap geel carsai  

een swachtel  

een groen kinderschortie  

een rood ruft,  

1 feltekentie [= veld-tekentje, vaandeltje]  

onderst  

voormouwen,  

handschoenen,  

2 sijden hoosbanden  

2 paer swarte wanties  

een moff  

een lap toerts,  

1 lap grof grein  

eenige wrongen  

6 3/4 elllen camerdoeck  

8 1/2 ellen doeck  

13 ellen doeck  

een paer half mouwen etc.  

een vrouwen hemd  

6 blauwe schorteldoecken  

Een eken kas in 't voorcamerke daerin bevonden  

9 tafelakens  

9 servetten  

12 pueldoecken  

4 doppies witte schorteldoecken  

een half laken  

12 hemddoecken  

37 nuesdoecken  

6 nacht halsdoecken  

18 kinder nuesdoecken  

5 witte schorteldoecke  

een paer witte halfmouwen  

15 dassies  

een wit borstrock,  

een kinder schorteldoeck  

[0193v] 2 paer witte kinderhooskes  

5 paer witte handschoenen  

2 swarte schorteldoecken, een bratten, 1 grof grein  

een vrouwe kluerd overlijf  

een bratten bont manteltie  

een karmosinen rock  

een dito  

een rassen schort  

2 paer swarte vrouwe hosen  

1 paer karmosinen dito  

2 paer halfmouwen,  

1 rode borstlap  

2 paer voormouwen  

6 mans slaepmutsen, een wollen  

4 vrouwen bonten dito  

een gele onderbroeck  

[0194r] een heuck [= huik]  

5 halsdoecken,  

noch twe vrouwen rocken  

1 overlijff ende op de bedden  

handdoecken, 6 servetten  

2 mans hemden  

6 wijtlingen  

Linnen in de wask: 19 nacht halsdoecken, 5 witte, 6 tafellakens, 3 dassies, 30 slopen, 3 pueldoecken  

In 't voorcamerke in twe vaste kaskes na ontsegelinge bevonden volgende goederen  

3 Oostindische pannen  

2 dubbelde clapmutsen  

2 grote Oostindise coppen en 2 cleine dito  

4 cleine Oostindische panties  

1 Oostindische cop met silver voet end oren  

6 slechte stenen tafelborden  

5 groot Oostindische butterpannen  

2 clapmutskes  

4 wijtlingen,  

2 dassies  

1 pack witte onderkleeren  

noch 2 witte onderbroecken, en enige onderhosen  

3 doppies handoecken  

1 blauwe schorteldoeck  

In 't besegelde cantoir na ontsegelinge bevonden  

een goudwicht, een mes daeraf het heft met silver ingeleit in een rood leren sakie  

enige brieven en aentekeningen rakende dit sterfhuis, in cas van liquidatie met het sterfhuis van d'overledene gemeensman Riemer Juriens Wijngaerden  

Seecker acte van accoord tusschen Jan Feickes in qualiteit, ende Sioerd Reins Bientema, waerbij de selve Sioerd Reins als reste van meerder somma, ten profijte van dit sterfhuis, schuldig is de helfte van eenhondert vijftig Caroli guldens, quoteert met A  

Vastigheden (Onroerend goed)  

Sekere huisinge cum annexis, staende binnen deser stede aen de suidkant van de Noorderhaven bij de secretaris Idsinga tegenwoordich bewoond werdende volgens coopbrief ende ingelost reversael gedateert den 28 januarij 1659, quoteert met B [zie Proclamatieboek invnr 237, fol 197r, Frans Kijl koper, 1659]  

Een hof cum annexis gelegen ontrent de olde kerck alhier, achter 't huis d'Olde Hillebrant genaemt.  

Aldus gedaen ende geinventariseert op dato ut ante. In kennisse van ons commissaris ende secretaris  

(get.) D. Wringer 1660

Sjoerd Reins Bientema

De in de inventaris genoemde Sioerd Reins Bientema (Binckama of Bintjema) komt uit Bolsward en is daar gemeensman en schoenmaker. Hij woont samen met zijn vrouw Trijntje (Tricnke) Willems op de Grote Dijlakker. Hij was in 1655 ontboden door de kerkeraad van de Hervormde kerk in Bolsward. (17) Hij was vaak dronken en handtastelijk. Gezien zijn naam zal het familie van Tetke zijn. 

Johannes Franz Kijl (No 662) chirurgijn

Johannes Franz Kijl, de zoon van Frans en een voorouder (No 662) werd chirurgijn in Bolsward. Hij is geboren op 2 september 1651. Hij woonde aan de Korenmarkt en was in Nijland getrouwd met Egbertje Bouwes Bruinsma.(18) Hij deed op 4 augustus 1677 belijdenis. Hij was op 30 april 1677 burger van Bolsward geworden. (19) Op 14 januari 1677 was hij met Egbertje getrouwd. (20)

Ondanks dat oom Sjoerd wel eens dronken was werd hij toch vernoemd door Johannes. Hij had meerdere kinderen, Bouwe, gedoopt op 16 december 1681; Sjoerdt, gedoopt op 25 juni 1686; Frans, gedoopt op 5 januari 1680 en genoemd naar zijn vader; Sijske (No 331), gedoopt op 13 februari 1684 en een rechtstreekse voorouder en tenslotte Tetje, gedoopt op 20 september 1677 en genoemd naar zijn moeder.

Hij was lid van het gilde der medicijns, chirurgijns en apothekers te Bolsward. Dat heeft hem een aardige duit gekost, want in de gildebrief staat dat als je de meesterproef had afgelegd je een maaltijd voor het hele gilde inclusief de vrouwen moest betalen en een donatie doen aan het weeshuis. (21)

Johannes is op 2 september 1695 overleden in Bolsward.

Marten Piters Kijll

Marten Piters Kijll zal de broer van Frans zijn. Hij vestigt zich in 1634 in Leeuwarden. Hij komt van Harlingen (22) Hij trouwt op 16 mei 1634 met Attie Jacobs in Leeuwarden. Op 2 augustus 1634 is hij meesterbakker. (23). In 1637 was Marten al overleden.

Frans Marthens Kyll

Er is ook nog een Frans Mart(h)ens Kyll. Hij wordt ook wel Frans Mertens Kijl of Kiel genoemd. Hij is getrouwd met Yda Doededr Baerdt (Jedts Baerts) in 1616. Frans was een neef van de dichter en geneesheer Petrus Baardt. Deze Pieter Baardt woont in Warga en assisteert Frans bij een rechtszaak die hij voert. Van Pieter hebben we een afbeelding. Pieter was getrouwd met Djoeke Beijma. Verder was hij tot 1625 conrector van de Latijnse school in Bolsward. Hij behoorde zeker tot de Friese elite.



Afbeelding 6 Petrus Sybrandts  Baerdt, dichter en geneesheer (1590 - 1646)

Van beroep was Frans Martens Kyll zijdekramer (handelaar in zijden stoffen). Ze woonden aan de Voorstraat in Harlingen. Het huis had het uithangbord "De Olde Lieuw". (24)  Waarschijnlijk was dit Voorstraat 17. Yda was al vrij snel overleden waardoor Frans Martens weduwnaar werd. Er waren kinderen. Frans Martens Kijl en zijn vrouw Ida Doedes Baerdt kochten in 1608 of 1609 een stuk land ten noorden van Harlingen met de Herenvaart ten zuiden. (25)

Literatuur en bronnen:

1. Trouwregister Hervormde gemeente Harlingen, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0331 Gemeente: Harlingen Periode: 1613-1656

2. Autorisatieboeken, archiefnummer 13-16, Nedergerecht Harlingen - Tresoar, inventarisnummer 113 Gemeente: Harlingen Periode: 1654-1665

3. Doopboek Herv. gem. Grote Kerk Harlingen, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0322 Gemeente: Harlingen Periode: 1613-1651

4. Doopboek Herv. gem. Grote Kerk Harlingen, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0322 Gemeente: Harlingen Periode: 1613-1651

5. Doopboek Herv. gem. Grote Kerk Harlingen, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0323 Gemeente: Harlingen Periode: 1651-1675

6. Autorisatieboeken, archiefnummer 13-16, Nedergerecht Harlingen - Tresoar, inventarisnummer 114 Gemeente: Harlingen Periode: 1665-1681

7. Doopboek Herv. gem. Grote Kerk Harlingen, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0322 Gemeente: Harlingen Periode: 1613-1651

8. Doopboek Herv. gem. Grote Kerk Harlingen, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0322 Gemeente: Harlingen Periode: 1613-1651

9. Doopboek Herv. gem. Grote Kerk Harlingen, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0322 Gemeente: Harlingen Periode: 1613-1651

10. https://www.kleinekerkstraat.nl/frames.php?p=pro2&s=f&l=B

11. https://www.mpaginae.nl/At/FrieseStudIJK.htm

12. https://www.kleinekerkstraat.nl/frames.php?p=proc&s=a&l=Z

13. https://www.kleinekerkstraat.nl/frames.php?p=num2&str=NOOBHAV&num=100 en  https://www.mpaginae.nl/Nauta/vaandrigsalf.htm

14. https://www.academia.edu/90216844/De_akten_van_Outger_Jans

15. https://www.kleinekerkstraat.nl/frames.php?p=boed&akte=464

16.Lidmatenregister Herv. Gemeente Bolsward, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 146, blad 188 Gemeente: Bolsward Periode: 1581-1656 en Lidmatenregister Herv. Gemeente Bolsward, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 147, blad 019 Gemeente: Bolsward Periode: 1656-1720

17. Lidmatenregister Herv. Gemeente Bolsward, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 146, blad 228 Gemeente: Bolsward Periode: 1581-1656

18. Lidmatenregister Herv. Gemeente Bolsward, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 147, blad 100 Gemeente: Bolsward Periode: 1656-1720

19. Burgerboek Bolsward, archiefnummer 348, Verzameling copieën van elders berustende stukken - Tresoar, inventarisnummer 6046 Gemeente: Bolsward Periode: 1579-1797

20. Trouwregister Hervormde gemeente Nijland, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0877 Gemeente: Wijmbritseradeel Periode: 1651-1810

21. Pharmaceutisch weekblad; voor Nederland, jrg 62, 1925, no. 27, 04-07-1925, p. 702, 704 en  https://www.mpaginae.nl/At/Hunger.htm

22. Burgerboek Leeuwarden, archiefnummer 1001, Archief van de stad Leeuwarden - Historisch Centrum Leeuwarden, inventarisnummer 1756 Gemeente: Leeuwarden  Periode: 1559-1651

23. https://www.mpaginae.nl/At/bakkersboektabel.htm

24. https://www.kleinekerkstraat.nl/frames.php?p=num2&type=kwartier_4&term=7-112 en  http://images.tresoar.nl/download/quaclappen1613-1620.pdf en https://www.mpaginae.nl/At/BaardP.htm

25. https://www.molendatabase.nl/molens/ten-bruggencate-nr-11881

In dienst van Stad en Staat: Bouwe van der Steeg (No 6)

In dienst van Stad en Staat: Bouwe van der Steeg (No 6) Dit artikel is het negenentwintigste uit een serie over burgers die zich inzetten vo...