vrijdag 22 november 2024

In dienst van stad en staat: Pieter Amiabel (No 34)

In dienst van stad en staat: Pieter Amiabel (No 34)

Dit artikel is het vijfentwintigste uit een serie over burgers die zich inzetten voor militaire taken en gaat over de dienstplicht, schutterijen en het reguliere leger. De discussie over de dienstplicht is nu weliswaar minder, maar nooit helemaal weg geweest en gezien het personeelstekort in het leger ook nu actueel. Het is nuttig om dit fenomeen in historisch perspectief te plaatsen. Sommigen hebben de dienstplicht ondergaan maar er zijn ook mensen vrijwillig het leger ingegaan, waarbij "het leger" een rekbaar begrip is. Ook milities, schutterijen en andere paramilitaire organisaties komen aan de orde. Met de beschrijving van de lotgevallen van deze mannen zie je tegelijkertijd een verschuiving van de loyaliteit jegens de stad naar loyaliteit jegens de staat.

Pieter Amiabel is geboren op 29 december 1802. Zijn vader heette Nicolaas Amiabel (No 68) en zijn moeder Eke Beerends Rooswinkel. Overigens wordt zijn naam ook wel als Amiable en Amyabel gespeld.  Hij is getrouwd met Hiske Pieters Postma op 29 juni 1834. Hiske kwam uit Oldeboorn. Beide zijn Nederlands Hervormd. Op dat moment diende hij bij de achtste afdeling infanterie en had toestemming van zijn commandant nodig. Deze kreeg hij ook.

Ze woonden in wijk K. Huis 323, Achter de Groene Kan. Dat heet nu de Noorderplantage in Leeuwarden.



Afbeelding 1 Wijk K. Nummer 322 zal in de buurt van de Noorderweg zijn geweest.



Afbeelding 2 Uittreksel uit de burgerlijke stand van Leeuwarden voor Pieter Amiabel



Afbeelding 3 Toestemming van de commandant van de 8ste afdeling infanterie om te trouwen



Afbeelding 4 Bewijs dat hij heeft voldaan aan de militieplicht

Bij het bewijs dat er voldaan is aan de militieplicht zit meestal ook een signalement. Hij had lotnummer 126 en had vijf jaar gediend. Het signalement (slechts deel leesbaar) van Pieter luidt:

Lengte 1 El 650 St. (1 El zes palmen, 2 duimen)

Aangezicht: Ovaal

Voorhoofd: Klein

Oogen: Blaauw

Neus: Groot

Kin: Idem

Haar: Bruin

Wenkbrauwen: Bruin

In het stamboek staat echter ook zijn signalement en daar staat het duidelijker. Op 10 maart 1826 (dus na 5 jaar) is hij op paspoort gegaan, zoals dat heet.


Afbeelding 5 Naamlijst met de vermelding Amiabel, P. in 1821



Afbeelding 6 Vermelding in het stamboek van het 8ste regiment der Infanterie


Afbeelding 7 De handtekening van Pieter Amiabel

Fuselier

Op 3 mei 1826 werd hij fuselier. In de 19e eeuw, tijdens de Belgische Opstand en de Tiendaagse Veldtocht, was de fuselier de basisrang binnen infanterieregimenten.

Fuseliers werden getraind in het hanteren van hun vuurwapen en het uitvoeren van mars- en gevechtsformaties. In tegenstelling tot gespecialiseerde eenheden zoals grenadiers (die vaak zwaardere wapens hanteerden) waren fuseliers meestal de standaardstrijdkrachten binnen een bataljon. Hun rol was essentieel bij het vormen van linies en bij vuurgevechten.

Of het beviel hem erg goed in het leger of hij werd door financiële motieven gedreven om plaatsvervanger te worden voor nog eens 5 jaar. Een indicatie dat hij waarschijnlijk vanwege het geld in het leger bleef en niet zozeer omdat het zijn roeping was valt op te maken uit het feit dat hij op 15 december 1827 provoost arrest kreeg terwijl hij verlofganger was. Kennelijk had hij zich misdragen en kreeg hij daarvoor een straf opgelegd. Toch had hij de plaats ingenomen van iemand met het lot 5 uit Ferwerd, lichting 1826. Vanaf 3 mei 1826 nam hij de plaats in voor een landbouwer genaamd Jan Foppes van der Meij uit Ferwerd. Dus 10 maart 1826 was hij met paspoort gegaan en 3 mei 1826 begon hij aan een nieuwe ronde. Op 22 mei 1829 ondertekende hij bij de notaris een overeenkomst tot plaatsvervanging met betrekking tot de betaling van een bedrag van 250 gulden, waarvan 50 gulden ineens en 200 gulden later betaald werd. In die tijd was dat een gebruikelijke gang van zaken, later werd dat verboden. In mei 1829 was hij met groot verlof bij de depot compagnie van de achtste afdeling infanterie en zat in garnizoen in Groningen. Op 20 april 1826 was de basis hiervoor al gelegd met een akte betreffende nummerverwisseling. Ook daarin staat zijn signalement. Voor 300 gulden wisselde hij van nummer met Jan Foppes van der Meij. Kennelijk moest de betaling toch anders geregeld worden want in 1829 werd een en ander nogmaals bij de notaris vastgelegd.


Afbeelding 8 Contract van plaatsvervanging (nummerwisseling) getekend op 26 april 1826



Afbeelding 9 Contract van plaatsvervanging 26 april 1826 pagina 2



Afbeelding 10 Overeenkomst van plaatsvervanging van 22 mei 1829


Afbeelding 11 Overeenkomst van plaatsvervanging van 22 mei 1829, pagina 2

Belgische opstand

Volgens het stamboek ging hij bij het mobiele leger ter gelegenheid van de opstand in België in 1831.

Op 11 augustus 1831 raakte Pieter gewond "door een gemeenschap"' in de linkerarm bij Leuven. In 1832 en 1833 was hij in Maastricht.

De slag bij Leuven op 12 augustus 1831 vond plaats tijdens de Tiendaagse Veldtocht, die werd uitgevoerd door het Nederlandse leger tegen de Belgische opstandelingen. De strijd was onderdeel van een poging van het Koninkrijk der Nederlanden om de Belgische onafhankelijkheid te onderdrukken, na de Belgische Revolutie van 1830.

De slag zelf was relatief kort en intens. Het Nederlandse leger, onder leiding van generaal Chassé, trok naar Leuven, dat op dat moment onder controle stond van de Belgen. De Belgische verdediging, bestaande uit zowel reguliere troepen als burgerwachten, was goed georganiseerd. Ondanks de zware strijd wisten de Nederlandse troepen Leuven in te nemen. Naar schatting vielen er 600 doden en gewonden aan Belgische zijde en ongeveer 150 doden en gewonden aan Nederlandse zijde. Pieter was dus een van de gewonden.

Gewond

Naar alle waarschijnlijkheid is Pieter gewond geraakt toen de voorhoede in gevecht kwam in het dorp Bautersem, vlak bij Leuven, op 11 augustus. Een tijdgenoot die in de buurt was doet verslag:

"Des morgens ontwaarden wij dat het meest wagens met geblesseerden waren geweest, zo dat wij wel konden nagaan dat de onze, hoewel de overwinning behaald, veel geleden hadden. Dit gevecht had in de nabijheid van het dorp Bautersem plaats gehad, waarbij de 1ste Brigade onzer Divisie tegenwoordig was. Den vijand, die in den beginne zeer hardnekkig gevochten had, was eindelijk met het vallen van de avond, naar het verlies van veel doden, geretireerd en de onze aldaar post gevat. De Colonel Valkenburg van het Korps vrijwillige Groninger Jagers sneuvelde aldaar. Genoemde Colonel, die geen vrees kende of gevaren zag, begaf zich volgens zeggen dezer Jagers te ver voor de Kolonne, daar zijn pligt hem niet riep, uit. Eniege Belgen, die zich in en achter een aldaar aanwezig huis verborgen hadden, branden nu ineens op hem los. Den Colonol trof een schot in het hoofd, dien ten gevolge hij van zijn paard viel, en werd ten prooi van den ontaarden vijand die hem volgens hun zeggen allerijselijkst mishandeld hadden."


Afbeelding 12 Slag bij Bautersem in de avond op 11 augustus 1831

De 1e Brigade moest op die dag in totaal 19 doden, 113 gewonden en 30 vermisten incasseren. Op deze zelfde plaats werd, een dag later op 12 augustus, het paard onder de kroonprins, de latere koning Willem II vandaan geschoten. 

Deze slag vormde een belangrijk deel van de grotere militaire campagne, die echter werd stopgezet door internationale druk, vooral van Frankrijk, die het ingrijpen van Nederland in België veroordeelde.

Het conflict eindigde kort daarna met de ondertekening van een wapenstilstand op 12 augustus 1831, waarmee de Tiendaagse Veldtocht tot een einde kwam. Het werd gevolgd door een compromis, waarbij de Belgische onafhankelijkheid uiteindelijk erkend werd in 1839.


Afbeelding 13 Slag bij Leuven 12 augustus 1831 

In een plaatselijke krant, de Noord-Brabander van 30 augustus 1831 worden de gesneuvelden en gewonden opgegeven. Fuselier Amiabel van de achtste afdeling infanterie is er een van. De achtste afdeling infanterie had 10 gesneuvelden te betreuren en 65 gewonden en 1 vermiste.

De achtste afdeling stond vanaf januari 1831 onder bevel van kolonel V. baron van Quadt, Het eerste bataljon werd geleid door majoor F. van Rheins, het tweede door majoor T.G. Arendsma, het derde door luitenant-kolonel J. van Hulst en het reserve bataljon door luitenant-kolonel Cox Sprengler.

Ten behoeve van de gewonden werd er een beroep op de burgers gedaan om verbandmiddelen te doneren; daarin werd ruimschoots voorzien, wat echter ook een indicatie was dat het Nederlandse leger slecht voorbereid was op deze gewondenstroom.


Afbeelding 14 Vermelding in de Noord-Brabander van 30 augustus 1831 dat fuselier Amiabel tot de gekwetsten behoort

Hij had de pech dat de stand van de gezondheidszorg in 1831 niet goed was. Er was een veldhospitaal bij het hoofdkwartier in Tienen en vandaar kon hij in een kar met zachte matras over hobbelige zandweggetjes vervoerd worden naar een hospitaal dat tot 15 uur van het front af lag. Maximaal kon zo 30 km afgelegd worden per dag wat betekende dat je zomaar drie dagen naar Den Bosch onderweg kon zijn. Want er was wel een hospitaal in Eindhoven, maar dat kon slechts 80 tot 100 man opvangen, terwijl alleen al van 7 tot en met 9 augustus 1831 ruim 150 wagens met zieken en gewonden de aankwamen. De meesten van hen werden daarom doorgevoerd naar het Groot Ziekengasthuis te Den Bosch. Een deel van de gewonden en zieken werd, na uitgerust op een bos stro en een aderlating te hebben "genoten", vandaaruit verder het land in vervoerd, bijvoorbeeld naar Delft en Gorinchem.

Dit gebeurde bij voorkeur via het water, uit zowel medische als financiële overwegingen. Soms
verliep dat per stoomboot, soms per vanaf de wal door paard of mens voortgetrokken trekschuit. Om onnodige kosten te voorkomen bleven alleen de zwaar zieken en gewonden (de ‘onvervoerbaren’) alsmede de bijna herstelden in Den Bosch. Daar werd op 21 augustus een piek bereikt met 864 patiënten. Het kwam voor dat er patiënten op de gang gelegd werden of dat er twee in een bed lagen.

De ziekenbroeders waren gerekruteerd onder bedelaars in Den Bosch, welke het niet zo nauw namen met hygiëne en vervolgens zelf ook ziek werden. Het eten was in tegenstelling tot de zorg wel redelijk goed: in de ochtend brod met thee en in de middag soep met vlees en rijs of aardappelen met groente.

Hoe dan ook, Pieter heeft het overleefd.

Op 15 november 1835 is hij weer met paspoort gegaan. Dat betekent dat toen hij trouwde hij inderdaad nog in het leger zat.


Afbeelding 15 Naamlijst met de vermelding Amiabel, Pieter, in 1826



Afbeelding 16 Vermelding in het stamboek in 1826

Interessant is om te kijken of het signalement nog het zelfde is en dat is zo, behalve dat zijn haar inmiddels lichtbruin is geworden.

Het metalen kruis

Pieter heeft net als Gerben Gerbenzon, een andere voorvader, het ijzeren kruis gekregen. Dat staat ook in het stamboek: "Metal Kruis 5 april 1832." 



Afbeelding 17 Het Metalen Kruis


Afbeelding 18 Aankondiging in de Utrechtse courant van 9 maart 1832 van de uitreiking van de metalen kruizen

Pieter heeft het metalen kruis dus kennelijk op 5 april 1832 ontvangen. Toch kwam er nog een dagorder om een en ander nog een feestelijk te benadrukken, en wel op 29 augustus 1832 ter gelegenheid van de zestigste verjaardag van de koning. Degene die het kruis nog niet hadden ontvangen en er recht op hadden kregen hem alsnog.


Afbeelding 19 Dagorder met betrekking tot uitreiking van het metalen kruis te Maastricht



Afbeelding 20 Pagina 2 van de dagorder met bwtrekking tot uitreiking van het metalen kruis





Afbeelding 21 Pagina uit het register metalen kruizen en bronzen medailles van de achtste afdeling met de vermelding "tiendaagse veldtocht" achter de naam van Piet Amiabel. Het boek is ondertekend op 21 november 1831 door luitenant kolonel J Hulst

De vraag is of hij ook lid is geweest van de vereniging Trouw aan Koning en Vaderland. Deze had als primaire doelstelling om de veteranen die in de korte strijd met België waren ingezet, materieel te ondersteunen. Ook hun nabestaanden konden een beroep doen op de vereniging.

Maastricht

Zoals gezegd zat hij in de jaren 1832 en 1833 in Maastricht. Dat was tijdens de blokkade van Maastricht van 1830-33, ook wel de Maastrichtse belegstaat genoemd. Het was een ruim drie jaar durende militaire blokkade van de op dat moment Nederlandse vestingstad Maastricht en het dorp Sint Pieter door het Maasleger van het Belgische Voorlopig Bewind. De blokkade, een gevolg van de Belgische Revolutie, begon in oktober 1830, werd in de loop van 1832 enigszins versoepeld en werd in november 1833 grotendeels opgeheven (Verdrag van Zonhoven). In 1838 trokken de Belgische troepen zich uit Nederlands-Limburg terug, waarmee de blokkade van Maastricht feitelijk was opgeheven. Officieel eindigde de belegstaat pas na het ondertekenen door beide partijen van het Traktaat van Londen op 19 april 1839. Maastricht was al vanaf de 16e eeuw een belangrijke vestingstad en zou dat tot 1867 blijven. De stad stond onder bevel van Bernardus Johannes Cornelis Dibbets, die sinds 1829 commandant van de vierde landmachtdivisie was.


Afbeelding 22 Portret van  Bernardus Johannes Cornelis Dibbets, bevelhebber van de vestingstad Maastricht.

Aan het begin van de Belgische onlusten was er een garnizoen van 2300 man, wat geschat een derde was van wat nodig was voor de verdediging van de stad, waarvan een gedeelte als onbetrouwbaar (want zuiderling) werd beschouwd. In oktober 1830 kondigt Dibbets de staat van beleg af. In het voorjaar van 1831 werden de garnizoenstroepen vervangen door noorderlingen, die vanaf Breda komen. Echter op 10 september was de achtste afdeling al naar Maastricht gestuurd. Een dag ervoor was de zevende afdeling aangekomen. De infanterie werd bij de burgers ingekwartierd. Er waren vanaf toen 6.000 man gelegerd in het stadje dat toen 20.000 inwoners had. Een van hen was dus Pieter Amiabel. In Maastricht is Dibbets nooit populair geworden. Hij werd door een groot aantal Limburgers toch gezien als bezetter.

Op 14 februari 1846 deed Pieter belijdenis bij dominee Leendert Proes bij de Nederlands Hervormde kerk in Leeuwarden. Dominee Proes kwam in 1837 naar Leeuwarden. Hieruit valt af te lijden dat hij naar de Westerkerk in de Bagijnestraat ging.


Afbeelding 23 Pagina uit het lidmaatregister van de Nederlands hervormde kerk in Leeuwarden


Afbeelding 24 Westerkerk in de Bagijnestraat in Leeuwarden


Afbweelding 25 Dominee Leendert Proes

Kinderrijk gezin

Pieter en zijn vrouw hadden een zoon, Hendrik Amiabel, geboren op 12 april 1846, overleden op 42-jarige leeftijd. Hij had als beroep tabakskerver. Ook Hendrik ging in de militie, vanaf 5 mei 1866. Hij zat bij het zevende regiment infanterie tot 4 mei 1871.

Daarnaast was er een dochter, Elisabeth Amiabel, geboren op 6 maart 1835 en getrouwd met Johannes Elsertus Gerbenzon. 

Verder was er Eke Amiabel, geboren op 4 december 1838, slechts 10 maanden oud geworden; nog een Eke Amiabel, geboren op 18 juni 1841. zij is getrouwd met Jan Lerk en woonde enige tijd in Franeker.

Anna Amiabel, geboren 8 februari 1844, overleden 11 maanden na haar geboorte.

Nicolaas Amiabel, geboren 1 september 1836. Hij was eerst schoenmaker, later is hij pakhuisknecht geworden.

Douwe Amiabel, geboren op 21 maart 1862 is slechts 6 weken oud geworden; nog een Douwe Amiabel, geboren 4 november 1857. Hij kreeg vrijstelling voor de militie wegens broederdienst; 

Pieter Amiabel, overleden op 2-jarige leeftijd en nog een zoon, Pieter Amiabel welke op 5 jarige leeftijd overleden is. 

Dus veel kinderen waarvan er ook veel vroegtijdig overleden.

Hiske Pieters Postma is op 22 januari 1890 op 76-jarige leeftijd overleden. Pieter Amiabel is overleden op 25 oktober 1877 om negen uur 's morgens. Hij is 74 jaar geworden.


Afbeelding 26 Neerslag van het overlijden van Pieter Amiabel in het overlijdensregister

Nicolaas Amiabel (broer)

Pieter had nog een broer, Nicolaas Amiabel. En ook hij heeft aan de Tiendaagse Veldtocht meegedaan. 
Hij is op 12 november 1808 geboren en is dus 6 jaar jonger dan Pieter. Ook van hem hebben we een signalement:

Lengte 1 El 1 El z7 palmen, 2 duimen)

Aangezicht: Ovaal

Voorhoofd: Rond

Oogen: Blaauw

Neus: Ordinair

Kin: Rond

Haar: Lichtbruin

Wenkbrauwen: Lichtbruin

Nicolaas was getrouwd met Eeke Beerends. Hij is op 31 oktober 1830 vrijwillig in dienst gegaan als kanonnier tweede klasse zonder handgeld te krijgen bij het Bataljon Vrijwillige Artilleristen. Op 6 maart 1831 tekende hij bij voor zes jaar met een handgeld van 6 gulden. Op 1 februari 1837 is hij met paspoort gegaan. Het Bataljon Vrijwillige Artilleristen was een voortzetting van het in 1814 opgerichte bataljon Artillerie Nationale Militie no 1.

Tijdens de Belgische opstand zat hij in de vesting Gorkum. De vesting Gorinchem had sinds 1830 een binding met de artillerie, want toen werd te Gorinchem het Bataljon Vrijwillige Artilleristen opgericht, wat zou moeten gaan bestaan uit 8 compagnieën.


Afbeelding 27 De vesting Gorkum




Afbeelding 23 Soldaten in uniform van het bataljon Vrijwillige Artilleristen

In de stad zaten in 1831 113 officieren en 6482 onderofficieren en manschappen ingekwartierd. Dit op een inwoneraantal van 6500 zal een grote impact hebben gehad op het stadje. Daarna, in 1832 zat hij n een andere vesting en tenslotte in 1834 in Breda.

Nicolaas is op 14 oktober 1838 in het huwelijk getreden met Maria Snijdelaar. 



Afbeelding 28 Pagina uit het trouwregister waarin onder anderestaat dat er toestemming voor het huwelijk is van de commandant



Afbeelding 29 Tweede pagina uit het trouwregister met de handtekeningen

Hij was toen timmerman. Hij diende op dat moment als korporaal bij het eerste bataljon van de eerste afdeling mobiele Vriesche schutterij, tevens had hij de toestemming van de commandant van het korps waar hij diende, terwijl hij met onbepaald verlof was, en een geldig certificaat van de militie. Dat certificaat laat zien dat hij vrijgesteld was wegens broederdienst. Maar doordat hij dus als vrijwilliger tijdens de Belgische opstand het leger in is gegaan is hij later bij de Schutterij gekomen. Bij de toestemming van de commandant staat duidelijk dat de vrouw haar man niet mag volgen als hij elders geplaatst wordt.


Afbeelding 30 Handtekening van Nicolaas Amiabel



Afbeelding 31 Uittreksel van de burgerlijke stand van Nicolaas Amiabel d.d. 27 september 1838


Afbeelding 32 Certificaat waarin staat dat hij vanwege broederdienst is vrijgesteld van de militiedienst


Afbeelding 33 Naamlijst met vermelding van Nicolaas Amiabel


Afbeelding 34 Voorkant stamboek Vrijwillige artilleristen




Afbeelding 35 Stamboek met de vermelding van Nicolaas Amiabel Bataljon Vrijwillige Artilleristen



Afbeelding 36 Toestemming van de Commandant eerste bataljon eerste afdeling Vriesche Schutterij


Nicolaas is 20 december 1876 overleden. Ook Nicolaas heeft het metalen kruis gekregen.

Literatuur en bronnen:

- Geboorteregister 1846, archiefnummer 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden, 1811-1941 - Historisch Centrum Leeuwarden, inventarisnummer 3395, aktenummer 0245 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1846

- Huwelijksregister 1834, archiefnummer 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden, 1811-1941 - Historisch Centrum Leeuwarden, inventarisnummer 3559C, aktenummer 0130 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1834

- Overlijdensregister 1877, archiefnummer 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden, 1811-1941 - Historisch Centrum Leeuwarden, inventarisnummer 3763, aktenummer 0587 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1877

Straatnaamgeving-Dolk.pdf    

https://www.mpaginae.nl/TFeL/Lwd41tm67.htm

- Bevolkingsregister 1848 - 1859, archiefnummer 1002, Bevolkingsregister 1848 - 1859, inventarisnummer 4599, blad 466 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1848-1859

2.13.09 Inventaris van het archief van het Ministerie van Oorlog: Stamboeken van Onderofficieren en Minderen van de Landmacht, 1813-1924

- https://www.mpaginae.nl/At/1843wijkkaart.htm

- Noord-Brabander 31 augustus 1831

- Nederlandsche Staatscourant 27 augustus 1831

- Rotterdamse Courant 30 augustus 1831

- Leeuwarder Courant 30-augustus 1831

- Overijsselsche Courant 14 januari 1831

- https://www.kvbk.nl/sites/default/files/bestanden/uitgaven/1981/1981-0337-01-0092.PDF

- https://www.onderscheidingen.nl/nl/medailles/herinnering/metkruis.html

- Bredasche courant 30 augustus 1832

- Utrechtse Courant 9 maart 1832

Minuut-akten 1829, archiefnummer 26, Notarieel archief - Tresoar, inventarisnummer 075023, aktenummer 00125 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1829

Lidmatenregister Herv. Gemeente Leeuwarden, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 1009 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1805-1855

Geboorteregister 1835, archiefnummer 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden, 1811-1941 - Historisch Centrum Leeuwarden, inventarisnummer 3384, aktenummer 0121 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1835

Militieregisters, archiefnummer 11, Provinciaal bestuur van Friesland 1813-1922 - Tresoar, inventarisnummer 9565 Periode: 1882

- Overlijdensregister 1877, archiefnummer 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden, 1811-1941 - Historisch Centrum Leeuwarden, inventarisnummer 3763, aktenummer 0587 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1877

https://www.organumfrisicum.frl/p/Orgelkranten/2016/Friese%20Orgelkrant%202016.pdf

Minuut-akten 1826, archiefnummer 26, Notarieel archief - Tresoar, inventarisnummer 075020, aktenummer 00058 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1826

- 1 januari 1811 | Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | pagina 136

- https://www.stamboomhardeman.nl/dagb10dv.htm

Nicolaas Amiabel:

Huwelijksregister 1838, archiefnummer 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden, 1811-1941 - Historisch Centrum Leeuwarden, inventarisnummer 3563C, aktenummer 0155 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1838

Documenttype Militairen Erfgoedinstelling Nationaal Archief Plaats instelling Den Haag Collectiegebied Zuid-Holland Archief NL-HaNA 2.13.09 Registratienummer 569 Aktenummer 174 Registratiedatum 1830 Akteplaats 's-Gravenhage Collectie Stamboeken Onderofficieren en Minderen na 1813 Boek Bataljon Vrijwillige Artilleristen - 1830-1831







woensdag 20 november 2024

Kunstzinnige voorouders: Benne Simons Accema (No 2.082)

Benne Simons Ackema (No 2.082)

Dit artikel is het zevende artikel uit een serie over mijn voorouders die als ambachtsman of kunstenaar actief zijn geweest en verbonden zijn met de stad Leeuwarden. Want naast militairen en leraren waren er ook veel ambachtslieden en kunstenaars in de familie.

Benne Simons (Sijmcks) Accema was afkomstig uit Emden. Hij is waarschijnlijk in 1590 geboren. Hij is de zoon van Symon Accama. In het bakkersboek staat hij als Benno Sijmcks uit Emden vermeld, sinds 10 november 1625. Hij is de grootvader van de bekende portretschilder Bernardus Accama. Zie het artikel over hem. Benne is niet de enige voorouder die uit Emden komt, ook de vrouw van Petrus Overney, Elske Volrader. Zie het artikel over Petrus Overney.

Emden

Tijdens de godsdienstoorlogen waren veel Nederlanders naar Emden gevlucht. Emden heeft nu nog steeds veel Hollandse trekken. In de zomer van 1595 arriveerden op verzoek van het nieuwe bestuur van Emden Nederlandse soldaten in de stad om de resultaten van de revolutie te beschermen. In juni 1595 bemiddelden de Staten-Generaal der Nederlanden in het Verdrag van Delfzyler tussen de Oost-Friese graven en de stad Emden, waardoor de status quo werd gegarandeerd. Emden bleef echter onder de soevereiniteit van het Gravenhuis en werd geen "Vrije Keizerlijke Stad".

Met de Delfzyler-schikking kreeg Nederland de status van een beschermende macht uit Emden en was het betrokken bij het Oost-Friese nationale geschil. Onder het bewind van graaf Enno III. (1599 - 1625), tussen 1600 en 1602 was er een oorlog tussen de inwoners van Emden en hun bondgenoten tegen de graaf. Enno III. leed een zware nederlaag tegen Emder en de Nederlandse troepen onder bevel van generaal Werner van den Houte (du Bois). Enno III moest wel accepteren dat er een Nederlands garnizoen in Emden kwam. Dit staatsgarnizoen bestond tot 1744.

De band tussen Nederland en Emden is de verklaring voor het feit dat er veel Leeuwarders naar Emden gingen en veel mensen uit Emden naar Leeuwarden.



Afbeelding 1 De stad Emden omstreeks 1615

Hij staat vermeld in het Burgerboek van Leeuwarden.


Afbeelding 2 Vermelding van Benne Simons in het burgerboek van Leeuwarden, afkomstig uit Emden, 1625

Op 7 maart 1624 heeft Benno Sijmens belijdenis gedaan.


Afbeelding 3 Vermelding van Benne Sijmens in het lidmaatregister van de Hervormde Kerk Leeuwarden

Hij is op 8 oktober 1625 in ondertrouw gegaan en op 26 oktober 1625 in de kerk en Leeuwarder getrouwd me Siucke Hessels. Hij was toen bakkersgezel. Siucke Hessels was eerder getrouwd geweest met Gerrit Sybrands. 


Afbeelding 4 Vermelding in het huwelijksregister van Leeuwarden, 8 oktober 1625

Op 20 januari 1629 kocht hij samen met Sijucke Hessels een huis op de hoek van de nieuwe Oosterstraat in Leeuwarden, plus een kamer daar achter staande, van de echtelieden Pieter Claaszn, meester steenhouwer en Machtel Ariens Hoen voor 1550 goudguldens. Voor de kamer moesten ze tevens 20 stuivers grondpacht per jaar betalen.

In 1634 verkoopt Benne de kamer weer aan Lijsbeth Michielsdr en Bouwe Philipsz, mr wever, echtelieden binnen Leeuwarden.

Ze hadden twee kinderen, Rinske Bennes Accama, geboren op 15 mei 1629 en overleden in 1692 en op 20 januari 1692 begraven bij de Jacobijnerkerk) en Simon Bennes Ackema, geboren in 1637, gedoopt op 3 september 1637. 

Ds Simon (Bennonis) Accama

Simon was predikant, eerst in Sint Augustinusga/Surhuizum (vanaf  april 1668) en vanaf mei 1680 in Burum tot hij met emiraat ging op 8 mei 1712. Simon is op 8 april 1666 getrouwd met Aeltje Boetes (Bates) Neuholt (Nievelt). haar naam wordt ook wel geschreven als: Aeltie Baettesdr. Nijholdt.


Afbeelding 5 Trouwregister met de vermelding van Simon Ackema en Aeltie Boetes van Nijholt, 29 maart 1666. In het rode kader staat Simon Accama dominee.

Hij is de vader van de schilders Matthijs en Bernardus Accama. In 1695 is hij hertrouwd met Margriettie Matthussen. Hij woonde in 1698 in de pastorie van Burum. In 1713 ging hij naar Leeuwarden omdat hij door ziekte en een val niet meer dominee kon zijn. Hij is in december 1722 in Leeuwarden begraven.


Afbeelding 6 De pastorie in Burum waar Simon Accama woonde. Het pad is volgens de muurankers van 1678 maar later verbouwd.

Op 6 mei 1630 zijn Benno Simonsz en Siucke Hesseldr een schuld van 200 goudguldens aangegaan. Ze leenden dit voor een periode van 5 jaar van Baerte Sibrandtsz, bode der heren gedeputeerde staten van Frieslandt, en Froucke Thijssedr, echtelieden, burgers binnen Leeuwarden.

Op 8 juni 1638 loopt Benne Simons een boete op van drie keer 25 golden friesche rijders. Tevens wordt bevestigd dat hij "backer" is. De reden waarom hij deze aanzienlijke boete kreeg is niet bekend.

Op 19 december 1639 hebben Benne en Siucke een vordering ter grootte van F 33-17-8 ter zake van verkochte en geleverde broden en andere koopmanswaren op Bauckien Sioerdts Wiaerda, weduwe van wijlen Joannes Martini Sibada te Leeuwarden.

Benne zelf is begraven in de Galileeërkerk in Leeuwarden. Helaas is de kerk in 1940 gesloopt. Enkele grafzerken zijn overigens overgebracht naar de Meinardskerk in Minnertsga. 



Afbeelding 7 Gallileërkerk in Leeuwarden aan de Tweebaksmarkt te Leeuwarden


Afbeelding 8 Plattegrond van de in 1940 gesloopte Gallileërkerk (westzijde) in Leeuwarden. Niet zeker is onder welke zerk hij lag.

Literatuur en bronnen:

- https://www.mpaginae.nl/Galilea/Mensonides.htm#register

- https://www.mpaginae.nl/At/bakkersboektabel.htm

Trouwregister Hervormde gemeente Leeuwarden, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0972 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1623-1627

Doopboek Herv. gem. Leeuwarden, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0929 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1636-1642

Trouwregister Gerecht Leeuwarden, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0898 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1623-1630

- Burgerboek Leeuwarden, archiefnummer 1001, Archief van de stad Leeuwarden - Historisch Centrum Leeuwarden, inventarisnummer 1756 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1559-1651

Lidmatenregister Herv. Gemeente Leeuwarden, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 1008 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1581-1805

- https://www.dominees.nl/search.php?srt=g&id=10592 en https://www.dominees.nl/search.php?srt=g&id=10261

- https://augustinusga.protestantsekerk.net/voormalige_predikanten

- https://www.theologieportaal.nl/predikantenlijst

- https://pknsurhuizum.nl/over-de-kerk/historie

- Lidmatenreg.Herv.Gem.Leeuwarden 1581-1805

Naamlijst der Predikanten in de Hervormde Gemeenten van Friesland (2e deel),   door Ds.T.A.Romein, uitgegeven in 1888

DTB Lidmaten Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, Deel: 1008, Periode: 158..., Leeuwarden, archief 28, inventaris­num­mer 1008, 6 september 1713, Lidmatenregister Herv. Gemeente Leeuwarden

- https://www.mpaginae.nl/Testamenten/DDD2enEEE2tm7.htm

Trouwregister Hervormde gemeente Leeuwarden, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0979 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1664-167

Res-1638/06/08 1638-06-08; Resoluties, HCL

313 1629-01-20; Certificaatboeken, HCL

251 1639-12-19; Hypotheekboeken, HCL

- 211 1633-03-11; Hypotheekboeken, HCL

238 1634-08-01; Hypotheekboeken, HCL

zondag 17 november 2024

In dienst van Stad en Staat: Ynte Visser (No 20)

In dienst van Stad en Staat: Ynte Dirks Visser (No 20)

Dit artikel is het vijfentwintigste uit een serie over burgers die zich inzetten voor militaire taken en gaat over de dienstplicht, schutterijen en het reguliere leger. De discussie over de dienstplicht is nu weliswaar minder, maar nooit helemaal weg geweest en gezien het personeelstekort in het leger ook nu actueel. Het is nuttig om dit fenomeen in historisch perspectief te plaatsen. Sommigen hebben de dienstplicht ondergaan maar er zijn ook mensen vrijwillig het leger ingegaan, waarbij "het leger" een rekbaar begrip is. Ook milities, schutterijen en andere paramilitaire organisaties komen aan de orde. Met de beschrijving van de lotgevallen van deze mannen zie je tegelijkertijd een verschuiving van de loyaliteit jegens de stad naar loyaliteit jegens de staat.

Ynte Dirks (Durks) Visser is geboren in Huins (Húns) (Baarderadeel) op 10 oktober 1825. Het dorp is ontstaan op een terp en was vooral bereikbaar via de Huinservaart. Over land was Huins tot de tweede helft van de 19e eeuw lastig te bereiken en was daardoor vrij geïsoleerd. Nu heeft het dorp 100 inwoners. Gek genoeg woonden er in de negentiende eeuw twee keer zoveel mensen.

Ynte is op 15 december 1854 getrouwd met Eeke (Eelkje) Annes Strikwerda. Eelkje is op 66 -jarige leeftijd overleden te Winsum.



Afbeelding 1 Winsum begin twintigste eeuw


Afbeelding 2 Handtekening van Ynte Durks Visser

Hij is Nederlands Hervormd. Van 12 mei 1900 woont hij in Winsum, daarvoor had hij ook al een jaar in Winsum gewoond, op no 12 b van 12 mei 1867 tot 12 mei 1868. Op 18 maart 1903 woont hij in Huins. Hij was boerenknecht. 

Op 12 mei 1859 is hij in Huins komen wonen, daarvoor woonde hij in Franekeradeel.

Hij had voldaan aan de militieplicht. Hij was ingedeeld bij het Achtste regiment van de infanterie. Hij had van 1846 af vijf jaar gediend. Bij de loting van 1844 had hij nummer 44 gehad.


Afbeelding 3 Certificaat van de nationale Militie van Ynte Durks Visser ui 1854


Afbeelding 4 Naamklapper met vermelding van Ynte Dirks Visser (nummer 36342)

Uit het stamboek valt ook op te maken hoe Ynte eruit heeft gezien, want zijn signalement staat er in vermeld.


Afbeelding 5 Vermelding in het stamboek van het 8e regiment infanterie

Zijn aangezicht is ovaal met een smal voorhoofd, Blauwe ogen, een normale neus, kleine mond en een ronde kin, bruin haar en bruine wenkbrauwen. Hij was 1 el, 5 palmen, 9 duimen en 5 strepen lang.

Het was een kinderrijk gezin. Ze hadden een dochter, Grietje Visser, geboren op 14 juni 1858 te Tzum. Een zoon Anne Visser, geboren op 12 februari 1855 te Tzum; Hinke Yntes Visser, geboren 18 december 1856 te Oosterwierum, overleden 5 maart 1924; Andries Visser, geboren 30 oktober 1861, overleden op 13 december 1864 te Hitzum; Marten Visser, geboren 10 juli 1871 te Winsum; Dirk Yntes Visser, geboren te Lollum op 4 augustus 1860; Andries  Yntes Visser, geboren 24 februari 1866 te Hitzum, overeleden in Leeuwarden op 13 februari 1933; Jelle Yntes Visser; geboren in 1869, Janke Yntes Visser, geboren op 22 september 1863 te Lollum.

Ynte is overleden op 9 september 1904 in Wonseradeel. 

Literatuur en bronnen:

- Franeker Courant, 16 juli 1871

- Franeker nieuws- en advertentieblad voor de provincie Friesland, 19 augustus 1860; 18 februari 1855; 20 juni 1858

- Huwelijksregister 1854, archiefnummer 30-13, Burgerlijke Stand Franekeradeel - Tresoar, inventarisnummer 2008, aktenummer 0053/13 Gemeente: Franekeradeel Periode: 1854

2.13.09 Inventaris van het archief van het Ministerie van Oorlog: Stamboeken van Onderofficieren en Minderen van de Landmacht, 1813-1924, 8 e regiment infanterie, 1113 stamboeknummers 35296-36404 1845-1846




In dienst van Stad en Staat: Jan Martens Klaver (No 76)

In dienst van Stad en Staat: Jan Martens Klaver (No 76)

Dit artikel is het vierentwintigste uit een serie over burgers die zich inzetten voor militaire taken en gaat over de dienstplicht, schutterijen en het reguliere leger. De discussie over de dienstplicht is nu weliswaar minder, maar nooit helemaal weg geweest en gezien het personeelstekort in het leger ook nu actueel. Het is nuttig om dit fenomeen in historisch perspectief te plaatsen. Sommigen hebben de dienstplicht ondergaan maar er zijn ook mensen vrijwillig het leger ingegaan, waarbij "het leger" een rekbaar begrip is. Ook milities, schutterijen en andere paramilitaire organisaties komen aan de orde. Met de beschrijving van de lotgevallen van deze mannen zie je tegelijkertijd een verschuiving van de loyaliteit jegens de stad naar loyaliteit jegens de staat.

Jan Martens Klaver wordt ook als Ian Martens Claver geschreven, Hij is geboren op 9 mei 1753. Zijn vader heette Marten Jans en zijn moeder Berber Pieters. Hij was getrouwd met Joukje Wytses van der Voeg, geboren op 8 september 1754 in Stavoren. Ze wordt elders Sjoukje Wytzes genoemd, bijvoorbeeld bij haar belijdenis na Jan Martens zijn dood in 1821. Zij was de dochter van Wytze Greults en Evertje Fokkes. Joukje Wytzes en Jan Martens Klaver gaan op 22 november 1777 in ondertrouw en ze  trouwen op 10 december 1777 in Franeker. Jan Martens Klaver is dan beurtschipper.

Beurtschipper

Een beurtschipper vaart via een vaste dienstregeling een aantal vaste havens af. Beurtschepen vervoerden personen, vee of goederen. Hiervoor golden vaste prijzen. Uit een tarievenlijst van de beurtdienst van Sneek op Amsterdam blijkt dat in 1845 voor 3 gulden een koe vervoerd kon worden; dode eenden gingen voor 5 cent per stuk mee. De beurtschipper voer dus op gezette tijden tussen vaste bestemmingen op en neer. Ook werd de beurtvaart gekenmerkt door tal van bepalingen, zoals vaste tarieven voor bepaalde producten en trajecten en een vast aantal schippers dat op een bepaald traject mocht varen. Voor de schippers had dit voordelen: een redelijk bestaan was gegarandeerd. Immers de lokale overheden verleenden slechts aan een beperkt aantal schippers een vergunning om de verbinding te onderhouden, met als gevolg dat de onderlinge concurrentie in banen werd geleid. Voor het vervoer van goederen en personen was men tot halverwege de 19de eeuw aangewezen op de vele kanalen en meren in de provincie Friesland. Tot die tijd vond men hier bijna geen verharde wegen. Het reizen over deze zand- en keileemwegen was dan ook verre van comfortabel. Vooral in de herfst en de winter als deze door sneeuw en regen bijna onbegaanbaar waren. De schippers op deze beurtdiensten werden door de provinciale en gemeentelijke overheden benoemd. Deze moesten bij hun aanstelling een borgsom storten voor de juiste bezorging der aan hun toevertrouwde goederen. Een reglement met vrachttarieven zorgde er voor dat de schipper zijn monopolie niet kon uitbuiten door te hoge vrachtprijzen te vragen.

De beurtvaart in Franeker speelde zich voornamelijk rond het Vliet af. Het Vliet lag buiten de stadswallen.  Op gegeven moment waren er ongeveer dertig beurtschippers actief. Vier keer per dag ging er een schip naar Leeuwarden, een keer per dag naar Sneek en wekelijks naar Amsterdam over Harlingen en het IJsselmeer. Jan Martens (Claver) was beurtschipper van Franeker op Amsterdam en vice versa, zo staat dat bij de huwelijksaankondiging van 22 november 1777.

Jan Martens Claver woonde toen aan het Vliet in Franeker.


Afbeelding 1 Het Vliet in Franeker


Afbeelding 2 Pagina uit het Huwelijksregister van Franeker van 29 november 1777

Niet  overal wordt gesteld dat Wietze Jans Klaver (zie het artikel over hem), geboren 5 maart 1785 nu zijn zoon is of niet, omdat in het doopboek niet de toevoeging Klaver wordt gebruikt, maar gezien de datum van de doop, 2 juni 1785 op het Vliet in Franeker en de namen Jan Martens en Joukje Wytses kan het bijna niet anders dan dat dit inderdaad zijn zoon is.

Hij had ook een dochter genaamd Berber Jans Klaver, geboren 3 april 1790. Ze is op dezelfde dag gedoopt. 

Turfmeester

Hij was later van beroep belastingmeter op turf, althans volgens het Registre Civique van Franeker in 1811, elders turfmeester genoemd. Een turfmeester zag toe op de turf en de daarbij behorende rechten.  Hij was daarbij verantwoordelijk voor de turfwinning en de turfhandel. Op zijn 65 bij zijn overlijden wordt als beroep arbeider genoemd. Hij was Nederlands Hervormd.

Eerder werd als beroep inderdaad beurtschipper genoemd en elders is zijn geboorte datum 23 mei 1753. Tevens wordt er nog een zoon Marten Jans Claver genoemd, geboren op 6 september 1778. Het adres waar hij sinds 1781 woonde was het Leeuwarder End. Dat was toen nog aan een gracht, maar in 1915 is die gracht gedempt. Later woonde hij aan de Heerengracht 12. 


Afbeelding 3 Leeuwarder End 5 voor demping van de gracht in 1915



Afbeelding 4 Heerengracht 12 in Franeker

Jan Martens Klaver is overleden op 26 juni 1819. Bij zijn overlijden had hij geen onroerend goed.



Afbeelding 5 Handtekening van Jan Martens Klaver

In 1817 krijgt Joukje Wytzes een legaat van 1.000 gulden.


Afbeelding 6 Notariële akte in verband met een legaat voor Joukje Wytzes


Afbeelding 7 Notariële akte in verband met een legaat voor Joukje Wytzes, pagina 2 en 3

Geraadpleegde literatuur en bronnen:

- Doopboek Herv. gem. Franeker, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0259 Gemeente: Franeker Periode: 1776-1793

- Registre civique kanton Franeker, archiefnummer 8, Gewestelijke besturen in Friesland in de Franse tijd (BRF) - Tresoar, inventarisnummer 3633, aktenummer 8506 Gemeente: Franeker Periode: 1811-1812

Overlijdensregister 1819, archiefnummer 30-12, Burgerlijke Stand Franeker - Tresoar, inventarisnummer 3002, blad 014Gemeente: Franeker Periode: 1819

Memories kantoor Franeker, archiefnummer 42, Memories van successie - Tresoar, inventarisnummer 4005, aktenummer 1048 Gemeente: Franeker Periode: 1820

Doopboek Herv. gem. Franeker, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0259 Gemeente: Franeker Periode: 1776-1793

Lidmatenregister Herv. Gemeente Franeker, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 268, blad 111 Gemeente: Franeker Periode: 1790-1850

Minuut-akten 1817, archiefnummer 26, Notarieel archief - Tresoar, inventarisnummer 040006, aktenummer 00854 Gemeente: Franeker Periode: 1817

Doopboek Herv. gem. Franeker, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0259 Gemeente: Franeker Periode: 1776-1793

- Trouwregister Hervormde gemeente Franeker, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0264 Gemeente: Franeker Periode: 1772-1811

Ondertrouwregister Gerecht Franeker, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0250 Gemeente: Franeker Periode: 1763-1782

http://www.esther.museumopsterlan.nl/Infozuilen/Zuil-2/beurtschippers.php

vrijdag 15 november 2024

In dienst van Stad en Staat: Wietze Jans Klaver (No 38)

In dienst van Stad en Staat: Wietze Jans Klaver (No 38)

Dit artikel is het drieëntwintigste uit een serie over burgers die zich inzetten voor militaire taken en gaat over de dienstplicht, schutterijen en het reguliere leger. De discussie over de dienstplicht is nu weliswaar minder, maar nooit helemaal weg geweest en gezien het personeelstekort in het leger ook nu actueel. Het is nuttig om dit fenomeen in historisch perspectief te plaatsen. Sommigen hebben de dienstplicht ondergaan maar er zijn ook mensen vrijwillig het leger ingegaan, waarbij "het leger" een rekbaar begrip is. Ook milities, schutterijen en andere paramilitaire organisaties komen aan de orde. Met de beschrijving van de lotgevallen van deze mannen zie je tegelijkertijd een verschuiving van de loyaliteit jegens de stad naar loyaliteit jegens de staat.
Wietze Jans Klaver is geboren in Franeker op 5 maart 1785. Hij is gedoopt op 6 februari 1791 en deed toen ook belijdenis. Zijn vader was turfmeester en is overleden op 26 juni 1819. Op 21 mei 1809 trouwde hij met Jitske Jans Lenting in Noorderdrachten. 
Noorderdrachten lag ten noordoosten van de Drait. Na de aanleg van de Drachtster Compagnonsvaart in 1641 groeide het dorp met Zuider Drachten uit tot Drachten, maar bleef tot het begin van de 19e eeuw een bestuurlijke eenheid. Officiële straatnamen kende men er niet. Huizen en winkels werden aangeduid met nummers. Tot omstreeks 1840 werd gesproken van Noorder- en Zuiderdrachten. Dat veranderde toen in 1856 de woningen werden ingedeeld in wijken met letter en nummer. Pas toen was er sprake van 'Dragten', een schrijfwijze die later weer is veranderd in Drachten
Ze hadden elf kinderen: Joukjen Wietzes Klaver (1811); Wietske Wietzes Klaver (1813); Jan Wietzes Klaver (1814); Marten Wietzes Klaver (1817-1888); Fokke Wietze Klaver (1819-1891); Hans Wietzes Klaver (1822); Wietske Wietzes Klaver (1826) Wietske Wietzes Klaver (1827-1910); Berber Wietzes Klaver (1827-1904); Hendrik Wietskes Klaver (1830- ) en Janke Wietzes Klaver (1832-1909). Niet alle kinderen zijn oud geworden. 
Hij was Nederlands Hervormd en van beroep scheepstimmermansknecht. Hij woonde vanaf 23 mei 1863 in Franeker en kwam uit Gorredijk. Hij woonde in elk geval in van 1825 tot 1863 in Gorredijk. Op 3 november 1866 is hij naar Drachten verhuisd.
Nummerwisseling
Op 14 februari 1850 is er een contract bij een notaris te Drachten opgemaakt waarbij zijn zoon zijn nummer wisselde met een andere jonge man. Dit kwam wel vaker voor om op die manier onder de militieplicht uit te komen. . Ter compensatie van de ze wisseling werd een bedrag van 226 gulden afgesproken  in twee delen opvorderbaar, 126 gulden direct en 100 gulden niet eerder dan 9 mei 1853. Hendrik Klaver, geboren 9 mei 1830, met nummer 75 en wonende te Gorredijk wisselde van nummer met Eritt Pieters de Jong nummer 41, loting in het jaar 1849. Jonge mannen met lage nummers hadden doorgaans een grotere kans om daadwerkelijk opgeroepen te worden. Vrijstelling kreeg je bij broederdienst, medische gebreken of een te geringe lengte.
Overigens staat er specifiek vermeld dat het geld zonder verdere machtiging door vader Wytse rechtstreeks naar Hendrik kon. Het geld kwam dus niet bij de vader terecht. Terwijl hij als voogd en vader de jonge Hendrik Wytses Klaver hierbij vertegenwoordigde heeft hij het contract niet ondertekend. De verklaring waarom staat er ook bij: hij heeft nooit geleerd om zijn naam te schrijven en was dus analfabeet.

Afbeelding 1 Notariële akte van 14 februari 1850 met betrekking tot nummer wisseling

Afbeelding 2 Notariële akte van 14 februari 1850 met betrekking tot nummer wisseling, pagina 2 en 3
Op 1 mei 1850 gaat Hendrik Klaver daadwerkelijk in dienst en wordt op 15 mei 1855 van dienst ontslagen. Kennelijk beviel het hem wel in het leger want op 10 april 1856 ging hij nogmaals een contract van plaatsvervanging aan, nu met Sytze Schut. In dit contract kunnen we ook zijn signalement terugvinden: een el en zeshonderd zevenentachtig strepen. Een ovaal gezicht, blauwe ogen, bruin haar en bruine wenkbrauwen, gewone neus en kin en geen bijzondere kentekenen. Voor dit contract kreeg hij 350 gulden, maar dat werd pas later uitbetaald, maar was wel rentedragend tegen 4 procent per jaar. Dit keer hoefde vader Wytse dus niet mee te tekenen.
Afbeelding 3 Contract van plaatsvervanging 10 april 1856 pagina 1


Afbeelding 4 Contract van plaatsvervanging 10 april 1856 pagina 2 en 3
Hendrik Klaver is later eerst naar Leeuwarden verhuisd, daarna als militair in garnizoen in Woerden gelegerd geweest en daarna naar Nijmegen verhuisd. Hij was van beroep wieldraaier. Hij is in 1870 getrouwd met Klaaske Joostes Oosterhof.

Afbeelding 5 Opname in ondertrouw van Hendrik Wytses Klaver in 1870

Afbeelding 6 Verklaring waaruit blijk dat Hendrik Wytzes Klaver in 1870 in garnizoen in Woerden zat
De Woerdense kazerne werd  gekwalificeerd als uiterlijk de mooiste kazerne van Nederland, stevig gebouwd van goed materiaal, goed gelegen en ruim opgezet. Maar het interieur was minder fraai. Het gebouw was ingedeeld in zeer kleine kamertjes, donker, slecht geventileerd en ongezond. 20 kamers per verdieping en ook op de zolder werden militairen gelegerd. Het garnizoen bestond in de eerste helft van de 19e eeuw uit circa 300 man, waarvan een aantal ook ondergebracht werd in het Proveniershuis; het waren voornamelijk infanteristen. Tot 1879 is de kazerne permanent door het garnizoen gebruikt. Er werden wel wat inwendige verbouwingen gepleegd (een gevangenenruimte, een keuken en een wasruimte werden ingericht), maar het uiterlijk van het gebouw bleef hetzelfde. Het garnizoen werd door de Woerdense gemeentebestuurders gekoesterd: het bracht leven in de brouwerij en het was voor de Woerdense middenstand een niet onbelangrijke bron van inkomsten. Het is daarom te begrijpen dat men in 1879 alle mogelijkheden aangreep om de Minister van Oorlog van zijn plan af te brengen het permanente garnizoen te Woerden op te heffen. Bij deze actie wees het gemeentebestuur ook op het feit dat de Woerdense kazerne door specialisten beschouwd werd "in goede hoedanigheid de vijfde in Nederland te zijn. Het mocht niet baten. 

Afbeelding 7 Kazerne in Woerden waar Hendrik Klaver waarschijnlijk gelegerd was

Afbeelding 8 Bewijs van het vervullen van de militieplicht
Wytse Jans is overleden op 4 maart 1869 in Drachten. Een dag later is hij begraven.
Geraadpleegde literatuur en bronnen:
- Trouwregister Hervormde gemeente Drachten, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0624 Gemeente: Smallingerland Periode: 1674-1811
Collectie Doop-, Trouw-, Begraaf- en Lidmatenboeken (DTBL);Trouwregister Hervormde gemeente Drachten 1674-1811 Inventarisnr.: DTB 624
Minuut-akten 1856, archiefnummer 26, Notarieel archief - Tresoar, inventarisnummer 055071, aktenummer 00047 Gemeente: Heerenveen Periode: 1856
- Huwelijksregister 1870, archiefnummer 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden, 1811-1941 - Historisch Centrum Leeuwarden, inventarisnummer 3595C, aktenummer 0213 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1870

In dienst van Stad en Staat: Andries Yntes Visser (No 10)

In dienst van Stad en Staat Andries Yntes Visser (No 10) Dit artikel is het zevenentwintigste uit een serie over burgers die zich inzetten v...