In dienst van Stad en Staat: Jan Hendrik van Emmenes
Dit artikel is het achttiende uit een serie over burgers die zich inzetten voor militaire taken en gaat over de dienstplicht, schutterijen en het reguliere leger. De discussie over de dienstplicht is nu weliswaar minder, maar nooit helemaal weg geweest en gezien het personeelstekort in het leger ook nu actueel. Het is nuttig om dit fenomeen in historisch perspectief te plaatsen. Sommigen hebben de dienstplicht ondergaan maar er zijn ook mensen vrijwillig het leger ingegaan, waarbij "het leger" een rekbaar begrip is. Ook milities, schutterijen en andere paramilitaire organisaties komen aan de orde. Met de beschrijving van de lotgevallen van deze mannen zie je tegelijkertijd een verschuiving van de loyaliteit jegens de stad naar loyaliteit jegens de staat.
Dit achttiende artikel gaat over Jan Hendrik van Emmenes. Hij is geboren in 1725 en heeft op 12 januari 1751 belijdenis gedaan, tegelijk met zijn broer Bernardus.
Afbeelding 1 Pagina uit het lidmatenregister van de Ned Hervormde Kerk te Leeuwarden
Hij is in 1764 getrouwd met Franske Schellinga. Dus hij is getrouwd met de zus van Catharina Schellinga, de vrouw van zijn broer Bernardus van Emmenes. Jan Hendrik was in 1768 vaandrig van het Noord Oldehoofster Espel. Op het moment van trouwen was hij proclamant van een boelgoed. Proclamant was een ambtelijke functie bij de stad. Ook zijn vader, Renicus Emmenes was proclamant. Zo staat er in de Leeuwarder Courant van 2 maart 1778 een advertentie waarin Jan Hendrik Sakisch porselein te koop aan biedt: "Uit de hand te koop bij Jan Hendrik van Emmenes op de Vleeschmarkt te Leeuwarden een groote partij Saxisch beeldwerk, bestaande in een pauker, een huzaar, een ruiter, allen te paard; de 7 planeten, 12 apostelen, 4 evangelisten, voorts eenige muzikanten, dansers en danseressen, een zittend Venusbeeld enz",
Afbeelding 2 Advertentie in de Leeuwarder Courant van 6 maart 1779
In 1777 was hij hopman. Hij was dus net als zijn overgrootvader Iohannes Hubertus van Emmenes een eeuw eerder eerst vaandrig en later hopman van een espel (wijk) geworden. Iohannes was dat van het Keimpema Espel. Jan Hendrik leidde het Noord Oldehoofster Espel. Tjitse Renicks van Emmenes, een broer van Jan Hendrik was in 1768 ook vaandrig van het Noord Oldehoofter Espel.
Op 21 augustus 1773 kwam Willem den Vreden, prins van oranje, naar Leeuwarden als onderdeel van een tocht door Friesland. Hij kreeg een uitgebreid welkom, wat ook weer zeer uitgebreid beschreven werd in een verslag.
Afbeelding 3 Passage uit een verslag over het bezoek van de prins van Oranje in Leeuwarden op 21 augustus 1773
Inclusief de officieren was het Noord Oldehoofster espel 127 man sterk. Vaandrig van Emmenes werd begeleid door twee jongens van 14 en 16 jaar verkleed als Heidukken (een lichtbewapende Hongaarse soldaat).
Een paar jaar later kwam de erfprins nogmaals. In het tijdschrift de maandelijkse Mercurius staat een verslag van 28 augustus 1777 toen de prins erfstadhouder Willem Frederik Leeuwarden bezocht en er een optocht van 10 burger compagnieën werd georganiseerd van in totaal 1200 man. Ze waren gekleed in het zwart met witte kousen en oranje kokardes. Zo marcheerden ze naar de Vrouwenpoort. De tien compagnieën vertegenwoordigden allen een espel. De compagnie van het Noord Oldehoofster Espel werd geleid door I.H. van Emmenes, gevolgd door een vaandrig met het vaandel waarop "PRO LIBERTATE" stond. Jan Hendrik leidde het tiende en laatste espel en in het verslag staat dan ook :" “Eindelijk de Hopman I.H. van Emmenes, commandeerende de compagnie van het Noord Olde-Hooftster Espel ..."
De naam Jan Hendrik komt overigens regelmatig terug in de familiegeschiedenis en vaak zit er een militair tintje aan. Met een aantal is het niet goed afgelopen.
Geraadpleegde literatuur en bronnen:
- Wumkes GA_StadsDorpskroniekFriesland_1.pdf
- Maandelijkse Nederlandsche Mercurius juli tot december 1777. P 95
- Het verheugd Friesland of Verhaal van de Reize van Zyne doorluchtige Hoogheid Willem den Vreden, prince van orange gedaan van den 24 July tot den 3 Augustus 1773 door Nicolaas Hoefnagel (Amsterdam, 1773)
- Leeuwarder Courant van 2 maart 1778
Geen opmerkingen:
Een reactie posten